Uitvoering van de motie van de leden Martens-America en Paternotte over de reeds aangenomen motie-Martens-America c.s. over PhD-studenten met een CSC-beurs in een breder perspectief bezien (Kamerstuk 36600-VIII-87)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D01558, datum: 2025-01-17, bijgewerkt: 2025-01-22 12:53, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-158 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z00656:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-30 10:00: Kennisveiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-02-06 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
36600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
31288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 158 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2025
Tijdens de begrotingsbehandeling 2025 heeft uw Kamer een motie van de leden Martens-America en Paternotte aangenomen over promovendi met een beurs van het China Scholarship Council (CSC).1 De motie verzoekt de regering de eerder aangenomen motie Martens-America c.s.2 in breder perspectief te bezien, daarbij de meest recente onderzoeken over dit onderwerp te betrekken, en de Kamer te informeren over de te nemen stappen. Met deze brief licht ik toe hoe ik uitvoering geef aan de motie.
Verhoogde alertheid
De motie Martens-America c.s. heeft mij gevraagd om met kennisinstellingen in gesprek te gaan zodat er geen nieuwe CSC-beurspromovendi worden toegelaten tot sensitieve vakgebieden. Uit gesprekken met bestuurders blijkt dat bij de instellingen een verhoogde alertheid is ontstaan over risico’s bij het toelaten van internationale beurspromovendi, in het bijzonder van CSC. De omgang met het CSC-beursprogramma heeft mijn volle aandacht en die van de kennisinstellingen. Ik blijf hierover met hen in gesprek. Ze monitoren de aantallen en ik heb UNL gevraagd hierover medio 2025 aan mij te rapporteren.
China vormt op het gebied van hoogwaardige technologie de grootste dreiging voor de Nederlandse kennisveiligheid3. Het kabinet en de kennissector nemen dit signaal serieus. Tegelijkertijd is het in het belang van Nederland en ons concurrentievermogen om de samenwerking met China op te blijven zoeken, mits dit op verantwoorde wijze gebeurt, want op steeds meer onderzoeksgebieden is China koploper.4 Instellingen wegen daarom kritisch de risico’s af en indien er besloten wordt om de samenwerking aan te gaan, treffen ze mitigerende maatregelen. Ze doen dit van geval tot geval. Ik verwacht van instellingen dat zij daarbij het non-discriminatiebeginsel in acht nemen.5
Pogingen tot buitenlandse inmenging kunnen leiden tot ongewenste kennisoverdracht, en die pogingen beperken zich niet tot specifieke vakgebieden. Met de motie Martens-America en Paternotte vraagt uw Kamer hier aandacht voor. De aanpak kennisveiligheid is dan ook niet alleen toegespitst op sensitieve technologieën, maar vraagt van de instellingen om een breder perspectief dat op meerdere soorten risico’s toeziet. Om instellingen te helpen bij de vormgeving van dit beleid wordt ingezet op de volgende acties.
Meer inzicht in beursprogramma’s
Om de risico’s goed te kunnen wegen is het in elk geval belangrijk dat kennisinstellingen inzicht hebben in de voorwaarden waaronder internationale beurspromovendi gefinancierd worden. Ik heb het Loket Kennisveiligheid daarom verzocht, zoals eerder aanbevolen door Instituut Clingendael, om gecertificeerde vertalingen en duidingen van documenten over buitenlandse beursprogramma’s aan te bieden aan instellingen, te beginnen met het CSC-beursprogramma.6 Het Loket start hiermee dit voorjaar.
Buitenlandse inmenging herkennen
In de motie wordt gevraagd recente onderzoeken te betrekken bij de uitvoering. De AIVD en de NCTV hebben in een recente analyse over statelijke inmenging het CSC-beurzenprogramma uitgelicht als illustratie van de wijze waarop een statelijke actor gemeenschappen in Nederland onder druk kan zetten, bijvoorbeeld met als doel kennisoverdracht.7 Ik heb deze analyse bij de kennisinstellingen onder de aandacht gebracht. Het is belangrijk dat bestuurders weten hoe zij buitenlandse inmenging gericht op onderzoekers en studenten herkennen en hoe hierop te handelen. Dit voorjaar ga ik met de instellingen hierover in gesprek. Daarbij sluit ik zoveel mogelijk aan bij de actielijnen van de kabinetsbrede aanpak ongewenste buitenlandse inmenging.8
Alert op risico’s bij overstappen
Navraag bij UNL leert dat internationale beurspromovendi, met inbegrip van CSC-beurspromovendi, nagenoeg niet overstappen tussen vakgebieden. Promovendi worden toegelaten op specifieke onderzoeksprojecten waarvoor specifieke deskundigheid vereist is. Bij Chinese studenten komt het wisselen van opleiding binnen Nederlandse kennisinstellingen hoogstzelden voor.9 Toch ben ik van plan om het wisselen van een niet-sensitieve studie of vakgebied naar een sensitieve studie of vakgebied onder de reikwijdte van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid te brengen, om de risico’s zo klein mogelijk te maken. In de tussentijd vraag ik kennisinstellingen om alert te zijn op overstapgedrag.
Tot slot
Indien u dit wenst kan mijn departement een vertrouwelijke technische briefing over dit onderwerp voor uw Kamer organiseren. Daarbij kan meer inzicht gegeven worden in maatregelen die de overheid en de kennissector treffen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 87↩︎
Kamerstuk 31 288, nr. 1131↩︎
Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 . AIVD, MIVD en NCTV, november 2022. Kamerstuk 30 821, nr. 175↩︎
Voor een toelichting op het kabinetsbeleid in de betrekkingen met China verwijs ik naar de brief van de ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Economische Zaken en Defensie, van 13 december 2024.↩︎
Zie mijn recente voortgangsbrief over de aanpak kennisveiligheid hoger onderwijs en wetenschap, over hoe ik deze motie heb uitgevoerd. Kamerstuk 31 288, nr. 1158↩︎
PM verwijzing naar rapport↩︎
Over de grens. Statelijke inmenging in diasporagemeenschappen in Nederland. AIVD en NCTV, oktober 2024.↩︎
Kamerstuk 30 821, nr. 241↩︎
Zie ook mijn beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Martens-America en Hertzberger over dit onderwerp. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 696. Publicaties in De Telegraaf en The Wall Street Journal over Chinese spionage waarnaar verwezen is, zijn betrokken bij de beantwoording.↩︎