[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025 (Kamerstuk 21501-33-1109)

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2025D02068, datum: 2025-01-22, bijgewerkt: 2025-01-22 13:55, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-1112 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2025Z00858:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


21501-02 Raad Algemene Zaken

Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld d.d. .. 2025

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 17 januari 2025 inzake Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025 (Zaaknummer 2025Z00661) en d.d. 19 december 2024 inzake Verslag Raad Algemene Zaken van 17 december 2024 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3002).

Bij brief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van der Plas

De adjunct-griffier van de commissie,

Hoedemaker

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

  • Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie


II Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken

  1. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben nog wat vragen.

Het lijkt nog onduidelijk te zijn wat de koers gaat worden van de regering-Trump met betrekking tot de financiële en militaire steun aan Oekraïne. De leden van de PVV-fractie vragen de minister of hij indicaties heeft ontvangen die blijk geven van een onduidelijke opstelling van de regering-Trump bij het voortzetten van de steun aan Oekraïne.

  1. Antwoord van het kabinet

Trump is zeer recent aangetreden als president. Het is belangrijk geen overhaaste conclusies te trekken over wijzigingen in Amerikaans beleid ten over staande van Oekraïne. Nederland is doorlopend met de Verenigde Staten in gesprek over onze gedeelde belangen en de grote uitdagingen waar zowel de VS als de EU voor staan. Oekraïne is daarin prioriteit. Deze gesprekken zullen we blijven voeren.

Hoge Vertegenwoordiger Kaja Kallas heeft onlangs aangegeven dat de Europese Unie (EU) klaarstaat om de leidende rol van de Verenigde Staten (VS) over te nemen ten aanzien van de steun aan Oekraïne en de leden van de PVV-fractie vragen wat de minister van deze uitspraak van de Hoge Vertegenwoordiger vindt. Deze leden merken in dit kader op dat de bekrachtiging van de uitbreiding van het buitenlandbeleid van de EU door nationale parlementen moet worden bepaald.

Voor 31 januari a.s. moeten EU-lidstaten instemmen met de verlenging van de huidige sanctiemaatregelen tegen Rusland en de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken wil eigenlijk geen besluit nemen tot duidelijk is of de regering-Trump deze ook in stand zal houden. De leden van de PVV-fractie vragen wat het effect van deze sancties nog zal zijn als de Verenigde Staten deze niet meer in stand zal houden en wat de mening van de minister is over de opstelling van de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken.

  1. Antwoord van het kabinet

Sancties zijn een belangrijk onderdeel van de geïntegreerde Europese beleidsinzet ten aanzien van Oekraïne. Het kabinet zet in op verlenging van de maatregelen en kan niet speculeren over maatregelen van de nieuwe Amerikaanse regering. Het kabinet blijft het belang van EU-eenheid onderstrepen. Dit doet het kabinet samen met vele andere EU-lidstaten. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat het Pools voorzitterschap zich hier ook voor zal inspannen.

Deelt de minister de mening van de leden van de PVV-fractie dat Hamas nooit ofte nimmer (meer) politieke macht mag hebben in gebieden die onder controle van de Palestijnen zijn? 

  1. Antwoord van het kabinet

Voor Nederland zijn de G7-principes voor de ‘Day After’ in de Gazastrook leidend. Onderdeel hiervan is dat Hamas geen rol speelt in het bestuur van de Gazastrook.

De voornoemde leden vragen opheldering aan de minister waarom Nederland samen met Frankrijk voortrekker is in de totstandkoming van het derde sanctiepakket tegen zogenaamde gewelddadige kolonisten in betwiste gebieden. Ook vragen deze leden waarom er nog geen nieuwe sancties tegen Hamas bekrachtigd zijn. Tevens vragen zij de minister of hij in kaart kan brengen welke andere betwistbare conflictgebieden potentieel in aanmerking voor sancties zouden kunnen komen. Kan de minister per gebied aangeven waarom Nederland daar geen voortrekkersrol in speelt?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is voorstander van de inzet van sancties als onderdeel van een bredere, samenhangende beleidsinzet om buitenlandpolitieke doelstellingen te behalen. Het kabinet spreekt zowel bilateraal als in EU-verband zijn afkeuring uit over gewelddadig optreden van kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Nederland spreekt Israël aan op diens verantwoordelijkheden onder het bezettingsrecht, waaronder die voor de veiligheid van Palestijnse burgers. Nederland draagt voortdurend internationaal bij aan het opvoeren van druk op Hamas. De EU heeft begin vorig jaar een nieuw sanctieregime opgezet gericht op personen en entiteiten die Hamas en de Palestijns Islamitische Jihad (PIJ) financieren of faciliteren. In totaal zijn er twaalf personen en drie entiteiten op deze sanctielijst geplaatst. Ook heeft de EU drie aan Hamas gelieerde entiteiten op de mensenrechtensanctielijst geplaatst wegens seksueel geweld tijdens de terroristische aanslagen op 7 oktober. Voor het instellen van nieuwe sancties geldt, naast het vereiste van gedegen juridische onderbouwing, ook het algemene uitgangspunt van EU-eenheid.

Kan de minister de leden van de PVV-fractie garanderen dat het arrestatiebevel tegen het democratisch gekozen en bevriende staatshoofd Netanyahu van het Internationaal Strafhof niet zal worden uitgevoerd door de Nederlandse regering? Tevens vragen deze leden welke consequenties de onlangs aangenomen resolutie door het Amerikaanse Congres heeft op Nederlandse parlementariërs en bewindslieden die eventueel mee zullen werken aan de daadwerkelijke uitvoering van het arrest.

  1. Antwoord van het kabinet

Nederland is op basis van het Statuut van Rome en de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof verplicht om een verzoek tot aanhouding en overlevering in behandeling te nemen. Handelen op de arrestatiebevelen zal pas aan de orde zijn als de persoon zich begeeft op Nederlands grondgebied en Nederland een dergelijk verzoek heeft ontvangen tot aanhouding en overlevering. Dat is geregeld in het Statuut van Rome. Op dit moment heeft Nederland nog niet een dergelijk verzoek ontvangen, en kan ook niet op de uitkomst van een dergelijke behandeling vooruit lopen. Dat geldt eveneens voor de vraag wanneer deze verplichting eventueel zou botsen met andere internationaalrechtelijke verplichtingen. Op het moment dat dit zou spelen wordt een afweging gemaakt rekening houdend met de omstandigheden van het geval.

Voor de Illegitimate Court Counteraction Act geldt dat vooralsnog enkel het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden met dit wetsvoorstel heeft ingestemd. Naar verwachting zal stemming in de Senaat op korte termijn plaatsvinden. In geval van aanname is het vervolgens aan de Trump-regering om binnen 60 dagen de sanctielijst vast te stellen. Het is ook mogelijk dat sancties op basis van een Executive Order worden ingesteld. Gezien de nauwe banden met de VS, het belang van de Trans-Atlantische relatie en het bondgenootschap met de VS op het gebied van veiligheid is het niet de verwachting dat parlementariërs of bewindspersonen onderworpen zullen worden aan sancties. Nederland staat in nauw contact met relevante partijen over mogelijke sancties en bespreekt zorgen hierover.

De aan het woord zijnde leden willen graag weten of de Nederlandse Speciaal Gezant voor Syrië zich ook gaat inzetten voor de terugkeer van Syrische vluchtelingen die nog in Nederland verblijven.

  1. Antwoord van het kabinet

Zoals ook benoemd in mijn brief van 5 januari jl. heeft de Speciaal Gezant voor Syrië op 2 en 4 januari een bezoek gebracht aan Damascus. Tijdens dit bezoek is onder andere gesproken over humanitaire hulp, de ondersteuning van Syrische vluchtelingen in de omringende landen en de noodzaak van het creëren van voorwaarden in Syrië voor het mogelijk maken van duurzame terugkeer van vluchtelingen.

Op dit moment geldt voor Syrië een besluit- en vertrekmoratorium voor de duur van zes maanden. Met het instellen van een besluitmoratorium kunnen asielaanvragen tijdelijk worden aangehouden totdat meer duidelijk is over de gevolgen van de machtswisseling. Het Kabinet blijft de situatie tussentijds nauwlettend volgen en zet zich in voor het ondersteunen van vrijwillige terugkeer van Syriërs naar hun land van herkomst.

De leden van de PVV-fractie maken zich ernstige zorgen over de uitspraken van de CEO van Meta, Mark Zuckerberg, die een toename ziet van Europese wet- en regelgeving op het gebied van censuur. Zij vragen de minister of hij deze vrees deelt en of hij zich sterk wil maken tijdens de Raad Algemene Zaken voor de vrijheid van meningsuiting, en zich uit wil spreken tegen het voornemen van de Europese Commissie om censuur verder te institutionaliseren in de EU.

  1. Antwoord van het kabinet

Nee, de minister deelt dat standpunt niet. Ook de Digitale dienstenverordening (DSA) stelt de vrijheid van meningsuiting voorop en verplicht niet tot het verwijderen van legale inhoud. Wel bevat de DSA een aantal zorgvuldigheidsverplichtingen waar big tech-platformen aan moeten voldoen om bepaalde systeemrisico’s, zoals de verspreiding van illegale inhoud of desinformatie die democratische processen kan beïnvloeden of het publieke debat kan verstoren, tegen te gaan. Het kabinet steunt de Europese Commissie in het toezicht op de DSA jegens deze big tech-platformen en volgt de lopende onderzoeken in dit verband.

Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie waarom de vragen over de artikel 7-procedure tegen Hongarije, gesteld tijdens het schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken van 19 november jl., niet inhoudelijk zijn beantwoord. Kan de inhoudelijke beantwoording van deze onbeantwoorde vragen meegenomen worden in de beantwoording van dit schriftelijk overleg?

  1. Antwoord van het kabinet

In het schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken van 19 november jl. zijn antwoorden opgenomen over de vragen over de artikel 7-procedure tegen Hongarije die toen stonden geagendeerd. Daarnaast is verwezen naar de mogelijkheid om in een commissiedebat over rechtsstatelijke ontwikkelingen nadere vragen daarover te beantwoorden. Dit commissiedebat, dat nog moet plaatsvinden, biedt een goede gelegenheid om de eventuele verdere vragen nader te beantwoorden.

  

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennis genomen van de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025. Zij hebben hier nog enige vragen en opmerkingen bij.

Tijdens de Raad zal onder andere gesproken worden over energiezekerheid en -onafhankelijkheid. De Nederlandse afhankelijkheid van lng uit de Verenigde Staten is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over deze afhankelijkheid gezien de onvoorspelbaarheid ten opzichte van de EU van de aanstaande Amerikaanse president. Bovendien is het Amerikaanse gas verantwoordelijk voor 66 procent van de totale Nederlandse broeikasgasuitstoot die met gaswinning en -transport gepaard gaat. Erkent de minister dat het op lange termijn onwenselijk is om deze afhankelijk te behouden? Ziet de minister ook het geopolitieke belang van meer inzetten op energieopwekking op zee en energiebesparing, bijvoorbeeld door grootschalige isolatie in Nederland? Wat zijn de opties voor differentiatie?

  1. Antwoord van het kabinet

Het is de verwachting dat het onderwerp energiezekerheid en -onafhankelijkheid enkel door het Pools voorzitterschap wordt benoemd als een van haar prioriteiten. Het onderwerp wordt niet inhoudelijk besproken tijdens de Raad.

Het kabinet zet zich in om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te halen door onder andere te focussen op energie- en gasbesparing en het versnellen van de energietransitie. Dit omvat een afbouw van het gebruik van fossiele energiebronnen, wat bijdraagt aan reductie van de milieu-impact. Het kabinet erkent dat de afhankelijkheid van LNG de afgelopen jaren is toegenomen en dat dit op de lange termijn onwenselijk is, gezien de geopolitieke onzekerheden en de milieu-impact. Daarom zet het kabinet in op het verbeteren van de Nederlandse energieonafhankelijkheid en het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden voor het Nederlandse energiesysteem. Dit vergroot de leveringszekerheid en verkleint de impact van onvoorspelbare marktprijzen en geopolitieke spanningen.1

Op welke manier kan hier in Europees verband samen worden opgetrokken? Is de minister bereid dit op te werpen bij zijn ambtsgenoten tijdens de Raad?

  1. Antwoord van het kabinet

Zoals ook in het antwoord op vraag 1 aangegeven, wordt dit onderwerp niet besproken tijdens de Raad. Het maakt slechts deel uit van een presentatie van prioriteiten van het Pools voorzitterschap. Op Europees niveau zijn de afgelopen jaren acties in gang gezet om risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen, vooral in de context van de energiecrisis. Nederland werkt binnen de EU mee aan het Europese streven naar energiezekerheid. Dit streven heeft, in reactie op de Russische inval in Oekraïne, een impuls gekregen met het REPowerEU-pakket dat tijdens de energiecrisis tot stand is gebracht. Daarnaast zijn tijdens de energiecrisis maatregelen genomen om gasopslag en gezamenlijke inkoop te bevorderen en zijn aanvullende afspraken gemaakt over onderlinge Europese solidariteit voor het vergroten van de leveringszekerheid. De Minister van Klimaat en Groene Groei werkt in Europees verband samen met andere lidstaten om deze doelstellingen en afspraken na te komen.

Tijdens de Raad zal ook gesproken worden over het landenhoofdstuk van de rechtsstaatsdialoog van Hongarije. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie achten het van belang dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de slechte staat van de rechtsstaat in Hongarije. De Europese Commissie heeft Hongarije voor de rechter gedaagd voor de omstreden en door het Kremlin geïnspireerde ‘foreign agents law’. Deze leden vinden het van belang dat deze wet van tafel gaat, met name met het oog op eerlijke verkiezingen in Hongarije in 2026 en het effect dat dit met zich meebrengt voor landen met soortgelijke wetten. Is de regering bereid zich uit te spreken in de zaak bij het Hof van Justitie van de EU over deze wet? Zo nee, waarom niet?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet heeft zorgen over de inperking van de ruimte van het maatschappelijk middenveld in Hongarije, mede als gevolg van de invoering van een Soevereiniteitswet in december 2023. De Europese Commissie is om die reden een inbreukprocedure gestart en heeft deze zaak in oktober 2024 bij het Hof van Justitie aanhangig gemaakt.2 Het kabinet zal voor 17 februari a.s. aan het Hof van Justitie een eventuele deelname moeten doorgeven en beraadt zich momenteel op de opportuniteit van deelname aan deze Hofzaak. Het kabinet beoordeelt elke Hofzaak altijd op zijn eigen merites. Ook trekt Nederland altijd zoveel mogelijk samen met gelijkgezinde lidstaten op en zet het kabinet zich actief in om een dergelijke samenwerking tot stand te brengen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025. Zij wensen in dit kader enkele specifieke aandachtspunten te benadrukken en vragen hierover nadere toelichting van het kabinet.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de prioriteiten van het Pools EU-voorzitterschap, met bijzondere aandacht voor de vier centrale uitdagingen: Europese veiligheid, migratie, klimaatverandering en concurrentievermogen van de EU. Met betrekking tot de steun aan Oekraïne onder het Pools EU-voorzitterschap zijn de leden positief over het voornemen om de militaire, economische en politieke steun te maximaliseren. Tegelijkertijd zijn zij benieuwd naar de uitvoerbaarheid van het voorstel om winsten uit geïmmobiliseerde activa van de Russische centrale bank in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne. Welke juridische en praktische uitdagingen ziet de regering bij deze inzet, en hoe denkt zij deze te overkomen? Bovendien vragen zij of de regering bereid is zich in te zetten voor verdere sancties tegen Rusland, in lijn met het Poolse beleid.

  1. Antwoord van het kabinet

Ten aanzien van het inzetten van de winsten uit bevroren activa van de Russische Centrale-banktegoeden stemde het Europees Parlement in oktober in met een buitengewone lening van maximaal EUR 35 miljard aan Oekraïne, waarbij de toekomstige inkomsten uit bevroren Russische activa aan Oekraïne ter beschikking worden gesteld voor het terugbetalen van de lening en rentebetalingen. Dit betreft opvolging van het G7 politiek akkoord om voor eind 2024 ongeveer EUR 45 miljard aan leningen aan Oekraïne te realiseren. Deze leningen kunnen onder andere worden ingezet voor de wederopbouw van Oekraïne.

Conform de moties Boswijk c.s.; Krul c.s., Dobbe c.s. en Brekelmans c.s.3 zet het kabinet zich ook met ambitie in voor het in EU- en G7-verband onderzoeken van mogelijkheden voor het nemen van aanvullende maatregelen op basis van de Russische Centrale-banktegoeden. Op 20 december jl. heeft de Commissie van Advies voor Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) haar advies “Confiscatie van eigendommen van vreemde staten”4 gepubliceerd over de (on)rechtmatigheid van confiscatie van vreemde staatseigendommen onder het internationaal recht. Een kabinetsappreciatie zal uw kamer binnen de wettelijke termijn toekomen. Er is binnen de EU en G7 geen overeenstemming over de rechtmatigheid van het confisqueren, in tegenstelling tot immobiliseren, van Russische Centrale-Banktegoeden als tegenmaatregel. Ook bestaan er zorgen over de mogelijke risico’s van confiscatie voor de internationale rol van de Euro als reservevaluta en de stabiliteit van de financiële markt. Aanvullende maatregelen kunnen alleen worden genomen in EU-verband, temeer omdat tegoeden van de Russische Centrale Bank zich niet in Nederland bevinden. Nederland blijft in internationaal verband en in bilaterale contacten in gesprek met partners over de mogelijkheden en risico’s.

Het kabinet spant zich voortdurend in voor het opvoeren van de sanctiedruk tegen de Russische Federatie, met als prioriteiten onder meer de aanpak van de schaduwvloot, het ondermijnen van het Russische verdienvermogen op mondiale energie- en grondstoffenmarkten, het raken van het Russische militair-industrieel complex en het bestrijden van sanctie-omzeiling. Het kabinet staat hierover in nauw contact met het Poolse voorzitterschap.

De leden delen de ambitie van het Pools EU-voorzitterschap om de integratie van kandidaat-lidstaten te bevorderen, met name Oekraïne, Moldavië en de Westelijke Balkan – vanzelfsprekend op merites gebaseerd. Op het gebied van economie, rechtsstaat en acquis moeten deze landen hun huiswerk op orde hebben. Zij constateren echter dat deze processen gepaard gaan met complexe hervormingsagenda's, zoals op het gebied van goed bestuur en de rechtsstaat. Kan de minister aangeven hoe hij de balans ziet tussen het aanmoedigen van integratie en het strikt vasthouden aan de Kopenhagen-criteria? Hoe wil de regering voorkomen dat toetredingstrajecten versneld worden zonder de noodzakelijke hervormingen te waarborgen en deelt hij de opvatting van de leden van de VVD fractie dat dit de Europese Unie als geheel alleen maar zou verzwakken?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet staat zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de EU en houdt streng vast aan de eisen voor EU-lidmaatschap, inclusief de Kopenhagen-criteria. Hervormingen op het gebied van goed bestuur, transparantie en de rechtsstaat zijn belangrijk. Het Oekraïneplan, Groeiplan voor de Westelijke Balkan en het voorstel voor een Groeiplan voor Moldavië koppelen uitbetaling van middelen aan het doorvoeren van hervormingen, mede op het gebied van de rechtsstaat. Het kabinet verwelkomt deze nadrukkelijke koppeling en het principe van conditionaliteit. Daarnaast bieden het Groeiplan voor de Westelijke Balkan en het voorgestelde Groeiplan voor Moldavië mogelijkheden voor geleidelijke integratie in de EU. Het associatieakkoord met Oekraïne biedt ook ruimte voor geleidelijke integratie. Het kabinet vindt dat geleidelijke integratie overwogen kan worden indien sprake is van meerwaarde voor de Unie, de lidstaten en de kandidaat-lidstaat, en als de integriteit van de interne markt niet wordt aangetast. Geleidelijke integratie dient volgens het kabinet in beginsel te passen binnen de kaders van de bestaande associatieakkoorden. Integratie in de interne markt moet volgens het kabinet altijd voorafgegaan worden door implementatie en handhaving van alle relevante onderdelen van het EU-acquis, en moet gepaard gaan met hervormingen en respect voor de rechtsstaat.

Wat betreft de rechtsstaat in Hongarije constateren deze leden dat de recente maatregelen van de Europese Commissie, zoals het definitief bevriezen van 1,04 miljard euro aan Europese tegoeden, een duidelijk signaal afgeven. Zij steunen deze aanpak, maar vragen of de regering van mening is dat de bestaande sancties voldoende effectief zijn in het afdwingen van hervormingen. Is de regering bereid om verdergaande maatregelen te ondersteunen als Hongarije blijft falen in het nakomen van de aanbevelingen, zoals het verbeteren van transparantie en corruptiebestrijding?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet vindt het van groot belang dat de lidstaten de Uniewaarden, zoals vastgelegd in artikel 2 VEU, respecteren. De breedte en de ernst van de rechtsstaatproblematiek in Hongarije vragen om een effectieve inzet van het volledige rechtsstaatinstrumentarium. De EU heeft inmiddels meerdere instrumenten tot zijn beschikking om rechtsstatelijke problemen in de Unie te adresseren.5 Het EU-rechtsstaatinstrumentarium is de afgelopen jaren ontwikkeld en versterkt. Zo kunnen financiële instrumenten worden ingezet als de schendingen van de beginselen van de rechtsstaat het financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie serieus dreigen aan te tasten. Dit is eind 2022 in het geval van Hongarije ook gebeurd wat ertoe heeft geleid dat enkele rechtsstaathervormingen zijn doorgevoerd.6

Het kabinet vindt het van belang dat de Commissie snel en effectief optreedt om terugval van lidstaten op rechtsstatelijk vlak te voorkomen en aan te pakken en daarbij gebruik maakt van al het beschikbare EU-rechtsstaatinstrumentarium. Ervaringen uit het verleden met lidstaten die de rechtsstaatbeginselen hebben geschonden tonen dit aan.

Het kabinet pleit er ook voor dat het bestaande EU-rechtsstaatinstrumentarium volledig, consequent en meer in samenhang wordt benut. Het kabinet onderzoekt, in samenwerking met gelijkgestemde lidstaten, hoe de effectiviteit van het bestaande EU-rechtsstaatinstrumentarium kan worden vergroot en eventueel verder kan worden ontwikkeld. Ook de nieuwe Commissie heeft als prioriteit aangemerkt om het huidige rechtsstaatinstrumentarium, in het bijzonder het financiële instrumentarium, verder te versterken.7 Bij de uitwerking van dit voornemen zal het kabinet nauw betrokken zijn.

Daarnaast vragen zij of de regering kan aangeven hoe zij de geloofwaardigheid van de EU wil waarborgen in het licht van de aanhoudende schendingen door Hongarije.

  1. Antwoord van het kabinet

Indien lidstaten de rechtsstaatbeginselen schenden is de geloofwaardigheid van de EU erbij gebaat dat de Commissie, als hoedster van de Verdragen, snel en effectief optreedt en zorgvuldig beoordeelt of lidstaten voldoen aan de door de Commissie gestelde eisen, voordat bevroren middelen worden vrijgegeven of andere maatregelen worden opgeheven.

Met betrekking tot Roemenië en Slovenië zijn de leden verheugd over de geconstateerde verbeteringen, zoals de voortgang in de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de bestrijding van corruptie. Tegelijkertijd blijven zij bezorgd over structurele problemen, zoals het gebrek aan regels voor lobbyen en de aanhoudende bedreigingen van journalisten. Kan de regering aangeven hoe zij binnen de EU wil pleiten voor versterkte bescherming van journalisten, vooral in landen waar intimidatie en commerciële druk op de media blijven bestaan?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet staat pal voor de bescherming van journalisten; in Nederland, maar ook daarbuiten. Het kabinet vindt het dan ook positief dat mediavrijheid en -pluriformiteit onderdeel is van het jaarlijkse Commissie rechtsstaatrapport. Afgelopen jaren zijn op EU-niveau de Europese verordening mediavrijheid en de anti-strategische rechtszaken tegen publieke participatie (SLAPPs) richtlijn vastgesteld. Met de Europese verordening mediavrijheid heeft de Commissie handvatten gekregen om in te grijpen indien lidstaten zich politiek inmengen in de inhoud van aanbieders van mediadiensten. Met de anti-SLAPP-richtlijn kunnen onterechte juridische procedures tegen journalisten een halt worden toegeroepen. Het kabinet heeft de totstandkoming en de inhoud van deze EU-regelgeving gesteund en is op dit moment bezig met de implementatie. De anti-SLAPP richtlijn moet uiterlijk op 7 mei 2026 zijn geïmplementeerd. De EMFA-Europese verordening mediavrijheid is met ingang van 8 augustus 2025 van toepassing. Verder steunt het kabinet uitwisseling van kennis en goede voorbeelden uit diverse lidstaten. In EU-verband en in de Raad van Europa wordt PersVeilig meermaals over het voetlicht gebracht. Het kabinet is ook voorstander van uitwisseling in Europees verband door beroepsgroepen zelf.

Tot slot zijn de leden benieuwd naar de Nederlandse positie in de discussies rondom het nieuwe MFK en de hervorming van het landbouw- en cohesiebeleid, zoals bepleit door het Pools voorzitterschap. Zij vragen de regering om een standpunt in te nemen over de mogelijke gevolgen van deze hervormingen voor Nederland en de bredere EU-begroting. Hoe kijkt de regering tegen plannen die kunnen leiden tot centralisatie van de begroting of een striktere conditionaliteit die mogelijk disproportioneel nadelig kunnen uitpakken voor lidstaten met een netto-betalingspositie?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet werkt in het eerste kwartaal van 2025 een kabinetsinzet uit op hoofdlijnen voor de aankomende MFK-onderhandelingen. Deze hoofdlijneninzet wordt aan uw Kamer verzonden. Op dit moment kan nog niet vooruit worden gelopen op de invulling van de hoofdlijneninzet.

En welke kansen ziet de regering voor het instellen van conditionaliteiten om Europese lidstaten te houden aan de rechtsstaatbeginselen, waarmee corruptie kan worden bestreden en rechten van minderheden worden geborgd?

  1. Antwoord van het kabinet

Respect voor de rechtsstaat en fundamentele waarden door lidstaten is essentieel voor een goed functionerende Europese Unie. Het is van belang dat ook de toekomstige EU-begroting sterke waarborgen voor de rechtsstaat en bescherming van de financiële belangen van de EU bevat. Het kabinet is daarom voorstander van een sterke koppeling tussen het respecteren van de rechtsstaat en de ontvangst van middelen uit EU-begroting. Op dit moment kan verder niet vooruit worden gelopen op de invulling van de Nederlandse inzet voor de MFK-onderhandelingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken d.d. 28 januari 2025. Deze leden hebben enkele vragen over de inzet van het kabinet gedurende deze Raad Algemene Zaken.

Ontwikkelingen ten aanzien van de rechtstaat

De leden van de NSC-fractie zijn blij te horen dat er door een aantal landen, zoals Hongarije en Portugal, vooruitgang is geboekt ten aanzien van de aanbevelingen die gedaan zijn in het Rechtstaatrapport door de Europese Commissie. Toch zijn er nog veel zorgen over de aanbevelingen die niet geadresseerd zijn. Kan de Minister aangegeven welke andere mogelijkheden, naast het voortdurend aanspreken van deze landen, de Europese Commissie heeft om deze landen aan te sporen de resterende aanbevelingen te implementeren?

  1. Antwoord van het kabinet

De constateringen en aanbevelingen van de Commissie in het rechtsstaatrapport worden indirect gebruikt om andere (handhavende) rechtsstaatinstrumenten toe te passen. Daar waar lidstaten de rechtsstatelijke beginselen in de EU-verdragen schenden, kan de Commissie handhavend optreden. De Commissie kan bijvoorbeeld een inbreukprocedure starten op het terrein van de waarden van de EU tegen een lidstaat die volgens de Commissie zijn EU-rechtelijke verplichtingen niet nakomt. Als de schendingen van de beginselen van de rechtsstaat het financieel beheer of de bescherming van de financiële belangen van de Unie serieus dreigen aan te tasten, kan de MFK-rechtsstaatverordening worden ingezet, zoals eind 2022 is gebeurd tegen Hongarije. De EU heeft inmiddels meerdere instrumenten tot haar beschikking om rechtsstatelijke problemen in de Unie te adresseren.8

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Hierover hebben de leden nog enkele vragen. Vanaf 1 januari 2025 heeft Polen het voorzitterschap van de Europese Raad overgenomen. Overwegende dat Polen in het programma voor haar presidentschap veiligheid en defensie heeft aangedragen als focusgebied, hoe kijkt het kabinet naar gezamenlijke Europese financiering van defensie-uitgaven? Zijn er volgens het kabinet aanpassingen nodig aan de huidige Europese (MFK) wet- en regelgeving om defensie-uitgaven op Europees niveau te kunnen doen?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet benadrukt dat de verslechterde veiligheidssituatie in Europa vraagt om sterkere afschrikking en verdediging van het NAVO-bondgenootschap. Dit vergt investeringen in defensie-capaciteiten en de defensie-industrie. Om deze investeringen te financieren zijn nationale defensiebudgetten het belangrijkst, waarbij de NAVO-norm leidend is. Voor additionele EU-investeringen in defensie is het van belang dat eerst de rol van de EU en het ambitieniveau worden bepaald, een needs assessment wordt verricht dat ingaat op welke beleidsmatige acties nodig zijn en dat private financiering wordt gestimuleerd. Daarna kan worden bezien waarvoor en in welke vorm aanvullende EU-financiering nodig is. Het kabinet is geen voorstander van een herziening van het huidige MFK en stelt vast dat het reeds mogelijk is om via het MFK investeringen in defensie-industrie te doen, bijvoorbeeld in het geval van EDIP. Het kabinet is tegen het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe instrumenten.

Erkent het kabinet dat er op dit moment jaarlijks EUR 75 miljard efficiënter gewerkt kan worden als EU-lidstaten beter zouden samenwerken op het gebied van defensie en veiligheid?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is voorstander van intensivering van de samenwerking tussen EU-lidstaten op het gebied van defensie en veiligheid. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over meer gezamenlijke aanbestedingen en meer open en concurrerende toeleveringsketens van defensie-eindproducten. Dit kan leiden tot een efficiëntieslag en daarmee gepaard gaande kostenbesparing. Het kabinet heeft geen analyse uitgevoerd of ontvangen over de precieze hoogte van de potentiële kostenbesparing.

Overwegende dat ook financiële stabiliteit wordt genoemd in de geannoteerde agenda als een van de prioriteiten van het Pools voorzitterschap en dat de Nederlandse begroting eind vorig jaar door de EU is afgekeurd, welke stappen zijn er tot op heden gezet (en gaan er nog gezet worden) om de Nederlandse begroting ook op de middellange termijn in lijn te brengen met de Europese begrotingsregels?

  1. Antwoord van het kabinet

Nederland onderschrijft het belang van houdbare overheidsfinanciën en de naleving en handhaving van de begrotingsregels in dat kader, zodat lidstaten met hoge tekorten en schulden hun overheidsfinanciën weer op orde brengen. Nederland behoort tot de landen die momenteel geen buitensporig tekort hebben onder de Europese referentiewaarden. Het doel van het kabinet is om dat zo te houden tijdens de kabinetsperiode. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat het kabinet maatregelen neemt als het tekort de 3% dreigt te overschrijden tijdens de kabinetsperiode.

De leden van de D66-fractie maken zich, net als de Europese Commissie, aanhoudend zorgen over de ontwikkelingen van de Hongaarse rechtsstaat. Kunt u een overzicht geven van de specifieke punten waarop het kabinet zich zorgen maakt over de Hongaarse rechtsstaat?

  1. Antwoord van het kabinet

De Europese Commissie heeft in het Hongaarse landenhoofdstuk van het rechtsstaatsrapport 2024 uitvoerig beschreven welke specifieke zorgen zij heeft over de Hongaarse rechtsstaat9. Ook heeft de Europese Commissie tijdens de Raad Algemene Zaken van 19 november 2024 toegelicht welke zorgen nog steeds ten grondslag liggen aan de artikel 7-procedure.10 Het kabinet deelt deze zorgen.

De leden hebben met zorg kennisgenomen van recente onderzoeksresultaten waaruit blijkt dat Hongarije middels YouTube-campagnes het publieke debat in zeven andere Europese landen heeft geprobeerd te beïnvloeden. In de gevallen van Polen en Slowakije ging het zelfs om beïnvloeding tijdens verkiezingen. Is het kabinet het met de leden van de D66-fractie eens dat beïnvloeding van verkiezingen in andere EU-lidstaten absoluut onacceptabel is? Is het kabinet bereid om aan te dringen op vervolgonderzoek op Europees niveau naar deze vorm van Hongaarse inmenging in verkiezingen?

  1. Antwoord van het kabinet

Beïnvloeding van verkiezingen door EU-lidstaten in andere lidstaten is onacceptabel. Een vrij en eerlijk verloop van het verkiezingsproces is allereerst een nationale aangelegenheid. Het is aan de lidstaten zelf om een onderzoek in te stellen, of dit aan de Commissie te vragen. Indien er EU-regels worden geschonden, is het aan de Commissie om, als hoedster van de Verdragen, op te treden.  

Kunt u uitsluiten dat dergelijke Hongaarse beïnvloeding ook in Nederland heeft plaatsgevonden?

  1. Antwoord van het kabinet

In de evaluatie van de Europees Parlementsverkiezing is uw Kamer geïnformeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat grootschalige verkiezingsbeïnvloeding binnen Nederland heeft plaatsgevonden.11

De leden van de D66-fractie hebben eerder deze week ook kennisgenomen van de inval bij de Hongaarse anti-corruptiewaakhond. Overwegende dat deze organisatie ooit is opgericht omdat de Europese Unie beter toezicht wilde houden op hoe EU-subsidies worden uitgegeven, welke Europese gevolgen moet deze inval volgens het kabinet hebben?

  1. Antwoord van het kabinet

Het is te vroeg hier een oordeel over te geven. Als er meer informatie bekend is, is het allereerst aan de Commissie te beoordelen of er EU-regels geschonden zijn.

Tot slot vragen de leden van de D66-fractie zich af welke stappen er tot op heden zijn ondernomen naar aanleiding van de aangenomen motie (21501-02, 2988) van Paternotte, waarin de regering wordt verzocht zich in te zetten voor een onderzoek naar de Hongaarse spionagepraktijken en, in afwachting van de resultaten daarvan, de veiligheidssituatie expliciet mee te wegen bij het afvaardigen van delegaties naar Hongarije?

  1. Antwoord van het kabinet

Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd in het verslag over de Raad Algemene Zaken van 28 januari as.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie danken de regering voor de ontvangen stukken en hebben nog enige vragen en opmerkingen.

De leden van de SGP-fractie zijn verheugd dat meerdere lidstaten bij de discussie over de Toekomst van Europa aandacht vroegen voor het minderen van regeldruk en administratieve lasten. Hoe wil de regering dat het beste waarborgen en bereiken, en bouwt de regering daarop coalities met gelijkgezinde landen?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet vindt het verminderen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers, bedrijven, medeoverheden en uitvoeringsorganisaties van groot belang. Zoals uitgewerkt in het onlangs verschenen actieprogramma ‘Minder Druk met Regels’12, dat door de minister van Economische Zaken op 9 december jl. aan uw Kamer is aangeboden zet Nederland zich hier in EU-verband actief voor in, ook samen met andere lidstaten. Zo pleit Nederland onder andere voor het meer en beter uitvoeren van impact assessments en voor een sterke positie van de toezichthouder die de kwaliteit bewaakt van impact assessments. Hiermee wordt voortgebouwd op een non-paper dat is opgesteld door Nederland en mede ondertekend door Zweden, Italië, Tsjechië en Denemarken.13

De leden van de SGP-fractie zijn benieuwd naar het gesprek over het defensiegedeelte van het Draghi-rapport. De regering gaf eerder aan veel van de voorstellen te steunen die fragmentatie van de Defensie-industrie tegengaan. Voorgenoemde leden vragen hoe de regering de voorgestelde centrale EU Defensieindustrieautoriteit voorstelt? Hoe ziet de regering dit voorstel in het licht van subsidiariteit en proportionaliteit?

  1. Antwoord van het kabinet

Er is nog geen formeel voorstel voor een centrale EU Defensie-industrieautoriteit. Zodra hier een formeel voorstel toe verschijnt van de Europese Commissie zal het kabinet hierover via reguliere weg een standpunt delen met uw Kamer, inclusief een oordeel over de subsidiariteit en proportionaliteit.

Hoe weegt de regering het “bij voorkeur Europees aankopen” op het gebied van defensie af tegen andere wensen zoals snelheid, hoeveelheid, kosten en de kwalitatieve eisen? Is de regering het met voorgenoemde leden eens dat de voorkeursregel voor kopen uit EU-landen in plaats van externe landen eerder politiek commitment dan wetgeving moet worden?

  1. Antwoord van het kabinet

Het ministerie van Defensie heeft ervoor gekozen het oude mantra “beste product voor de beste prijs” los te laten, en laat de factor tijd en herkomst van het product – bij voorkeur Europees of Nederlands - zwaarder meewegen. Dit draagt ook bij aan de ambitie van meer standaardisatie en interoperabiliteit van systemen en materieel in Europa. De keuzes zullen case-by-case beoordeeld worden op basis van de meest urgente kritieke capabilities die Defensie nodig heeft. Er ligt momenteel geen voorstel waarin nationale overheden via wetgeving een voorkeursprincipe voor aanschaf uit EU-landen wordt opgelegd. Indien dit wordt voorgesteld zal Nederland via de reguliere weg een standpunt delen met uw Kamer.

De leden van de SGP-fractie danken de regering voor de landenhoofdstukken uit het rechtstaatrapport. Voorgenoemde leden vragen voor de discussie met de Roemeense overheid welke steun aan de Roemeense overheid geleverd kan worden voor de stagnerende voortgang inzake mediaonafhankelijkheid, publieke consultaties over wetgeving en lobbyregels?

  1. Antwoord van het kabinet

Nederland ondersteunt het Roemeense maatschappelijk middenveld dat zich inzet voor het versterken van de rechtsstaat, waaronder mediavrijheid, zowel financieel als politiek via de ambassade in Boekarest. Ook wordt de benodigde voortgang ter versterking van de rechtsstaat geregeld opgebracht in bilaterale contacten met de Roemeense autoriteiten.

De leden van de SGP-fractie zijn benieuwd naar het interinstitutioneel orgaan voor Ethiek en Integriteit dat nog geoperationaliseerd moet worden. Welke voorkeuren heeft de regering daarbij en kan ze die uiteenzetten? Zo vragen voorgenoemde leden zich af of dit orgaan vooral adviserend of regulerend moet worden? Ook vragen de voorgenoemde leden welke bevoegdheden het orgaan moet krijgen als het op basis van loyale samenwerking gaat werken volgens de BNC-fiche?

  1. Antwoord van het kabinet

In mei 2024 sloten de EU-instellingen een interinstitutioneel akkoord voor de oprichting van het interinstitutioneel orgaan voor ethiek (Ethics Body)14. Het orgaan heeft de taak om ethische minimumstandaarden op te stellen en een collectieve organisatiecultuur op het gebied van ethiek, integriteit en transparantie te bevorderen. Momenteel vinden er technische gesprekken plaats over de inrichting en werkwijze van het orgaan. Het kabinet ziet meerwaarde in het opstellen van ethische minimumstandaarden. De partijen hebben afgesproken de gemeenschappelijke minimumnormen in hun interne regels tot uitdrukking te laten komen en passende maatregelen te nemen om de uitvoering van het akkoord te waarborgen. Onafhankelijke deskundigen kunnen juridisch niet-bindend advies vaststellen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie

De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavige stukken voor het schriftelijk overleg over de Raad Algemene Zaken van 28 januari 2025. De leden hebben daarover nog enkele vragen.  

De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het werkprogramma van het Poolse voorzitterschap. Kan het kabinet hier een appreciatie van geven?

  1. Antwoord van het kabinet

Het thema van het Poolse EU-voorzitterschap is Security Europe. Veiligheid, weerbaarheid en stabiliteit zijn hierbij de prioriteiten. Tegelijkertijd vraagt Polen ook extra aandacht voor versterkt Europees concurrentievermogen, energiezekerheid en -onafhankelijkheid, voedselzekerheid, medische onafhankelijkheid en financiële stabiliteit. Het kabinet hecht veel waarde aan deze onderwerpen. Het kabinet zal tijdens het Poolse voorzitterschap ook vragen om voldoende aandacht voor de Nederlandse prioriteiten, zoals migratie, landbouw, het Meerjarig Financieel Kader en de rechtsstaat.

Kan de minister, nu het Poolse voorzitterschap begonnen is, reflecteren op de afgelopen 6 maanden onder het Hongaars voorzitterschap?

  1. Antwoord van het kabinet

De start van het Hongaars voorzitterschap werd negatief beïnvloed door het bezoek van minister-president Orbán aan Moskou van begin juli jl., waarop door de voorzitter van de Europese Raad, de Europese Commissie en door de individuele lidstaten, zoals Nederland, adequaat en afkeurend is gereageerd. Het Hongaars voorzitterschap heeft haar rol vanuit Brussel overwegend constructief en neutraal ingevuld.

De leden van Volt zijn verheugd te lezen dat defensie en veiligheid prioriteiten zijn van het Pools voorzitterschap. Vanwege de benodigde hoge defensie-uitgaven wil Polen de discussie starten omtrent nieuwe financiële instrumenten voor defensie. Kan de minister ingaan op het gebruik van Eurobonds als financieel instrument om de Europese defensie-industrie op te schalen, aangezien de EU volgens Agnieszka Bartol nieuwe financieringsmogelijkheden voor defensie moet verkennen buiten de gemeenschappelijke begroting om? Kan de minister 3 voordelen van het gebruik van Eurobonds voor Europese defensie-uitgaven schetsen? Zo niet, waarom niet? Welke andere alternatieve financiële instrumenten ziet de minister om de defensie-uitgaven binnen de EU te verhogen en om de Europese defensie-industrie op te schalen?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is geen voorstander van het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten. Voor additionele EU-investeringen in defensie is het van belang dat eerst de rol van de EU en het ambitieniveau worden bepaald, een needs assessment wordt verricht dat ingaat op welke beleidsmatige acties nodig zijn en private financiering wordt gestimuleerd. Daarna kan pas worden bezien waarvoor en in welke vorm aanvullende EU-financiering nodig is.

Is de minister hiernaast bereid zich gedurende het Poolse voorzitterschap in te zetten voor het creëren van data-ambassades binnen de EU, gezien het Poolse voorzitterschap zich ook richt op digitale veiligheid?

  1. Antwoord van het kabinet

Uw Kamer heeft op 26 november jl. een motie van de leden Koekkoek en Van der Burg aangenomen die het kabinet oproept mogelijkheden te onderzoeken om een data-ambassade te creëren voor Nederland conform Estse voorbeeld. Nederland zal conform de oproep in deze motie in gesprek gaan met collega’s in Estland om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een soortgelijke data-ambassade te creëren voor Nederland.

Het Poolse voorzitterschap zal zich inzetten voor meer steun aan Oekraïne, onder andere door het gebruik van bevroren Russische tegoeden en het uitbreiden van de sanctiepakketten tegen Rusland. Het is bekend dat sommige EU-landen, zoals Hongarije en Slowakije, zich hiertegen verzetten. Op welke manier denkt de minister dat het Pools voorzitterschap om zal gaan met dit soort dwarsliggers?

  1. Antwoord van het kabinet

De steun vanuit de EU blijft voor Oekraïne van existentieel belang, evenals het opvoeren van de druk op Rusland om de agressieoorlog te beëindigen. Het kabinet blijft het belang van EU-eenheid ten aanzien van de steun voor Oekraïne onderstrepen en blijft zich inzetten om die eenheid iedere keer weer te bewerkstelligen. Dit doet het kabinet gelukkig niet alleen, maar samen met vele andere EU-lidstaten. Ook het Pools voorzitterschap zal zich hier voor inspannen. Zie overigens ook antwoord 12.

Welke extra maatregelen denkt de minister dat het Poolse voorzitterschap zal nemen om ons als EU extra in te kunnen zetten voor Oekraïne en een vrede die gunstig is voor Oekraïne?

  1. Antwoord van het kabinet

Donald Tusk sprak zich in het najaar 2024 uit om een leidende rol te willen spelen bij vredesbesprekingen. Ook president Duda onderstreepte recentelijk in het gesprek met Zelensky de wens om aan tafel te zitten als er met Moskou wordt gesproken. Polen benadrukt het principe nothing about Ukraine, without Ukraine in elk internationaal forum. Een principe waar het kabinet volledig achterstaat. Het Pools voorzitterschap stelt in haar programma te willen werken aan het verzekeren van consistente steun voor Oekraïne om te werken naar een duurzame en rechtvaardige vrede. Hierbij benoemt Polen onder meer het belang van stabiele militaire steun, sancties tegen Rusland en Belarus, energiesteun en financiële steun voor Oekraïne.

De brede en voortgezette EU-steun is van belang om Oekraïne goed te positioneren. Zowel militair via de Europese Vredesfaciliteit en de militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne, als ook niet-militair in de vorm van financiële steun, humanitaire steun en steun voor kritiek herstel en wederopbouw. Daarnaast is de verwachting dat Polen zich tijdens dit voorzitterschap samen met EU lidstaten zal inspannen voor veiligheidsgaranties voor Oekraïne, zodat afschrikking richting Rusland ook op de lange termijn wordt gecreëerd.

De leden van de Volt-fractie zijn benieuwd naar de hervormingen die het Poolse voorzitterschap zal nastreven. Wat verwacht de minister van de toekomstige EU-hervormingen die langs de vier lijnen van waarden, beleid, begroting en bestuur zullen worden voorgesteld?

  1. Antwoord van het kabinet

De komende tijd zullen de Commissie en lidstaten in kaart brengen welke hervormingen op het gebied van waarden, beleid, begroting en bestuur wenselijk of nodig zijn om nieuwe lidstaten goed te kunnen absorberen. Het Poolse voorzitterschap heeft aangegeven zich met name te willen richten op mogelijke hervormingen op het gebied van beleid. Daarnaast kijken lidstaten uit naar de door de Commissie aangekondigde pre-uitbreiding beleidsevaluaties, die in het voorjaar van 2025 worden verwacht. Uw Kamer wordt hierover via de reguliere weg geïnformeerd.

Welke EU-hervormingen zijn volgens de minister noodzakelijk om in te voeren voordat er sprake kan zijn van nieuwe EU-uitbreiding? Hoe is de minister van plan zich voor deze hervormingen in te zetten?

  1. Antwoord van het kabinet

Toetreding van nieuwe lidstaten moet bijdragen aan vrede, veiligheid, welvaart en stabiliteit op het Europese continent. Daarbij hecht het kabinet waarde aan versterking en bescherming van de rechtsstaat, het waarborgen van de integriteit en interne veiligheid van de interne markt, en het toekomstbestendig maken van de EU-begroting via modernisering en hervormingen. Deze inzet zal de komende tijd verder worden uitgewerkt. Toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU gebeurt op basis van merites.

Hoe staat de minister tegenover het openen van de onderhandelingshoofdstukken met Oekraïne en Moldavië?

  1. Antwoord van het kabinet

Voor beide landen geldt dat wanneer de Commissie het voorstel zal doen om Cluster 1 (het zogenoemde Fundamentals-cluster) te openen, het kabinet hier met een kritisch-constructieve grondhouding naar zal kijken, mits Oekraïne en Moldavië aan de voorwaarden voldoen en er overeenstemming wordt bereikt in de Raad over het vaststellen van gepaste benchmarks.

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de vierde van de zeven pijlers van het Poolse voorzitterschap: veiligheid en vrijheid van het bedrijfsleven verzekeren. Kan de minister een budgettaire schatting geven van de schade veroorzaakt door uitdagingen gerelateerd aan technologische veranderingen, energie- en klimaattransitie en geopolitieke spanningen en wat voor maatregelen denkt de minister dat het Pools voorzitterschap zal voorstellen om deze uitdagingen tegen te gaan?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet kan de gevraagde budgettaire schatting niet geven. Het Poolse voorzitterschap zet zich binnen deze pijler in op versterking van de interne markt, verbetering van toegang tot privaat kapitaal voor bedrijven, vermindering van regeldruk en het herstellen van eerlijke concurrentie voor de mondiale positie van Europese industrie.

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van een onderzoek van SW Research dat 33,4% van de Polen zich tijdens de Poolse presidentsverkiezingen in mei zou laten beïnvloeden door de steun van Elon Musk en 11,2% zou stemmen op degene die hij steunt. Hoe kan de EU volgens de minister voorkomen dat Elon Musk op 18 mei de presidentsverkiezingen in Polen beïnvloedt, zoals hij ook probeert in Duitsland en het VK?

Hoe kan bovendien worden voorkomen dat bij de nieuwe rondes van de presidentsverkiezingen in Roemenië Rusland niet in staat is deze verkiezingen via TikTok opnieuw te beïnvloeden met desinformatiecampagnes?

  1. Antwoord van het kabinet

Big tech platformen hebben verschillende verplichtingen onder de Digitaledienstenverordening (DSA) bedoeld om de verspreiding van desinformatie, die democratische processen beïnvloeden of het publieke debat verstoren, tegen te gaan. Ook hebben deze platformen een verantwoordelijkheid voor het waarborgen van een gelijk speelveld online ten aanzien van politieke gelijkheid. Het kabinet steunt de Europese Commissie in het toezicht houden op de DSA en volgt de lopende onderzoeken naar de big tech platformen.

Het versterken van de inzet op het tegengaan van buitenlandse inmenging is een van de prioriteiten van de nieuwe Commissie, bijvoorbeeld via het in ontwikkeling zijnde European Democracy Shield. Nederland zal zich blijven inzetten voor Europese samenwerking omtrent verkiezingsintegriteit en het tegengaan van buitenlandse inmenging.

Tot slot lezen de leden van de Volt-fractie dat de discussies over het nieuwe MFK zullen worden opgestart tijdens het Pools voorzitterschap. Kan de minister de contouren schetsen van de Nederlandse inzet voor het nieuwe MFK? Is de vereenvoudiging van de aanvraagprocedures voor EU-subsidies voor innovatieve mkb onderdeel van de Nederlandse inzet tijdens de MFK-onderhandelingen? Zo niet, waarom niet? Wat ziet de minister in het voorstel om in het nieuwe MFK een fonds op te richten om als lidstaten betalingen te krijgen vanuit de EU als tegenprestatie voor hervormingen?

  1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet werkt in het eerste kwartaal van 2025 een kabinetsinzet op hoofdlijnen uit voor de aankomende MFK-onderhandelingen. Deze hoofdlijneninzet wordt aan uw Kamer verzonden. Op dit moment kan nog niet vooruit worden gelopen op de invulling van de hoofdlijneninzet.

  1. Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken


  1. KGG - Energienota 2024 | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  2. Zie ook al het Hongaarse landenhoofdstuk uit rechtsstaatrapport 2024 van de Europese Commissie: 2024 Rule of law report - Communication and country chapters - European Commission.↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-02 Nr. 2962; Kamerstuk 36 410-V nr. 65; Kamerstuk 21 501-20 nr. 1959; Kamerstuk 21501-20 nr. 203.↩︎

  4. Zoals op 13 augustus 2024 verzocht door de Minister van Buitenlandse Zaken.↩︎

  5. Kamerstuk 21501- 02, nr. 2426↩︎

  6. Zie eerder ook Kamerstuk 21501-02, nr. 2915 en zie voor een overzicht van de drie financiële instrumenten die zijn ingezet tegen Hongarije Kamerstuk 36 560 V, nr. 7 en Kamerstuk 21501-20, nr. 1970.↩︎

  7. Zie o.a. de Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2024-2029 van 18 juli jl., beschikbaar op https://commission.europa.eu.↩︎

  8. Kamerstuk 21501- 02, nr. 2426.↩︎

  9. 2024 Rule of law report - Communication and country chapters - European Commission↩︎

  10. Kamerstukken II 2024/25, 21501-02, nr. 2980.↩︎

  11. Kamerstukken II 2024-2025, 25165, nr. 86, p. 3↩︎

  12. https://open.overheid.nl/documenten/19a8b345-710f-4fc6-90b4-b52d36d4e548/file↩︎

  13. https://open.overheid.nl/documenten/9785aa29-ec1e-4846-a1e3-12cd46c59d08/file↩︎

  14. https://open.overheid.nl/documenten/53d02d42-3ea2-4bd4-bf50-a78a723e3a4a/file↩︎