[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verzamelbrief opvang Oekraïne

Brief regering

Nummer: 2024D51943, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 17:20, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z22011:

Preview document (🔗 origineel)


Inleiding

Sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 zijn miljoenen Oekraïners gedwongen geweest te vluchten naar de Europese Unie, en ook naar Nederland. In dit conflict zijn wij de regio en daarom blijven we opvang bieden aan de vele ontheemden uit Oekraïne die een veilig heenkomen zoeken in ons land. Helaas duurt de oorlog voort en de verwachting is dat dit op korte termijn niet zal veranderen. Ontheemden uit Oekraïne zullen dus nog langere tijd in Nederland verblijven. Gemeenten, NGO’s, vele vrijwilligers en betrokken departementen en overheidsorganisaties werken elke dag aan het mogelijk maken van deze opvang. Dit zullen we de komende periode gezamenlijk blijven doen. Deze inspanningen om ontheemden op een goede manier op te vangen worden zeer gewaardeerd.

Op 15 december jl. zijn er 123.680 ontheemden uit Oekraïne ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) die op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) bescherming krijgen.1 Daarnaast zijn er 47.500 ontheemden uit Oekraïne uitgeschreven uit de BRP. Op 9 december jl. waren er 93.200 opvangplekken gerealiseerd waarvan 92.730 plekken bezet. Dit leidt tot een bezettingsgraad van 99,5 procent in de noodopvang.2

Deze Verzamelbrief opvang Oekraïne bevat een beleidsreactie op het Clingendael rapport De strijd om Oekraïne en zijn ontheemden en op het WODC-rapport Over komen en gaan. Daarnaast informeer ik uw Kamer over reizen binnen en naar het Schengengebied voor ontheemden uit Oekraïne, de grensprocedure op Schiphol en kinderopvangtoeslag voor ontheemden uit Oekraïne. Tevens informeer ik uw Kamer over de toezegging door de minister-president om te kijken naar terugkeer van Oekraïense mannen. Met deze brief worden 2 bijlages meegestuurd. Het betreft: 1. Het Clingendael rapport en 2. Het WODC-rapport.

Ik stuur als coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van de opvang van ontheemden uit Oekraïne deze brief mede namens de staatssecretaris Participatie en Integratie.

Appreciatie Clingendael rapport ‘De strijd om Oekraïne en zijn ontheemden – Duivelse dilemma’s dienen zich aan’

Op 20 december jl. heeft Clingendael het rapport ‘De strijd om Oekraïne en zijn ontheemden – Duivelse dilemma’s dienen zich aan’ gepubliceerd. Dit onderzoeksrapport betreft een rapportage in een reeks onderzoeken naar de beschermingsopdracht van Nederland ten aanzien van ontheemden uit Oekraïne. Bij deze brief bied ik uw Kamer de nieuwe rapportage aan. Hierin analyseert Clingendael de ontwikkelingen in Oekraïne en de gevolgen voor migratie- en terugkeerintenties van ontheemden. Als eerste worden de factoren geanalyseerd die van invloed zijn op migratie-intenties en terugkeermogelijkheden. Deze factoren zijn 1) de tijdsduur van het conflict, 2) de intensiteit van de gevechtshandelingen, 3) de mate waarin Oekraïens grondgebied door Rusland bezet of door Oekraïne bevrijd wordt en 4) de economische en demografische situatie in Oekraïne en de perspectieven voor wederopbouw. Deze factoren worden reeds betrokken bij de initiatieven die het Kabinet onderzoekt en uitwerkt in het kader van terugkeer zodra dit kan en wederopbouw3. De voorliggende analyse biedt een waardevolle verdieping op deze factoren die het kabinet bij het vervolg van deze uitwerking zal betrekken.

De onderzoekers benadrukken de cruciale rol die de aanstaande regering Trump gaat spelen in het verloop van het conflict en de mate van Westerse steun aan Oekraïne. Op basis van deze, door Clingendael omschreven als kritieke factoren wordt in het rapport een viertal scenario’s geschetst voor ontwikkelingen in 2025 en verder. Hierbij schetsen de onderzoekers twee scenario’s waarbij sprake is van een wapenstilstand. In het eerste scenario is sprake van een duurzame wapenstilstand en in het tweede scenario is sprake van een instabiele wapenstilstand (o.a. geen NAVO-lidmaatschap, geen betekenisvolle veiligheidsgaranties en delen van het land die moeten worden opgegeven). De andere twee scenario’s gaan uit van een situatie waarin er geen sprake is van een wapenstilstand. In het ene scenario gaat het om een langdurige oorlog waarbij steun vanuit het westen intensiveert en geen deal wordt gesloten tussen de VS en Rusland. In het andere scenario vermindert de steun vanuit het westen aanzienlijk en rukt Rusland verder op landinwaarts, met veel extra vluchtelingen tot gevolg. Zoals ook naar voren kwam in het WODC-rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland4, concluderen de onderzoekers dat in alle scenario’s een aanzienlijk deel van de ontheemden niet op korte termijn terug zal kunnen of willen keren naar Oekraïne. Zij wijten dit aan de reeds jaren voortdurende RTB bescherming en het nieuwe leven wat velen inmiddels hebben opgebouwd. Daarbij geven de onderzoekers aan dat er mogelijk ook een nieuwe stroom vluchtelingen op gang zal komen. Het merendeel van de ontheemden heeft inmiddels een bewuste keuze gemaakt voor het land waarin ze verblijven, waarbij familiebanden en economisch perspectief een rol spelen. Daarbij doet men in toenemende mate langetermijninvesteringen op het gebied van taalverwerving en kwalificatie-erkenning. Aan de andere kant noemen de onderzoekers de mate van wederopbouw, institutionele hervormingen, economische ontwikkelingen en beleid van de EU-lidstaten na afloop van de RTB als factoren voor terugkeerintenties van ontheemden naar Oekraïne.

De factoren ten aanzien van de intenties om in een bepaalde lidstaat te blijven zorgen ervoor dat doormigratie een steeds minder voor de hand liggende keuze wordt. Clingendael maakt een vergelijking met ontheemden in andere lidstaten en hun verblijfintenties om de mogelijke omvang van doormigratie te begrijpen. Zij concluderen dat langdurige investeringen in het gastland en de omstandigheden op de arbeidsmarkt maken dat doormigratie met verloop van tijd een steeds minder aantrekkelijke optie wordt. Hierbij onderstrepen de onderzoekers het dilemma dat zich voordoet bij lidstaten: inzetten op integratie of inzetten op het behoud van de band met Oekraïne zodat terugkeer bij ontheemden een optie blijft. Deze conclusie maakt nogmaals het belang duidelijk van een geharmoniseerde Europese aanpak voor verblijf en terugkeer, ter voorkoming van grote verscheidenheid tussen lidstaten.

De onderzoekers concluderen tevens dat draagvlak voor opvang van de ontheemden in de samenleving stabiel is, maar langzaam afneemt. Het opvangklimaat in Nederland wordt daarnaast steeds zakelijker, waarbij onder andere striktere regels voor ontheemden gelden en een eigen bijdrage wordt gevraagd voor opvang. In heel Europa is het merkbaar dat er een behoefte is aan meer zelfstandigheid van de ontheemden. Dit vertaalt zich in andere lidstaten ook in beleid dat onder strenge voorwaarden gericht is op verlening van vergunningen met een minder tijdelijk karakter.

De lessen en conclusies van deze nieuwe rapportage zijn een bruikbare bron voor de verdere uitwerking van onze aanpak ten aanzien van terugkeer en verblijf; zowel voor onze inzet binnen Europa als voor de nationale beleidsvorming ten aanzien van de beschermingsopdracht. Het uitgangspunt van het kabinet is dat we inzetten op participatie en zelfredzaamheid zolang bescherming nodig is – en daarnaast op het maximaal ondersteunen van duurzame terugkeer naar Oekraïne zodra dit kan, met aandacht voor de wederopbouw van Oekraïne.

Appreciatie WODC-rapport
Hierbij bied ik u het rapport Komen en gaan – Beweegredenen van mensen die gevlucht zijn uit voormalig Joegoslavië om in Nederland te blijven of weer te vertrekken aan, dat onderzoeksbureau EMMA in opdracht van het WODC heeft uitgevoerd. Het onderzoek is op 9 december jl. gepubliceerd door het WODC en gaat over de overwegingen die mensen hadden om in Nederland te blijven of terug te keren nadat zij naar Nederland vluchtten voor het oorlogsgeweld in voormalig Joegoslavië. Daarnaast trekken de onderzoekers lessen ten aanzien van ontheemden uit Oekraïne. In deze beleidsreactie noem ik de voornaamste bevindingen uit het onderzoek en hoe de lessen worden meegenomen.

De onderzoekers hebben een kwalitatief onderzoek uitgevoerd waarbij, naast literatuuronderzoek en media-analyses, interviews zijn gehouden met mensen die gevlucht zijn uit voormalig Joegoslavië en focusgroepen met ontheemden uit Oekraïne. Zo blijkt uit het onderzoek dat de meeste mensen die vluchten voor oorlogsgeweld in het bestemmingsland blijven. De eigen integratie – en vooral die van hun kinderen – en het gebrek aan veiligheid en toekomstperspectief in het land van herkomst waren voor mensen uit voormalig Joegoslavië hiervoor de belangrijkste beweegredenen. Dit is veruit de grootste groep: 70 tot 80 procent is gebleven. Dit zal mogelijk ook gelden voor een deel van de groep ontheemden uit Oekraïne in Nederland – zeker naar gelang de oorlog langer duurt.5 Tegelijkertijd laat het onderzoek zien dat de mate waarin mensen terugkeer overwegen, afhangt van de sociaaleconomische en politieke omstandigheden in het land van herkomst na de oorlog en in hoeverre er sprake is van wederopbouw. De grootste drijfveren voor mensen uit voormalig Joegoslavië om terug te keren waren het verlangen naar thuis, het plichtsgevoel mee te werken aan de wederopbouw van het herkomstland en/of het niet kunnen vinden van passend werk in Nederland. Voldoende toekomstperspectief in het herkomstland is dus een belangrijke motivatie voor mensen om terug te keren. In het onderzoek komt naar voren dat het wenselijk is dat de overheid hierop anticipeert. Dit kan zij doen door in te zetten op het ondersteunen van wederopbouw6 en duurzame oplossingen voor problemen bij participatie te implementeren.

Op gebied van integratie in Nederland wordt in het rapport het belang benadrukt van zekerheid over verblijf en (asiel)procedure, het aanbieden van taal- en inburgeringscursussen, en het kunnen opbouwen van sociale netwerken. Een gebrek hieraan heeft bij mensen die gevlucht zijn uit voormalig Joegoslavië een negatieve invloed gehad op hun welbevinden, integratie en arbeidsmarktpositie. Ook bij de groep ontheemden uit Oekraïne is er volgens het onderzoek behoefte aan meer integratie-bevorderende activiteiten en aan meer duidelijkheid en transparantie als het gaat om beslissingen over onder andere regelgeving. Het is van belang hen zoveel mogelijk zekerheid te verschaffen ten aanzien van opvang, integratie, arbeidsmarktparticipatie en -positie.7

Het kabinet neemt deze adviezen en lessen ter harte. Hoewel de oorlog in Oekraïne nog voortduurt, werken we - zoals ook benoemd in de verzamelbrief van 29 november 20248 in reactie op het WODC-rapport Tijdelijk thuis? - aan verschillende scenario’s ten aanzien van verblijf en terugkeer op de lange termijn. Bij deze scenario’s nemen we ook voornoemde lessen uit dit WODC-onderzoek over komen en gaan mee. Het kabinet blijft daarnaast inzettenHet Het blHet kabinet op de participatie en zelfredzaamheid van ontheemden uit Oekraïne in de Nederlandse samenleving tijdens de periode dat zij hier in het kader van de RTB verblijven. Dit doet het kabinet onder andere door in te zetten op verbetering van de arbeidsmarktparticipatie en -positie van ontheemden uit Oekraïne9, via betere matching tussen werkgevers en werkzoekende ontheemden uit Oekraïne en het wegnemen van obstakels binnen gereglementeerde beroepen. Daarnaast wordt ingezet op taalverwerving, zowel via gemeenten als via werkgevers. Zo stelt het kabinet 10 miljoen euro extra beschikbaar voor taalonderwijs in 2025 via de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), waardoor gemeenten ontheemden op een laagdrempelige manier kunnen (blijven) ondersteunen bij het leren van de Nederlandse taal.

Het kabinet wil aan ontheemden uit Oekraïne meer duidelijkheid en transparantie kunnen bieden over (nieuwe) regelgeving. Daarom zet het kabinet onder andere in op het versterken van het netwerk met sleutelfiguren uit de Oekraïense gemeenschap in Nederland. Om die reden is het WODC recent een onderzoek gestart naar de verschillende functies van de zogenoemde social hubs.10 Ook blijft het kabinet informatieproducten aanbieden in het Oekraïens en ondersteunt zij gemeenten door hun communicatiepakketten aan te bieden bij bijvoorbeeld nieuwe regelgeving.

Toezegging minister-president Algemene Politieke Beschouwingen inzake Oekraïense mannen

Tijdens de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen op 18 en 19 september jl. heeft het lid Wilders van de PVV-fractie aandacht gevraagd voor Oekraïense mannen in dienstplichtige leeftijd die op grond van de RTB in Nederland zijn. In reactie op de vraag om na te denken over manieren waarop we Oekraïne zouden kunnen helpen om ervoor te zorgen dat mannen terugkeren naar Oekraïne heeft de minister-president toegezegd aan uw Kamer om hier, samen met de Oekraïense autoriteiten, naar te kijken. Wel vanuit het besef dat de RTB op iedereen die aan de voorwaarden van de tijdelijke bescherming voldoet, betrekking heeft en dat we daar geen uitzondering in kunnen maken. De afgelopen tijd is opvolging aan de toezegging gegeven. Hierbij informeer ik u over de uitkomst.

De tijdelijke bescherming voor ontheemden, waaronder mannen al dan niet in dienstplichtige leeftijd, op grond van de RTB in de EU is thans geldig tot en met 4 maart 2026. Nederland is gebonden aan de uitvoering van deze richtlijn. Ontheemden uit Oekraïne die aan de voorwaarden van tijdelijke bescherming voldoen, hebben rechtmatig verblijf in Nederland. Van gedwongen terugkeer is geen sprake. Met inachtneming hiervan heb ik gekeken naar eventuele manieren waarop Oekraïense mannen die verblijfsrecht hebben onder de RTB, gefaciliteerd kunnen worden om vrijwillig terug te keren.

Verbeteringen in de informatievoorziening aan Oekraïense mannen over terugkeermogelijkheden en de ondersteuning die zij hierbij nodig hebben, zijn in mijn ogen mogelijk. Zo zal de DTenV nagaan alwaar haar bestaande informatievoorziening nog verbeterd kan worden. Als gemeenten vragen krijgen over mogelijke (vrijwillige) terugkeer, kunnen zij de ontheemden verwijzen naar de informatie van de DTenV voor de mogelijkheden tot ondersteuning bij terugkeer.11

Ik blijf tevens in gesprek met de Oekraïense autoriteiten over dit onderwerp. Daarnaast hecht ik er waarde aan te benadrukken dat het kabinet, in de gesprekken in Europa, inzet op het maximaal ondersteunen van vrijwillige terugkeer naar Oekraïne zodra dat kan, met ook aandacht voor de wederopbouw van Oekraïne. Verder heb ik de mogelijkheden om Oekraïense mannen momenteel te ondersteunen bij vrijwillige terugkeer verkend. De DTenV kan bij vrijwillige terugkeer ondersteunen. Op dit moment biedt de DTenV bepaalde ondersteuning aan alle Oekraïners die willen terugkeren naar Oekraïne. Zo organiseert en betaalt de DTenV voor Oekraïners de reis naar Polen, en geeft de DTenV hen 100 euro contant mee voor het deel van de reis waarin zij daadwerkelijk de grens oversteken naar Oekraïne. Binnen het huidige terugkeerondersteuningsbeleid ontvangen Oekraïners geen herintegratieondersteuning.12 Het nu aanbieden van een dergelijke stimulans om terug te keren, is niet passend in een situatie waarin van duurzame terugkeer nog geen sprake is. Het is namelijk niet waarschijnlijk dat een hoger bedrag mannen zal overhalen terug te keren, zolang de oorlog woedt en de RTB geldt. En er is ook geen garantie dat terugkeer duurzaam zal zijn; Oekraïners kunnen, onder de RTB, vrij reizen binnen alsook in en uit Schengen. Gelet hierop is er een risico op misbruik en kan dergelijk beleid mogelijk een aanzuigende werking hebben, doordat men naar Nederland komt voor de herintegratieondersteuning maar niet echt terugkeert. Ik blijf doorlopend met de DTenV in gesprek over welke terugkeerondersteuning wanneer geschikt is.

Reizen binnen en naar Schengengebied
Op 9 juni 2023 is uw Kamer geïnformeerd13 over het opnemen van verblijfsbewijzen van ontheemden uit Oekraïne in het False and Authentic Documents Online (FADO), het Public Register of Authentic identity and travel Documents Online (PRADO)14 en het Schengenhandboek voor Grenswachters. De verblijfsbewijzen zijn destijds opgenomen omdat signalen werden ontvangen dat ontheemden bij het reizen niet zonder meer de binnen- en buitengrenzen van het Schengengebied konden passeren. Het is door de Europese Commissie beoogd15 dat ontheemden vrij binnen en naar het Schengengebied kunnen reizen wanneer zij in het bezit zijn van een geldig reisdocument en een verblijfsbewijs RTB. Desalniettemin zijn er opnieuw signalen binnengekomen dat ontheemden niet zonder meer de binnen- en buitengrenzen van het Schengengebied konden passeren. Derhalve heb ik een verduidelijking laten aanbrengen in de diverse registers over hoe grenswachters dienen om te gaan met verblijfsbewijzen van ontheemden en welke rechten hier aan worden ontleend ten aanzien van reizen16. Grenswachters aan de buiten- en binnengrenzen van het Schengengebied maken gebruik van voornoemde registers om te kunnen controleren wat voor documenten er in andere lidstaten worden uitgegeven, hoe deze moeten worden gelezen, en om deze te kunnen controleren op echtheid. Aanvullend op de verduidelijking in de registers heb ik dit ook expliciet onder de aandacht gebracht bij de lidstaten waar de meeste signalen vandaan komen en de Europese Commissie. Deze inspanningen verkleinen de kans dat ontheemden uit Oekraïne die legitiem reizen ten onrechte worden geweigerd aan een grens.

Grensprocedure Schiphol
Op 30 oktober jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak17 gedaan over het toepassen van grensdetentie voor ontheemden. Tot 30 oktober jl. werd in Nederland de grensprocedure op Schiphol toegepast bij ontheemden uit Oekraïne die langer dan 28 dagen Nederland hadden verlaten of wanneer zij voor het eerst een beroep deden op de RTB aan de buitengrens. Dit is dezelfde procedure die geldt voor andere vreemdelingen die zich aan de Schengenbuitengrens melden met het oog op langer verblijf en die internationale bescherming zoeken. Bij de grensprocedure krijgt de vreemdeling op grond van artikel 6 van de Vreemdelingenwet een vrijheidsontnemende maatregel (grensdetentie) opgelegd. De Afdeling heeft evenwel geoordeeld dat deze grondslag voor de grensdetentie niet van toepassing is indien sprake is van een vreemdeling die onder de reikwijdte van de RTB lijkt te vallen. In de nieuwe werkwijze, ingegeven door de uitspraak van de Afdeling, wordt aan de Schengenbuitengrens binnen 24 uur bepaald of een gestelde ontheemde uit Oekraïne zonder meer toegang moet worden verleend. Binnen 24 uur wordt gekeken of iemand onder de RTB valt en wordt een openbare orde- en nationale veiligheidtoets gedaan. Gedurende deze periode verblijft iemand niet in detentie, maar wordt opgehouden in de lounge. Hiermee wordt, bij het beoordelen van het recht op toegang aan de grens, al duidelijk of toegang moet worden verleend. Door deze wijzigingen wordt uitvoering gegeven aan de uitspraak van de Afdeling.

Kinderopvangtoeslag voor ontheemden uit Oekraïne

In navolging van de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer op 19 november jl. het wetsvoorstel kinderopvangtoeslag voor Oekraïense ontheemden aangenomen. Hiermee kunnen ontheemden uit Oekraïne aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Sinds begin 2022 konden zij al voorschotten kinderopvangtoeslag krijgen en met het aannemen van dit wetsvoorstel wordt dit recht formeel in de wet vastgelegd. Door de wetswijziging maken ook andere ouders van wie de partner buiten de EU verblijft, aanspraak op kinderopvangtoeslag.

Kinderopvang is belangrijk om werk en zorg voor kinderen te combineren. Door kinderopvang toegankelijker te maken voor ouders uit Oekraïne kunnen zij (meer) werken. Dit helpt bij het terugdringen van de personeelstekorten, helpt ontheemden uit Oekraïne om mee te doen in de samenleving en zorgt voor de nodige werkervaring die later mogelijk weer in te zetten is bij terugkeer naar Oekraïne.

Conclusie

Tot slot benoem ik dat ik uw Kamer, samen met mijn collega’s, periodiek blijf informeren over de ontwikkelingen op dit onderwerp evenals de aangrenzende werkvelden, zowel op nationaal, Europees als internationaal niveau.

De Minister van Asiel en Migratie,

M.H.M. Faber – Van de Klashorst


  1. Dit aantal betreft zowel ontheemden met de Oekraïense nationaliteit (118.730) als ontheemden uit Oekraïne met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning, met internationale bescherming of gezinsleden van personen die onder de richtlijn vallen (4.950 ontheemden met overige nationaliteit).↩︎

  2. De meest recente cijfers vindt u op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/opvang-vluchtelingen-uit-oekraine/cijfers-opvang-vluchtelingen-uit-oekraine-in-nederland↩︎

  3. Kamerstuk II 2023/204, 19 637, nr. 3258↩︎

  4. Tijdelijk thuis - De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. Ook uit het LOCOV-onderzoek ‘tijdelijk thuis’ (2024) blijkt dat een deel van de Oekraïense ontheemden de intentie heeft om in Nederland te blijven zodra het weer veilig is in Oekraïne: zo’n 30 procent zegt zeker te willen blijven en 48% twijfelt over verblijf – zie beleidsreactie ‘WODC rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland’ in de verzamelbrief opvang Oekraïne gedateerd op 29 november 2024.↩︎

  6. In (post-)conflictgebied.↩︎

  7. Het WODC-rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland (2024) biedt meer inzicht in de positie van ontheemden uit Oekraïne op het gebied van wonen, arbeid, gezondheid en integratie. In de Verzamelbrief van 29 november jl. is een beleidsreactie op dat WODC-rapport opgenomen.↩︎

  8. Kamerstukken II 2024-205, 19637, nr. 3319.↩︎

  9. Kamerstukken II 2024-2025, 36045, nr. 187.↩︎

  10. Oekraïense 'huiskamers'/social hubs; integratie, participatie zelfredzaamheid Oekraïense ontheemden | Welk onderzoek doen we? | WODC - Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum↩︎

  11. Hulp bij terugkeer naar Oekraïne | Nieuwsbericht | Dienst Terugkeer en Vertrek↩︎

  12. De reguliere herintegratieondersteuning die de DT&V aanbiedt aan vreemdelingen uit andere herkomstlanden bestaat voor volwassenen uit 615 euro voor de eerste dagen na aankomst (contant of in natura) en 2.000 euro voor de re-integratie in het herkomstland (in natura) per hoofdpersoon en 1.000 per gezinslid.↩︎

  13. Kamerstukken II 2024-2025, 19637, nr. 3121↩︎

  14. Het FADO is het online register van de Europese Unie, dat is opgezet ter ondersteuning van de snelle uitwisseling tussen de EU-lidstaten van afbeeldingen van echte, valse en vervalste documenten. En PRADO is een openbaar online register van authentieke reis- en identiteitsdocumenten.↩︎

  15. Zie o.a. vraag 9 van Frequently asked questions received on the interpretation of the

    Temporary Protection Directive and Council Implementing Decision 2022/382 en het niet inwerking stellen van Artikel 11 van de RTB.↩︎

  16. Door deze verduidelijking is tevens opvolging gegeven aan het voorstel in het antwoord op vraag 111 van de beantwoording van de feitelijke vragen bij de begroting A&M 2025. Kamerstukken II 2024-2025, nr. 2024D40742.↩︎

  17. Uitspraak BRS.24.000105 - Raad van State↩︎