[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies DINGtiid Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer 2024-2028 en Advies DINGtiid Friestalige Journalistiek

Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)

Brief regering

Nummer: 2025D00047, datum: 2025-01-06, bijgewerkt: 2025-01-16 08:54, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33335-22).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33335 -22 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal) .

Onderdeel van zaak 2025Z00020:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

33 335 Regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal)

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 januari 2025

Met deze brief bied ik u de reactie aan op het advies van DINGtiid naar aanleiding van de Bestuursafspraken Friese taal en Cultuur 2024–2028 en het advies over Friestalige Journalistiek. De adviezen van DINGtiid zijn toegevoegd als bijlagen. Dit doe ik mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Staatssecretaris Participatie en Integratie.

Ook stuur ik u ter informatie in de bijlage de update van het werkprogramma van DINGtiid1, de begroting 2025 en het jaarverslag 2023 van DINGtiid.

Reactie op advies van DINGtiid over de BFTK 2024–2028

Eerder dit jaar ontving ik van DINGtiid, het adviesorgaan voor de Friese taal en cultuur, het advies n.a.v. de Bestuursafspraak Friese taal en Cultuur (BFTK) 2024–2028. Allereerst wil ik DINGtiid bedanken voor deze grondige analyse en de constructieve samenwerking in aanloop naar de ondertekening van de BFTK 2024–2028 in april dit jaar.

Met de ondertekening van de BFTK 2024–2028 is de inzet voor het beschermen en bevorderen van de Friese taal en cultuur in de provincie Fryslân fors versterkt. Gedurende de looptijd van de BFTK wordt er door het Rijk 18 miljoen euro vrijgemaakt ten behoeve van de bescherming en bevordering van het Fries.

BFTK-proces stroomlijnen

DINGtiid adviseert het BFTK-proces opnieuw te structureren vanuit het perspectief van de zorgplicht voor het Fries als een doorgaande, gemeenschappelijke opdracht. Om te voorkomen dat de druk hoog oploopt in het laatste jaar voor de nieuwe BFTK adviseert DINGtiid om voldoende structurele personele inzet en continuïteit van kennis te waarborgen. Ook vraagt DINGtiid aandacht voor het waarborgen van de wettelijke adviserende rol van het adviesorgaan en adviseert het adviesorgaan specifiek in te gaan op artikel 4 van de Wet gebruik Friese taal en het vooraf maken van heldere afspraken over de adviesmomenten in aanloop naar nieuwe besluitvorming.

Het kabinet kan zich goed vinden in de evaluatie en adviespunten van DINGtiid. Met de verhoogde ambitie in de BFTK 2024–2028 als nieuwe standaard staan Rijk en provincie nu voor de gezamenlijke opdracht om onderlinge werkafspraken te maken m.b.t. de uitvoering van de BFTK en de evaluatie ervan. Hierover heeft in juli jl. een overleg plaatsgevonden met de betrokken departementen, de provincie Fryslân en DINGtiid. De eerste belangrijke mijlpaal hierin is de tussentijdse evaluatie in 2026. Het werkprogramma wordt als basis gebruikt voor het vierjaarlijks terugkerend interdepartementaal overleg onder leiding van BZK. Tweejaarlijks zal ook de provincie hierbij aansluiten.

Rol van DINGtiid waarborgen

DINGtiid vraagt aandacht voor het waarborgen van de wettelijke adviserende rol van het adviesorgaan. Het kabinet hecht veel waarde aan de onafhankelijke adviezen van het adviesorgaan. DINGtiid is dan ook nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de afspraken uit de BFTK.

BZK, de provincie en DINGtiid zijn in reactie hierop overeengekomen dat DINGtiid bij de totstandkoming van een volgend bestuursakkoord haar formele advies zal uitbrengen, over beleid op hoofdlijnen aan de start, en niet bij het definitieve concept van de BFTK. Bij de totstandkoming van het de huidige BFTK bleek het advies te omvangrijk om dit voor de ondertekening van de BFTK van een reactie te voorzien. Wel is in de huidige BFTK is onder artikel 5 in de slotbepalingen de wettelijke rol van DINGtiid toegelicht.

Langetermijndoelen

DINGtiid benadrukt dat heldere langetermijndoelen eraan bijdragen dat het realiseren van de ambities eenvoudiger wordt en dat monitoring daardoor een diepere lading krijgt. Het adviesorgaan adviseert daarom om als BFTK-partners de behoefte aan langetermijndoelen voor het Fries breed kenbaar te maken.

Rijk en provincie onderschrijven het belang van langetermijndoelen voor het Fries. Bij het vaststellen van langetermijndoelstellingen is het tevens belangrijk om ook in Fryslân een dialoog met de samenleving op gang te brengen over deze doelstellingen. De provincie heeft aangegeven hiervoor ook het participatieplatform Stim fan Fryslân in te willen zetten. Vervolggesprekken tussen de provincie, het Rijk en DINGtiid vinden in het eerste kwartaal in 2025 plaats. De eerste resultaten van de onderzoeken naar de lange termijn doelen zullen worden opgenomen in de tussenevaluatie van de BFTK in 2026.

Belang van burgerparticipatie

Op verschillende punten in het advies benadrukt DINGtiid het belang van burgerparticipatie voor het maken van succesvol taalbeleid. DINGtiid adviseert, de noodzaak van burgerparticipatie bij taalbeleid, onderdeel te maken van de algemene uitgangspunten in hoofdstuk 1 van de BFTK.

Rijk en provincie onderschrijven de noodzaak van het betrekken van de Friese samenleving bij de ontwikkeling van het beleid gericht op het beschermen en bevorderen van de Friese taal en cultuur. In de aanloop naar de tussentijdse rapportage van de BFTK verkennen Rijk en provincie daarom gezamenlijk welke mogelijkheden er zijn voor het goed betrekken van Friese inwoners bij de uitvoering en evaluatie van de BFTK 2024–2028.

Ook adviseert DINGtiid in het kader van monitoring om periodieke «domeinsamenkomsten» te organiseren om de voortgang en ontwikkelingen binnen een BFTK-domein te bespreken. Om een goed beeld te krijgen van het effect van de afspraken in de BFTK op de verschillende domeinen in de samenleving organiseert de provincie met regelmaat gesprekken binnen specifieke domeinen. De input uit deze gesprekken neemt de provincie mee in de interdepartementale overleggen over de voortgang van de BFTK. Alle betrokken departementen binnen het Rijk zijn lid van dit overleg.

Monitoring

DINGtiid adviseert een monitoringsproces vorm te geven en deze monitoring extern te beleggen. Daarbij benadrukt het adviesorgaan het belang van goede indicatoren.

Dit kabinet sluit zich aan bij het belang van een goed monitoringsproces om de voortgang en effecten van de BFTK helder in kaart te brengen. Om die reden is er in de BFTK een alinea toegevoegd aan de slotbepalingen waarin is opgenomen dat monitoring van deze bestuursafspraak zal plaatsvinden aan de hand van een tweejaarlijks overleg tussen Rijk en provincie. Ook DINGtiid zal hierbij geraadpleegd worden. Hierbij wordt gekeken naar de negen pijlers van het taalvitaliteitsmodel van UNESCO zoals omschreven in hoofdstuk 1 van de BFTK 2024–2028. Voor cijfers zal gekeken worden naar de Fryske Taalatlas. Deze taalatlas wordt iedere vier jaar uitgebracht. Voor de nieuwe publicatie van de taalatlas eind dit jaar verkent de provincie de mogelijkheden van het toevoegen van een oplegger waarin een specifieke link wordt gelegd tussen de data van de taalatlas en de diverse hoofdstukken in de BFTK. Rijk en provincie zijn zich ervan bewust dat op lange termijn enkel de cijfers uit de Taalatlas niet genoeg zijn voor een volwaardige evaluatie van de impact van de beleidsinzet op het Fries. De vraag hoe deze monitoring verder kan worden ontwikkeld is onderdeel van de tussentijdse evaluatie in 2026.

Onderwijs

DINGtiid adviseert om onderwijsambities voor het Fries op alle niveaus in samenhang met elkaar te beschouwen. Dit moet gebeuren vanuit het perspectief van de doorgaande leerlijn en de gedeelde verantwoordelijkheid van het Rijk en de provincie hierover. Om hier vorm aan te geven adviseert DINGtiid om deze visie uit te werken in een aparte onderwijsnotitie Fries.

Het kabinet onderschrijft het belang van een integrale visie op het onderwijs als doorgaande leerlijn. Met het overdragen van de bevoegdheden voor de Friese kerndoelen door het Rijk aan de provincie Fryslân in 2014 is het aan de provincie om invulling te geven aan deze doorgaande leerlijn. De provincie heeft met Taalplan Frysk 2030 een gedegen project neergezet. De inzet op het vak Fries op scholen in het funderend onderwijs heeft daarnaast geleid tot extra inzet op mbo, hbo en wo instellingen. Daarmee is de infrastructuur van de hele onderwijsketen verstevigd en wordt een doorgaande leerlijn verder gefaciliteerd. Om dit te ondersteunen heeft het Rijk voor verschillende lagen in het onderwijs structurele en incidentele middelen toegekend.

Voorschoolse opvang

DINGtiid benadrukt dat men er voor moet waken dat bij bepalingen betreffende voorschoolse educatie geen onzekerheid ontstaat ten aanzien van de misvatting dat meertalig onderwijs slecht zou zijn voor de Nederlandse taalontwikkeling.

Het kabinet sluit zich er bij aan dat dit onjuiste beeld bestreden moet worden. De uitkomsten van het experiment meertalige dagopvang (2022)2 en de pilot tweetalig primair onderwijs (2023)3 zijn hier mede het bewijs van. Het feit blijft echter dat het doel van voorschoolse educatie is om kinderen met een risico op een achterstand in de ontwikkeling van het Nederlands te helpen aan een goede basis in de Nederlandse taal. Gezien de bijzondere positie van het Fries kan in de provincie Fryslân in de voorschoolse opvang en in de voorschoolse educatie het Fries ook gesproken en aangeboden worden. Beroepskrachten binnen de reguliere kinderdagopvang die uitsluitend Fries spreken met de kinderen kunnen kiezen of zij hun taalvaardigheid in de Nederlandse of in de Friese taal willen aantonen.

Beroepskrachten in de voorschoolse educatie moeten altijd hun Nederlandse taalvaardigheid aantonen. De BFTK heeft er al aan bijgedragen dat er meer aandacht is gekomen voor het Fries bij beleidsvoornemens over de voorschoolse fase. Het Rijk wil die aandacht de komende jaren vasthouden.

Ook adviseert DINGtiid om bij toekomstige wetgeving betreffende de voorschoolse fase het Fries te benoemen op een manier die recht doet aan de gelijkwaardigheid van het Fries aan het Nederlands in de provincie Fryslân. Om dit te waarborgen acht het adviesorgaan het van belang om bij voornemens tot wettelijke verandering die effect hebben op de praktijk van de tweetalige opvang de provincie actief te consulteren.

Het kabinet onderschrijft de gelijkwaardigheid van het Fries aan het Nederlands in Fryslân. Voornemens tot wettelijke veranderingen die effect hebben op de praktijk van de tweetalige opvang in Fryslân zullen ter consultatie worden voorgelegd aan de provincie.

Primair en voortgezet onderwijs

DINGtiid adviseert om ervoor te zorgen dat op iedere school van het voortgezet onderwijs het Fries als keuze-examenvak in de bovenbouw wordt aangeboden. De provincie is hierover in gesprek met schoolbesturen om het aanbod in zowel de onder- als bovenbouw te versterken. Met de nieuwe BFTK zijn er door het Rijk middelen beschikbaar gesteld om meer bevoegde leraren aan te stellen. Hiermee hopen Rijk en provincie de drempel voor het aanbieden van het Fries in het voortgezet onderwijs te verlagen. Ook versterking van de infrastructuur rondom het vak Fries zoals vastgelegd in de BFTK is bedoeld om hierbij te helpen.

Middelbaar beroepsonderwijs

DINGtiid juicht de aankondiging toe dat er een practoraat wordt ingesteld; hiermee wordt gevolg gegeven aan de aanbeveling uit de adviesbrief van november 20234. DINGtiid merkt op dat op meer dan één plek in de BFTK aan dit nog niet bestaande practoraat al taken, verantwoordelijkheden en onderzoeksopdrachten worden toegekend. DINGtiid benadrukt dat het practoraat nog definitief ingesteld moet worden en dat de vrijheid van onderwijs wil dat het practoraat de eigen onderzoeksagenda moet kunnen inrichten.

Het kabinet erkent het belang dat het practoraat, wat een expertiseplatform is binnen een mbo-instelling, in samenspraak met alle betrokken partijen, niet enkel Rijk en provincie, vormgegeven moet worden. In het geval van dit practoraat, neemt mbo-instelling Firda het voortouw bij het opzetten en uitvoeren van het practoraat tussen 2024 en 2028. Firda krijgt daarbij alle ruimte om een eigen onderzoeksagenda in te richten, binnen de reikwijdte van het amendement van Kamerlid Soepboer5 dat ten grondslag ligt aan de wens om een practoraat Fries in te stellen en aan de afspraken die hieromtrent zijn gemaakt in de BFTK. Voor de uitvoering van het practoraat wordt een subsidie verstrekt door OCW. Over de invulling van de subsidie zijn Rijk en provincie in goed overleg met betrokken partijen waaronder ook het ROC en de Afûk.

Hoger onderwijs

Het kabinet is verheugd om te vernemen dat DINGtiid positief is over de tekst in de BFTK over het HBO en WO. Omdat ten tijden van het schrijven van hun advies de exacte afspraken in de BFTK t.a.v. het wetenschappelijk onderwijs nog niet definitief waren, benadrukte DINGtiid met name het belang van het goed afwegen van de adviezen die volgen uit het KNAW-rapport over de toekomst van de frisistiek dat eind december 2023 is gepubliceerd.

Het kabinet beaamt het belang van dit rapport en heeft de adviezen die hieruit volgen zwaar meegewogen in de uiteindelijke afspraken zoals geformuleerd in de BFTK 2024–2028. Zo worden er vanuit het Rijk en de provincie middelen beschikbaar gesteld voor een volwaardige, duurzame en toegankelijke bacheloropleiding. Het streven is dat de afspraken hierover, zoals de KNAW adviseert, worden vastgelegd in een convenant. Hierbij is het van belang te benadrukken dat de Rijksuniversiteit Groningen het onderwijs en onderzoeksprogramma vaststelt.

Rechtspraak

DINGtiid adviseert het Rijk en de provincie het Fries te gebruiken waar dat kan om daarmee als overheid zelf het goede voorbeeld te geven. Bijvoorbeeld als zij partij zijn in een juridische procedure bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en als een procedure plaatsvindt in de locatie Leeuwarden. Ook op een andere wijze ziet DINGtiid een rol weggelegd voor overheidspartijen bij bestuursrechtelijke procedures. Vanuit burgervriendelijkheid kan de overheidspartij vooraf (de wettelijke norm is minimaal 7 dagen) doorgeven dat de kans aanmerkelijk is dat een betrokken burger Fries wil spreken, zodat de rechtbank of het gerechtshof dat kan faciliteren.

Het kabinet en de provincie onderschrijven het belang dat procesdeelnemers die dat wensen bij de rechtbank Noord-Nederland en het hof Arnhem-Leeuwarden gebruik kunnen maken van het Fries en zullen met het oog daarop het advies van DINGtiid bij overheidsorganisaties onder de aandacht brengen. Het kabinet en de provincie merken daarbij op dat het voor overheidsorganisaties niet altijd duidelijk is dat hun wederpartij de wens heeft om het Fries te gebruiken. Mogelijk kunnen de overheidsorganisaties in de bezwaarfase en/of in aanloop naar een beroep bij de rechtbank, rechtzoekenden informeren over hun recht om het Fries te gebruiken in een procedure bij de rechtbank Noord-Nederland en het hof Arnhem-Leeuwarden. Dat kan een bijdrage leveren aan de bewustwording van rechtzoekenden. Het kabinet en de provincie zullen dit punt bij betrokken overheidsorganisaties onder de aandacht brengen.

Tolkinzet Openbaar Ministerie

DINGtiid geeft aan dat er al geruime tijd problemen zijn met de inzet van beëdigde gerechtstolken. De tolkbureaus huren de beëdigde gerechtstolken in en spreken een vergoeding met hen af waarvoor ze hun werk doen. DINGtiid heeft signalen ontvangen van beëdigde gerechtstolken dat het verschil tussen het tarief en wat het tolkbureau bereid is te betalen te groot is. DINGtiid adviseert om aanvullende afspraken te maken om zakelijke geschillen tussen Rijk/Openbaar Ministerie (OM) en het Friese tolkengilde zo spoedig mogelijk structureel op te lossen.

Het kabinet benadrukt het belang van tolken binnen het rechtssysteem en neemt de signalen waar DINGtiid op wijst serieus. Ook de tolkinzet bij het OM en de Rechtspraak maakt deel uit van het stelsel voor de tolk- en vertaaldienstverlening voor overheidsopdrachten. Bij herziening van het stelsel voor de tolk- en vertaaldienstverlening voor overheidsopdrachten is er ingezet op een stelsel met gecontracteerde tolkbureaus, waarbij zelfstandig ondernemende tolken overeenstemming kunnen bereiken over de voorwaarden waaronder het tarief. Daar waar voorheen het OM aan tolken een vast, niet onderhandelbaar tarief werd betaald, moeten tolkbureaus nu, conform het stelsel, aan zelfstandig ondernemende tolken ten minste het minimumuurtarief betalen.

De aanbesteding voor tolkdienstverlening ten behoeve van het OM en de Rechtspraak is vorig jaar succesvol afgerond, en met ingang van februari 2024 zijn beide contracten volledig geïmplementeerd. Dit betreft alle tolken, waaronder ook de inzet van Friese tolken. Jaarlijks wordt de Kamer per brief geïnformeerd op basis van de cijfers die de tolkbureaus moeten delen. De Kamerbrief geeft inzicht in de prestaties op alle tolkcontracten die na de stelselherziening zijn gestart. Hierin wordt onder meer informatie opgenomen over de leverzekerheid en de levernauwkeurigheid van de tolkdienstverlening, respectievelijk betreft dit in welke mate tolkopdrachten daadwerkelijk zijn geleverd en in welke mate het gevraagde taalniveau is geleverd. Begin volgend jaar zal een brief over de tolkdienstverlening naar de Kamer worden verzonden met de resultaten van afgelopen jaar.

Asega’s

DINGtiid heeft in mei 2023 een jongerenpanel van twaalf «Asega’s» benoemd, bestaande uit jonge Friezen die input geven voor het advieswerk van DINGtiid. In het kader van de advisering over de BFTK stelde DINGtiid hen de vraag: Hoe kunnen de ambities en kansen van de BFTK onder het jongere deel van de Friese gemeenschap bekend worden gemaakt? Hierop volgde vier adviezen: (1) Verspreid een ultrakorte en laagdrempelige samenvatting van de BFTK en een handleiding; (2) Straal het succes van de Friese taal uit en benadruk dat Friezen deel van dat succes kunnen zijn; (3) Maak gebruik van een professioneel marketingbureau voor een campagne over het Fries; en (4) Daag Friese jongeren uit om zelf uiting te geven aan het Fries.

Allereerst wil het kabinet haar dankbaarheid uitspreken voor de betrokkenheid van de 12 Asega’s bij de evaluatie van de BFTK 2024–2028. De kennis en visie van jongeren op beleid is van grote waarde. Het eerste advies van de Asega’s om een korte samenvatting toe te voegen aan de BFTK is nog voor de ondertekening van de BFTK overgenomen.

Ook sluiten Rijk en provincie zich aan bij het tweede en derde advies van de Asega’s om het succes van de Friese taal breed uit te dragen en hiervoor een professioneel marketingbureau aan te haken. Het gaat goed met het Fries en initiatieven vanuit de Friese samenleving leveren hier een grote bijdrage aan. Daar mogen we trots op zijn. De provincie is ondertussen in gesprek met een campagnebureau om op een aansprekende, laagdrempelige manier de belangrijkste afspraken in de BFTK om te zetten in korte video's die via sociale media verspreid kunnen worden.

Tot slot onderstrepen Rijk en provincie ook het vierde advies om jongeren uit te dagen om zelf uiting te geven aan het Fries. De campagne Yung Frysk is mede om die reden al een aantal jaren actief in de provincie en op de socials. Yung Frysk wordt gemaakt door en voor jongeren. Naast Yung Frysk stimuleert de provincie ook (jonge) makers om bijvoorbeeld Friestalige podcasts te maken en wordt onderzocht hoe het maken van Friestalige films kan worden gestimuleerd.

Reactie op advies over Friestalige journalistiek

Kwaliteit van het Fries in de media

DINGtiid adviseert om de kwaliteit van het Fries onder journalisten en mediaprofessionals te versterken. Hiertoe heeft DINGtiid, op verzoek van voormalig SOCW Uslu, in januari 2024 een advies opgesteld. Het adviesorgaan stelt dat via het onderwijs, traineeships en (pilot)projecten er kan worden bijgedragen aan de kwaliteit van het Fries.

Het kabinet geeft opvolging aan dit advies in gezamenlijkheid met de provincie en instellingen. De totstandkoming van de hbo-minor Friese journalistiek en media t.b.v. aankomende journalisten is hier een voorbeeld van. Ook nieuwsmedia zelf (De Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad) spannen zich in om het aandeel Fries in de geschreven pers te vergroten tijdens de BFTK periode. Omrop Fryslân zorgt door de ontwikkeling van (nieuws)producten via nieuwe media dat het Fries beschik- en zichtbaar is, waardoor het individuen stimuleert om de Friese taal meer te gebruiken.

Er wordt door het kabinet geïnvesteerd in de professionalisering van lokale omroepen richting de wetswijziging naar het nieuwe stelstel. Samenwerking met de regionale omroepen, waaronder Omrop Fryslân, is hierbij van meerwaarde. Via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SVDJ) als het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP) investeert het kabinet in de journalistiek, dit gaat zowel om individuele journalisten als de journalistieke infrastructuur.

Met de totstandkoming en ondertekening van de BFTK 2024–2028 ligt er een nieuw document dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht van het Rijk en de provincie voor de Friese taal en cultuur onderstreept.

Minor Friese journalistiek

In de adviesbrief van DINGtiid over de Friese journalistiek is de wens uitgesproken om in te zetten op de versterking hiervan. Er is een toenemende uitdaging in de beheersing van het Fries. Een goede mondelinge en schriftelijke taalbeheersing van mediaprofessionals en (aankomende) journalisten is belangrijk voor de toekomst van de Friestalige journalistiek. Onderwijs speelt hierin een belangrijke rol dat op termijn ook de kwaliteit van de Friestalige journalistiek ten goede komt.

DINGtiid adviseert om een hbo-minor Friese journalistiek te ontwikkelen om voor (aankomende) journalisten een passend en duurzaam opleidingsaanbod rondom Friese taal en cultuur aan te kunnen bieden.

Deze aanbeveling is ter harte genomen en als resultaat hebben het Ministerie van OCW en de provincie besloten om voor de nieuwe periode van de BFTK ieder 125.000 euro beschikbaar te stellen t.b.v. de hbo-minor Friese journalistiek en Media. Het programma van de minor zal ontwikkeld worden door NHL Stenden Hogeschool, in afstemming met Windesheim Hogeschool, de Friese mediabedrijven, de Rijksuniversiteit Groningen en de Afûk. De hogeschool gaat zelf over de inhoud van de minor en over de wijze waarop deze is opgezet. De minor zal per februari 2025 voor het eerst worden aangeboden. De huidige BFTK 2024–2028 benadrukt de gedeelde verantwoordelijkheid en zorgplicht van het Rijk en de provincie voor de Friese taal en cultuur. Het kabinet erkent dit belang en zal daarom naast de belangrijke rol van het onderwijs blijvend aandacht houden voor de unieke positie van het Fries in de provincie Fryslân.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark


  1. Een eerdere versie van dit werkprogramma heeft u per brief ontvangen op 27 december 2023. Kamerstuk 33 335, nr. 20↩︎

  2. Kamerstuk 31 322, nr. 439 (bijlage https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-1013740.pdf)↩︎

  3. Kamerstuk 34 031, O (bijlage https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-1120859.pdf)↩︎

  4. Kamerstuk 33 335, nr.21↩︎

  5. Kamerstuk 36 410 VIII, nr. 52↩︎