Vragenuur (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D02056, datum: 2025-01-21, bijgewerkt: 2025-01-22 08:58, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-21 14:00: Vragenuur (Vragenuur), TK
Preview document (🔗 origineel)
Ik begin met een mooi gedicht. Dat is een gedicht van Leo Vroman uit
de bundel In Amerika. Omdat Amerika zo in het nieuws is dezer dagen,
dacht ik: een mooi gedicht uit een bundel In Amerika. Het is het gedicht
In bed. Het heeft weer niks met Amerika te maken, maar het is wel mooi.
In bed, van Leo Vroman.
Het is mij een droom te ontwaken
door een hand op het haar en de slapen
en de streling van zaaien en rapen
meer dromen te voelen maken;
hoor in het omhullend geruis
van een adem de zee, de wind
op een lang, leeg strand, en een kind
ver van het ouderlijk huis -
Zij vroeg mij waar we nu waren.
Het was herfst in mijn droom en ook buiten
bewegen zich dorre blaren
door de lucht, en over de ruiten.
Aldus Leo Vroman met het gedicht In bed.
Vragenuur
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig
artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Peter de Groot
Vragen van het lid Peter de Groot aan de minister van
Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Vakantieganger
vliegt massaal vanuit België of Duitsland om te
bezuinigen".
De voorzitter:
Nog een poëet is de heer Peter de Groot. Hij stelt een vraag aan de
minister. Het woord is aan de heer De Groot.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank, voorzitter. De druk is hoog. Laten we beginnen. Steeds meer mensen
uit Nederland weten de vliegvelden net over de grens te vinden. Er is
een stijgende populariteit om vanaf de vliegvelden Antwerpen, Brussel,
Düsseldorf, Keulen en Weeze te vliegen. Naar schatting is het aantal nu
al opgelopen naar 2,5 miljoen vakantiegangers. 2,5 miljoen
vakantiegangers vliegen vanuit het buitenland. Weeze lijkt daarbij de
kroon te spannen met 800.000 Nederlanders die via deze luchthaven op
vakantie gaan.
De VVD pleit er al langer voor dat het betaalbaar moet zijn om op
vakantie te gaan of familie te bezoeken per vliegtuig. Dat is
noodzakelijk. Maar we zien dat zaken zoals krimpen in de nacht op
Schiphol, hogere belastingen dan in omringende landen en de al
jarenlange discussie of Lelystad Airport open mag, niet bijdragen aan
het beschikbaar en betaalbaar houden van vliegen voor hele gewone
Nederlanders. We zien dat Nederlanders zich niet laten temmen wat
betreft de luchtvaart, want mensen willen gewoon vliegen. Dat geldt
overigens voor iedereen in de wereld. Dat maken deze cijfers ook heel
erg duidelijk. We lijken als land hier ook uniek in, want nergens in
Europa worden vakantievliegers steeds slechter gefaciliteerd dan in
Nederland. Daarom is allereerst de vraag aan de minister: wat vindt u
ervan dat steeds meer Nederlanders uitwijken naar België of Duitsland om
daar het vliegtuig te pakken om op vakantie te gaan? Wat kunt u doen aan
het feit dat inmiddels ruim een op de drie Nederlanders overweegt om
voor een vliegvakantie te vertrekken vanaf een buitenlandse
luchthaven?
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.
Minister Madlener:
Voorzitter, dank u wel. Bedankt voor de vragen over ons geliefde
luchtvaartonderwerp, want we vliegen allemaal graag. We vinden het ook
belangrijk. Dat deel ik met de vragensteller. Ik waag allereerst
enigszins te betwijfelen of er een stijgende lijn is en dat steeds meer
Nederlanders naar het buitenland gaan. Ik heb mij nog even laten briefen
over de cijfers, maar op zich zie je een hele kleine stijging van mensen
die nu via het buitenland vliegen. Maar de nieuwe luchthavengelden van
Schiphol gaan fors stijgen. De luchthavengelden worden namelijk 37%
hoger. Dat is natuurlijk ook de reden van de vragen. De redenen voor de
stijging zijn het verrekenen van de coronaverliezen, de inflatie en
investeringen die Schiphol op dit moment doet.
U vraagt wat ik daarvan vind. Het is natuurlijk aan Schiphol zelf om de
tarieven vast te stellen. Er is ook concurrentie tussen luchthavens.
Vandaar dat je natuurlijk als reiziger kunt kiezen of je vanuit België
of Duitsland vertrekt of toch voor een Nederlandse vluchthaven kiest.
Dus op zich is een stuk concurrentie gezond. Dat geeft ons
keuzevrijheid. Het hangt vaak af van het pakket dat je kiest. Soms heb
je een vakantie in België en niet in Nederland. Dan zie je dat terug in
de prijzen. Soms speelt een bepaalde bestemming een rol. Schiphol heeft
bijvoorbeeld hele goede verbindingen met de Verenigde Staten. Het is dan
voor een Belgische passagier juist heel aantrekkelijk om naar Amsterdam
te gaan en via Schiphol te vertrekken. Het lijkt me dus heel gezond dat
je daar verschuiving of concurrentie tussen luchthavens ziet.
In het algemeen ben ik het er wel mee eens dat we er natuurlijk op
moeten letten dat vliegen betaalbaar blijft. Vliegen vinden we met z'n
allen een groot goed en het moet wel betaalbaar blijven voor mensen. Ik
kijk er dus wel naar. Ik zeg daar nadrukkelijk bij dat ik niet over de
tarieven op Schiphol ga. Daar gaat Schiphol zelf over. De concurrentie
moet het wel in check houden. Schiphol kijkt natuurlijk ook zelf of het
niet te gekke dingen doet, want dat wil ook geen passagiers verliezen.
Tot nu toe zie je ook niet echt een grote stijging van het aantal mensen
die over de grens gaan, maar er is wel zorg naar aanleiding van de
stijgende luchtvaarttarieven. Vanaf 1 april zijn ze met 37% gestegen. We
gaan natuurlijk goed kijken of dat niet de verkeerde kant opgaat. Ook de
ACM kijkt trouwens mee. Er zijn bij de ACM klachten ingediend over de
stijging van de tarieven per 1 april. De ACM kijkt nu of de nieuwe
tarieven van Schiphol na die tariefstijging redelijk zijn; dat is ook
haar wettelijke taak. Ook die check is er dus nog. We verwachten
daarover voor 1 april een oordeel van de ACM.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank aan de minister voor de antwoorden. We zien ook dat de buitenlandse
luchthavens eigenlijk op deze ontwikkeling inspelen. Ze zijn het aanbod
en de keuzemogelijkheden verder aan het verruimen. Dat lijkt mooi voor
de vakantievlieger, maar ik maak me daar best wel zorgen over. Deze
antwoorden gaan heel erg over Schiphol, maar laten we een stapje verder
kijken en laten we ook kijken wat we in Nederland wél kunnen doen om de
vakantievlieger niet alleen naar de overkant van de grens te sturen om
betaalbaar te kunnen vliegen. Ik heb daar nog twee vragen over. Waarom
zou dit aanbod niet in Nederland kunnen ontstaan, bijvoorbeeld vanaf
Eindhoven en Rotterdam, maar ook vanaf Groningen, Maastricht en in de
toekomst Lelystad? En wat gaat de minister concreet doen om het
luchtvaartsysteem en daarmee deze regionale luchthavens, dus andere
luchthavens dan Schiphol, in Nederland beter in te zetten om mensen die
op vakantie willen, daarvandaan te laten vliegen, zodat ze niet zo ver
naar al die buitenlandse luchthavens hoeven te rijden?
Minister Madlener:
Ik vind de vrije keuze dus heel belangrijk. De onderlinge concurrentie
is belangrijk. Voor heel veel Nederlanders is Schiphol bijvoorbeeld
verder weg dan Brussel of Zaventem of, als je aan de grens met Duitsland
woont, misschien Weeze. Op zich lijkt die vrije keuze die consumenten
hebben mij dus prima. Ik deel wel dat de Nederlandse luchthavens moeten
kunnen blijven concurreren. Dat willen zij zelf ook. Zij stellen zelf de
tarieven vast. Ik moet ook zeggen dat bijvoorbeeld Eindhoven en
Rotterdam al aan de max zitten van wat ze aankunnen. Een verdere groei
is op deze regionale luchthavens niet te bereiken. Het zal dus echt ook
vanuit Schiphol moeten komen. Daar is nog een heel kleine groei
mogelijk. We zitten redelijk aan de grenzen van wat we aankunnen. De
betaalbaarheid is dus zeker ook voor mij een punt van aandacht, maar
daar moet ik tegenover stellen dat ik vanuit het regeerakkoord de
opdracht heb gekregen om per 2027 nog een vliegticketbelasting in te
voeren, om juist bij de reizigers 248 miljoen extra op te halen. Ik ben
aan het bekijken hoe we ook dat kunnen doen met zo min mogelijk pijn
voor onze luchthavens. Ik kom natuurlijk met een voorstel naar de Tweede
Kamer, maar daar moeten we allebei over nadenken, zou ik willen zeggen.
Gelukkig ben ik er niet mee, maar het moet wel gebeuren, want zo is de
afspraak in het regeerakkoord. Dat komt er dus ook nog aan.
Al met al maakt Schiphol zich vooralsnog geen zorgen. Men denkt dat de
reiziger bereid is om die stijging te betalen. Overigens heb ik ook even
laten uitzoeken wat de stijging per 1 april ongeveer is als je het omzet
naar aantal stoelen. Die ligt rond of iets boven de €15 per persoon.
Daar komt de tariefstijging van 1 april op neer. Schiphol denkt zelf dat
de reiziger dit graag betaalt. Wat krijgt de reiziger daarvoor terug?
Een mooiere A-pier, die wordt uitgebreid. Er wordt onderhoud gepleegd.
Zodoende blijft het serviceniveau hoog, want Schiphol heeft wel een heel
goede reputatie als het gaat om de service. Schiphol hoopt zelf dat de
reizigers niet al te veel uitwijken naar het buitenland en denkt dat
deze tariefstijging dragelijk is. De ACM gaat er nog naar kijken. Ik
deel als minister de zorgen van de Kamer. Ik denk dat het nog net
verantwoord is, maar we moeten wel uitkijken dat we de tarieven niet te
schoksgewijs de lucht in zien gaan. Want het houdt natuurlijk wel een
keer op. Dat deel ik met de vragensteller.
De heer Peter de Groot (VVD):
Nog één korte, aanvullende vraag naar aanleiding van dit antwoord. Mijn
vraag ging ook heel specifiek over de andere regionale luchthavens. Daar
maakt de VVD zich al vaker hard voor in het debat. In Scandinavische
landen worden de luchthavens gezien als één luchthavensysteem. Nu hebben
we Groningen en Maastricht tot onze beschikking, en de komende jaren
mogelijk ook Lelystad Airport. Daar kunnen we nog groeien om de
vakantievlieger te faciliteren. Hoe kijkt de minister aan tegen de
gedachte van één luchthavensysteem in Nederland, om dat optimaal te
kunnen benutten?
Minister Madlener:
Nou, ik denk dat dat een hele goede manier van kijken is. Als
Nederlandse consument heb je natuurlijk de keuze tussen luchthavens.
Schiphol is ook eigenaar van die luchthavens. Het is dus één systeem.
Lelystad Airport is na een flinke investering helemaal gebouwd en klaar,
maar kan nog niet open. Daar zullen wij dit jaar een besluit over nemen.
Ik hoop dat het in die zin de goede kant op gaat, zodat het wat lucht
geeft. Als Lelystad Airport beperkt open kan, zou dat de lucht geven die
we echt hard nodig hebben om de groei die we in de luchtvaart verwachten
op Nederlands terrein mogelijk te maken. Maar goed, we gaan dat
afwachten. Ik ga daar als minister mijn best voor doen. Ik ben
natuurlijk ook afhankelijk van wat de Tweede Kamer ervan zal vinden,
maar aan mij zal het niet liggen.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voordat ik tot mijn vraag kom, moet ik toch zeggen dat ik verbijsterd
was door een uitspraak die ik deze minister afgelopen week heb zien
doen, namelijk dat mensen die in de buurt van Schiphol wonen en die
panisch worden van geluidshinder of die er op een andere manier last van
hebben, maar moeten verhuizen. Dat verbaast mij en het verbijstert me
ook, omdat juist deze minister zich aan een rechterlijke afspraak dient
te houden. Ik hoop dus ook dat hij dat doet.
Dan kom ik bij mijn vraag. De Kamer heeft besloten dat er een vliegtaks
komt. Ik denk wel dat die eerlijker kan. In het regeerakkoord wordt
bijvoorbeeld ook gezegd dat de minister wil toewerken naar een vliegtaks
voor lange afstanden, en misschien ook wil kijken naar veelvliegers. Hoe
denkt de minister die vliegtaks eerlijker te kunnen maken, zodat de
mensen die het verst of het vaakst vliegen meer betalen?
Minister Madlener:
Op dat laatste zijn we nu aan het studeren. Het is duidelijk de
bedoeling dat hoe verder je vliegt, hoe meer je betaalt. We moeten ook
nog bekijken hoe de transferpassagier in dit systeem past. We zijn dus
op dit moment aan het studeren op hoe we de 248 miljoen gaan verdelen
die we jaarlijks gaan ophalen. Maar het is wel weer een tariefstijging
boven op een stijging die we nu al hebben. We zijn het op dit moment aan
het bestuderen. Ik kom met een voorstel naar de Kamer. Dan kunnen we
uitgebreid kijken wat de Kamer hiervan zal vinden. Ten aanzien van de
eerste opmerking kan ik van mijn kant nog het volgende zeggen. Ik heb
een uitgebreid interview gegeven in het blad Luchtvaartnieuws. Daarin
heb ik inderdaad gezegd dat het voor mensen die bij de luchthaven wonen
en van wie het leven volledig beheerst wordt door het geluid van
vliegtuigen misschien goed is zich af te vragen of het wel gezond is
voor hen om daar te blijven wonen.
Ik zeg dat omdat ik jarenlang makelaar ben geweest. Ik heb meegemaakt
dat mensen soms heel moedig de strijd aangaan met misschien een boze
buurman of een fabriek. Maar die strijd wordt niet gewonnen. Ik heb ook
tegen de omwonenden van Schiphol gezegd: over tien jaar is dit nog
steeds een grote luchthaven. We doen heel veel aan de geluidsoverlast
van Schiphol. Ik heb hele straffe maatregelen genomen om die naar
beneden te brengen. Dat geeft echt een fors resultaat, mede met dank aan
de inspanningen van zowel Schiphol zelf als van de
luchtvaartmaatschappijen die in stillere toestellen investeren. We doen
er dus alles aan, maar over tien jaar is Schiphol nog steeds een grote
luchthaven en zullen er nog steeds mensen rond Schiphol wonen die
zeggen: ik wil dit niet.
Nu weet ik vanuit mijn vorige functie als makelaar dat het echt niet
gezond is als je je te veel richt op een overlastsituatie. Dan vraag je
je weleens af of je, in die 80 jaar die we op deze aarde mogen zijn, er
niet beter aan doet om toch maar een verstandige keuze te maken en je
niet helemaal te laten consumeren door overlast. Af en toe kom ik
namelijk mensen tegen waarvan ik denk: ja … Het is een strijd die je dan
toch niet kan winnen, want die luchthaven gaat niet weg.
De voorzitter:
Ja, oké.
Minister Madlener:
Vanuit bezorgdheid, vanuit medemenselijkheid … Als het nou mijn broer
was geweest, zou ik zeggen: joh …
De voorzitter:
Heel goed.
Minister Madlener:
Het is een zorg vanuit medemenselijkheid en niet bedoeld om mensen als
zeurpieten af te schilderen. Dat is het ook weer niet.
De voorzitter:
U spreekt vandaag ook als oud-makelaar.
Minister Madlener:
Nou, zeker. Ik heb veel burenruzies meegemaakt, bijvoorbeeld, waarbij
mensen soms járenlang …
De voorzitter:
Een andere keer, oké?
Minister Madlener:
Oké, een andere keer.
De voorzitter:
U bent altijd welkom hier.
De heer Boutkan (PVV):
Ja, als de minister eenmaal losgaat, zit er geen rem meer op. Maar goed,
een andere keer. Laat ik vooropstellen dat wij als PVV heel blij zijn
dat de minister zich heel positief uitlaat over luchthaven Lelystad; dat
stemt ons tot grote vreugde. Dat haalt helaas wel gelijk een vraag bij
me weg, maar ik had gelukkig nog een andere vraag in de reserve.
De voorzitter:
U heeft nog acht seconden.
De heer Boutkan (PVV):
Ja, daarom. Welke mogelijkheden ziet de minister om het weer
aantrekkelijk te maken om vanaf luchthaven Schiphol op vakantie te
gaan?
Minister Madlener:
Ik denk dat Schiphol een hele belangrijke luchthaven is voor heel veel
mensen die op vakantie gaan. Ik hoop zeker dat dat zo blijft. Schiphol
heeft fantastische verbindingen, bijvoorbeeld met Noord-Amerika. Ik heb
zelf familie in België — ik zal niet te veel uitweiden, voorzitter — en
die vliegen graag op Schiphol vanwege de directe verbinding met
Noord-Amerika. Veel mensen uit België en Duitsland kiezen juist voor
Schiphol om die reden. Het is natuurlijk aan Schiphol zelf om de
bedrijfsvoering te runnen en met de airlines een aantrekkelijk aanbod te
creëren, bijvoorbeeld voor vakanties. Schiphol is nog steeds een hele
grote luchthaven en wat mij betreft blijft dat zo.
De heer Pierik (BBB):
Ik ben blij dat de minister aangeeft dat een stuk gezonde concurrentie
in de luchthavensector heel belangrijk is. Tegelijkertijd ziet hij ook
dat de prijzen vanaf Schiphol behoorlijk toenemen. Hij geeft aan dat we
moeten kijken of het de goede kant opgaat. Daarbij wacht hij het liefst
op het rapport van de ACM. Maar wanneer vindt de minister zelf dat het
de verkeerde kant opgaat als het gaat om de ongelijke concurrentie?
Minister Madlener:
We zullen zien hoe Schiphol zich ontwikkelt. Dat kun je gewoon zien aan
het aantal mensen dat vertrekt vanaf Amsterdam Schiphol. Als er een hele
ernstige daling zou plaatsvinden waardoor het bedrijfsmodel wordt
aangetast, denk ik dat Schiphol de eerste zou zijn om te zeggen: dit is
geen goed besluit geweest; we zullen de tarieven weer omlaag moeten
doen. Als we zelf constateren dat de Nederlandse reiziger massaal naar
het buitenland gaat, denk ik dat dat in ieder geval een stukje
bewustwording creëert. Dan zullen we moeten kijken of dit nog wel
verantwoord is en of we met z'n allen nog wel op vakantie kunnen vanuit
Nederland. Maar het is wel één systeem. Lelystad Airport zou daarbij
kunnen helpen, want ook die concurrentie is belangrijk. Het kan voor de
vakantieganger ook aantrekkelijk zijn om straks vanaf Lelystad te kunnen
vertrekken; daar hoop ik wel op. Maar we zijn er heel alert op dat
Schiphol zijn bedrijfsvoering goed blijft lopen en dat we met z'n allen
nog gebruik kunnen maken van de diensten op Schiphol. Maar Schiphol
maakt zich daar zelf dus absoluut geen zorgen over op dit moment.
De heer Eerdmans (JA21):
De prijs van een vliegticket bestaat voor 62% uit toeslagen en
belastingen. Dat wordt straks, in 2030, 74%, met de groeten van Frans
Timmermans. Dit komt door zijn Green Deal. Maar vanaf 2027 gooit het
kabinet nog eens een nationale vliegtaks op verre bestemmingen. De
minister zei het al: Thailand, Bangkok en noem maar op. Dan gaan we nog
eens €90 bijbetalen. Dat noem ik dan de "Barrybonus". Dat is gewoon
geldklopperij van het kabinet. Het wordt dus nog duurder. Sterker nog,
we hebben zo'n beetje de hoogste nationale vliegtaks in Europa. Een
vliegticket naar Boedapest kost nu zo'n €260 en die wordt dus … Dat gaat
zwaar in de papieren lopen. Dus mijn vraag is: hoe houden we vliegen
betaalbaar als je op deze manier …
De voorzitter:
Punt. Ja, helder. Heldere en duidelijke vraag.
De heer Eerdmans (JA21):
… de mensen geld uit de zak klopt?
De voorzitter:
U bent dwars door uw tijd heen.
Minister Madlener:
Ten eerste: belasting betalen we met z'n allen. Dat vinden we over het
algemeen niet leuk, maar om het "geldklopperij" te noemen, gaat mij ook
weer iets te ver. Met die belastingen doen we hopelijk ook hele goede
dingen. Overigens investeert Schiphol met het geld van de tariefstijging
in de kwaliteit. Schiphol is op dit moment aan het uitbreiden. Dat zijn
forse uitbreidingen. Dat zijn ook forse kosten. Die worden daarvan
betaald. Schiphol denkt op die manier het serviceniveau voor de reiziger
zo hoog te houden, dat de extra kosten voor een ticket, van ongeveer
€15, verantwoord zijn. Ik voer niet met plezier die 248 miljoen aan
ticketbelasting in. Die moet ik gaan invoeren. Het is namelijk een
opdracht; het is een afspraak van de coalitie. Daar heb ik het mee te
doen.
Overigens kun je wel wat afdingen op de percentages die de heer Eerdmans
noemt, want een stijging van €15 is natuurlijk relatief fors op een
ticket naar Barcelona die in de aanbieding is voor €70, maar die valt
bij een ticket van €800 naar een verre bestemming wel weer mee. Dus je
kunt niet zeggen: het is altijd zoveel procent. Dat klinkt namelijk wel
heel stoer, maar de werkelijkheid is iets anders. Desalniettemin zeg ik
tegen de heer Eerdmans: we kijken zeker naar de effecten die deze
tariefstijging heeft. We kijken ook naar de effecten van de belasting
die ik nog moet invoeren op die tickets, maar dat zal vooral tickets
naar verre bestemmingen betreffen. We gaan dus niet de prijzen van de
tickets voor bestemmingen dichtbij verhogen. Tickets voor verre
bestemmingen, bijvoorbeeld Japan of Noord-Amerika, zitten rond de €800
en zijn soms nog duurder. Dan valt het natuurlijk wel weer mee. Dus we
moeten ook weer niet overdrijven. Maar we blijven alert.
De heer Eerdmans (JA21):
Overdrijven? Het is gewoon 10% erbij als je naar Bali vliegt. Dan kan je
gewoon 10% bijtikken voor de Barrybonus. Maar waarom zet het ministerie
nou een enquête uit onder Nederlanders — ik zag het net op de website
staan — die antwoord moet geven op de vraag: wat vindt u ervan om
belasting te heffen op verre vluchten? Dat is dan gewoon een
fopspeenenquête van de minister, want blijkbaar staat het al vast dat
deze Barrybonus, de extra vliegtaks voor verre reizen, er gewoon komt
vanaf 2027. Is dat nou waar of niet? Want dan kun je die enquête ook
gewoon schrappen van de website.
Minister Madlener:
Het staat vast dat ik 248 miljoen aan ticketbelasting moet gaan
invoeren, maar het staat nog niet vast hoe we dat gaan doen, dus welke
verschillen we zullen maken tussen middelverre bestemmingen en verre
bestemmingen. De bedoeling is dat juist de verre bestemmingen hier meer
gaan bijdragen, omdat deze vluchten ook vervuilender zijn. Dat is dus
een beetje de achtergrond. In die zin lijkt het me dus wel zinvol om te
kijken wat we met die enquête gaan doen. Het lijkt mij prima om te
vragen wat de reiziger daarvan vindt. Overigens zijn er ook heel veel
mensen die het wel een goed idee vinden om vervuiling meer te belasten.
Maar goed, daar ben ik zelf wat minder van, zeg ik erbij. Maar het lijkt
me op zich niet verkeerd om de mening van mensen te vragen.
De heer El Abassi (DENK):
Volgens Sunweb vliegt nu 20% via het buitenland. Volgens TUI is dat 33%.
40% van de Nederlandse reizigers gaat vanaf Weeze. Ze vliegen allemaal
vanaf andere plekken in andere landen. En dan hebben we de minister die
aangeeft: joh, het is een relatief klein deel dat nu via het buitenland
vliegt. Hoe kan de minister dit uitleggen? We hebben het over hele hoge
percentages die via het buitenland vliegen.
Minister Madlener:
Hier worden individuele reisorganisaties genoemd. Die kunnen een
pakketreis aanbieden of zeggen: wij kiezen voor een scherp aanbod vanaf
Weeze of Brussel Airport. Dat kan. Maar deze cijfers zijn niet
representatief voor de markt. Schiphol heeft een relatief stabiel aantal
mensen dat daar gebruik van maakt. Tot op dit moment is er geen grote
stijging van het aantal Nederlanders dat juist niet meer voor Schiphol
kiest, maar dat zou zich wel kunnen gaan voordoen als de tarieven
stijgen per 1 april. Het is dus niet zo dat er nu zo massaal naar het
buitenland wordt uitgeweken.
Aan de andere kant vind ik het ook het goed recht van mensen om te
kiezen voor een luchthaven in het buitenland. Dat is natuurlijk heel
gezond. Zoals ik al zei, zijn er ook heel veel Belgen of Duitsers die
juist voor Schiphol kiezen, omdat daar net het aanbod voor hun
bestemming zit. Mensen kiezen niet voor een airport, maar voor een
bestemming en ze kijken naar de prijs. Het gaat dus om dat pakket. De
cijfers die hier genoemd worden, zijn niet representatief voor de
markt.
De heer El Abassi (DENK):
Niet representatief? We gaan met volle bussen naar Weeze. Ik vlieg
tegenwoordig ook via Weeze. Ik wil de minister echt meegeven dat dit
geen voordelen heeft als het gaat om milieumaatregelen, want mensen
vliegen via een andere locatie. Ik zou de minister ook iets willen
vragen, en dan gaan we toch naar de euro's. De vliegtaks is bij ons twee
keer zo hoog als in Duitsland en vijftien keer zo hoog als in België.
Wat vindt de minister hiervan? We worden uitgelachen door Spanje. Wat
vindt de minister van dit soort taksen, die wij hier in Nederland
invoeren?
Minister Madlener:
We betalen met z'n allen belasting om een heleboel uitgaven te dekken.
De vliegbelasting die eraan komt is een opdracht die ik heb gekregen om
uit te voeren. Ik zal dat doen met grote voorzichtigheid, zodat we de
Nederlandse positie niet ondergraven. Ik denk nog steeds dat Nederland
beschikt over fantastische luchthavens. Ook Schiphol investeert heel
veel geld in de kwaliteit van de luchthaven. Op zich ben ik daar heel
blij mee, maar we moeten er met elkaar wel scherp op zijn dat de
tarieven niet te hoog de lucht in gaan, omdat vakantie dan onbetaalbaar
wordt. Verder ben ik blij dat je natuurlijk ook kan kiezen. Je kan ook
zeggen: ik zie een heel goed aanbod op Weeze. Dat is op zich helemaal
geen probleem. Zolang die keuze er is en mensen op vakantie kunnen, ben
ik al blij.
Mevrouw Postma (NSC):
Volgens mij hoor ik de heer Madlener zeggen dat die €15 eigenlijk goed
besteed is op Schiphol. Er worden mooie dingen van gedaan. Schiphol
blijft daarmee een goede kwaliteitsluchthaven. In het artikel hebben ze
het over €600 meer per gezin. Is de heer Madlener het met mij eens dat
mensen wel een enorm groot gezin moeten hebben of dat ze op kort
parkeren bij Schiphol moeten staan voor die extra kosten? Hoe denkt de
heer Madlener dat die €600 is opgebouwd voor een gezin van vier met €15
per stoel retour, zonder €20?
Minister Madlener:
Ja, het is inderdaad wel een beetje goochelen met cijfers. Het is maar
hoe je het vergelijkt. In het reisaanbod speelt heel erg mee of er
vakantie is in een bepaald land. Dan zie je de prijzen gelijk enorm
omhooggaan. Ook zie je in België weer een ander aanbod dan in Nederland.
We zien dat bijvoorbeeld TUI ook vanuit België diensten aanbiedt. Daar
wordt ook een eigen prijsbeleid op gevoerd. Het is dus niet allemaal te
relateren aan heffingen of belastingen. Het cijfer is dus een beetje
geflatteerd, zeg ik erbij. Desalniettemin kijkt de ACM nu of de
tariefsverhoging die Schiphol heeft aangekondigd redelijk is. Ik vind
dat een goede check, dus dat gaan we afwachten. Binnenkort komt de
uitslag daarvan. Verder vind ik dat we er met elkaar ook voor moeten
uitkijken dat we ons niet uit de markt prijzen. Voorlopig is dat
absoluut nog niet aan de orde. Schiphol verwacht nog steeds heel veel
mensen te bedienen. Ik zal even wat cijfers noemen. In 2023 had Schiphol
61,9 miljoen passagiers. Afgelopen jaar waren er 66,8 miljoen
passagiers. Er is de afgelopen twee jaar dus een forse groei geweest.
Voor komend jaar verwacht Schiphol, zelfs met de nieuwe
luchthavengelden, niet dat dat enorm inzakt. Schiphol vindt het zelf dus
verantwoord. Zij stellen die tarieven ook vast. Wij kijken slechts mee.
We zijn natuurlijk allemaal bezorgd. We willen dat Nederland
concurrerend blijft. De ACM komt binnenkort met haar oordeel of het een
redelijke tariefverhoging is. Inderdaad gaat het extra bedrag dat we met
z'n allen moeten betalen gelukkig ook naar zinnige investeringen,
waardoor de service van Schiphol op een topniveau blijft.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik hoor de minister zeggen dat hij de vliegtaks wil verhogen om de
uitstoot die bij vliegbewegingen vrijkomt zwaarder te belasten.
Tegelijkertijd zien we dat het aantal vliegbewegingen dat Nederlanders
maken ongeveer gelijk blijft en dat ze alleen vaker uitwijken naar het
buitenland. Mijn vraag is dus wat de minister eigenlijk precies met deze
belasting hoopt te bereiken.
Minister Madlener:
De luchtvaarttaks die ik per 1 januari 2027 moet invoeren is dus een
keuze geweest van de coalitie. De bedoeling is: hoe verder je vliegt,
hoe meer je aan taks betaalt. De hoop is natuurlijk dat er minder ver
wordt gevlogen en dat er minder wordt vervuild, maar ook dat er gewoon
een stuk belastinginkomsten komt, kan ik mij zo voorstellen. Het is een
opdracht die ik heb. Die opdracht zal ik naar beste zin uitvoeren. Ik
zal de Kamer daar een voorstel voor doen. De Kamer mag hier natuurlijk
ook zelf iets van vinden. Dan zullen we dat met elkaar doen. Het zal om
een beperkte stijging gaan. 248 miljoen is veel geld en het komt boven
op de stijging die er al is, maar het gaat ook weer niet om zulke grote
bedragen dat we hierdoor moeten vrezen voor de positie van de luchthaven
Schiphol of zo. Dat geloof ik niet. Er is nog steeds heel veel vraag
naar reizen. Schiphol heeft ook het afgelopen jaar nog een flinke groei
gehad van het aantal passagiers. De luchtvaartmaatschappijen gaan met
grotere, efficiëntere vliegtuigen vliegen. Omdat het groter en
efficiënter is, kan de prijs per ticket dan juist weer iets dalen. We
zien dus allerlei invloeden op de prijs. Al met al hoop en denk ik dat
het vliegen wel betaalbaar blijft voor de meeste Nederlanders.
Mevrouw De Vos (FVD):
Het moge duidelijk zijn dat Forum voor Democratie überhaupt geen
voorstander is van het belasten van deze uitstoot, maar mijn vraag
blijft toch de volgende. We zien dat het aantal vliegbewegingen onder
Nederlanders gelijk blijft. Ze gaan wel naar het buitenland. We zien ook
dat de vliegtaks van Nederland nu al drie keer zo hoog is als in België,
twee keer zo hoog is als in Duitsland en zes keer zo hoog is als in
Frankrijk. Hoe kan de minister beweren dat dat geen effect heeft op de
manier waarop Nederland zichzelf in de markt zet? Is hij het met Forum
voor Democratie eens dat dit uiteindelijk alleen maar de portemonnee van
Nederlanders gaat raken?
Minister Madlener:
Er zijn natuurlijk heel veel zaken van toepassing als je kijkt naar wat
je betaalt voor een vliegreis. Je koopt vaak een pakketreis. Daar zitten
een vlucht en een hotel in. Er is ook sprake van nationale competitie.
Als het vakantie is, betalen we allemaal veel meer. Er zijn dus heel
veel componenten die uiteindelijk de prijs bepalen. En je hebt
natuurlijk ook maar een beperkte uitwijkmogelijkheid als consument, want
je kan niet op een vliegveld in Berlijn opstappen. Je bent dan immers zo
lang bezig om daar te komen dat het geen zin meer heeft. Je moet dus
toch in onze regio kijken waar je voor kiest. Ik ben op zich blij dat
die concurrentie er is en dat mensen kunnen kiezen. Soms is dat heel
aantrekkelijk, omdat er net een goed aanbod is op een luchthaven
waarvoor je dan kiest. Dat bepaalt uiteindelijk welke luchthaven je
kiest om vanaf te vliegen. Al met al stelt Schiphol zelf haar tarieven
vast. Schiphol was een hele goedkope luchthaven. Nu, met de nieuwe
tarieven vanaf 1 april, behoort die tot de duurdere luchthavens van
Europa, maar gelukkig is Schiphol nog steeds niet de allerduurste. Ik
hoop dat dit wel de laatste stijging is, want dit kan natuurlijk niet zo
doorgaan omdat het dan het businessmodel van Schiphol gaat aantasten.
Maar zover zijn we niet. Ik zou zeggen dat de stijging die eraan komt
nog enigszins meevalt, en we gaan kijken hoe het uitpakt.
De heer Bamenga (D66):
Ik wil toch ingaan op een uitspraak van die de minister zojuist heeft
gedaan. "Als hinder van Schiphol je leven gaat beheersen, dan kun je
maar beter verhuizen." Dat is een uitspraak die mij eigenlijk wel raakt.
Ik ontvang regelmatig berichten over en video's van overlast die door
omwonenden ervaren wordt; ik denk dat dat voor meerdere Kamerleden hier
geldt. In plaats van dat dit vraagstuk daadwerkelijk wordt opgepakt door
de minister, lijkt het een beproefde methode te zijn geworden om deze
problemen weg te wuiven. Ik zou dus gewoon graag van de minister willen
weten wanneer hij deze verantwoordelijkheid daadwerkelijk gaat
nemen.
Minister Madlener:
Ik heb net al uitgelegd dat we enorm veel maatregelen nemen. De
geluidsplafonds van Schiphol zullen vanaf nu alleen maar gaan dalen, dus
er is geen stijging meer van geluid rond Schiphol. Dat is een enorme
ommezwaai. Dat is dus de rechtszekerheid die dit kabinet gaat bieden aan
de omwonenden. Het piekjaar van geluid was uit mijn hoofd in 2021, en
vanaf nu gaat het geluid dus omlaag. Er zijn volgend jaar 15% minder
geluidgehinderden. Dat is een enorme prestatie. Die leggen wij door
middel van regelgeving op aan de luchthaven. Dat wordt gehandhaafd. In
die zin is dat dus goed nieuws voor alle omwonenden van Schiphol.
Overigens kom ik heel veel omwonenden van Schiphol tegen die dolgraag
wonen in de buurt van Schiphol omdat ze daar werk hebben en ze het een
mooie plek vinden. Je ziet hoge huizenprijzen rond Schiphol. Het is dus
niet zo dat het rond Schiphol onleefbaar is, maar er zijn mensen die
alleen nog maar met vliegtuiggeluiden bezig zijn. Dat is natuurlijk geen
gezonde situatie. Het was dus meer bedoeld in de zin van, zoals ik soms
weleens denk: moet je jezelf dit aandoen? Als je het nou echt niet fijn
vindt op een plek, moet dat toch bespreekbaar zijn, juist vanwege de
gezondheid van het individu?
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit onderwerp. Dank aan de minister van
Infrastructuur en Waterstaat. Fijn dat u bij ons was en dank voor de
antwoorden.
Vragen Ouwehand
Vragen van het lid Ouwehand aan de minister van
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de
onveranderde structurele mishandeling van eenden, en de toekomst van de
eendenindustrie in Nederland.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar mevrouw Esther Ouwehand van de fractie van de
Partij voor de Dieren. We heten de minister van Landbouw, Visserij,
Voedselzekerheid en Natuur van harte welkom. Fijn u te zien. Het woord
is aan mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. "Alle eendjes zwemmen in het water" is zo'n
vrolijk kinderliedje dat goed weergeeft dat geen enkele Nederlander het
in zijn hoofd zou halen om eenden aan hun nek uit de sloot te trekken,
in een krat te proppen en zwaar te mishandelen op weg naar het
slachthuis. Als je dat zou doen, dan zou je door je buren worden
aangegeven en misschien zelfs een tik op je gezicht krijgen. Het mag in
elk geval niet.
Hoe anders is dat in de Nederlandse eendenindustrie, die louter
produceert voor de export. Bijna 6 miljoen dieren per jaren worden in
stallen gepropt waar ze geen zwemwater hebben, waar ze in zes weken tijd
worden vetgemest en waar veel dieren niet eens levend uitkomen. Als ze
het einde van die zes of zeven weken hebben gehaald, dan worden ze bruut
en grof gevangen en in kratten gesmeten. Het is niet de eerste keer dat
we daar beelden van hebben gezien. Dat was al in 2018 het geval. De
toenmalige minister zei toen: daar moet de sector mee aan de slag, want
ik vind het onacceptabel. In augustus 2024 waren er weer dezelfde
beelden. Toen zei deze minister: dat vind ik onacceptabel en daar moet
de sector mee aan de slag. Nu, in januari 2025, is het weer aan de orde.
Er verandert niks. Die dieren worden mishandeld en de NVWA zegt: het is
bizar dat we hier weer staan. Wat gaat de minister doen? Het is tijd
voor een einde aan deze industrie die eenden structureel mishandelt.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Wiersma:
Dank, voorzitter, en dank ook aan mevrouw Ouwehand voor het inbrengen
van deze vraag, deze vragen. Laat ik vooropstellen dat ik blijf bij het
standpunt dat ik in augustus had. Dat is dat het ruw behandelen,
mishandelen, van eenden op het moment dat zij gevangen worden om naar
het slachthuis te gaan, onacceptabel is. Dat heb ik toen gezegd en dat
vind ik nog steeds. Ik vind het zelf ook onbegrijpelijk dat, ondanks dat
er al een aantal keren veel aandacht geweest is voor misstanden in deze
sector, de zelfregulering onvoldoende functioneert om hier echt in de
hele keten mee aan de slag te gaan.
Ik vind het prematuur om te zeggen dat we op basis van deze beelden een
hele sector gaan beëindigen, maar ik ben wel van mening dat er echt iets
moet gebeuren. Op basis van de beelden van augustus is er door de NVWA
begonnen met verscherpt toezicht en verscherpte handhaving. Ik
ondersteun dat ook. In de handhavings- en toezichtstrategie van 2025
wordt er echt geïntensiveerd gecontroleerd op de bedrijven. Dat juich ik
ook van harte toe. Ik wil daarbij wel de kanttekening maken dat de NVWA
zelf de overtredingen niet heeft gezien, ook niet bij een inspectie. Op
dit moment is de NVWA echter de beelden die naar buiten gekomen zijn,
aan het analyseren om te kijken of er ook daadwerkelijk sprake is van
vast te stellen overtredingen in deze aangeleverde beelden. Ik kan uw
Kamer toezeggen dat ik bereid ben om een brief met u te delen met de
bevindingen over de beelden, zodra deze resultaten er zijn en ik die van
de NVWA heb ontvangen. Uiteraard heeft de NVWA ook mijn volle steun bij
het intensiveren en het opvoeren van de inspecties en het
toezicht.
Mevrouw Ouwehand geeft ook aan dat er in deze sector, los van deze
beelden, ook andere welzijnsaspecten van toepassing zijn. Ik ben daarom
van plan om deze sector in het vervolg ook mee te nemen in het traject
van de dierwaardige veehouderij, om daarin te komen tot concrete
afspraken die ook afdwingbaar zijn. Daarbij is deze sector echt aan de
beurt om nu te leveren. Het gaat om de sector in zijn geheel. Het is een
kleine sector met een duidelijke keten, van de slachterij tot aan de
vangbedrijven en de primaire producenten. Ik verwacht echt dat deze
sector nu zelfregulering laat zien en dat we daar concrete afspraken
over gaan maken, die we vastleggen in het vervolgtraject voor de
dierwaardige veehouderij. De eendensector werd expliciet benoemd in de
toelichting bij het amendement-De Groot/Van Campen dat daarover gaat. In
dat vervolgtraject zullen die dierenwelzijnsvraagstukken ook aan de orde
komen.
Het gaat me wel te ver, moet ik zeggen, om op basis hiervan een hele
sector af te schaffen waarin ook bedrijven zitten die het goed doen. Er
zijn ook beelden van bedrijven waar geen overtredingen geconstateerd
zijn. Dus dat gaat wat mij betreft te ver, maar ik ben wel van mening
dat er echt iets moet gebeuren.
Dat is de eerste beantwoording op de bijdrage van het lid Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, waar te beginnen? De NVWA heeft geen overtredingen vastgesteld, zei
de minister. In 2018 ze de NVWA al letterlijk: we kunnen niet bij elk
moment van het vangen en laden van de dieren aanwezig zijn, en als we
controles uitvoeren, vinden die misstanden natuurlijk niet plaats. Dat
is een letterlijk citaat van inmiddels zesenhalf jaar geleden. De NVWA
weet dat ze zich gedragen als er een inspecteur is.
De andere woorden die de minister spreekt, namelijk dat de sector aan de
lat staat voor een dierwaardige veehouderij, zijn een echo van die van
minister Verburg van het CDA. Die zei: "Het is onacceptabel hoe die
dieren lijden; ze kunnen niet zonder zwemwater. Ik vertrouw erop dat de
sector ermee aan de slag gaat, want ik meen het echt, hoor. Echt waar.
Het moet allemaal dierwaardig." Vijftien jaar later wil ik wel even van
de minister weten hoeveel dieren er per bedrijf doodgaan. Hoeveel worden
er opgeraapt door de boer en in de vuilnisbak gegooid om opgehaald te
worden door Rendac? Hoeveel zijn dat er? Wat is er aan de dood van die
dieren voorafgegaan? Zijn ze verzorgd? Is er een dierenarts gekomen?
Hebben ze pijnstilling gekregen? Dat zou ik wel van de minister willen
horen. Wil ze dus even schetsen hoe het leven van die dieren
eruitziet?
Ze kan helemaal niet onderbouwen dat er bedrijven zijn die het goed
doen. Dit gebeurt in al die bedrijven; dat lijden is structureel. De
minister moet niet beweren dat er een soort diervriendelijke eendenstal
is waar alles goed gaat en de eenden blij zijn, en dat er een paar rotte
appels zijn. Zo is het niet. In de hele sector lijden deze dieren
structureel. Ik vind dat de minister de feiten moet vertellen.
Er is ook een probleem met stikstof. Het is een van de grootste
uitstoters. Door de uitstoot van stikstof van onder andere de
eendenhouderij sterven op onze Veluwe onze bomen en eiken, en kunnen
koolmeesjes geen eieren meer leggen. En als het ze lukt om een ei te
leggen, breken hun jongen hun pootjes in het nest. Een groot probleem
voor de minister. Deze slachterij houdt zich al jarenlang niet aan de
regels. Dat is illegaal. Zelfs de gemeente, die ze nota bene alle kansen
heeft gegeven om te legaliseren, is het nu spuugzat. Het is dus niet: ik
vind het te ver gaan om nu een hele sector te verbieden. Nee, de
minister moet aan de kant van de gemeente gaan staan en zeggen: "Het is
afgelopen. Er is sprake van structureel dierenleed. Structureel wordt de
wet niet nageleefd. Er is overlast voor de omgeving en stikstofuitstoot.
Afgelopen ermee."
Minister Wiersma:
Zoals ik zojuist in mijn beantwoording aangaf, zie ik zeker dat er in
deze sector stappen worden gezet op het gebied van dierenwelzijn. Dat is
ook de reden dat ik vind dat ze in het vervolgtraject van de
dierwaardige veehouderij concreet meegenomen moeten worden. De punten
van mevrouw Ouwehand kunnen daarin ook een plek krijgen. Het staat
voorop dat wij in Nederland het traject dierwaardige veehouderij hebben.
We zijn nu in de gelegenheid om strakke afspraken met de sector te maken
om die zo afdwingbaar de richting op te laten bewegen die wij wensen. We
moeten met elkaar dus vaststellen welke stappen gezet moeten worden.
Binnen een bepaald tijdsbestek — daarover gaan we met elkaar in gesprek
— moet dat dan ook gebeuren. Op het moment dat we deze sector per direct
stoppen, betekent dat dat die eenden in een land gehouden worden waar ze
dit niet kennen. Het is mijn uitgangspunt om nu met deze sector concrete
stappen te zetten op de door mevrouw Ouwehand aangedragen punten. Ik zie
daarin absoluut een heel grote verantwoordelijkheid voor die hele keten,
en het is een kleine keten. Juist omdat het een kleine keten is, is er
sprake van vermogen om tot zelfregulering over te gaan. Die kans hebben
ze inderdaad gehad, ook bij toenmalig minister Verburg. Dat geeft
mevrouw Ouwehand ook aan. Daarom zeg ik dat we dat gaan meenemen in de
dierwaardige veehouderij en dat we concrete afspraken gaan maken. Ik
verwacht ook dat er nu gewoon geleverd wordt.
Het is uiteraard zo dat de NVWA toezicht houdt op eendenslachterijen. Ik
ondersteun de advisering die zij mij daarover geven. Op dit moment is de
NVWA goed in gesprek met deze slachterij en worden hier afspraken over
gemaakt. Het toezicht is geïntensiveerd. Ik heb van de
inspecteur-generaal van de NVWA begrepen dat ze kijken of er ook
toezicht gehouden kan worden met behulp van drones, omdat het punt dat
mevrouw Ouwehand, terecht, aangeeft, herkend wordt, namelijk dat de
beelden bij een aangekondigde inspectie niet goed naar voren komen. We
zullen dus onderzoeken of en hoe we dit mogelijk kunnen maken. Dit heeft
namelijk nog best wel met wet- en regelgeving te maken. Ik ondersteun
het ten volle om drones in deze sector in te kunnen zetten.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dat dacht ik al.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dit bedrijf is al vaker de fout in gegaan. Het is gewoon te walgelijk
voor woorden wat we op die beelden zien. Dat kan echt niet. Aanpakken
die handel, zou ik zeggen! Dit moet je gewoon keihard aanpakken. Een
sector verbieden op basis van wat individuele bedrijven doen, lijkt me
te ver gaan. Want anders gaan we dat doortrekken naar alle bedrijven in
Nederland. Ik denk niet dat dat een goede zaak is. Maar dit moet gewoon
kei-, keihard aangepakt worden. Ik wil de minister het volgende vragen.
De minister heeft het over "afdwingbaar". Ik zou de minister willen
vragen om uit te leggen wat dat afdwingbare precies is en de Kamer op de
hoogte te houden van de inspecties en de interventies die de NVWA hierop
pleegt. Bedrijven zoals dit bedrijf, met deze gruwelijke
dierenmishandelingen, moeten geen plek hebben in Nederland.
Minister Wiersma:
Als bedrijven herhaaldelijk de fout in gaan, heeft de NVWA ruimte om
boetes uit te delen. Dat doet de NVWA ook. Die boetes worden ook hoger
bij herhaaldelijke overtreding. Als het gaat om afdwingbare afspraken:
we werken ook toe naar een AMvB dierwaardige veehouderij. Daarin staan
afspraken, die straks worden opgenomen in wet- en regelgeving zodat daar
ook op gehandhaafd kan worden. Datzelfde moeten we dus ook voor deze
sector gaan doen, met concrete stappen en maatregelen. Ik ben het er
helemaal mee eens dat er hard moet worden opgetreden tegen
herhaaldelijke misstanden. Ik zie dat de NVWA zich daar ook tegen
uitspreekt, en ik ondersteun dat uiteraard ten volle.
Voorzitter. Tot zover de beantwoording.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
De minister maakt geen keuze. GroenLinks maakt die keuze wel, want de
eendenfokkerij in Nederland heeft geen enkele toegevoegde waarde. Wij
eten helemaal geen eenden. Ik ga hier al jaren over die misstanden
rondom eenden in debat met achtereenvolgende bewindspersonen.
Tegelijkertijd hebben we, zoals mevrouw Ouwehand net al aangaf, een
stikstofcrisis in Nederland. De eendenhouderij zorgt voor een
behoorlijke stikstofdepositie. In hetzelfde gebied wil Defensie graag
oefenruimte hebben, maar dat kan niet omdat er te veel stikstofruimte
is. Ik wil de minister het volgende vragen. Als zij nou moet kiezen,
kiest zij dan voor de eendenhouderij of voor de veiligheid van
Nederland?
Minister Wiersma:
Dank voor de vraag. Ik zie deze patstelling in die zin niet. In brede
zin hebben we op stikstofgebied een hoop stappen te zetten. De
eendensector is geen hele grote sector. Ja, zij veroorzaken ook
ammoniakemissie en depositie. We gaan natuurlijk in een hele andere
discussie in de volle breedte aan de slag om te kijken hoe we daar een
concreet maatregelenpakket op kunnen inzetten. Dat heeft absoluut de
hoogste prioriteit van dit hele kabinet, kan ik u verzekeren. Bij zo'n
keuze zijn uiteraard beide zaken van belang, waarbij veiligheid wat dit
kabinet betreft natuurlijk bovenaan staat. Maar het zomaar verbieden van
een gehele sector is wel een hele draconische maatregel, waarmee ook
bedrijven getroffen worden die zich netjes aan de regels houden.
De heer Van Campen (VVD):
Deze walgelijke dierenbeulerij moet gewoon stoppen. Als je deze beelden
ziet, draait je maag daarvan om. We weten dat de NVWA dit kan. Dat
hebben we bij het bedrijf Gosschalk ook gezien; daar ging gewoon het
slot op de deur. Ook hier zien we weer de herkenbare tendens van het
slachthuis dat wijst naar de transporteur, de transporteur die verwijst
naar de vangers, de vangers die verwijzen naar de boerenbedrijven …
Iedereen in die keten is verantwoordelijk voor een verantwoorde omgang
met het dier. Deelt de minister de opvatting van de VVD dat bij three
strikes, dus bij drie grote schendingen van de rechten van dieren, het
slot op de deur moet? Deelt zij dat het slachthuis ook een
verantwoordelijkheid draagt voor de wijze waarop dieren worden ingeladen
op transport, en is zij bereid om de sector op die manier aan de ketting
te leggen?
Minister Wiersma:
Ik heb zojuist ook gezegd dat ik juist in deze sector die
ketenverantwoordelijkheid van groot belang vind. Die zie ik dus. Wat
betreft het "three strikes out"-principe: dat is het licht waarin de
NVWA ook naar deze situatie kijkt, met name bij het door de heer Van
Campen genoemde bedrijf. Zo verloopt de beoordeling van deze incidenten
in de praktijk. Ik ben het er helemaal mee eens dat we dit niet willen.
Dit willen we gewoon niet zien. Ik kan dat alleen maar
onderschrijven.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Volgens mij krijgt de minister morgen van de rechter te horen dat ze
héél snel moet zorgen dat de stikstofcrisis wordt opgelost om de
Nederlandse natuur te beschermen. Deze sector is een van de grote
uitstoters. Ik had haar ook gevraagd hoe ze nou kijkt naar die
slachterij, die dus de hele sector beheerst, of nou ja, "de hele
sector", 30 stallen. Dit is al jaren illegaal. De gemeente is in een
enorm moeilijk gevecht verwikkeld. Gaat ze nou aan de kant van die
gemeente staan? Zegt zij: "ik steun het bevoegd gezag, want iedere
Nederlander moet zich aan de wet houden, dus zeker ook zo'n bedrijf"?
Wat gaat ze doen?
Minister Wiersma:
Het uitgangspunt is natuurlijk dat iedereen zich aan de wet moet houden.
Als dat niet gebeurt, dan moeten we daar iets mee. Dat lijkt me
logisch.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké. Ik denk dat ze zich in Ermelo zeer gesteund voelen door de
minister. Ik zou zeggen: daar moet een tandje bij.
Voorzitter. Ik kom bij mijn laatste vraag, want ik heb er nog maar één.
De minister vindt dat ze zelf heel goed weet hoe het met het
dierenwelzijn in Nederland gaat. Maar hoeveel dieren gaan er nou dood?
Dat heeft ze niet gezegd, dus mijn conclusie is dat ze dat niet weet. Er
komen 180.000 eenden per jaar niet levend de stal uit. Er sterven
vijftien dieren per dag in de stal. Zij krijgen geen medische verzorging
en geen pijnstilling. Ze creperen daar gewoon. De minister probeert hier
te zeggen dat er ook bedrijven zijn waar het wel goed gaat, terwijl de
feiten zeggen dat dit is hoe dieren aan hun einde komen in iedere
eendenstal in Nederland. We hebben er 30. Dat is een grove schande.
Minister Wiersma:
Ik gaf zojuist aan dat er hier in Nederland afspraken tot verbetering
kunnen komen met de trajecten die lopen. Het is terecht dat we geen
legbatterijen in Nederland willen, maar die productie vindt vervolgens
wel elders plaats en daar hebben we helemaal geen zeggenschap meer over.
Ik zie dit als een opening om met deze sector in gesprek te gaan over
harde afspraken. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat we
dit soort beelden niet willen.
De voorzitter:
Dank aan de minister van Landbouw voor haar aanwezigheid vandaag.
Vragen Westerveld
Vragen van het lid Westerveld aan de staatssecretaris
Jeugd, Preventie en Sport over de oproep van de politie om te
investeren in de ggz omdat het aantal meldingen over mensen met
onbegrepen gedrag inmiddels is gestegen tot bijna 150.000 per
jaar.
De voorzitter:
Ik verwelkom de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, de heer
Karremans. Ik geef graag het woord aan mevrouw Westerveld van de fractie
van GroenLinks-Partij van de Arbeid voor het stellen van een vraag. Het
woord is aan mevrouw Westerveld.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Ik ontving recent een noodkreet van ouders die
zich enorm zorgen maken om hun kind. Het begon klein: de studie ging
niet goed, er was sprake van sombere buien en er was moeilijk contact te
krijgen. Week op week werden de problemen groter, totdat ze samen
besloten dat het zo niet langer kon en dat ze professionele hulp gingen
inschakelen. Toen kwamen ze terecht bij de ggz. Of althans, dat was de
bedoeling. Er zijn namelijk enorme wachtlijsten. Ze werden keer op keer
doorverwezen; er was nergens plek. Als mensen dan eindelijk aan de beurt
zijn, krijgen ze heel vaak te horen: nu is je probleem te complex
geworden. Dan komen ze weer op een andere wachtlijst terecht. Zo
belanden veel mensen weer thuis of zwerven ze uiteindelijk op straat.
Inmiddels staan er 100.000 mensen op de wachtlijst voor de ggz. Ik
ontvang regelmatig mails van ouders, broers, zussen, bezorgde
familieleden, maar ook van hulpverleners en leraren die zich zorgen
maken over iemand omdat ze bang zijn dat die persoon zichzelf of een
ander wat gaat aandoen. Maar het woord "ggz" staat niet eens in het
regeerprogramma.
Het is natuurlijk een logisch gevolg dat de politie steeds vaker wordt
gebeld. In het afgelopen jaar werd de politie bijna 150.000 keer gebeld.
Dat is dus meer dan 400 keer per dag. Deze mensen hebben hulp nodig.
Daartoe roept de politie ook op. Mijn vragen aan de staatssecretaris
zijn dus als volgt. Wat gaat hij doen met de oproep van de politie om
dringend te investeren in de ggz? Wat gaat hij doen met de suggestie om
ggz-medewerkers op iedere meldkamer te zetten om telefoontjes te
beoordelen? Hoe zorgt de staatssecretaris dat er dan ook passende
vervolghulp beschikbaar is en dat er genoeg hulpverleners 24 uur per dag
beschikbaar zijn? Dit is een hele concrete oproep van de politie. Ik
hoop dan ook op hele concrete antwoorden van de staatssecretaris.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Karremans:
Dank u wel, voorzitter. Dank, mevrouw Westerveld, voor de vraag. Ik ben
het volstrekt met haar eens dat de politie alleen moet komen en moet
optreden als de openbare orde en de veiligheid in het geding zijn.
Datzelfde geldt ook voor boa's; dat geldt in de breedte voor mensen die
werken aan onze veiligheid op straat. Ik was in een vorig leven
wethouder handhaving in Rotterdam. Nou, ik kan er dus een aardig eind
over meespreken als wethouder die verantwoordelijk was voor de boa's in
die stad.
Het aantal E33-meldingen neemt toe. Dat hebben we inderdaad gezien en
hebben we ook kunnen horen van de politie. Daarover kan ik zeggen dat
het moeilijk is dat precies te duiden. We weten niet of de groep mensen
waar het om gaat, waar een melding over gedaan wordt, ook groeit. Die
E33-meldingen zijn namelijk een vergaarbak. Het kan vaak ook om dezelfde
situatie gaan. Het gaat ook niet altijd om ggz-problematiek. Het kan
bijvoorbeeld ook gaan om dementie, mensen met een verstandelijke
beperking of soms gewoon dronkenschap of drugsgebruik. Er zitten ook
arbeidsmigranten tussen. Dat heb ik ook gezien in Rotterdam. Als je
bijvoorbeeld kijkt naar het aantal gevallen dat de politie doorgeleidt
naar de crisisdienst van de ggz, dan zie je ook dat het maar in 38% van
de gevallen — "maar" zeg ik er maar even bij — gaat om daadwerkelijke
ggz-problematiek. Soms moet iemand gewoon zijn roes uitslapen of gaat
het om een andere vorm van problematiek, zoals ik net al heb
gezegd.
Ik wil er even bij zeggen dat ik de oproep en de zorg van de politie
daarover erken. Die zorg is natuurlijk heel begrijpelijk. De ggz is er
ook gewoon een onderdeel van. De dingen die we daaraan doen, zijn de
volgende. We hebben onder andere het Actieprogramma Grip op Onbegrip.
Daarvoor is er door VWS en JenV 112 miljoen euro beschikbaar gesteld om
regio's een aanpak te laten maken voor mensen met verward gedrag. Dat
kan bijvoorbeeld gaan over straattriage of over een GGD'er in de wijk.
Het verschilt per regio. Regio's zijn gewoon anders. In de grote stad is
het echt anders dan in bijvoorbeeld Salland of Horst-Sevenum. De regio's
krijgen ook de mogelijkheid om dat zelf in te vullen, omdat de behoeften
daar ook gewoon anders zijn. Naar aanleiding van een parlementaire
verkenning hebben we een interdepartementaal programma opgezet. Dat is
gedaan door onder andere de ministeries van VWS, Sociale Zaken, BZK en
JenV. Daarin werken we samen langs een aantal pijlers. We hebben ook een
actieprogramma dat ziet op daadwerkelijke samenwerking tussen zorg en
forensische zorg. Op die fronten werken we er dus aan om dit probleem
voor de politie — het is heel begrijpelijk dat dit een probleem is —
terug te dringen.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor de staatssecretaris best veel zeggen, maar het is weinig
concreet. Ik heb drie hele concrete vragen gesteld, die de politie ook
stelt aan deze staatssecretaris. Maar allereerst: de staatssecretaris
geeft aan dat de politie alleen moet optreden als de openbare orde in
het geding is.
Staatssecretaris Karremans:
Ja.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
De openbare orde ís vaak in het geding omdat deze mensen radeloos zijn,
omdat ze hulp nodig hebben, omdat ze worden weggestuurd bij
ggz-instellingen, omdat er geen plek is, omdat ze soms zo wanhopig zijn
dat ze zichzelf wat aandoen of anderen wat aandoen. Natuurlijk bellen
mensen dan de politie op. Ik spreek politiemensen die soms met iemand
langs verschillende instellingen en opvangplekken gaan, waar nergens
plek is. Of mensen komen terecht in de daklozenopvang, waar ze inderdaad
worden opgevangen, maar waar ook geen ggz-hulp aanwezig is. Ook daar
hebben we een halfjaar geleden een motie over ingediend. Die vroeg om
een noodplan. Daar zit het woord "nood" in. Die motie heeft de Kamer
aangenomen. Ook daarbij wachten we nog steeds op de uitvoering. Ik wil
dus van deze staatssecretaris graag een concreet antwoord. Gaat hij aan
de slag met de oproep van de politie en de drie vragen die ik hem in de
eerste termijn stelde? En gaat hij vervolgens ook echt zorgen dat er
meer plekken komen? Want dat is de oproep. Deze mensen hebben hulp
nodig. Er zijn te weinig plekken, de wachtlijsten groeien en
hulpverleners en de politie, maar ook mensen op straat merken de
gevolgen daarvan. Dus wat gaat de staatssecretaris heel concreet doen
met deze oproep?
Staatssecretaris Karremans:
Daarover heb ik net natuurlijk al het een en ander gezegd. Mevrouw
Westerveld zegt: de wachtlijsten zijn overvol en superlang; mensen
moeten lang wachten op hulp in de ggz. Dat klopt. Ik heb natuurlijk al
aangekondigd dat ik kom met een hele uitgebreide werkagenda, waar we nu
heel hard aan werken. Voor het februarireces kom ik al met een eerste
brief richting de Kamer, omdat wij hier kort daarna ook een debat over
voeren. Voor de zomer ligt er een veel bredere aanpak, ook ten aanzien
van mentale gezondheid in den brede. Daar hebben we vandaag natuurlijk
ook het een en ander over kunnen lezen in het nieuws. Dat vergt ook heel
veel aandacht en dat ligt in elkaars verlengde. Dus ja, de aanpak in de
ggz hebben we vol op ons netvlies en daar zijn we mee bezig. Het is
alleen niet makkelijk op te lossen, zeg ik daar wel bij. Er is geen
quick fix of knop waar we op kunnen drukken zodat het vervolgens
opgelost is.
Ten aanzien van de meldingen die de politie krijgt, heb ik net al gezegd
dat het niet allemaal potentiële ggz-patiënten zijn. Dat beeld wil ik
wel even rechtzetten. Daar gaat het niet om bij de E33-meldingen. Het
kan daarbij soms ook gaan om mensen met dementie of mensen met een
verstandelijke beperking. Soms gaat het om dronkenschap of drugsgebruik.
Ik heb dat net allemaal genoemd. Het is daarbij ook belangrijk dat we
eraan werken dat de juiste meldingen bij de juiste partij terechtkomen.
Een van de dingen die we daarvoor heel concreet aan het doen zijn, is
veel meer aandacht vragen voor het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag. Dat is
nog niet breed genoeg bekend in Nederland. We besteden daar onder andere
in campagnes aandacht aan. We zeggen tegen mensen in Nederland: bij
spoed bel je altijd 112. Het is dan belangrijk dat de politie snel komt.
Voor verward gedrag hebben wij het telefoonnummer 0800-1205. Dan wordt
het op een andere manier opgepakt in de zorg. Als de juiste meldingen op
de juiste plek terechtkomen, ontlast dat de politie natuurlijk ook
weer.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Een meldpunt klinkt goed, maar je hebt niet zoveel aan een meldpunt als
er daarna onvoldoende hulp beschikbaar is. Dat is hier het probleem. Er
zijn onvoldoende plekken voor mensen met onbegrepen gedrag. Daardoor
belanden ze vaak op straat en moeten ze soms zwerven. Ik had het er net
al over dat wij vroegen om een noodplan. Zelfs daar wachten wij op. Ik
wil heel graag weten of de staatssecretaris deze oproep nou echt serieus
gaat nemen. Mijn conclusie is namelijk dat hij dat niet doet. Het is
niet voor niets dat de politie bij hem aanklopt en zegt: er moet
geïnvesteerd worden in de gezondheidszorg en in de ggz. Deze mensen doen
dag en nacht hun werk op straat en zien welke nood deze mensen hebben.
Ik hoop dan toch ook dat deze VVD-staatssecretaris concreet aan de slag
gaat. Dat is meer dan een werkagenda opstellen, want daarmee komen we er
niet.
Staatssecretaris Karremans:
Dat ligt natuurlijk helemaal aan wat er in die werkagenda staat, denk ik
zomaar. We zijn al jaren aan het investeren in de ggz. In 2019 gaven we
nog 6,6 miljard uit aan geestelijke gezondheidszorg. Inmiddels is dat
meer dan 9,5 miljard euro. We investeren in de ggz. De urgentie is hoog.
Maar ik zeg er tegelijkertijd bij: de quick fix is er niet. Ik had de
vraag over de ggz-medewerkers in de meldkamer nog niet beantwoord. Dat
is geprobeerd. Dat stond ook in het stuk. Dat is niet vastgelopen omdat
er onvoldoende financiële middelen beschikbaar waren, zoals in het stuk
stond. Dat is geëindigd omdat het niet bleek te werken. Zo zit ik er ook
in; ik ben heel erg voorstander van dingen proberen, maar als ze niet
werken, moeten we er ook mee stoppen en andere dingen proberen zoals
straattriage en wijk-GGD'ers. Dat werkt in sommige regio's en gemeenten
erg goed. Daar moeten we vooral ook mee doorgaan en dat moeten we waar
mogelijk intensiveren.
Mevrouw Paulusma (D66):
Dank aan collega Westerveld voor deze vraag. Het is een ontzettend
belangrijk onderwerp. Ik sluit even aan bij het laatste dat de
staatssecretaris zei, namelijk dat het kabinet en het zorgveld vooral
niet moeten doen wat niet werkt. Maar om te weten wat niet werkt, heb je
data en onderzoek nodig. Dit kabinet en deze staatssecretaris bezuinigen
opgeteld 40% op het onderzoek naar verward gedrag en de ggz. Dan vraag
ik mij toch serieus af: gaat de staatssecretaris met een blinddoek op
varen en het beleid uitvoeren, en besluiten wat wel of niet werkt?
Ondertussen is de staatssecretaris namelijk op het onderzoek wat nodig
is voor data en kennis fors aan het bezuinigen. Hoe kunnen deze twee
dingen gerijmd worden?
Staatssecretaris Karremans:
Er is al heel veel onderzoek. Ik denk dat we redelijk goed in beeld
hebben wat er moet gebeuren. Met die werkagenda zijn we dat natuurlijk
ook allemaal in kaart aan het brengen. Het uitzoeken van de
E33-meldingen is een heel lastig, specifiek probleem, omdat het een
vergaarbak is. Dat heb ik zojuist al gezegd. Ik heb natuurlijk ook de
vraag gesteld of we dat kunnen uitdiepen. Het punt is alleen dat
politieagenten geen psychologen zijn. Die kunnen dus geen diagnose
stellen ten aanzien van wat er nou daadwerkelijk aan de hand is. Dat zou
alleen in bepaalde mate kunnen als we zeggen: we gaan alle
politieagenten opleiden tot psycholoog of we nemen alleen nog maar
psychologen aan. Maar dan heb je ook nog eens een keer die enorme
administratieve last, waar volgens mij ook geen draagvlak voor is.
Volgens mij zijn er heel veel regio's heel goed aan de slag met dit
probleem en verstrekken we daar ook financiering voor. We zijn ook druk
bezig met een werkagenda. Daar ben ik al sinds mijn eerste dag als
staatssecretaris mee bezig. Die komt voor de zomer richting de Kamer.
Voor het februarireces komt er een eerste brief over de aanpak in de
ggz.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank aan de staatssecretaris en dank aan mevrouw Westerveld voor het
stellen van deze vraag. Er staan 100.000 mensen op een wachtlijst;
100.000! Dat aantal wordt niet kleiner, maar groter. De samenleving
betaalt de prijs. Daarom luidt de politie de noodklok. Dat doet niet
alleen de politie, maar ook de NS. Zij moeten allemaal mensen opvangen
die eigenlijk zorg nodig hebben maar die die zorg niet krijgen. Met deze
enorme schaarste, waar mensen elke dag de dupe van worden, laat deze
staatssecretaris toe dat zorgverzekeraars omzetplafonds opleggen aan
zorginstellingen die wel de ruimte hebben om mensen te behandelen en die
ervoor kunnen zorgen dat de wachtlijsten korter worden. Maar die
zorgverzekeraars zeggen dus in oktober of soms zelfs in juni: het geld
is op en u mag niet meer behandelen; het kan wel, maar we doen het niet.
Is de staatssecretaris nu, na deze laatste noodklok van de politie,
ervan overtuigd dat die omzetplafonds van tafel moeten?
Staatssecretaris Karremans:
Ik gaf net al aan dat we substantieel echt veel meer geld aan de ggz
uitgeven dan een paar jaar geleden. Het beeld dat het om financiële
redenen niet goed gaat in de ggz, is dus niet juist. We hebben wel te
maken met arbeidsmarkttekorten, zoals breder in de zorg. Om daar ook een
beeld bij te schetsen: de wachttijden zijn nog nooit zo lang geweest als
nu, maar ook het aantal mensen die in de ggz werken, is nog nooit zo
hoog geweest als nu. Dat geeft ook wel wat aan. Er werken dag en nacht
ontzettend veel mensen in de ggz om goede geestelijke gezondheidszorg te
leveren, maar daar hebben we er nog steeds te weinig van. Daar zit het
'm natuurlijk in. Ik wil ook enigszins het beeld nuanceren dat het hier
alleen gaat om potentiële ggz-patiënten die bij wijze van spreken nu op
een wachtlijst moeten staan en dan maar op straat belanden en daar
gedrag vertonen dat uiteindelijk leidt tot een politiemelding. Dat is
niet het geval. Deels is het ggz, maar voor een heel groot deel, voor
het grootste deel, is het andere problematiek. Die moeten we overigens
ook aanpakken, maar dat zit niet in de ggz zelf.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vind het geen pas geven dat deze staatssecretaris de noodoproep van
de politie, die elke dag precies weet met wie ze te maken heeft en die
ziet dat dit gaat om mensen met verward gedrag die zorg nodig hebben,
die ze niet kan plaatsen en die die zorg niet kunnen krijgen,
bagatelliseert. Dat vind ik heel kwalijk. Wat ik ook heel kwalijk vind
... Kijk, de minister heeft op vragen van de SP geantwoord dat er geen
zicht is op de tijd die deze omzetplafonds kosten, dat er geen zicht is
op het aantal zorgaanbieders dat ermee te maken heeft, dat er geen zicht
is op het effect op het aantal mensen en op de wachtlijsten in de ggz
...
De voorzitter:
Ja, helder, helder.
Mevrouw Dobbe (SP):
De staatssecretaris heeft geen idee. Wil hij het, als hij het nu niet
wil afschaffen, in ieder geval in kaart brengen en onderzoeken? Zo
kunnen we daarnaartoe werken en de wachtlijsten daadwerkelijk
aanpakken.
Staatssecretaris Karremans:
Ik bagatelliseer het geenszins. Daar wil ik echt heel helder over zijn.
We zijn op allerlei fronten bezig om dit aan te pakken, ook samen met
andere ministeries. We kijken ook naar de bestaanszekerheid in relatie
tot de zorg. Daar zijn we allemaal mee bezig. Het is allemaal nieuw; dat
zijn nieuwe programma's. We zien dat dit een probleem is, voor de
politie, voor de spoorwegen en voor handhavers in gemeenten. We zijn
hier dus mee bezig. Ik probeer alleen wel een beeld te schetsen van het
probleem zoals ik het zie, waarvan we ook in de praktijk zien dat het
gebeurt. Dat probleem wil ik heel graag oplossen. Daar is geen nieuw
onderzoek voor nodig. We hebben veel geld beschikbaar gesteld voor
regio's om een lokale aanpak te maken voor mensen met verward gedrag.
Dat gaat de goede kant op, maar daar moet nog meer in geïntensiveerd
worden. Dat ondersteunen we ook.
De heer Thiadens (PVV):
De politie pleit voor een ggz-medewerker in elke meldkamer. Mijn vraag
aan de staatssecretaris is: wat gaat dat precies toevoegen? Om een goede
inschatting te maken van een situatie, moet je uiteindelijk toch ter
plaatse zijn. Hulpdiensten zijn getraind om die inschatting goed te
kunnen maken ter plaatse. Daar zijn protocollen en trainingen voor. Vaak
worden er ook behandelingen en vervoer aan gekoppeld. De vraag is dan
ook: wat gaat een ggz-medewerker in de meldkamer daaraan toevoegen? Hoe
ziet de staatssecretaris dat?
Staatssecretaris Karremans:
Ik heb net al aangegeven dat de meerwaarde daarvan al is onderzocht en
dat die er niet is. In het stuk in de krant stond dat het is vastgelopen
op financiën, maar dat is niet het geval. Het is vastgelopen, als je het
althans die kwalificatie kunt meegeven, omdat het niet bleek te werken;
punt.
Mevrouw De Korte (NSC):
Mevrouw Westerveld heeft het net al gehad over de instroom in de ggz,
die vastloopt. Maar ook de uitstroom kan echt beter. Sinds 2012 konden
mensen met ernstig verward gedrag vaak nog begeleid wonen op een
ggz-terrein. Nu zijn die woningen wegbezuinigd. We hebben begrepen dat u
ermee bezig bent om weer nieuwe woningen te plaatsen, maar wanneer gaan
die woningen er komen? Dat zou echt helpen om minder mensen op straat te
hebben.
Staatssecretaris Karremans:
Dat gaat over de ggz in de Wlz. Dat zit bij mijn collega. Maar we nemen
het natuurlijk wel samen mee, ook in de werkagenda. Daar zijn we dus mee
bezig. Mevrouw De Korte heeft absoluut een terecht punt dat het ook gaat
om de uitstroom. Het gaat dan tegelijkertijd ook weer om aanspraken.
Daarover hebben we met elkaar dus een ingewikkelde discussie te voeren.
Die discussie moet naar mijn mening wel gevoerd worden, omdat dit
uiteindelijk ook leidt tot betere doorstroming en betere hulp aan
kwetsbare mensen die dit nodig hebben.
Mevrouw Van den Hil (VVD):
Ik wil het even hebben over de veiligheid, want we beschermen vaak de
patiënten heel erg, maar ik vind dat we ook de maatschappij moeten
beschermen. Je hoort regelmatig dat dit vastloopt omdat er geen gegevens
uitgewisseld mogen worden, en dat er geen opvolging is als ze wel
uitgewisseld mogen worden. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus:
hoe kunnen we Nederland veilig maken voor die mensen door er wel
opvolging aan te geven?
Staatssecretaris Karremans:
Dat is een zeer terecht punt. Hulpverleners moeten op het juiste moment
gegevens kunnen uitwisselen met elkaar, om ervoor te zorgen dat er zorg
geboden kan worden, maar natuurlijk ook voor de veiligheid van de
hulpverleners zelf. Ik ben de naam van het wetsvoorstel even kwijt, maar
er ligt een wetsvoorstel bij de Kamer. Ik weet dat het met een "w"
begint. Dat is overigens het geval bij de meeste wetsvoorstellen. Als
dat nou snel behandeld kan worden door de Kamer, kunnen we een heel
grote stap zetten op dat gebied.
De voorzitter:
Ook 30 seconden voor de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het woord "ggz" komt niet voor in de afspraken van de coalitie, maar je
ziet dat het met 150.000 meldingen een groot probleem is. Mensen die dit
gedrag vertonen, wonen nou eenmaal in wijken waar ook andere mensen
wonen. Welk plan heeft de staatssecretaris om het gesprek met hen aan te
gaan, zodat we de mensen die het betreft blijven zien als medemens en
niet als gevaar? Daar is ook communicatie voor nodig. Ik mis daarvoor
iets van een plan of strategie van de staatssecretaris. Kan hij meenemen
hoe we, los van de harde maatregelen, kunnen nadenken over hoe we kunnen
communiceren en leven met mensen die verward gedrag vertonen? Ik heb het
dus niet over strafbaar gedrag, maar wel over verward gedrag en over hoe
we daar als samenleving mee kunnen omgaan.
Staatssecretaris Karremans:
Ik denk dat de heer Ceder daar echt een van de kernen van dit debat te
pakken heeft. We zien dat de tolerantie jegens personen met verward
gedrag afneemt in de samenleving. Wat doen mensen? Ze bellen 112 in
plaats van, wat we graag willen, het Meldpunt Zorgwekkend Gedrag.
Nogmaals, hun telefoonnummer is 0800-1205. Het zou natuurlijk ook al
heel erg schelen voor de politie als mensen het meldpunt bellen. Ik zeg
toe dat ik dat ook meeneem in de werkagenda.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit vragenuurtje. Hartelijk dank aan de
staatssecretaris voor zijn aanwezigheid vandaag. Ik schors enkele
ogenblikken en dan gaan we stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.