[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toelichting op hoe andere landen met het vraagstuk van toezicht op informeel onderwijs omgaan

Grondrechten in een pluriforme samenleving

Brief regering

Nummer: 2025D02028, datum: 2025-01-21, bijgewerkt: 2025-01-22 10:34, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29614 -182 Grondrechten in een pluriforme samenleving.

Onderdeel van zaak 2025Z00845:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

Datum 21 januari 2025
Betreft Toelichting op hoe andere landen met het vraagstuk van toezicht op informeel onderwijs omgaan

Onderwijspersoneel en Primair Onderwijs

Rijnstraat 50

Den Haag

Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

www.rijksoverheid.nl

Contactpersoon

Onze referentie

50183925

Bijlagen

Op 28 november 2024 is tijdens de begrotingsbehandeling aan het Lid Paternotte (D66) toegezegd om een uitvraag te doen naar hoe andere landen omgaan met de zorg van ondemocratische invloeden binnen het informeel onderwijs. Met daarbij speciale aandacht voor Frankrijk, Duitsland en de Scandinavische landen. Uiteraard kent elk land zijn eigen stelsel en juridische kaders. Ondanks deze verschillen wordt de zorg van ondemocratische invloeden binnen het informeel onderwijs gedeeld. Landen werken daarom aan beleid of een vorm van toezicht, passend bij hun specifieke context. In deze brief ga ik hier nader op in. Daarmee kom ik tegemoet aan de wens om deze inventarisatie voor het Commissiedebat Buitenlandse inmenging en beïnvloeding naar uw Kamer te sturen.

In voorbereiding op het conceptwetsvoorstel toezicht informeel onderwijs1 is een uitvraag gedaan bij andere landen in Europa. In de zeven landen2 waar OCW een uitgebreidere reactie van ontvangen heeft wordt de waarde van informeel onderwijs onderschreven, maar spelen er tegelijkertijd zorgen over de mogelijk negatieve effecten van informeel onderwijs op kinderen. Landen gaan daar verschillend mee om.

Voorbeelden van Europese landen die een vorm van toezicht op informeel onderwijs kennen zijn Cyprus en Denemarken. In Cyprus wordt in dit kader het informeel taalonderwijs door de overheid georganiseerd en wordt daar toezicht op gehouden. In Denemarken ontvangen informele onderwijsinstellingen subsidie van de overheid als zij zich registreren in het ‘Central Business Register’ en kunnen bewijzen dat ze ‘democratische instituties’ zijn. De Deense aanpak is erop gericht activiteiten van zoveel mogelijk instanties op te nemen in bestaande

structuren en daarmee direct onderdeel te maken van de Deense samenleving en zo samenwerking en vertrouwen tussen overheid, instanties en bevolking te stimuleren, ter bescherming van de staat en de samenleving tegen geweld,

extremisme en radicalisering. Frankrijk kent een soortgelijke werkwijze, waarbij de Franse overheid probeert zoveel mogelijk samenwerkingen aan te gaan met informele onderwijsorganisaties. Er wordt een overeenkomst gesloten met organisaties, waarbij de organisaties verantwoording afleggen over hun acties, doelstellingen en resultaten. In ruil daarvoor krijgen de organisatie subsidie en de accreditatie Jeunesse et Éducation Populaire.3

In Duitsland en Estland is er geen wettelijk toezicht op informeel onderwijs. De kwaliteitsborging is daar de verantwoordelijkheid van de aanbieders van informeel onderwijs. Wel heeft de Duitse regering in 2016 een strategie gericht op het voorkomen van extremisme en het bevorderen van democratie aangenomen, de zogeheten Strategie zur Extremismusprävention und Demokratieförderung.4

Vanuit deze strategie wordt proactief ingezet op het versterken van democratische bewustwording bij activiteiten buiten het formele onderwijs. Projecten die hieraan bijdragen, worden proactief door de overheid gefinancierd. De focus ligt op jeugdwerk of -activiteiten van regionale clubs, verenigingen en onderwijsgevenden en/of opvoeders.5

Het Verenigd Koninkrijk (VK) kent eenzelfde brede definitie van informeel onderwijs als in het conceptwetsvoorstel toezicht op informeel onderwijs. Tot informeel onderwijs behoort in het VK in wezen iedere instelling die onderwijs, training, instructie of activiteiten aanbiedt aan kinderen, zonder toezicht van hun ouders of verzorgers, die geen school, college of geregistreerde kinderopvanginstelling is. Hieronder vallen dus bijvoorbeeld naschoolse activiteiten, sport- muziek- en taallessen, religieuze scholing, bijles, scouting en jeugdkampen. Deze (leer)omgevingen worden momenteel niet gereguleerd door de overheid, maar het Britse ministerie van onderwijs verstrekt, middels de handreiking After-school clubs, community activities, and Tuition: Safeguarding guidance for providers, wel richtlijnen die moeten bijdragen aan de bescherming en veiligheid van kinderen in het informeel onderwijs.6 Deze handreiking is ontwikkeld, omdat enkele jaren geleden misstanden van kindermisbruik in het informeel onderwijs aan het licht kwamen. Hoewel de handreiking geen wettelijke grondslag kent, stimuleert het Britse ministerie van onderwijs wel actief alle aanbieders van informeel onderwijs om deze richtlijnen te volgen, welke zijn

toegespitst op onder andere fysieke en sociale veiligheid, gezondheid, governance en professionaliteit van aanbieders.

Met deze brief hoop ik uw Kamer meer inzicht te hebben verschaft in de uitkomsten van de inventarisatie over hoe andere landen beleid voeren ten aanzien van informeel onderwijs.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Mariëlle Paul


  1. Regels omtrent toezicht op het informeel onderwijs (Wet toezicht informeel onderwijs), conceptwetsvoorstel, W14588.K-1.↩︎

  2. België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk↩︎

  3. https://national-policies.eacea.ec.europa.eu/youthwiki/chapters/france/57-learning-to-participate-through-formal-non-formal-and-informal-learning↩︎

  4. https://www.bmfsfj.de/resource/blob/109002/5278d578ff8c59a19d4bef9fe4c034d8/strategie-der-bundesregierung-zur-extremismuspraevention-und-demokratiefoerderung-data.pdf↩︎

  5. https://national-policies.eacea.ec.europa.eu/youthwiki/chapters/germany/57-learning-to-participate-through-formal-non-formal-and-informal-learning↩︎

  6. https://www.gov.uk/government/publications/keeping-children-safe-in-out-of-school-settings-code-of-practice↩︎