Verslag Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 december 2024
Bijlage
Nummer: 2025D00468, datum: 2025-01-10, bijgewerkt: 2025-01-21 10:36, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 december 2024 (2025D00467)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 december 2024
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Internationaal economische dialoog met het Verenigd
Koninkrijk (VK)
In de Eurogroep heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden met de Britse
minister van Financiën (Chancellor of the Exchequer), Rachel
Reeves. Het was de eerste keer dat een minister van het VK aansloot in
de Eurogroep sinds de Brexit. In haar bijdrage benadrukte de Chancellor
de constructieve houding van het VK ten aanzien van nauwere samenwerking
met de EU. Ze lichtte toe dat hoewel het VK ervoor heeft gekozen de EU
te verlaten, de huidige regering het mandaat heeft om de sterke relaties
met de EU te herstellen. De Chancellor benadrukte het belang van
duurzame economische groei, concurrentievermogen en samenwerking met de
EU en internationale partners zoals de VS en China, mede in het licht
van geopolitieke spanningen en klimaatverandering. Ze hield verder een
pleidooi voor een sterke, pragmatische relatie tussen het VK en de EU,
gebaseerd op vertrouwen en open handel. Zij gaf aan verdere ruimte voor
samenwerking met de EU te zien op onder andere het gebied van defensie
en aanbestedingen voor onderzoek en innovatie. Ook bij de steun voor
Oekraïne zouden het VK en de EU nauw moeten samenwerken. Ze lichtte tot
slot enkele uitdagingen toe waar het VK voor staat, waaronder
vergrijzing en de gevolgen voor de overheidsfinanciën, en de noodzaak
voor hervormingen. Open markten en internationale samenwerking,
waaronder met de NAVO, G7/G20 en internationale financiële instellingen,
zijn volgens de Chancellor essentieel voor de welvaart en mondiale
stabiliteit.
Lidstaten reageerden overwegend positief op de inbreng van de Chancellor en benadrukten het belang van een nauwe band tussen de EU en het VK. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten het belang van samenwerking in de steun voor Oekraïne. Daarnaast noemden lidstaten klimaatverandering, defensie en energie als belangrijke dossiers waar coördinatie met het VK over plaats zou kunnen vinden. Enkele lidstaten noemden ook het afronden van de onderhandelingen voor Pijler 1 in OESO-verband als prioriteit. Nederland wees op het belang van samenwerking tegen de achtergrond van de groeiende economische fragmentatie wereldwijd, de behoefte aan private investeringen door afnemende productiviteitsgroei en benadrukte de gedeelde uitdagingen zoals de energietransitie, veiligheid en het mitigeren van de impact van een vergrijzende bevolking. Daarnaast merkte Nederland ook op dat er van heronderhandelen van de Brexit geen sprake kan zijn.
Eurogroep in reguliere samenstelling
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen in
de eurozone, inclusief IMF Artikel IV-missie
De Eurogroep wisselde van gedachten over de huidige macro-economische
ontwikkelingen in de eurozone en ontving een terugkoppeling van het IMF
bezoek aan de eurozone in het kader van de jaarlijkse Euro Area
Policies-missies. Het IMF lichtte toe dat de
middellange-termijnvooruitzichten voor de EU worden beïnvloed door
geo-economische fragmentatie en onzekerheid. Verkrapping van zowel
monetair als begrotingsbeleid zijn nodig om houdbaarheid van publieke
schulden te waarborgen. De EU moet productiviteitsgroei bevorderen, mede
in het licht van de productiviteitsverschillen met de VS. De oorzaken
hiervan liggen in de grote Amerikaanse binnenlandse markt,
schaalvoordelen, en toegang tot risicokapitaal, wat in de EU ontbreekt
door een financieringsstelsel dat nog sterk leunt op banken. Om deze
kloof te dichten, moet de EU de interne markt versterken,
handelsbelemmeringen verminderen en kapitaalmarkten ontwikkelen, vooral
door meer risico- en durfkapitaal beschikbaar te stellen. Daarnaast zijn
een stabiele, goed gekapitaliseerde bankensector en een geïntegreerde
Europese energie- en arbeidsmarkt nodig. De EU zou industrieel beleid
alleen moeten toepassen op EU-niveau en wanneer er sprake is van
marktfalen. Het IMF moedigt aan om het volgend Meerjarig Financieel
Kader (MFK) sterker te richten op publieke goederen, waaronder
energieveiligheid en klimaat, en om de prestatiegerichte component van
het MFK te vergroten. Tot slot ziet het IMF het sluiten van het
handelsakkoord Mercosur als een gunstig teken. De oproep van het IMF is
om te zorgen voor maatregelen die in lijn zijn met de afspraken van de
Wereldhandelsorganisatie.
In reacties benadrukten de ECB en het ESM het belang van implementatie
van Bazel III-standaarden, de ontwikkeling van een Europese
geïntegreerde kapitaalmarkt, het opbouwen van begrotingsbuffers en
versterking van de interne markt. Enkele lidstaten onderschreven het
pleidooi voor een MFK dat sterker gericht wordt op publieke
goederen.
Beoordeling van de ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten
van de eurozone
De Eurogroep sprak over de ontwerpbegrotingen voor 2025 die een
meerderheid van de eurolanden medio oktober hebben ingediend bij de
Europese Commissie (de Commissie) en de opinies van de Commissie over
deze ontwerpbegrotingen (Draft Budgetary Plan, DBP), die op 26
november jl. zijn gepubliceerd. Verschillende lidstaten gaven een
toelichting op nationale omstandigheden. Duitsland lichtte toe dat de
minderheidsregering de begroting voor 2025 waarschijnlijk niet voor de
jaarwisseling zal afronden, maar dat de grondwet ruimte biedt om
noodzakelijke uitgaven te blijven doen. Frankrijk gaf aan dat ondanks
dat er nog geen begroting voor 2025 door het parlement is aangenomen, de
regering zich committeert aan naleving van de herziene Europese
begrotingsregels. Nederland gaf een reactie op de opinie van de
Commissie dat Nederland onvoldoende doet om een overheidstekort van
lager dan 3% bbp en een schuld onder de 60% bbp op de middellange
termijn te borgen. Nederland wees erop dat het tekort en de schuld zich
momenteel binnen de Europese referentiewaarden bevinden en onderschreef
het belang om dat ook op middellange termijn zo te houden. Nederland
sprak tot slot de verwachting uit dat de Commissie zal toezien op de
juiste implementatie van de Europese begrotingsregels.
De Eurogroep heeft een verklaring1 aangenomen over de ontwerpbegrotingen 2025. In de verklaring wordt beschreven dat de economie van de eurozone de afgelopen jaren ondanks uitdagende omstandigheden veerkrachtig bleek. De verwachting is dat economische groei zich in een gematigd tempo zal herstellen, aangezien positieve werkgelegenheidsgroei en verbeterde financieringsomstandigheden de consumptie en investeringen ondersteunen. Verder beschrijft de verklaring dat de licht verkrappende geaggregeerde begrotingspositie van de eurozone in 2025 gepast is gezien de hoge tekorten en publieke schulden in de eurozone en de noodzaak om het monetair beleid te ondersteunen. Ten aanzien van de individuele Commissie opinies van de ontwerpbegroting, verwelkomt de Eurogroep de ontwerpbegrotingen die in lijn zijn met de begrotingsaanbevelingen die lidstaten hebben ontvangen in het kader van het Europees semester. In de verklaring worden lidstaten met ontwerpbegrotingen die risico's op naleving vertonen opgeroepen om indien nodig actie te ondernemen. De Eurogroepverklaring onderschrijft daarnaast het belang van effectieve implementatie van het herzien Europees begrotingsraamwerk.
Tot slot lichtte de voorzitter van de Eurogroep toe dat onder de nieuwe begrotingsregels het Europees Parlement de voorzitter van de Eurogroep uit kan nodigen voor een dialoog over uitvoering van de begrotingsregels. De voorzitter van de Eurogroep deed de toezegging om over deze dialogen verslag uit te brengen aan de Eurogroep.
Ecofinraad
Hervormingspakket Douane-unie
De Ecofinraad besprak de voortgangsrapportage over de onderhandelingen
met betrekking tot hervorming van de Douane-unie. De Commissie gaf aan
dat zij graag ziet dat de Raad overeenstemming bereikt ten behoeve van
een triloog onder het Pools voorzitterschap van de Raad van de EU.
Daarbij erkende de Commissie dat e-commerce vandaag de dag al een
probleem is en zal in het voorjaar van 2025 met een Mededeling te komen
waarin een aanpak op meerdere beleidsterreinen wordt voorgesteld.
Meerdere lidstaten steunden het voorstel. Vooral het agentschap en de
data-hub kregen brede steun. Deze landen gaven aan graag voortgang in
het proces te zien, waarbij een voortvarende aanpak van e-commerce als
belangrijk werd beschouwd.
Nederland benadrukte dat er geen vereenvoudigingen moeten worden doorgevoerd die de groei van e-commerce, met name individuele pakketten, nog verder zouden aanmoedigen. Tegelijkertijd pleitte Nederland ervoor vereenvoudigingen toe te passen bij bulkimport, omdat dit beter controleerbaar is. Een enkele lidstaat uitte kritiek op het voorstel van de Commissie, met name vanwege de vrees voor toenemende kosten en lasten voor het bedrijfsleven.
Herziening van de energiebelasting richtlijn
De Ecofinraad sprak over de herziening van de richtlijn
energiebelastingen (ETD). Een groot deel van de lidstaten gaf aan dat de
tekst in algemene zin in goede richting gaat, hoewel verder technisch
werk noodzakelijk werd geacht. Enkele lidstaten, waaronder Nederland,
gaven aan zorgen te hebben over de behandeling van luchtvaart en gaven
te kennen de tekst hierop nog onvoldoende te vinden.
Het voorzitterschap concludeerde dat een meerderheid van lidstaten de richting van het compromis kan steunen, maar dat verder technisch werk voor afronding van het pakket nodig is. Het voorzitterschap noemde ook dat sommige lidstaten meer ambitie wilden op milieuvlak, maar andere landen juist weer meer flexibiliteit wilden vanwege hun geografische kenmerken of zorgen over het concurrentievermogen.
Jaarverslag Europese Rekenkamer over de uitvoering van de begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023
De Europese Rekenkamer (ERK) presenteerde in de Ecofinraad het jaarverslag over de EU-begroting 2023. De presentatie van het jaarverslag is voor de Raad het startpunt van de dechargeprocedure. De voorzitter gaf een presentatie van het jaarverslag, langs inhoudelijke lijnen zoals gedeeld in de geannoteerde agenda. Een viertal lidstaten waaronder Nederland sprak de teleurstelling uit over het hoge foutenpercentage, en stelden dat de Unie meer moet doen om deze terug te dringen.
Op basis van het jaarverslag stelt de Raad ieder jaar Raadsaanbevelingen op voor het Europees Parlement, dat decharge verleent aan de Europese Commissie over de uitvoering van de Europese begroting. In januari 2025 starten de inhoudelijke en technische besprekingen in het ambtelijke Begrotingscomité, die resulteren in een dechargeadvies van de Raad aan het Europees Parlement. De Ecofinraad beslist, waarschijnlijk in maart 2025, met gekwalificeerde meerderheid over het dechargeadvies.
Onder het kopje ‘Overig’ in dit verslag ga ik nader in op de bevindingen van de Europese Rekenkamer, zoals toegezegd aan de Kamer bij het Commissiedebat Eurogroep/Ecofin 4 december jl.
Implementatie van het Europees begrotingsraamwerk
De Commissie gaf een presentatie over de aanbevelingen aan de Raad ten aanzien van de budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn en de correctie van buitensporige tekorten. De Raadsaanbevelingen zullen in de Ecofinraad van januari ter goedkeuring voorliggen.
In de discussie hadden enkele lidstaten opmerkingen bij de Commissiebeoordeling van hun budgettair-structurele plan. Een lidstaat pleitte voor meer flexibiliteit en ruimte voor landspecifieke kwesties in het komende jaar. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten de noodzaak van nauwgezette implementatie van de regels, waarbij een lidstaat ook het belang benadrukte van een consistente toepassing van buitensporigtekortprocedures. Nederland gaf een toelichting bij het eigen budgettair-structureel plan en stelde de beoordeling van de Commissie te kunnen onderschrijven, waarin wordt gewezen op het belang van het borgen van een tekort en schuld binnen de Europese referentiewaarden op de middellange termijn. Tegelijk wees Nederland erop dat het tekort en de schuld zich momenteel binnen de Europese referentiewaarden bevinden. Een uitgebreide appreciatie van de aanbevelingen aan de Raad voor het vaststellen van de uitgavenpad onder de Europese begrotingsregels is op 20 december jl. aan de Kamer gezonden.2
Economisch herstel in Europa: Implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit
(HVF) en uitvoeringsbesluiten van de Raad onder het
HVF
De Ecofinraad stond stil bij de stand van zaken ten aanzien van de
Herstel- en
Veerkrachtfaciliteit (HVF) en stemde in met de (technische en niet-controversiële) aanpassingen aan de Herstel- en Veerkrachtplannen (HVP's) van België, Denemarken, Slovenië en Zweden. Dit brengt de uitbetalingen op 42% van het totale Herstelfonds, met een uitbetaling van 300 miljard euro aan 26 lidstaten eind 2024. De Commissie benadrukte de noodzaak om de druk op de uitvoering te behouden en benadrukte het belang dat lidstaten zich blijven committeren aan de plannen. De Europese Centrale Bank (ECB) publiceerde recent een rapport over de impact van de HVF op de eurozone-economie, waarbij werd aangegeven dat de verwachte impact neerwaarts is bijgesteld, deels door vertraging in de uitvoering van de plannen. Desondanks benadrukte de ECB dat investeringen en structurele hervormingen nog steeds een positieve bijdrage aan het bruto binnenlands product zullen leveren.
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen OekraïneDe Ecofinraad wisselde van gedachten over de economische en financiële impact van de
Russische agressie tegen Oekraïne en de opvolging van het politieke G7-akkoord om USD 50 mld. aan Extraordinary Revenue Accelerated-leningen te verschaffen aan Oekraïne voor het eind van 2024. Een aanzienlijk aantal lidstaten benadrukte het belang van het blijven ondersteunen van Oekraïne. Daarnaast riepen meerdere lidstaten, waaronder Nederland op tot een spoedig akkoord over een 15de sanctiepakket. Ook onderstreepten meerdere lidstaten, waaronder Nederland, het belang van een 16de pakket, waarbij de nadruk zou moeten liggen op het adresseren van de Russische energie-infrastructuur.
Ecofin-rapport voor de Europese Raad voor fiscale vraagstukken
Tijdens de Ecofinraad is het Ecofin-rapport voor fiscale vraagstukken als hamerstuk aangenomen. In dit rapport wordt zoals gebruikelijk een stand van zaken gegeven van alle lopende ontwikkelingen. Er is geen bespreking geweest tijdens de Ecofinraad.
Overig
Ontwikkelingen ten aanzien van het richtlijnvoorstel Hoofdhuisbelasting
voor mkb-ondernemingen (HOT)
Na een aantal besprekingen heeft het Hongaars voorzitterschap geconcludeerd dat het richtlijnvoorstel Hoofdhuisbelasting voor mkb-ondernemingen3 (HOT) niet op steun van de lidstaten kan rekenen, vanwege verschillende fundamentele bezwaren tegen dit voorstel. Het is daarom niet aannemelijk dat nog verder over dit voorstel zal worden gesproken. Verschillende lidstaten hebben aangegeven dat het wel nuttig kan zijn om een bredere analyse te maken over de manier waarop mkb-ondernemingen het best kunnen worden ondersteund. Het inkomend Pools voorzitterschap zal daarom verder verkennen of er andere mogelijkheden zijn op fiscaal gebied om een lastenreductie voor mkb-ondernemingen te bewerkstelligen.
Voortgang op de onderhandelingen over de digitale euro
Voortgang in de Raad afgelopen half jaar en
vooruitblik
Op verzoek van de Kamer4 informeer ik de Kamer maandelijks
over relevante ontwikkelingen in de onderhandelingen rond de digitale
euro. Bij deze wordt u geïnformeerd over de huidige stand van zaken en
krijgt u een vooruitblik op het Poolse voorzitterschap.
Tijdens het Hongaarse voorzitterschap zijn er drie raadswerkgroepen geweest over de voorstellen voor een digitale euro. Tijdens de raadswerkgroep van september jl. werd gesproken over het gebruik van een digitale euro buiten de eurozone en over het waarborgen van de privacy bij het gebruik van de digitale euro. Nederland pleit voor het hoogste niveau van privacy en ziet hierin een belangrijke rol voor de offline variant van een digitale euro, die wat Nederland betreft beschikbaar moet zijn vanaf het moment dat een digitale euro voor het eerst wordt uitgerold. In oktober jl. werd in een raadswerkgroep stilgestaan bij het compensatiemodel, de regulering van bepaalde vergoedingen tussen betrokken partijen bij een mogelijke digitale euro. Nederland hecht waarde aan een proportionele kostenverdeling tussen betaaldienstverleners, winkeliers en het Eurosysteem, waarin ook aandacht is voor verschillen in de betaalinfrastructuur tussen landen. Tijdens de raadswerkgroep van november jl. is gesproken over de aanhoudingslimieten: de hoeveelheid digitale euro’s die gebruikers per persoon aan kunnen houden bij een eventuele invoering. Nederland heeft zich uitgesproken voor het vaststellen van de aanhoudingslimiet door de ECB binnen een kader dat in de verordening wordt vastgelegd. Zo moet het niet mogelijk zijn voor de ECB om de aard en rol van de digitale euro binnen het Europese betalingsverkeer fundamenteel te veranderen, zonder dat de verordening daarvoor wordt gewijzigd.
De onderhandelingen zullen onder het Poolse voorzitterschap van de Raad worden voortgezet. Naar verwachting zal er maandelijks een raadswerkgroep plaatsvinden. Daarnaast zal ook het Europees Parlement binnenkort waarschijnlijk verder gaan met het behandelen van de wetsvoorstellen, met een nieuwe rapporteur. Aangezien er over verschillende onderwerpen nog verder moet worden gesproken in de Raad, lijkt een akkoord in de Raad onder Pools voorzitterschap optimistisch. Pas als de Raad en het Europees Parlement ieder een akkoord over de wetsvoorstellen hebben bereikt, start de triloog tussen Raad, Europees Parlement en Commissie. Mocht er in de triloog een akkoord worden bereikt, dan dient de Raad op basis van een gekwalificeerde meerderheid over dit akkoord te besluiten. Pas daarna kan de ECB besluiten tot uitgifte van een mogelijke digitale euro.
Voortgang bij de ECB
Terwijl de raadsonderhandelingen lopen, bevindt het werk van de ECB zich
in de voorbereidingsfase voor de mogelijke komst van een digitale euro.
Zo is de Rulebook Development Group van de ECB bezig met de
voorbereiding van een rulebook voor de digitale euro, waarin
standaarden en procedures worden vastgelegd voor de eventuele uitrol van
de digitale euro. Daarnaast is de ECB in gesprek met marktpartijen om
onderdelen van de mogelijke digitale euro betaalinfrastructuur te
ontwerpen en/of te bouwen. De huidige voorbereidingsfase loopt af in
november 2025. Ik hecht eraan te noemen dat de ECB niet over kan gaan
tot invoering van een digitale euro voordat een verordening in werking
is getreden.
Bevindingen Europese Rekenkamer over begrotingsjaar 2023
In het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad op 4 december jl. is toegezegd om in een brief aan de Kamer in te gaan op de bevindingen van de Europese Rekenkamer (ERK) over het begrotingsjaar 2023. Hierbij wordt aan deze toezegging gestand gedaan.
In lijn met eerdere jaren oordeelt de ERK dat de ontvangsten in de EU-begroting 2023 wettig en regelmatig waren. Over de uitgaven heeft de ERK echter wederom een afkeurend oordeel afgegeven. Het gemiddelde foutenpercentage (onrechtmatigheden) schat de ERK in op 5,6%. Dit is opnieuw boven de door de ERK gehanteerde norm van 2% en een verslechtering (in 2022 ging het om 4,2%). Met name de uitgaven met een hoog risico, waarbij sprake is van vergoedingen op basis van declaraties (ten opzichte van bijvoorbeeld het toekennen van subsidies), kennen een relatief hoog foutenpercentage. Dit is vooral te wijten aan het gestegen foutenpercentage bij cohesie van 6,4% in 2022 naar 9,3% in 2023. Dergelijke uitgaven zijn vaak omgeven door complexe regels voor het ontvangen en aanvragen van deze vergoedingen. Het hoge foutenpercentage onderstreept het belang van toegankelijke en transparante regelgeving.
Nederland zal zich blijven inzetten voor een betere verantwoording van EU-uitgaven. Het oordeel en de bevindingen van de ERK spelen een belangrijke rol tijdens de standpuntbepaling ten aanzien van de aanname van Raadsaanbevelingen voor decharge. In eerdere jaren heeft Nederland zich doorgaans kritisch opgesteld in de discussie over de Raadsaanbevelingen voor decharge. De Raadsaanbevelingen waren volgens Nederland in het verleden onvoldoende in lijn met het oordeel van de ERK, wat meestal resulteerde in een tegenstem voor de aanname van de Raadsaanbevelingen. Nederland zal zich inzetten voor Raadsaanbevelingen die de conclusies van de ERK voldoende reflecteren. De Kamer wordt te zijner tijd geïnformeerd over de inhoud van de Raadsaanbevelingen over de decharge en het uiteindelijke oordeel van het kabinet hierover.
Statement herziening richtlijn tabaksaccijns
Op 9 december heeft Nederland met 15 andere lidstaten een statement over herziening van de richtlijn tabaksaccijns uitgebracht.5 In het statement vragen de lidstaten aan de Commissie om begin 2025 met een voorstel tot herziening van de richtlijn tabaksaccijns te komen. De herziening is nodig om nieuwe tabaksproducten en -alternatieven te kunnen belasten met accijns en de doelen van de richtlijn, zoals eerlijke mededinging, goede werking van de interne markt, een hoog niveau van gezondheidsbescherming en het tegengaan van belastingfraude te kunnen blijven bewerkstelligen.
Reactie ESB-artikel ‘Systeemrisico’s banken en verzekeraars hoger dan gedacht’
Naar aanleiding van de publicatie van het artikel ‘Systeemrisico’s banken en verzekeraars hoger dan gedacht’ in het tijdschrift ESB6, heb ik uw Kamer toegezegd in te gaan op de vraag of er zorgen zouden moeten zijn over de kapitaalbuffers van Europese banken, in het licht van hun blootstelling aan bedrijfsobligaties.7
In het artikel maken de auteurs een schatting van de mate waarin bedrijfsobligaties op de balans van banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsfondsen bovengemiddeld blootstaan aan systematische risico’s bij een gegeven kredietbeoordeling.8 De auteurs schrijven dat kapitaalratio’s lager zouden zijn als die risico’s volledig zouden zijn meegenomen, terwijl het risico op grootschalige verkopen van bedrijfsobligaties juist groter is. Volgens de auteurs zouden de gemiddelde kapitaalratio’s van Europese banken een kleine 7% lager zijn als rekening gehouden zou worden met dit effect. De weergegeven impact verschilt per land, afhankelijk van de balans van de financiële instellingen: in Nederland zou het gaan om een verlaging van 4%, vergeleken met zo’n 7-8% in lidstaten als Italië, Portugal, Spanje en Ierland, terwijl kapitaalratio’s van Franse banken juist 4% hoger zouden zijn.
Ik verwelkom studies die meer licht schijnen op het regelgevend kader voor banken en de uitwerking daarvan in de praktijk. Tegelijkertijd schetst het artikel in ESB geen totaalbeeld als het gaat om de weerbaarheid van Europese banken. Bovenop de algemene minimum kapitaalvereisten legt de toezichthouder namelijk ook bankspecifieke eisen op, voor risico’s die onvoldoende worden gereflecteerd in de algemene eisen. Daarbovenop moeten banken voldoen aan macroprudentiële buffers, die juist bedoeld zijn om systeemrisico’s te adresseren die niet worden gereflecteerd in de andere kapitaalvereisten. Daardoor baren de uitkomsten van de onderzoekers mij op dit moment geen zorgen.
Raadsakkoord Financial Data Access (FIDA)
Op 28 juni 2023 deed de Europese Commissie het voorstel voor de
verordening Financial Data Access (FIDA), die beoogt een kader
te creëren waarbinnen klanten van financiële instellingen hun financiële
data gecontroleerd kunnen laten delen. Dit heeft als doel om innovatie
te stimuleren, terwijl tegelijkertijd de privacy en bescherming van de
klanten en hun data worden gewaarborgd. In de Coreper van 4 december is
een Raadsakkoord op FIDA bereikt. In dit voorstel worden financiële
instellingen verplicht om op verzoek van de klant hun data te delen met
derde partijen (datagebruikers) en met de klant zelf. Voor het delen van
deze data moeten financiële instellingen met datagebruikers een systeem
van juridische en technische afspraken opstellen. Bij het akkoord wordt
rekening gehouden met de kosten voor de sector. Bestaande systemen,
zoals mijnpensioenoverzicht.nl, hoeven bijvoorbeeld niet te worden
aangepast, en de invoering van FIDA voor de verschillende
datacategorieën gebeurt gefaseerd. Daarnaast bevat het akkoord
maatregelen voor de bescherming van de klant- en consument. Entiteiten
dienen bij hun verzoeken om data en het opzetten van
toestemmingsdashboards te handelen in het belang van de klant. Tot slot
houdt het akkoord rekening met de concurrentiepositie van financiële
instellingen. Om dataconcentratie bij de zes grootste big-techbedrijven
te voorkomen, wordt het combineren van FIDA-data met andere data
verboden. Dit Raadsakkoord is in lijn met de Nederlandse inzet, zoals
beschreven in het BNC-fiche. Naar verwachting zal onder het Pools
voorzitterschap in het eerste kwartaal van 2025 de triloogfase
starten.
Zie de verklaring van de Eurogroep d.d. 9 december 2024, Eurogroup statement on the draft budgetary plans for 2025 - Consilium↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 21501-07 nr. 2085 en https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/12/20/kamerbrief-kabinetsinzet-implementatie-europees-begrotingsraamwerk-stabiliteits-en-groeipact↩︎
Richtlijnvoorstel tot vaststelling van een belastingstelsel voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen volgens de regels van de lidstaat van het hoofdkantoor en tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU, COM(2023) 528.↩︎
Conform een brief van de Commissie Financiën van 23 juni 2023 (2023Z11757)↩︎
Zie de website van de Rijksoverheid d.d. 9 december 2024, Statement herzien richtlijn tabaksaccijns | Publicatie | Rijksoverheid.nl↩︎
Boermans en Van der Kroft (2024), Systeemrisico’s banken en verzekeraars hoger dan gedacht, ESB, 109(4839), 21 november 2024. Dit ESB-artikel is een samenvatting van een uitgebreidere Engelstalige publicatie: Boermans en Van der Kroft (2024), Capital regulation induced reaching for systematic yield: Financial instability through fire sales, Journal of Banking and Finance 158.↩︎
Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad 4 december 2024.↩︎
Hiervoor vergelijken ze marktmaatstaven voor het risico op faillissement met kredietbeoordelingen.↩︎