[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD 7/11) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D01172, datum: 2025-01-14, bijgewerkt: 2025-01-16 09:06, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Voorzitter: Kamminga

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 07/11).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 7 november. Ik heet de leden natuurlijk van harte welkom, net als de mensen die dit debat vanaf de tribune of vanuit elders volgen. Een bijzonder warm welkom aan de staatssecretaris, want het is haar eerste optreden in deze Tweede Kamer — als bewindspersoon, want ze heeft hier als Kamerlid natuurlijk meerdere malen gestaan. Van harte welkom. Ik hoop dat u veel plezier beleeft aan uw inbreng straks vanuit vak K, zeg ik net zoals we dat bij Kamerleden doen. Voor we daaraan toe zijn, gaan we natuurlijk beginnen met de inbreng van de Kamer, met als eerste spreker de heer Ergin namens DENK. Hij staat al klaar; heel fijn.

De heer Ergin (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om mevrouw Palmen, de staatssecretaris, veel succes en wijsheid toe te wensen. De beelden van haar gisteren bij EenVandaag hebben mij ook persoonlijk enorm geraakt. Het is echt heel heftig. Wij hebben als Kamerleden ook afzonderlijk van elkaar de verhalen van al die mensen gehoord. Het ene verhaal is veel erger dan het andere. Ik zag heel veel pijn en leed in de tranen van mevrouw Palmen. Dat wil ik graag vandaag ook benoemd hebben. Er is pijn en leed. Wij willen hier met z’n allen energie steken in de hersteloperatie. Die moet echt vaart krijgen. We moeten echt vaart maken. Ik vind het ook enorm jammer dat de vorige staatssecretaris vroegtijdig weg is gegaan, terwijl we met elkaar een heel goed commissiedebat hadden op 7 november waarbij ik ook het gevoel had dat we stappen konden gaan maken. Maar dat neemt niet weg dat we met z'n allen die verantwoordelijkheid op moeten pakken.

Voorzitter. Ik wil toch wel aan de nieuwe staatssecretaris, aan mevrouw Palmen, de vraag stellen wat er nou in de tussentijd is gebeurd. Is er al een reactie gekomen op het 30 puntenplan van de Rijnmondse Alliantie? Er zouden een aantal concrete acties uitgevoerd worden. Dat waren hele simpele acties, zoals een gesprek voeren, een reactie op een brief geven en terugblikken op wat partners in het land hebben meegegeven. Ik ben enorm benieuwd wat er in de tussentijd is gebeurd. Ik hoor graag een reflectie van de nieuwe staatssecretaris.

Voorzitter. Ik heb ook een nieuwe motie. Aanvankelijk wilde ik veel meer moties indienen, maar volgens mij moeten we de staatssecretaris ook de ruimte geven. Dat neemt niet weg dat wij er de volgende tweeminutendebatten veel meer op gaan sturen. Maar voor nu heb ik één motie en die lees ik heel snel voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel gedupeerde ouders geruime tijd wachten op inzage in hun dossier, bestaande uit gegevens op basis waarvan zij zijn beoordeeld;

overwegende dat inzage in dossiers essentieel is voor het (emotionele) herstel van ouders én voor de afhandeling van de hersteloperatie;

van mening dat ouders recht hebben op volledige inzage in hun dossiers;

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat gedupeerde ouders die daarom vragen in alle gevallen inzage krijgen in hun dossier, en het proces rondom het beoordelen en verstrekken van dossiers te versimpelen en te versnellen;

verzoekt de regering tevens om de betreffende informatie bij voorkeur ongelakt te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1452 (31066).

Dank u wel, meneer Ergin, voor uw inbreng namens DENK. Dan nodig ik nu de tweede spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is mevrouw Rikkers-Oosterkamp namens de BBB.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen moties. Wij dienen straks samen met de VVD een motie in. Ik wil de staatssecretaris heel graag bedanken dat zij hier zit. We hebben op 7 november een heel goed commissiedebat gehad. Er liggen al heel veel adviezen. Er liggen heel veel moties die uitgevoerd moeten worden. Er zijn heel veel mensen die wachten op afhandeling. Mijn oproep hier is eigenlijk alleen: doe iets en stel deze mensen niet meer teleur. We hebben al veel te veel tijd verloren, dus alstublieft: schiet op!

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens BBB. Dan is het woord nu aan de heer Dijk namens de SP.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik steek meteen van wal.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt het kabinet uit te zoeken hoeveel het volledig kwijtschelden van de schulden die jongeren van gedupeerde ouders zijn aangegaan bij DUO tijdens het toeslagenschandaal kost en de Kamer hierover uiterlijk eind februari te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 1453 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de schulden bij DUO van gedupeerde jongeren in het toeslagenschandaal nog steeds niet worden kwijtgescholden;

overwegende dat vele jongeren tijdens het toeslagenschandaal leningen aangingen om hun ouders te ondersteunen;

overwegende dat een meerderheid van de Tweede Kamer zich eerder uitsprak voor de motie-Temmink (31066, nr. 1305) voor het kwijtschelden van deze schulden;

verzoekt het kabinet de DUO-schulden van gedupeerde jongeren die zijn gebruikt om hun ouders te helpen kwijt te schelden en hiervoor zo snel mogelijk een regeling op te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk, Ergin en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1454 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hersteloperatie toeslagen volledig is vastgelopen en het de UHT onvoldoende lukt om binnen de gestelde beslistermijnen een besluit te nemen over bezwaren van toeslagenouders;

overwegende dat als iedere medewerker bij de UHT één dossier per week zou afronden dit leidt tot volledige afronding voor de zomer;

verzoekt het kabinet om buiten alle gebaande paden te denken om de hersteloperatie te versnellen en zo veel mogelijk dossiers integraal te behandelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 1455 (31066).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel ouders nog steeds geen inzicht hebben in hun persoonlijke dossier;

overwegende dat er verschillende stappen zijn aangekondigd om dit te bespoedigen, zoals het schrappen van controlestappen en het ongelakt verstrekken van dossiers voor advocaten;

verzoekt de regering voor 1 maart duidelijkheid te geven over mogelijke nadere versnellingsstappen, inclusief een geüpdatete planning voor de gedupeerde ouders wanneer zij hun dossier kunnen verwachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijk en Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 1456 (31066).

De heer Dijk (SP):
Voorzitter, tot slot. Het debat was op 7 november. Alles duurt in dit dossier te lang, echt alles. Er moeten meters gemaakt worden, niet voor ons hier, maar voor de ouders, voor de mensen. Dat vergt inzet van deze Kamer om echt stappen te gaan zetten en dat vergt inzet van deze nieuwe staatssecretaris. Ik wens haar daar heel veel succes mee. Zij mag van de SP een aantal dingen verwachten: onverkorte inzet, mensen die betrokken zijn bij dit dossier en betrokken blijven zodat de druk hoog blijft en onze steun als zij buiten de gebaande paden treedt om dit tot een succes te maken.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dijk, voor de inbreng namens de SP. Het woord is nu aan de heer Stultiens namens GroenLinks-PvdA.

De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. Ik wil de nieuwe staatssecretaris succes wensen, en ook mijn nieuwe collega Haage, die het na dit debat zal overnemen en bij wie het in goede handen is.

Het debat van twee maanden terug ging veel over (Gelijk)waardig herstel. Mijn fractie maakt zich vooral zorgen over het feit dat we steeds van pilot naar pilot hopten, terwijl deze ouders al veel te lang wachten op duidelijkheid. We kunnen het ons niet permitteren om over een halfjaar weer te moeten constateren dat er nog een pilot nodig is. Gelukkig lijkt het erop dat het ministerie, het kabinet en SGH nu nader tot elkaar zijn gekomen. Dat vind ik positief. Ik zou een nieuwe motie kunnen indienen, maar volgens mij hebben we voor de zomer als Kamer al aangegeven wat we vinden. De motie van Van Baarle, Dijk en Stultiens verzocht het kabinet om niet door te slaan naar wantrouwen, om geen afbreuk te doen aan de onafhankelijkheid van de stichting en om ouders niet te overvragen in de bewijsvoering. Volgens mij is dat nog steeds de wens van de Kamer. Ik zal geen nieuwe motie indienen, maar ik wijs graag op deze oude aangenomen motie. Blijf die alsjeblieft uitvoeren.

Tot slot. Omarm en ondersteun deze herstelaanpak. Los ook de laatste succesblokkades op. Er waren er elf. Ik hoor graag in een reactie van de staatssecretaris hoeveel daar nog van over zijn, zodat we niet op basis van wantrouwen maar op basis van vertrouwen de ouders centraal laten staan. Het kan niet langer wachten.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord nu aan mevrouw Van Eijk namens de VVD.

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ook namens mij heel veel succes. Ik kijk uit naar onze samenwerking. Volgens mij hebben we er allemaal belang bij dat we aan dezelfde kant van het touw blijven trekken.

Ik heb één motie en nog één vraag. Ik begin met de motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) als onafhankelijke stichting werkt aan een (gelijk)waardig herstel van alle kinderen en ouders die zijn geraakt door de kinderopvangtoeslagaffaire;

constaterende dat afgelopen zomer een dienstverleningsovereenkomst is getekend met de SGH om de herstelaanpak van de SGH te hervatten en op te schalen;

overwegende dat de route weer op gang lijkt te komen en blokkades in relatie tot de externe controle die wordt toegepast door het ministerie deels zijn opgelost;

overwegende dat "winst" te behalen is wanneer zo snel als mogelijk kan worden overgegaan op stelselcontrole in plaats van 100%-controle;

verzoekt de regering om samen met SGH toe te werken naar periodieke controles, waarin SGH bijvoorbeeld aan de hand van steekproeven aantoont (met inachtneming van een redelijke foutmarge) dat het interne controleraamwerk bestaat en werkt, en uitkomsten juist en volledig zijn;

verzoekt de externe controle zo snel als mogelijk, wanneer de juistheid en volledigheid van schadestaten voldoende geborgd blijkt, hierop aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Eijk, Rikkers-Oosterkamp en Heite.

Zij krijgt nr. 1457 (31066).

Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik realiseer me dat dit in lijn is met de eerder aangenomen motie, dus het is wat mij betreft een extra aanmoediging om zo snel als mogelijk het ministerie een stap terug te laten zetten en te gaan werken op basis van vertrouwen. Maar dan moeten er wel voldoende borgen zijn opgenomen.

Een ander punt gaat over de dwangsommen en het bericht dat daarover verscheen een aantal weken geleden. We moeten alles op alles zetten om de gedupeerden van de toeslagenaffaire zo snel mogelijk te helpen. Het is goed dat de staatssecretaris daarom heeft gezegd dat ze de toeslagenaffaire in twee jaar wil oplossen. Die ambitie staat onder druk als er tegelijkertijd mensen zijn die proberen te profiteren van de toeslagenaffaire. Ik lees dat er niet-gedupeerden zijn die wel drie of vier keer in beroep gaan, enkel met het doel om buitensporige vergoedingen te ontvangen. Niet-gedupeerden krijgen dan automatisch €15.000 uitgekeerd als gevolg van het niet tijdig beslissen op bezwaren. Schaarse capaciteit wordt hiermee onnodig belast. Ik vind het immoreel om financieel voordeel te behalen ten koste van gedupeerden die daadwerkelijke schade hebben geleden. De reactie van de staatssecretaris over de escalatie van dwangsommen vond ik nogal mager. Ze noemt het een grote zorg. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat ze concreet hieraan gaat doen.

De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens de VVD. Dan is het woord nu aan mevrouw Heite namens Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Heite (NSC):
Voorzitter, dank u wel. Ook namens Nieuw Sociaal Contract heel veel succes aan de nieuwe staatssecretaris. Dit zal mijn laatste keer zijn; collega Natascha Wingelaar neemt het vanaf hier van mij over omdat de portefeuilleverdeling wat anders is. Bij haar zal het ook in goede handen zijn.

Voorzitter. Tijdens het commissiedebat op 7 november heeft Nieuw Sociaal Contract zijn steun uitgesproken voor de benadering van de toenmalige staatssecretaris en voor de aanstelling van de spoedcommissie-Van Dam. NSC steunt ook de Stichting (Gelijk)waardig Herstel in haar mensgerichte aanpak en tekent dan ook de motie van mevrouw Van Eijk van harte mee.

Verder heeft NSC mede op basis van de uitkomsten van de door NSC georganiseerde herstel- en compensatietop aandacht gevraagd voor jongeren. Die specifieke doelgroep heeft zijn eigen problematiek en verdient een eigen benadering. Kan de staatssecretaris aangeven of jongeren concreet als aparte doelgroep zijn meegegeven in de briefing aan de commissie-Van Dam? En is de staatssecretaris bereid om een eigen jongerenadviescommissie in te stellen, met dezelfde bevoegdheden en signatuur als de oude adviescommissie?

Voorzitter. De Staat heeft in 2024 meer dan 40 miljoen euro aan dwangsommen moeten betalen door juridische procedures vanwege de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, omdat de overheid zich stelselmatig niet aan de gestelde reactietermijn heeft gehouden. De verwachting is dat dit bedrag voor 2025 verder zal oplopen. Daarmee zal het systeem ook verder vastlopen. Inmiddels slaan ook rechters alarm over de escalatie bij dwangsommen. Zij achten die disproportioneel en niet meer in overeenstemming met het karakter van de dwangsom. Kan de staatssecretaris onderzoeken welke oplossingen hierbij mogelijk zijn?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Heite, voor uw inbreng namens Nieuw Sociaal Contract. We zijn aanbeland bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval mevrouw Inge van Dijk namens het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Voorzitter. Ik heb nog een paar vragen naar aanleiding van het debat.

Allereerst, de onafhankelijke analyse van de verschillende routes naar aanleiding van de door mij en de heer Stultiens ingediende motie. De analyse geeft alleen een droog, juridisch antwoord op de vraag of de overheid de plicht heeft om de ouders die alleen toegang hebben gehad tot de oude CWS te herbeoordelen nu er meerdere routes zijn. Ik mis hierin heel erg het element van emotioneel herstel. Het gaat namelijk niet alleen om financieel herstel, maar ook om herstel van vertrouwen. Dat staat net zo goed centraal in de hersteloperatie. Voor veel gedupeerde ouders is dit niet het geval nadat zij de oude CWS hebben doorlopen. Als je namelijk de ene groep ruimhartiger voedt dan de andere, hen de kans geeft om een totaalverhaal te schetsen en de bewijslast verlicht, dan maakt dat een wezenlijk verschil in de uitkomst en het herstel voor gedupeerde gezinnen. En juist omdat we de oude CWS zwaar onvoldoende vonden, zijn we aan de slag gegaan met verbeteringen en andere routes. Mijn vraag is: wat gaat de staatssecretaris met het juridisch advies doen? Dat wordt mij uit de brief namelijk niet duidelijk. Daarom vraag ik de staatssecretaris graag om de toezegging dat zij hierover op korte termijn duidelijkheid geeft aan de ouders, zodat zij weten waar ze aan toe zijn.

Daarnaast voelt het voor mij wat ongemakkelijk dat het onafhankelijke advies is opgesteld door hetzelfde kantoor als het kantoor dat CWS juridisch vertegenwoordigt. Kan de staatssecretaris toelichten waarom juist voor deze partij gekozen is?

Uiteraard wil ik mevrouw Palmen ook ontzettend veel succes wensen. Voor ouders is het geduld namelijk echt op, en dat is ook volledig terecht. Ik wil me heel erg aansluiten bij de heer Dijk. Hij gaf aan: kom naar de Kamer als je hulp nodig hebt, zodat we aan dezelfde kant van het touw kunnen gaan trekken. Dat verdienen de ouders, maar dat verdient ook deze nieuwe staatssecretaris die toch de moed heeft om deze klus op haar te nemen.

Dank je wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Dijk, voor uw inbreng namens het CDA. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors tot 16.45 uur, want er zijn best wel wat vragen gesteld en er zijn best wel wat moties. De staatssecretaris was ook niet bij het debat aanwezig, dus ik geef haar wat extra tijd.

De vergadering wordt van 16.31 uur tot 16.45 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag naar aanleiding van het commissiedebat gehouden op 7 november jongstleden. We hebben net de termijn van de zijde van de Kamer gehad. Daarin zijn er een aantal vragen gesteld aan de staatssecretaris en zijn een aantal moties ingediend. Ik geef de staatssecretaris het woord voor de beantwoording en de appreciatie van de moties.

Staatssecretaris Palmen:
Dank u wel, voorzitter. En dank u wel, geachte leden van deze Kamer. Het is nog maar amper een jaar geleden dat ik hier mijn maidenspeech voerde als Kamerlid en nu al heb ik de degradatie tot bewindspersoon gemaakt. Ik wil van deze gelegenheid ook zeker gebruikmaken om u allemaal te bedanken voor uw inbreng, in het commissiedebat en in dit tweeminutendebat met de moties en met de vragen die u heeft gesteld. Daarnaast heb ik heel veel gehoord over de waardering voor mijn voorganger, mevrouw Achahbar. Die waardering deel ik zeker. Ik ben ontzettend blij met en dankbaar voor het werk dat zij heeft verzet en voor wat zij heeft betekend voor de ouders, die al zo lang wachten op herstel en op vervolging van het herstel. Ook wil ik een woord van dank uitspreken aan mijn ambtenaren. Voor de ambtenaren is het namelijk ook altijd weer even wennen aan een nieuwe bewindspersoon, net zoals dat voor mij het geval is. Ik kijk uit naar de toekomstige debatten en ik kijk ernaar uit om samen inderdaad aan dezelfde kant van dat touwtje te blijven trekken met het gezamenlijke doel van het vlottrekken van de hersteloperatie. Want laten we wel wezen: mensen is groot onrecht aangedaan in de toeslagenaffaire. Elke dag dat zij moeten wachten, is een dag te veel. Juist ik wil ouders perspectief kunnen bieden en ik heb ook de ambitie dat ik hen rond 2027 kan helpen. Daarom moeten we die stappen zetten, met name op de punten waarop ik nu gemerkt heb dat ze vastgelopen zijn. Denk aan de bezwaren, de dossiers en de aanvullende schades. Daarom ben ik heel blij dat mijn voorgangster een adviesaanvraag heeft gedaan voor een spoedadvies door de commissie onder leiding van de heer Van Dam. Op 23 januari aanstaande, dus over negen dagen, verwachten wij dat advies. Dat advies zal natuurlijk onmiddellijk met u worden gedeeld. Ik neem aan dat u ook uitgenodigd bent bij de presentatie. Ook hierbij wil ik aanbieden om zo snel als mogelijk, indien uw Kamer dat wenst, een technische briefing te organiseren, zodat de heer Van Dam uitleg kan geven over dat advies. Ook ik ben heel benieuwd wat daarin staat. Maar ook mijn voorganger heeft toegezegd u zo veel als mogelijk mee te nemen in het onderzoek. Daar sta ik uiteraard volledig achter.

Het is belangrijk dat we niet alleen blijven kijken naar het verleden, maar ook naar de toekomst. Het is belangrijk dat we de lessen die we hier hebben geleerd, ook over de organisatie en het proces van toeslagen, gaan meenemen naar de toekomst toe en om verbeteringen aan te brengen in het stelsel, zodat mensen in ieder geval niet meer geconfronteerd worden met hele hoge terugvorderingen, met alle gevolgen van dien.

Ik ga nu door naar de moties. Die heb ik hier niet op volgorde liggen, dus dat is een beetje onhandig. Ik probeer even de juiste volgorde te vinden.

De voorzitter:
De eerste motie is van de heer Ergin.

Staatssecretaris Palmen:
Ja, dat klopt. Excuus. Ik zie 'm.

Meneer Ergin zegt terecht ... Ik ben ook heel dankbaar voor de mooie woorden die meneer Ergin heeft gesproken. Ik wil ook refereren aan de maidenspeech van meneer Ergin zelf. Hij weet het zelf ongetwijfeld nog. Toen wij op 6 december 2023 werden geïnstalleerd als Kamerlid heeft meneer Ergin zijn maidenspeech gehouden. Die maidenspeech is mij altijd bijgebleven. We hebben het daar later nog eens over gehad. Want wat meneer Ergin toen zei, wil ik op dit moment herhalen. Hij zei namelijk: zie mij niet als dader; zie mij niet als slachtoffer; zie mij als mens. Dat is zo waar en zo terecht; dat moeten we heel goed in onze oren blijven knopen. Het gaat namelijk om mensen en om het onrecht dat hun is aangedaan. In het kader van herstel, het herstelrecht, genoegdoening en alles wat daarmee te maken heeft, hoeven we niet in discussie over de vraag of dossiers ontzettend belangrijk zijn; dat ís zo. In mijn eerste onderzoeksactiviteiten op het ministerie merk ik ook dat er wat verwarring is ontstaan over het begrip "dossier". Ik hecht altijd heel veel waarde aan de formulering in de Algemene wet bestuursrecht "alle op de zaak betrekking hebbende stukken". Ik heb zomaar het idee dat er binnen de organisatie misschien nog meer gebeurt dan op grond van de Algemene wet bestuursrecht strikt nodig is. Daarom ben ik blij dat de commissie-Van Dam zich over dit punt gaat buigen. We hebben de Autoriteit Persoonsgegevens ook op dit punt gevraagd hoe het nu zit met de dossiers en of we deze eventueel ongelakt kunnen verstrekken, zodat dat allemaal wat sneller kan.

Ik heb de motie van de heer Ergin gelezen. Ik wil 'm op een iets andere wijze interpreteren. Het gaat met name om de laatste zinsnede: "verzoekt de regering tevens om de betreffende informatie bij voorkeur ongelakt te verstrekken". Ik wil aan u vragen of ik 'm zo mag lezen en interpreteren dat wij uiteraard niet buiten de wettelijke kaders en adviezen gaan treden.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener, de heer Ergin. Hij komt naar voren. Misschien even voor de volledigheid: als dat zo is, krijgt de motie dan oordeel Kamer?

Staatssecretaris Palmen:
Dan krijgt deze motie oordeel Kamer.

De heer Ergin (DENK):
Ik zou de staatssecretaris nooit vragen om de wet te overtreden. Ik vraag deze staatssecretaris wel om te versnellen en te versimpelen. Het waar mogelijk en bij voorkeur ongelakt delen van stukken kan daaraan bijdragen. In die geest en vanuit die gedachte is de motie ook geschreven.

Staatssecretaris Palmen:
Dank u wel voor uw antwoord. Dan kan ik 'm inderdaad oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 1452 "oordeel Kamer". Dan de motie-Dijk op stuk nr. 1453.

Staatssecretaris Palmen:
Ik wil de moties op stukken nrs. 1453 en 1454 van de heer Dijk samenvatten. Die gaan over de DUO-schulden. De problemen bij de jongeren en hun DUO-schulden zijn wat divers. Je ziet inderdaad dat er jongeren zijn die in de benarde situatie hebben gezeten dat zij extra veel hebben geleend, juist om het gezin draaiende te kunnen houden. Je hebt te maken met jongeren die vertraging hebben opgelopen met hun studie als gevolg van de toeslagenaffaire. Je hebt jonge ouders die gestopt zijn met studeren als gevolg van de toeslagenaffaire. Je ziet dus dat die achtergrond en de aanloop daarnaartoe wat divers is. Ik vind ook dat wij goed moeten kijken wat er nu precies aan de hand is. Ik wil dan ook dat wij deze achtergronden goed mee gaan wegen in de verschillende regelingen. Op dit moment gebeurt dit al deels, maar ik wil dit ook verder goed in gaan bedden, onder andere rekening houdend met het advies van de commissie-Van Dam, dat over negen dagen komt.

Ik moet daarbij wel zeggen dat ik geen voorstander ben van nóg een regeling, met nóg meer vertraging. De generiekheid van een generieke regeling zou ook geen recht doen aan de specifiekheid van de situatie. Daar waarschuwt de Raad van State ons overigens ook voor: ga alsjeblieft niet zomaar nieuwe regelingen invoeren. Met het oog op het aanstaande advies zou dat niet …

De voorzitter:
Wat betekent dat voor de moties?

Staatssecretaris Palmen:
Dat betekent dat beide moties ontraden worden.

De voorzitter:
Dan noteren we bij de moties op stukken nrs. 1453 en 1454 "ontraden". Daar is een interruptie over van de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):
Bij de motie op stuk nr. 1453 verbaast mij dat zeer. Volgens mij is het erg goed om in kaart te hebben over hoeveel mensen het gaat en om welke bedragen het gaat. Vooralsnog is die informatie er niet, dus het lijkt me zeer nuttig om die te krijgen. Als de hele Kamer die heeft, kunnen we de discussie op een andere manier voeren.

Dan de motie op stuk nr. 1454. Niemand is tegen maatwerk. Niemand is tegen goed kijken naar individuele gevallen en naar verschillen in achtergronden. Maar op dit dossier gaat het simpelweg niet meer lukken om overal te kijken of een kind een schuld aan is gegaan omdat de duur van de studie langer was of omdat het zijn ouders meer moest ondersteunen via een DUO-lening. Het interesseert me ook niet meer. Het duurt te lang.

De voorzitter:
En uw vraag is?

De heer Dijk (SP):
Mijn vraag is de volgende. Met de argumentatie van de staatssecretaris gaat het allemaal nog langer duren. Dan zullen deze kinderen, die inmiddels volwassen zijn geworden, nog langer in ellende zitten. Het zou juist heel goed zijn om een meer generieke regeling te maken die ervoor zorgt dat veel jongeren snel geholpen worden. Wellicht geven we dan hier en daar een paar euro meer uit, maar dat mag toch niet het probleem zijn?

De voorzitter:
Na dit betoog ga ik even kijken of u nog tot een ander oordeel dan "ontraden" komt voor de moties op stukken nrs. 1453 en 1454.

Staatssecretaris Palmen:
Ik kom niet tot een ander oordeel. Ik begrijp heel goed de inhoudelijke argumentatie dat we die jongeren moeten ondersteunen en helpen. Daarvan heb ik gezegd: dat snap ik en daar wil ik, met inachtneming van het advies dat over negen dagen komt, ook rekening mee houden. In die zin ben ik het met u eens over de inhoud, maar over de wijze waarop wordt binnenkort nog geadviseerd. Daarom kan ik op dit moment niet anders dan beide moties ontraden.

De voorzitter:
Tot slot. Kort.

De heer Dijk (SP):
Ik heb bewust twee moties ingediend, omdat wij geen zicht hebben op de grootte van het probleem, het aantal jongeren, het aantal kinderen en het aantal bedragen. Als we dat wel zouden hebben, dan hadden we veel makkelijker voorstellen kunnen indienen om het probleem op te lossen. Als je daar geen inzicht in hebt, is het inderdaad heel makkelijk om te suggereren dat we overal maatwerk gaan leveren. Maar dat horen we nu al zo ontzettend lang. Dat werkt niet en dat duurt te lang. Mijn vraag is dus de volgende. Als u de motie op stuk nr. 1454 niet steunt, wat ik overigens gek vind omdat die verwijst naar een motie die eerder is aangenomen en niet is uitgevoerd, dan zou u minimaal de motie op stuk nr. 1453 oordeel Kamer moeten geven. Dan kunnen we namelijk zien wat de problemen zijn. Dan kunnen we deze staatssecretaris ook beter helpen met goede, gedragen plannen om die DUO-schulden van kinderen die daar de dupe van zijn te kunnen schrappen of compenseren.

De voorzitter:
Uw punt is helder. Ik kijk nog één keer naar de staatssecretaris. Anders is het aan de Kamer om er dinsdag een oordeel over te vellen.

Staatssecretaris Palmen:
Ik begrijp de argumentatie en de problematiek die hierachter zit heel goed, maar u moet zich ook realiseren dat ik niet vooruit kan lopen op de adviezen die volgende week gegeven gaan worden.

De voorzitter:
Dan noteren wij: beide ontraden. U kunt daar dinsdag als Kamer uw mening over vormen bij de stemmingen. Dan hebben we nog twee moties van de heer Dijk, met als eerste de motie op stuk nr. 1455.

Staatssecretaris Palmen:
Dat vind ik een hele mooie motie. Dat geldt zeker voor het laatste deel, waarbij het gaat over buiten de gebaande paden denken en de hersteloperatie versnellen om zo veel mogelijk dossiers integraal te behandelen. Ook hiervoor geldt dat ik absoluut opensta voor alle mogelijke manieren om te kijken hoe we de organisatie kunnen ondersteunen en vlottrekken. Ik moet alleen — ik val in herhaling — afwachten wat de commissie-Van Dam hierover gaat adviseren. Dus ik moet die vrijheid nemen. Dat is de reden dat ik op dit moment het verzoek doe om 'm eventueel aan te houden totdat de commissie een oordeel heeft gegeven.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Dijk. Hij gaat erover nadenken. Maar dan vraag ik toch even voor de verslaglegging: mocht de motie toch in stemming worden gebracht, is die dan ontraden?

Staatssecretaris Palmen:
Dan is die ontraden.

De voorzitter:
Oké, dan noteren we dat. Dan de motie op stuk nr. 1456. Ik probeer een beetje vaart te maken.

Staatssecretaris Palmen:
Ja, dat snap ik. Excuus, voorzitter. Het is mijn eerste keer, dus ik neem wat meer ruimte dan wellicht gebruikelijk is. Deze motie kan oordeel Kamer krijgen. Dan heb ik het over de motie op stuk nr. 1456.

De voorzitter:
Voor de motie op stuk nr. 1456 noteren we oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 1457.

Staatssecretaris Palmen:
De motie op stuk nr. 1457 kan wat mij betreft ook oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:
Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 1457 ook oordeel Kamer. Dan zijn we door de moties heen. Er waren nog een aantal vragen gesteld.

Staatssecretaris Palmen:
Ja, dat klopt. Ik gooi de vragen een beetje door elkaar, afhankelijk van hoe ik die hier voor mijn neus heb. Ik bied mijn excuses op voorhand aan.

De VVD en NSC hebben beide gevraagd wat ik nu kan doen met de dwangsommen, die zo aan het toenemen zijn. Ik ben het hardgrondig met u eens. Ik ben meer dan geschrokken van de heel recente berichtgeving vanuit de rechterlijke macht en van dit nieuws. Als het gaat om bezwaren, zien we dat de organisatie heel erg is vastgelopen. Ik heb helaas ook het bericht gelezen dat er niet-gedupeerden zijn die op deze manieren veel geld van de overheid op hun rekening gestort krijgen. Ik wil daar grondig naar kijken. Ik heb dit ook voorgelegd aan de commissie-Van Dam, van: neem dit mee in de advisering. Wij kijken daarbij of het überhaupt passend is om bij herstelregelingen te werken met dwangsommen, gezien het unieke karakter van de herstelregelingen. We kijken ook of we iets kunnen doen tegen het misbruik van recht dat op dit moment plaatsvindt. Wat betreft beide elementen gaat er in de nabije toekomst antwoord komen.

Dan is de vraag van mevrouw Heite, eveneens van Nieuw Sociaal Contract, of ik bereid ben om een jongerenadviescommissie in te stellen. Ik vind het sowieso ontzettend belangrijk om jongeren actief te betrekken; ik kan dat alleen niet zomaar toezeggen tijdens dit debat. Maar ik ben wel bereid om hiernaar te kijken en hierop in de volgende voortgangsrapportage terug te komen. Eigenlijk geldt dat ook als antwoord op de volgende vraag. Kan de staatssecretaris aangeven of de situatie van jongeren als specifieke doelgroep in de briefing concreet is meegegeven aan de commissie-Van Dam? In het instellingsbesluit is dat niet opgenomen, maar mijn voorganger, mevrouw Achahbar, heeft dat wel expliciet gevraagd aan de commissie-Van Dam. Dus nogmaals: in de voortgangsrapportage.

Dan de vraag van de heer Ergin over de Rijnmondse Alliantie. Zoals in het commissiedebat is toegezegd, is er een oproep gedaan om verder in gesprek te gaan met de Rijnmondse Alliantie. Die gesprekken worden gepland. Met het oog op mijn inwerktijd heb ik eerst gesproken met ouders en met de oudercommissie, maar de Rijnmondse Alliantie staat zeker op het programma.

Dan de vraag van GroenLinks-PvdA over de succesblokkades. In de brief van 20 december is al uitleg en toelichting gegeven over de succesblokkades. Er zijn nog een aantal losse eindjes. We zijn zeer regelmatig met elkaar in gesprek om te kijken hoe we het laatste stukje kunnen realiseren om nader tot elkaar te komen. Uiteraard houden wij uw Kamer daarvan op de hoogte.

Mevrouw Van Dijk had nog een tweetal vragen gesteld. Wat ga ik doen met de adviezen van BarentsKrans? Ik heb die naar uw Kamer gestuurd omdat ik zo veel mogelijk transparant wilde zijn. Ik heb het advies en ben van mening dat u dat onmiddellijk moest hebben. Ik heb er heel bewust nog geen oordeel over gevormd, want op het moment dat ik een besluit neem, stopt het denkproces hierover. Het BarentsKrans-advies is inderdaad, zoals u aangeeft, een heel juridisch-inhoudelijk advies. We hebben te maken met meer dan alleen de juridisering van dit vraagstuk. We hebben het over mensen en hun gevoel van vertrouwen. Ik wil dit dus meenemen, ook met het oog op de commissie-Van Dam, die wij hebben gevraagd te kijken hoe we moeten omgaan met het verschil in routes en met wijzigingen binnen een route. Daar moet ik nog op terugkomen. Dat geldt natuurlijk ook voor de Commissie Werkelijke Schade en de Stichting (Gelijk)waardig Herstel. Beide zijn natuurlijk geadviseerd en hebben verschillende routes. Daar kom ik op terug.

Bij mijn weten ben ik nu door de vragen heen. Ik zie mevrouw Van Dijk.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik ga er dan van uit dat we snel antwoorden krijgen op bepaalde vragen nadat de commissie-Van Dam met haar rapport is gekomen. Ik had nog gevraagd naar het onafhankelijke advies dat is opgesteld door hetzelfde kantoor dat de CWS juridisch vertegenwoordigt. Mijn vraag was of de staatssecretaris kan toelichten waarom juist die partij is gekozen, want dat voelt voor mij een beetje ongemakkelijk.

Staatssecretaris Palmen:
Dat begrijp ik volledig. Ik heb van mijn ambtenaren begrepen dat deze keuze is gemaakt omdat dit kantoor al veel kennis had van de werkwijze en daarom snel kon adviseren in de materie. Maar ik begrijp uw zorgen hierover. Ik kijk natuurlijk zo objectief mogelijk. Er is inderdaad een spoedadvies aangevraagd. Dat vraagt ook om een spoedige reactie.

De voorzitter:
Dank u wel. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank alle leden voor hun aanwezigheid, de mensen op de publieke tribune en natuurlijk de staatssecretaris. Complimenten voor uw eerste optreden hier in de plenaire zaal.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors voor een enkel moment en daarna gaan we door naar het tweeminutendebat over het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.