Risicobeschouwing en handelingsperspectief verdachte tunnels naar aanleiding van de calamiteit bij de Prinses Margriettunnel A7
Tunnelveiligheid
Brief regering
Nummer: 2025D00997, datum: 2025-01-15, bijgewerkt: 2025-01-21 16:57, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29296-55).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Risicobeschouwing en handelingsperspectief verdachte tunnels naar aanleiding van de calamiteit bij de Prinses Margriettunnel A7
- Risicobeschouwing en Handelingsperspectief Overige Objecten n.a.v. Prinses Margriettunnel A7
Onderdeel van kamerstukdossier 29296 -55 Tunnelveiligheid.
Onderdeel van zaak 2025Z00374:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-01-16 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-22 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-04-02 13:00: Strategische keuzes bereikbaarheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 296 Tunnelveiligheid
Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2025
Op 13 december 2022 is een tunneldeel in de noordelijke toerit van de Prinses Margriettunnel omhooggekomen. Vanaf dat moment heeft Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar de oorzaak van de schade en de mogelijkheden voor herstel van de tunnel. Op 18 december 2023 is de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de onderzoeken naar de oorzaak van de calamiteit en is de toezegging gedaan1 2 om voor objecten met een vergelijkbare constructie als de Prinses Margriettunnel een risicobeschouwing uit te voeren en een handelingsperspectief op te stellen. Met deze brief wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
Kern
De oorzaak van de calamiteit bij de Prinses Margriettunnel is gelegen in het breken van de gebruikte voorspanstaven in de trek-/ankerpalen als gevolg van spanningscorrosie. Deze calamiteit was vergelijkbaar met een eerdere calamiteit in 2010 bij de Vlaketunnel in de A58. Uit de diverse onderzoeken die naar aanleiding van deze calamiteiten hebben plaatsgevonden, blijkt dat objecten met een vergelijkbare fundering gevoelig zijn voor het breken van de toegepaste trek-/ankerpalen. Echter de kans op falen van de volledige fundering op de korte termijn wordt momenteel op basis van de uitgevoerde analyse van de satellietmetingen als klein ingeschat. Maar toekomstig falen van de fundering bij deze objecten is niet uit te sluiten. Daarbij geldt dat het voorspellen van het daadwerkelijk moment van falen van een deel van de constructie momenteel nauwelijks mogelijk is. Dit komt omdat er geen technieken beschikbaar zijn waarmee op een relatief eenvoudige en niet-destructieve wijze is vast te stellen of en in hoeverre specifieke trek-/ankerpalen zijn bezweken in een fundering.
Rijkswaterstaat heeft vier objecten in beheer waarbij gebruik is gemaakt van hetzelfde type voorspanstaven in de trek-/ankerpalen. Het betreft de Eerste Heinenoordtunnel (A29), de verdiepte ligging Kleinpolderplein (A20), de Taxandriatunnel (A2) en de Vollenhoventunnel (A28).
Voorafgaand aan het opstellen van de handelingsperspectieven is eind 2023 op deze objecten een 24-uurs-monitoring aangebracht.
Risicobeschouwing
Om tot een handelingsperspectief te komen voor de genoemde objecten is eerst een risicobeschouwing gemaakt. Daarbij is gekeken naar het oorspronkelijk ontwerp, de uitvoering en de ligging van het object in het netwerk. Daarnaast is gekeken naar in het verleden opgetreden verplaatsingen. Daarbij is gebruik gemaakt van metingen met radar satellieten (InSAR). Analyse van deze metingen over de afgelopen jaren (2021–2024) laat zien dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen objecten met een basis-risicoprofiel en delen met een verhoogd risicoprofiel. Bij een basis risicoprofiel geldt dat in het verleden geen afwijkende bewegingen zijn geconstateerd. Bij een verhoogd risicoprofiel is dat wel het geval. In de bijlage wordt dit nader toegelicht.
Met uitzondering van de Taxandriatunnel maken alle genoemde objecten deel uit van druk bereden hoofdinfrastructuur waarbij een (gedeeltelijke) beperking van de capaciteit – wanneer maatregelen genomen moeten worden – direct zal leiden tot veel files. De Taxandriatunnel gaat onder de A2 door en is onderdeel van de doorgaande infrastructuur van de gemeente Den Bosch.
Bij drie van de vier objecten is sprake van een basis-risicoprofiel. Alleen bij de Vollenhoventunnel in de A28 nabij Zeist is sprake van een verhoogd risicoprofiel. In januari 2024 is een deel van de toerit van deze tunnel omhooggekomen. Door de 24-uurs monitoring kon de opwaartse verplaatsing tijdig worden gesignaleerd en is door het direct plaatsen van ballastmateriaal de opwaartse beweging gestopt. De situatie is momenteel stabiel, maar een hersteloperatie is noodzakelijk. Wanneer deze wordt uitgevoerd is nog niet bekend.
Handelingsperspectief – Tijdelijke / Definitieve Maatregelen
In het geval dat uit de monitoring blijkt dat er sprake is van ongewenste opwaartse deformaties, geldt dat tijdelijke beheersmaatregelen noodzakelijk zijn. Uiteindelijk zijn definitieve herstelmaatregelen noodzakelijk. Beschikbare beheersmaatregelen zijn:
• het toevoegen van neerwaartse belasting (ballast plaatsen);
• wegnemen van de opwaartse belasting / waterdruk (bemalen);
• vergroten/herstellen van de capaciteit van de fundering (bijv. aanbrengen van nieuwe trek-/ankerpalen).
Op basis van een eerste verkenning komen per object onderstaande beheersmaatregelen in beeld:
Eerste Heinenoordtunnel (A29) | – Ballast – Bemalen (deels) |
– Nieuwe fundering |
Verdiepte ligging Kleinpolderplein (A20) | – Ballast | – Nieuwe fundering |
Taxandriatunnel (A2) |
– Ballast | – Aanbrengen definitieve ballast – Verzwaren bestaande constructie (binnenzijde) |
Vollenhoventunnel (A28) |
– Ballast | – Nieuwe fundering – Verzwaren bestaande constructie (binnen-/buitenzijde) |
Verdere stappen
Bij de keuze voor bovenstaande maatregelen en het moment van realisatie ervan zal een afweging gemaakt moeten worden tussen enerzijds de duur en mate van de ontstane hinder voor het verkeer en anderzijds de kosten van de maatregelen.
Vergelijkbare tunnels bij andere infra-beheerders
Zoals eerder aan de Kamer is gemeld3, is er contact tussen Rijkswaterstaat en de beheerders van de Hemspoortunnel (i.e. ProRail) en de Kiltunnel (i.e. Wegschap Dordtse Kil). Ook bij deze tunnels is gebruik gemaakt van hetzelfde type voorspanstaven in de trek-/ankerpalen. Deze afstemming zal de komende periode door lopen om kennis en ervaringen te blijven uitwisselen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener