Het bericht 'Zeekoeten onder de parafine aangespoeld aan de kust: 'Zelf gaan ze het niet redden''
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D01744, datum: 2025-01-20, bijgewerkt: 2025-01-21 10:09, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z00714).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2025Z00714:
- Gericht aan: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Gericht aan: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z00714
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over het bericht «Zeekoeten onder de parafine aangespoeld aan de kust: «Zelf gaan ze het niet redden»« (ingezonden 20 januari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zeekoeten onder de paraffine aangespoeld aan de kust: «Zelf gaan ze het niet redden»»?1
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel zeekoeten en andere dieren er zijn overleden en hoeveel dieren er zijn er opgevangen?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat eenieder wettelijk verplicht is om een hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen (artikel 2.1 lid 6 en lid 7 van de Wet dieren)?
Vraag 4
Erkent u dat de betreffende dierenambulance en vogelopvang het in dit geval mogelijk hebben gemaakt dat aan deze zorgplicht is voldaan? Erkent u dat als deze organisaties vanwege financiële problemen hun werk niet meer zouden kunnen doen, het steeds lastiger of zelfs onmogelijk wordt om aan deze zorgplicht te voldoen?
Vraag 5
Bent u bereid om te inventariseren of de betreffende organisaties gecompenseerd kunnen worden voor het opvangen en verzorgen van deze dieren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid om te kijken of er structurele financiering vanuit de rijksoverheid kan komen om wildopvangcentra en dierenambulances te ondersteunen bij het uitvoeren van de wettelijke zorgplicht? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kunt u zich herinneren dat in de beantwoording van eerdere vragen van de Partij voor de Dieren werd aangegeven dat «Sinds het ingaan van deze afspraken wordt er bijna geen paraffine meer aangetroffen op Nederlandse stranden.»?2
Vraag 8
Kunt u zich herinneren dat u aangaf dat: «Alle schepen die hun lading hebben gelost in een Europese haven tussen Gibraltar en Noord-Noorwegen moeten vanaf 1 januari 2021 het waswater met persistente stollende ladingrestanten afgeven aan de wal.»?
Vraag 9
Is het – nu blijkt dat paraffine nog altijd geloosd wordt en dieren daardoor overlijden – mogelijk om na te gaan of er schepen na het lossen van hun paraffine het waswater niet aan de wal hebben afgegeven (en dus op zee hebben geloosd)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Zijn de destijds gemaakte vrijwillige afspraken nog van toepassing of zijn deze vervangen door IMO-regelgeving (International Maritime Organization)? Ziet u ruimte deze regels aan te scherpen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Klopt het bijvoorbeeld dat alleen een «voorwas» vereist is? Is er een inschatting hoeveel kilo er jaarlijks ondanks de voorwasprocedure achterblijft en later alsnog geloosd mag worden?
Vraag 12
Is het op dit moment mogelijk paraffine-achtige stoffen te lossen zonder ook aan te kunnen tonen hoe het ruim vervolgens «gewassen» gaat worden?
Vraag 13
Geeft Rijkswaterstaat – ondanks de IMO-verplichting – op dit moment nog vergoedingen voor de voorwasprocedure?
Vraag 14
In 2018 schreef u «In de IMO bleek er algemene steun om de regels voor het lozen van paraffineachtige stoffen aan te scherpen. Een technische werkgroep heeft in februari 2018 een voorstel hierover uitgewerkt. De Milieucommissie van de IMO zal in oktober 2018 een besluit nemen over dit voorstel.» Klopt het dat dit voorstel uiteindelijk alleen van toepassing is verklaard voor grofweg de Europese wateren? Waarom is het niet gelukt dat breder te verplichten?
Vraag 15
Wat is de inzet van Nederland binnen de IMO ten aanzien van het verder beperken van lozingen? Kunt u die inzet uitsplitsen voor de X, Y, en Z stoffen conform de MARPOL II classificatie?
Vraag 16
Kunt u een gedetailleerde update geven over de inzet (conform motie Laçin c.s.) op het beperken van lozingen van potentieel zeer zorgwekkende stoffen?3