[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inspectierapport over de opvangsituatie in Ter Apel

Vreemdelingenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D01035, datum: 2025-01-15, bijgewerkt: 2025-01-21 13:51, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3342).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3342 Vreemdelingenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z00405:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 3342 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2025

Met deze brief reageer ik op de bevindingen en aanbevelingen van de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJ&V) met betrekking tot de opvangsituatie in het aanmeldcentrum in Ter Apel, alsmede de opvangvoorzieningen verbonden aan het aanmeldproces, zoals beschreven in haar brief van 16 december jl.

Allereerst wil ik graag aangeven dat ik de voortdurende betrokkenheid van de Inspectie bij dit dossier en de zorgvuldigheid waarmee de Inspectie de situatie heeft geanalyseerd waardeer. De inzet van IJenV voor het verbeteren van de opvang van asielzoekers, waar door alle betrokken ketenpartners voortdurend aan gewerkt wordt, stel ik op prijs.

In de brief schetst de Inspectie een beeld van de huidige omstandigheden in Ter Apel en de daaraan verbonden externe wachtlocaties. Sinds september 2022 houdt de Inspectie intensief toezicht op het aanmeldcentrum in Ter Apel door middel van reguliere monitorbezoeken, periodieke inspecties en documentonderzoek. De monitorbezoeken hebben onder andere plaatsgevonden in de periode mei tot en met augustus 2024. Met name de overbezetting in Ter Apel, het gebrek aan passende, structurele voorzieningen voor onder andere kwetsbare bewoners en de impact hiervan op zowel de asielzoekers als het personeel dat in Ter Apel werkzaam is, noemt de IJenV als punten van zorg.

Verder stelt de IJ&V dat door het gebrek aan doorstroom naar asielzoekerscentra (azc’s) asielzoekers langer in deze opvanglocaties verblijven dan wenselijk. Door het ontbreken van buffercapaciteit zou op structurele basis door het COA worden uitgeweken naar noodvoorzieningen. Medewerkers van het COA, de bewoners, gemeenten die noodlocaties bieden, omwonenden en de politie zouden allen de negatieve gevolgen van deze situatie ervaren. Tot slot wordt geconcludeerd dat na meer dan twee jaar intensief toezicht op het aanmeldcentrum in Ter Apel, waarin de Inspectie verschillende aanbevelingen heeft gedaan voor korte en lange termijn, een structurele en bestendige oplossing uitblijft. De Inspectie is dan ook voornemens om haar verscherpt toezicht in Ter Apel te continueren. Tevens heeft de IJ&V zowel aan het COA als aan mij als Minister nieuwe aanbevelingen voor de korte en lange termijn gedaan.

Aan het COA is aanbevolen de voorzieningen in Ter Apel alsmede externe wachtlocaties passend in te richten voor de daadwerkelijke verblijfduur en de behoeftes van bewoners beter in kaart te brengen om de benodigde begeleiding op maat te bieden, in het bijzonder als het gaat om kwetsbare bewoners en bewoners met een veiligheidsbehoefte. Daartoe acht de IJ&V een integrale aanpak van alle organisaties uit asiel-, strafrecht- en zorgketen alsmede de gemeente Westerwolde noodzakelijk.

De IJ&V beveelt aan het COA opdracht te geven en middelen beschikbaar te stellen om de opvangvoorzieningen die horen bij het aanmeldproces aan te laten sluiten bij de daadwerkelijke verblijfsduur en de aantallen asielzoekers. Tevens is aanbevolen maatregelen te nemen om doorstroom en uitstroom te realiseren en daarmee ook de druk op Ter Apel te verlichten.

Allereerst herken ik de geschetste problematiek en de noodzaak tot verbetering. Ik ben voortdurend met het COA in gesprek over de situatie in Ter Apel en de maatregelen om doorstroom en uitstroom te realiseren. Ook het vorige kabinet heeft, onder meer naar aanleiding van eerdere brieven van IJ&V, reeds stappen gezet om tot duurzame verbetering te komen. Zo verwijs ik u bijvoorbeeld naar de maatregelen genoemd in de Tweede Kamerbrief van 14 juni 2024.

Daarnaast is het Identificatie & Registratie (I&R) proces verbeterd. De oprichting van de Dienst Identificatie en Screening Asielzoekers (DISA) is hier een belangrijk onderdeel van. Zoals bekend zijn ketenmariniers aangesteld als onderdeel van de integrale, ketenbrede aanpak van overlast. Daarnaast zijn door het COA de afgelopen periode diverse pilots in o.a. Ter Apel ingezet om overlast te voorkomen en opvangvoorzieningen veilig te houden voor bewoners en medewerkers. De hierboven aangehaalde maatregelen zijn uiteraard niet limitatief, maar geven weer dat al geruime tijd actief aan zowel incidentele als structurele oplossingen is gewerkt. Hieronder beschrijf ik de concrete maatregelen waaraan momenteel wordt gewerkt, die tevens tegemoetkomen aan de aanbevelingen van de Inspectie.

Verlagen van de instroom

Zoals de IJ&V stelt in haar rapportage, staat Ter Apel al langere tijd onder druk. Daarom wordt actief ingezet op het verminderen van het aantal asielzoekers dat Nederland bereikt. Dat gebeurt onder meer door middel van internationale samenwerking, versterkte grensbewaking en striktere toelatingsprocedures. Het kabinet werkt -samen met andere EU-lidstaten- aan betere afspraken over de verdeling van asielzoekers1. Daarnaast wordt ingezet op een effectievere aanpak van mensensmokkel.

De implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact in EU verband is essentieel voor het beperken van de instroom in Nederland. In dit verband kan met name gedacht worden aan de buitengrens procedure en verbeterde werking van de Dublin afspraken. Op dit moment wordt gewerkt aan de implementatie van een negental verordeningen en een richtlijn. In het kader van deze implementatie wordt tevens bezien hoe de asielprocedure kan worden verkort en versoberd tot het Europese minimum. Indiening bij de Tweede Kamer na advisering door de Raad van State is voorzien in de eerste helft van 2025. De implementatie moet in juni 2026 zijn voltooid2.

In de brief aan uw Kamer van 25 oktober jl. heeft het kabinet een pakket aan maatregelen gepresenteerd die bedoeld zijn om het asielstelsel ingrijpend te hervormen en de instroom van asielzoekers te beperken (Kamerstuk 19 637, nr. 3306). Na besluit van de ministerraad van 20 december jl. is voor drie wetsvoorstellen een spoedadvies gevraagd bij de Afdeling advisering van de Raad van State.

De Asielnoodmaatregelenwet omvat onder meer de afschaffing van permanente verblijfsvergunningen, beperking van de geldigheidsduur van asielvergunningen tot drie jaar, verruiming van de ongewenst-verklaring, beperking van nareis tot kerngezinnen en maatregelen om asielprocedures efficiënter te maken. Het doel van dit wetsvoorstel is om de asielketen per direct en duurzaam te ontlasten.

Daarnaast is er een wetsvoorstel voor een zogenoemd tweestatusstelsel, dat onderscheid mogelijk maakt op basis van de grond waarop asielzoekers bescherming verkrijgen. Het biedt extra opties om de instroom van nareizigers te reguleren en te beperken. Dit wetsvoorstel introduceert strengere eisen voor gezinshereniging, waaronder een wachttijd en voorwaarden met betrekking tot huisvesting en inkomen.

Ten slotte buigt de Raad van State zich over een wijziging in het wetsvoorstel terugkeer en vreemdelingenbewaring. Dit wetsvoorstel regelt onder meer dat niet meewerken aan uitzetting strafbaar wordt en dat het onderscheid tussen strafrechtelijk gedetineerden en vreemdelingenbewaring scherper wordt afgebakend. Tevens geeft deze wet meer bevoegdheden aan de uitvoeringsorganisaties om gegevens te delen die helpen om de herkomst van vreemdelingen vast te stellen, opdat ze kunnen worden teruggestuurd.

In aanvulling op de asielnoodmaatregelenwet, bereid ik een asielcrisiswet voor. Daarin ben ik voornemens de maatregelen die in dit kader in het regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) worden genoemd op te nemen. Het betreft een samenhangend pakket van maatregelen en wetgeving, dat eveneens met voorrang wordt voorbereid.

Opvangcapaciteit COA

Er wordt gewerkt aan het vergroten van de weerbaarheid tegen toekomstige pieken in de asielinstroom door structurele aanpassingen in de opvangcapaciteit. Zoals ik in mijn brief3 van 23 december jl. aan de Uw Kamer heb geschreven, hebben de provincies en gemeenten plannen gemaakt om ruim 90.000 plekken op te leveren, die op 30 juni 2025 beschikbaar gesteld dienen te worden. Dat zal de stabiliteit van het opvanglandschap ten goede komen. Ook werkt het COA continue aan het voorkomen van sluitingen en het vinden van nieuwe opvanglocaties, om zo structureel voldoende opvangcapaciteit te realiseren. Tevens wordt volop ingezet op uitstroom uit de opvang, waarover hieronder meer.

Bij voorjaarsnota 2023 is besloten dat het Rijk een vaste capaciteit van 41.000 opvangplekken met bijbehorende personele bezetting bij het COA meerjarig (stabiel) wil financieren. Het COA kan hierdoor beter anticiperen op fluctuaties in de bezetting tegen lagere kosten voor personeel en huisvesting. Indien minder dan 41.000 asielzoekers opvang behoeven, zal niet in capaciteit worden afgeschaald. Wel kan een deel van de opvangplekken ingezet worden voor andere doelgroepen (bijvoorbeeld studenten, spoedzoekers en daklozen). Met de vanaf 2027 beschikbare middelen in de begroting is het nog niet mogelijk om deze stabiele capaciteit van 41.000 opvangplekken aan te blijven houden.

Flexibilisering Asielketen

In 2020 werd in opdracht van de Landelijke Regietafel de Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen4 (hierna: Uitvoeringsagenda Flex) vastgesteld. In 2024 is deze agenda gereviseerd om goed in te kunnen spelen en aan te sluiten op veranderingen in het asiellandschap. De belangrijkste uitgangspunten van de Uitvoeringsagenda Flex zijn het realiseren van stabiliteit alsook flexibiliteit in het opvangsysteem, het tot een minimum beperken van verhuisbewegingen, en mensen snel en efficiënt laten integreren en participeren, dan wel terugkeren naar het land van herkomst. Om deze uitgangspunten te kunnen realiseren, wordt het aantal opvangmodaliteiten teruggebracht naar drie: AZC’s met aanmeldfaciliteiten, reguliere AZC’s en AZC’s voor versnelde procedure. Locaties voor asielzoekers met bijzondere begeleidingsbehoeften blijven ook een belangrijk onderdeel van dit opvangsysteem.

Mede in het kader van de Uitvoeringsagenda Flex wordt tevens gewerkt aan het verbeteren van de coördinatie tussen verschillende betrokken partijen om een integraal opvangbeleid te realiseren. Er wordt ingezet op een intensieve samenwerking met ketenpartners, zoals de IND en het COA, om inefficiënties in het proces weg te nemen. Door hierin te investeren streef ik er naar een stabiel opvanglandschap te realiseren waarmee ook een directe, structurele ontlasting van Ter Apel is voorzien.

Bevorderen uitstroom en doorstroom

Ik deel de mening van de Inspectie dat onvoldoende uitstroom van statushouders uit de opvang naar huisvesting één van de oorzaken is van de hoge druk op de asielopvang. Dit zorgt voor een langere verblijfsduur en een hogere bezetting in Ter Apel. In haar rapport onderschrijft de IJ&V ook de wens van mijzelf en het COA om te komen tot meer duurzame, stabiele voorzieningen voor statushouders en andere doelgroepen. Uitstroom van statushouders naar gemeentelijke huisvesting levert direct ruimte in de asielopvang op.

Het realiseren van doorstroomlocaties wordt daarom, vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van gemeenten en rijk, sterk bevorderd. Hiervoor werk ik samen met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in overleg met de medeoverheden, aan een samenhangend maatregelenpakket. Voor statushouders worden alternatieve voorzieningen ingericht. In opdracht van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en mij wordt gewerkt aan een voorstel voor het realiseren van deze locaties om daarmee extra druk op de COA-opvang (en de sociale huurmarkt) te voorkomen.

Daarnaast wordt bezien of en hoe bestaande instrumenten en financiële mogelijkheden optimaler kunnen worden ingezet om de uitstroom van statushouders op de korte termijn te bevorderen. Gemeenten hebben tevens de mogelijkheid tijdelijk onderdak te bieden aan statushouders met gebruikmaking van de Hotel- en Accommodatieregeling (HAR) en er kan gebruik gemaakt worden van de Logeerregeling.

Veiligheid op en rondom locaties

Terecht vraagt de Inspectie aandacht aan de veiligheidssituatie in en rondom Ter Apel en andere opvanglocaties, met daarbij de nadruk op de kwetsbare groepen. Ook ik houd deze situatie nauwlettend in de gaten.

Het COA doet er alles aan om de veiligheid en het welbevinden van kwetsbare groepen op alle opvanglocaties te waarborgen, onder meer door extra aandacht en begeleiding, ook in Ter Apel. Er wordt naar gestreefd om kwetsbaren, zoals kinderen en zwangere vrouwen, zo veel mogelijk in de reguliere opvanglocaties te plaatsen. Daar waar noodopvang nodig is, wordt ingezet om de kwaliteit van de voorzieningen zoveel mogelijk te borgen, inclusief gezondheidszorg, onderwijs en andere voorzieningen voor kinderen. De huidige realiteit, met de druk op de opvangcapaciteit, maakt het echter helaas niet altijd mogelijk optimaal rekening te houden met de benodigde specifieke kenmerken van de opvangplek.

Het COA blijft investeren in trainingen en vakdagen om het personeel zo goed mogelijk te voorzien van handvatten zodat bewoners van het azc de juiste begeleiding en waar nodig, na doorverwijzing door de GZA, ook doorgeleiding naar tweedelijns zorg krijgen. Dit draagt bij aan de veiligheid en beheersbaarheid op en om opvanglocaties.

Het COA streeft er naar om de veiligheidssituatie op het COA terrein te ondersteunen met heldere regels, respectvolle omgangsvormen en conflictbemiddeling waar nodig. Veiligheid is immers niet alleen fysiek, maar ook mentaal. COA biedt begeleiding en psychosociale ondersteuning aan asielzoekers die vaak uit conflictgebieden komen. Door COA Ter Apel is naar aanleiding van een eerder inspectierapport een veiligheidsvisie en plan opgesteld, dat primair is gericht op de opvanglocatie zelf. Hierbij is gekeken naar de aspecten fysieke veiligheid, sociale veiligheid, beleid en risicobeheersing, zorg en personeel en bezien welke interventies op deze vlakken gedaan kunnen worden. Zo is er gekeken naar wat er gedaan kan worden om te leren van incidenten en welke aanscherpingen nodig zijn op het toegangsbeheer op het COA terrein. Ook is er een risico-inventarisatie en evaluatie uitgevoerd om de veiligheid en arbeidsomstandigheden voor zowel medewerkers als bewoners te beoordelen. De verbeterpunten hieruit zijn verwerkt in het veiligheidsplan van het COA en betrokken bij het vormgeven van de interventies.

Tot slot wordt de groep overlastgevende en criminele asielzoekers hard aangepakt. Zo ontmoedigen we asielzoekers die niet oprecht bescherming zoeken, om naar Nederland te komen en zorgen we tegelijkertijd dat het draagvlak voor opvang van asielzoekers behouden blijft. Daarbij is de combinatie van snelle procedures, maatwerk in opvang, lik-op-stukbeleid in de openbare ruimte en een strenger terugkeerbeleid noodzakelijk om overlast effectief aan te pakken. Door de inzet van diverse pilotprojecten en nieuwe regelgeving wordt geprobeerd zowel de veiligheid als het draagvlak voor opvang te waarborgen.

Conclusie

Samenvattend ben ik mij, samen met de Inspectie, bewust van de urgentie en de noodzaak van een lange-termijnoplossing voor de opvang van asielzoekers in het algemeen en in Ter Apel in het bijzonder. Samen met het COA, de gemeente Westerwolde en andere relevante partijen bekijken wij voortdurend wat noodzakelijk is om de situatie op de COA opvanglocatie Ter Apel en de daarmee samenhangende wachtlocaties te verbeteren. De inspectierapportage zal daarbij dienen als belangrijke bron en aanbeveling.

Ik houd u op de hoogte van de voortgang van de implementatie van de voorgestelde maatregelen en ga ook, indien gewenst, graag nader in gesprek met de Inspectie over aanvullende inzichten of suggesties.

De Minister van Asiel en Migratie,
M.H.M. Faber-van de Klashorst


  1. Zie o.m. Kamerstukken II 2024/25, 19 637, nr. 3320↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 32 317, nr. 908↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25 19 637, nr. 3339↩︎

  4. Uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen, 3 april 2024↩︎