Aanvang middagvergadering: Beëdiging L.G. de Vos (FVD) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D01428, datum: 2025-01-16, bijgewerkt: 2025-01-17 09:14, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-16 14:05: Aanvang middagvergadering: Beëdiging L.G. de Vos (FVD) (Beëdiging), TK
Preview document (🔗 origineel)
Beëdiging van mevrouw De Vos
Beëdiging van mevrouw De Vos
Aan de orde is de beëdiging van mevrouw L.G. de Vos
(FVD).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de beëdiging van een nieuwe
collega. Ik geef het woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van
verslag namens de commissie voor het onderzoek van de
Geloofsbrieven.
De heer Ellian (voorzitter van de commissie):
Dank u wel, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de
Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op
mevrouw L.G. de Vos te 's-Gravenhage. De commissie is tot de conclusie
gekomen dat mevrouw L.G. de Vos te 's-Gravenhage terecht benoemd is
verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de
Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de eden zoals die zijn voorgeschreven
bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari
1992, Staatsblad nr. 120, af te leggen.
De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het
volledige rapport in de Handelingen op te nemen.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Daarmee dank ik ook de hele commissie voor haar verslag.
Ik stel voor dienovereenkomstig te besluiten.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal en op de
publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, om te gaan staan. Mevrouw
L.G. de Vos is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven
eden af te leggen.
Ik verzoek de Griffier om haar binnen te leiden.
(Mevrouw De Vos wordt binnengeleid door de Griffier.)
De voorzitter:
De door u af te leggen eden luiden als volgt:
"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd,
rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook,
enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks
noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen.
Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan
de Grondwet.
Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal
vervullen."
Mevrouw De Vos (FVD):
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De voorzitter:
Ik wens u van harte geluk met het Kamerlidmaatschap van deze Kamer. Ik
feliciteer u bij dezen van harte. Ook de Griffier zal dat doen. We gaan
schorsen tot 14.30 uur voor het volgende debat, maar u kunt nu door uw
collega's gefeliciteerd worden. Van harte gefeliciteerd!