Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 22/1) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D02325, datum: 2025-01-22, bijgewerkt: 2025-01-23 09:29, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-22 14:40: Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 22/1) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (š origineel)
Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 januari 2025
Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 januari 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d.
27 januari 2025 (CD d.d. 22/01).
De voorzitter:
Dan gaan wij door met het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken. Ik
geef graag het woord aan mevrouw Dobbe van de fractie van de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties over Sudan.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de oorlog in Sudan nu al bijna twee jaar duurt, met
groot menselijk leed tot gevolg en zonder uitzicht op verbetering;
constaterende dat verschillende onderzoeken uitwijzen dat de Verenigde
Arabische Emiraten wapens leveren aan de RSF in Darfur, tegen het
geldende wapenembargo in;
constaterende dat de Kamer eerder moties aannam die opriepen tot het
stoppen met het leveren van wapens aan landen die aan vechtende partijen
in Sudan doorvoeren en tot een VN-wapenembargo voor heel Sudan;
verzoekt de regering om bij de RBZ te pleiten voor maatregelen richting
de Verenigde Arabische Emiraten en andere landen die wapens of
financiƫle steun leveren aan strijdende partijen in Sudan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Van der Burg.
Zij krijgt nr. 3008 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in Sudan al bijna twee jaar een bloedige burgeroorlog
woedt;
constaterende dat de minister heeft aangegeven dat in februari in Den
Haag een bijeenkomst van EU-landen en Noorwegen over Sudan zal
plaatsvinden en in maart een senior-officialsmissie wordt georganiseerd
over Sudan;
overwegende dat het wenselijk is als Europese landen en Nederland een
grotere rol spelen in het verlichten van de humanitaire nood in Sudan en
het proberen te komen tot een vredesproces;
verzoekt de regering een leidende rol te spelen in het organiseren van
internationale humanitaire hulp aan Sudan en het proberen te komen tot
een vredesproces, waarbij tevens het "women, peace and
security"-principe wordt toegepast,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Van der Burg.
Zij krijgt nr. 3009 (21501-02).
Dank u wel. De heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Twee moties. De eerste motie gaat over de schaduwvloot. Daar
zou de minister in de beantwoording nog op terugkomen. Afhankelijk van
de beantwoording kijk ik wat ik met de motie doe.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de EU nu 75 schepen van de Russische schaduwvloot op
haar sanctielijst heeft staan;
constaterende dat de Verenigde Staten onder Biden in januari nog meer
dan 240 individuele Russische schepen extra hebben toegevoegd aan hun
sanctielijst;
overwegende dat we als EU hard moeten optreden tegen de Russische
schaduwvloot om zijn bijdrage aan de olietoevoer voor de Russische
oorlogsvoering te verminderen, net als de kans op beschadiging van
Europese kritieke onderzeese infrastructuur;
verzoekt de regering in Europees verband ervoor te pleiten om de
Europese sanctielijst van de Russische schaduwvloot gelijk te trekken
met die van de Verenigde Staten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Boswijk.
Zij krijgt nr. 3010 (21501-02).
De heer Dassen (Volt):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Amerikaanse president Trump heeft aangegeven
Groenland onderdeel te willen maken van het Amerikaanse
grondgebied;
overwegende dat Groenlanders op basis van hun collectieve recht op
zelfbeschikking zelf bepalen over hun toekomst;
overwegende dat een ruime meerderheid van de Groenlanders momenteel
voorstander is van toetreding tot de Europese Unie;
verzoekt de regering in Europees verband te pleiten voor het verder
verdiepen van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en
Groenland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 3011 (21501-02).
Dank u wel.
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Kahraman, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We hadden vorige week mevrouw Svetlana
Tichanovskaja op bezoek in de Tweede Kamer. Zij is de Wit-Russische
oppositieleidster, die de vorige verkiezingen heeft gewonnen, maar is
weggejaagd door de dictator daar. Aanstaande zondag zijn er weer
"verkiezingen" ā ik zet het woord even tussen aanhalingstekens. Ik heb
daar een motie over geschreven.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op 26 januari in Belarus presidentsverkiezingen worden
gehouden, waar Loekasjenko een repressief bewind voert en in de praktijk
geen sprake is van democratie;
constaterende dat er geen alternatieve kandidaten en onafhankelijke
toezichthouders worden toegelaten en er geen transparantie is rondom het
tellen van stemmen;
constaterende dat voorgaande Europese regeringen en de Nederlandse
regering in 2020 de uitslag van de Belarussische presidentsverkiezingen
niet hebben erkend;
overwegende dat het erkennen of negeren van ondemocratische verkiezingen
legitimiteit geeft aan een ondemocratisch regime;
verzoekt de regering de uitslag van de Belarussische verkiezingen niet
te erkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kahraman en Stoffer.
Zij krijgt nr. 3012 (21501-02).
EĆ©n korte vraag van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik ben hier op zich voor, maar hetzelfde zouden we natuurlijk kunnen
doen bij alle niet democratisch gehouden verkiezingen. Toch doen we dat
niet als het gaat om Rusland of China. Ik ben gewoon oprecht benieuwd
wat voor NSC het verschil is. Hoe kijk je dan naar verschillende landen
om te bepalen wanneer je wel of niet zo'n motie gaat indienen?
De heer Kahraman (NSC):
Eens. Dit is ook mede omdat mevrouw Svetlana Tichanovskaja dat verzoek
heeft ingediend bij het gesprek dat zij had met ons als commissie
Buitenlandse Zaken. We zouden dat misschien inderdaad wat vaker moeten
doen. Verkiezingen die niet op een democratische manier zijn gevoerd, in
welk land dan ook, zouden we niet moeten erkennen.
De voorzitter:
Prima. U continueert. Nee, mevrouw Piri; we gaan even door.
De heer Kahraman (NSC):
Dan heb ik een tweede verzoek, dat ook in dat gesprek naar voren
kwam.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat democratisch oppositie voeren in Belarus onmogelijk is
gemaakt en het Belarussische maatschappelijke middenveld geen ruimte
krijgt om het land verder te democratiseren onder het regime van
Loekasjenko;
overwegende dat Belarus een belangrijke factor is in de Oost-Europese
grensregio en de rechtsstatelijkheid van het land bevorderlijk kan zijn
voor de stabiliteit van Oost-Europa;
verzoekt de regering om op Europees niveau het Belarussische
maatschappelijke middenveld in de breedste zin te ondersteunen om op die
manier bij te dragen aan het democratiseringsproces,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kahraman, Stoffer, Ceder en
Paternotte.
Zij krijgt nr. 3013 (21501-02).
De heer Boswijk, Ć©Ć©n vraag, kort.
De heer Boswijk (CDA):
Ik ben het ermee eens dat we die verkiezingsuitslag niet moeten
erkennen, maar eigenlijk is het een geheel terechte vraag die collega
Piri neerlegt. Wat zijn nou precies de definities? Want als we inderdaad
alleen nog maar democratisch gekozen regeringsleiders erkennen, valt de
helft van de wereld af. Wat gaan we dan doen met die helft van de wereld
doen? Gaan we die niet meer ontvangen? Hebben we daar geen overleg meer
mee? Wat is daar de oplossing voor?
De heer Kahraman (NSC):
Ik heb niet opgeroepen om niet het gesprek te voeren met
regeringsleiders of wat dan ook. Ik heb wel gezegd: erken niet de
uitslag van de verkiezingen omdat deze zĆ³ overduidelijk niet
democratisch zijn. De oppositieleiders zitten of in de gevangenis of in
ballingschap. Het is zo overduidelijk dat dit een verkiezing is waarvan
de uitslag niet erkend dient te worden. Dat is ook een duidelijk signaal
naar de Wit-Russische regering.
De voorzitter:
De heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het geweld op de Westelijke Jordaanoever oplaait,
waarbij Israƫlische luchtaanvallen, bulldozing en militaire operaties
hebben geresulteerd in verschillende doden en verdrijvingen;
verzoekt de regering om met urgentie aan te dringen op een
staakt-het-vuren op de Westelijke Jordaanoever,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 3014 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er EU-sancties zijn getroffen tegen gewelddadige
kolonisten en gewelddadige kolonistenorganisaties;
overwegende dat de nederzettingenpolitiek van Israƫl illegaal is onder
het internationaal recht;
overwegende dat de aanvallen van kolonisten doorgaan, met gewonden,
doden en vernielingen onder de Palestijnen als gevolg;
verzoekt de regering om in EU-verband de mogelijkheden te verkennen om
de EU-sancties tegen gewelddadige kolonisten uit te breiden naar
personen en entiteiten die betrokken zijn bij de vestiging, uitbreiding
of instandhouding van illegale Israƫlische nederzettingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 3015 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een staakt-het-vuren is aangebroken in Gaza,
waardoor de hulpverlening in Gaza kan worden opgevoerd;
overwegende dat er urgente noden zijn ten aanzien van medische
evacuaties uit Gaza van mensen die als gevolg van de oorlog geen
medische behandeling kunnen krijgen, en het zoeken naar slachtoffers
onder het puin;
verzoekt de regering te onderzoeken of Nederland een concrete bijdrage
kan leveren aan medische evacuaties vanuit Gaza en het zoeken naar
slachtoffers onder het puin en hierin ook internationaal op te
trekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Baarle en Ceder.
Zij krijgt nr. 3016 (21501-02).
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, tot slot.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat met medewerking van het Israƫlische leger er een
illegaal bezettingsbeleid wordt uitgevoerd en gewelddadige kolonisten
met medewerking en medeweten van het Israƫlische leger Palestijnen
verdrijven, vermoorden en Palestijns bezit vernielen;
constaterende dat het Israƫlische leger op systematische schaal
oorlogsmisdaden heeft gepleegd in Gaza;
verzoekt de regering om het Israƫlische leger als terroristische
organisatie te classificeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 3017 (21501-02).
De heer Van Baarle (DENK):
Dank.
De voorzitter:
De heer Boswijk van het CDA. Meneer Dassen, u bent wel een beetje laat
als u nu nog met een vraag aankomt. Nou, vooruit, we spoelen de film
even terug.
De heer Dassen (Volt):
De heer Boswijk zou graag mijn motie over de schaduwvloot willen
meetekenen. Dat wilde ik graag op deze manier even doorgeven.
De voorzitter:
Dan gaan we dat even toevoegen. Sorry voor de verwarring. De heer
Boswijk zelf.
De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Ik kon helaas het debat niet helemaal bijwonen omdat
ik plenair een debat over het demonstratierecht had. Ik heb wel even
teruggekeken wat het antwoord van de minister was op mijn vraag over
Armeniƫ. Mijn fractie uit inmiddels al een jaar of langer zorgen over
verdere escalatie, zeker als we kijken naar de retoriek vanuit
Azerbeidzjan, ook de afgelopen paar weken. Het ziet er gewoon niet goed
uit. Er zijn parallellen te trekken met de uitingen die Poetin heeft
gedaan in de weken voor de inval in de Krim en later in OekraĆÆne. Daarom
vraag ik toch aan deze minister om ter voorbereiding in Europees verband
een coalitie te gaan bouwen en een sanctiepakket klaar te zetten voor
het geval er iets gebeurt en om te communiceren dat we klaarstaan en er
niet voor terugdeinzen om Azerbeidzjan meteen aan te pakken als wordt
overgegaan tot escalatie, en dat niet pas te doen als het al is gebeurd.
Want ik denk dat het dan te laat is. Ik ben heel benieuwd hoe de
minister daarnaar kijkt. De antwoorden vond ik eigenlijk vrij lauw,
aangezien uit de retoriek van de afgelopen weken blijkt dat alle
alarmbellen afgaan. Ik ben dus benieuwd of de minister bereid is om dat
te doen.
De voorzitter:
Mevrouw Piri, GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat president Trump gratie heeft verleend aan meer dan
1.500 Amerikanen die zijn veroordeeld voor hun deelname aan de
bestorming van het Capitool;
overwegende dat de tot lange celstraffen veroordeelde leiders van de
rechts-extremistische Proud Boys en de ultranationalistische
burgermilitie Oath Keepers een gevaar zijn voor democratie en
rechtsstaat in de vrije westerse wereld;
verzoekt het kabinet om deze personen de status van ongewenste
vreemdelingen te geven, zodat ze niet in aanmerking komen voor een
visum,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Paternotte, Dassen en Van
Baarle.
Zij krijgt nr. 3018 (21501-02).
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de VS het Internationaal Strafhof dreigt te
sanctioneren;
overwegende dat Nederland als gastland een bijzondere
verantwoordelijkheid en een nationaal belang heeft de onafhankelijkheid
en het effectief functioneren van het Internationaal Strafhof te
beschermen;
verzoekt het kabinet om op nationaal niveau concrete maatregelen te
treffen gericht op bescherming van het Internationaal Strafhof en om
zich in te zetten voor maatregelen in EU-verband, waaronder via het
blokkeringsstatuut, die de gevolgen van potentiƫle Amerikaanse sancties
minimaliseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Dobbe, Paternotte, Dassen,
Ceder en Van Baarle.
Zij krijgt nr. 3019 (21501-02).
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Tot slot, voorzitter, de derde motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat VN-organisaties, UNRWA in het bijzonder, een cruciale
rol spelen in de coƶrdinatie van hulp in Gaza ten tijde van ongekende
humanitaire nood;
overwegende dat het Israƫlische verbod op de VN-organisatie op 30
januari ingaat;
verzoekt het kabinet om Israƫl met klem op te roepen het verbod niet uit
te voeren en de humanitaire hulpverlening aan Palestijnen mogelijk te
maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Paternotte, Dassen, Dobbe
en Van Baarle.
Zij krijgt nr. 3020 (21501-02).
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Paternotte, D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Russische hybride oorlogsvoering een grote bedreiging
vormt voor onze vitale infrastructuur op de zeebodem, waarvan het
merendeel zich buiten de territoriale wateren bevindt;
constaterende dat de Russische tankervloot in zeer slechte staat
verkeert, wat recent leidde tot een olieramp en meerdere
bijna-rampen;
constaterende dat Nederland tot op heden geen verzekeringen controleert
van Russische schepen in de EEZ, noch andere maatregelen neemt om
gevaarlijke of verdachte schepen die zich in deze wateren bewegen, te
stoppen en te onderzoeken;
constaterende dat Finland en de Baltische Staten hier wel mee zijn
begonnen en ook de secretaris-generaal van de NAVO aangeeft dat landen
binnen het zeerechtverdrag de mogelijkheid hebben actieve controles uit
te voeren;
verzoekt de regering de veiligheid van onze infrastructuur in de
Noordzee actief te gaan handhaven door vermeende schaduwvlootschepen of
anderszins verdacht opererende schepen tot 393 kilometer uit de kust te
stoppen en te onderzoeken, en hierbij alle relevante veiligheids- en
milieuwetgeving in te zetten;
verzoekt de regering voorts aan te sluiten bij landen in de Joint
Expeditionary Force, die zelf verzekeringen van passerende schepen in
deze zone gaan controleren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Boswijk.
Zij krijgt nr. 3021 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Elon Musk betrokken is bij de verspreiding van
nepnieuws en de manipulatie van het algoritme achter X, met als doel
zich te mengen in de Europese verkiezingen, en zelfs expliciet oproept
tot het vrijlaten van gevangenen en het vertrek van
regeringsleiders;
overwegende dat de Europese democratie gebaat is bij gezamenlijke inzet
tegen beĆÆnvloeding van buitenaf, zowel door hybride acties van landen
als China, Iran en Rusland als door manipulatie van platforms en de
verspreiding van desinformatie vanuit andere landen;
verzoekt de regering zich, net als onder andere Frankrijk, Duitsland en
het VK, duidelijk uit te spreken tegen deze inmenging;
verzoekt de regering in overleg met buurlanden en de Europese Commissie
te werken aan een effectief antwoord op ongewenste inmenging in onze
Europese democratie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Paternotte.
Zij krijgt nr. 3022 (21501-02).
De heer Paternotte (D66):
Tot slot, voorzitter, zou ik nog willen vragen of de minister een
duidelijk punt wil maken van de mensenrechtenschendingen jegens
Oeigoeren, Mongolen, Tibetanen en Hongkongers in China als hij later
deze week met de Chinese regering contact heeft.
Dank.
De voorzitter:
De heer Van der Burg, VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Geen motie van mijn kant. Ik heb wel een motie overwogen,
maar ik ken deze minister als iemand die zich constructief opstelt, ook
richting de nieuwe Amerikaanse regering. Je moet alleen voorkomen dat je
in je constructief zijn, destructief wordt. Daarom heb ik een
nadrukkelijke vraag aan de minister. De Amerikaanse regering kiest
ervoor om vooral bilateraal zaken te willen doen en minder op Europees
niveau. Ik zou van de minister ook plenair de bevestiging willen dat we
vooral inzetten op Europese eenheid en gezamenlijk optreden, en dat we
dus voorkomen dat we door constructief te willen overleggen met de
regering-Trump, wat we uiteraard moeten doen, destructief werken aan de
eenheid van Europa. Dus laten we gaan voor de 27 en niet voor de 1.
Graag op dat punt een toezegging.
Verder ben ik het geheel eens met de laatste vraag van de heer
Paternotte. Ik ga ervan uit dat de minister dat standaard doet, omdat
hij in de commissie elke keer nadrukkelijk aangeeft dat hij
mensenrechten buitengewoon belangrijk vindt. Dan zal hij zeker bij zo'n
bezoek als dat van deze week daartoe geen mogelijkheid onbenut laten,
maar graag een bevestiging.
De voorzitter:
De heer Ceder van de ChristenUnie is de laatste spreker van de zijde van
de Kamer.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb mijn moties zojuist al aangekondigd, dus
die zal ik gewoon voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er momenteel Nederlanders in Gaza zitten en het tot op
heden niet mogelijk was om hen uit Gaza te krijgen;
overwegende dat het staakt-het-vuren een nieuwe kans biedt om dit nu te
regelen en er een grote verantwoordelijkheid op de regering rust;
verzoekt de regering om het staakt-het-vuren ten volle te benutten om
pogingen te ondernemen om Nederlanders in Gaza terug te halen naar
Nederland en indien nodig gezamenlijk op te trekken met Europese landen
die ook burgers in Gaza hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Piri.
Zij krijgt nr. 3023 (21501-02).
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Mijn andere motie gaat over de medische zorg. Een aantal
dagen geleden zijn een aantal Gazanen overgebracht naar een aantal
Europese landen, waaronder Albaniƫ, Frankrijk, Noorwegen en Roemeniƫ, om
gespecialiseerde zorg te ontvangen. Er is nog een hulpvraag. Ik denk dat
Nederland een bijdrage daaraan zou kunnen leveren met gespecialiseerde
medische zorg. Mijn vraag is of de minister dat welwillend wil
onderzoeken. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat sinds het staakt-het-vuren extra hulp Gaza
binnenkomt;
overwegende dat WHO-chef Tedros Adhanom Ghebreyesus recent stelde dat
versnelde medische evacuaties voor meer dan 12.000 mensen, waaronder
veel kinderen die dringend levensreddende zorg nodig hebben buiten Gaza,
nodig zal zijn;
overwegende dat inmiddels al patiƫnten uit Gaza in Albaniƫ, Frankrijk,
Noorwegen en Roemeniƫ zijn ondergebracht om gespecialiseerde medische
zorg te ontvangen;
verzoekt de regering welwillend te zijn ten aanzien van het bieden van
gespecialiseerde zorg aan Gazanen die niet in Gaza geboden kan worden,
de mogelijkheden te verkennen en hierover binnen 14 dagen terug te
koppelen naar de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.
Zij krijgt nr. 3024 (21501-02).
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik schors vijftien minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.
Blijf in de buurt, zou ik tegen de woordvoerders willen zeggen. Als de
minister eerder klaar is, beginnen we namelijk iets eerder.
De vergadering wordt van 15.05 uur tot 15.21 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Veldkamp:
Voorzitter, dank.
De voorzitter:
Het woord is eerst nog aan de heer Van Baarle, kort, kort.
De heer Van Baarle (DENK):
Voor de boekhouding: de heer Ceder wil graag mijn motie ā ik weet even
niet het nummer uit mijn hoofd ā meeondertekenen. Het gaat over de motie
over het onderzoeken of Nederland een bijdrage kan leveren aan de
medische evacuaties en de evacuaties van mensen die onder het puin
liggen.
De voorzitter:
Dat is de motie op stuk nr. 3016. Wij voegen de naam van de heer Ceder
eraan toe. De heer Ceder, kort.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Daarom zou ik mijn motie die over hetzelfde gaat, willen intrekken.
De voorzitter:
Dat is de motie op stuk nr. 3024.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Die trek ik bij dezen in, dan hoeft er ook geen oordeel over te
komen.
De voorzitter:
Aangezien de motie-Ceder (21501-02, nr. 3024) is ingetrokken, maakt zij
geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
Minister Veldkamp:
Nou, dat scheelt weer tijd, voorzitter.
Voorzitter. Er was een vraag van de heer Boswijk: bereikt de coalitie
binnen de EU iets met het voorbereiden van sancties tegen Azerbeidzjan?
Ik volg het vredesproces tussen Armeniƫ en Azerbeidzjan op de voet. We
hebben daarover veel contact in de EU, ook met de speciaal
vertegenwoordiger van de EU, Magdalena Grono. Er worden momenteel
stappen gezet. Het proces is heel fragiel. Ik deel de zorgen over de
retoriek van de president van Azerbeidzjan, maar nu overgaan tot
voorbereiden van sancties is noch tijdig noch zinvol, omdat er
onvoldoende steun voor is. Waar ik mij op zal richten, is een concrete
bijdrage aan het vredesproces. Dat doen we bijvoorbeeld in de vorm van
steun aan vertrouwenwekkende maatregelen als ontmijning. Ik zal de regio
in de komende maanden ook bezoeken en morgen met de Hoge
Vertegenwoordiger mevrouw Kallas bespreken hoe wij het beste ons kunnen
richten op wat er in het vredesproces gebeurt.
De heer Van der Burg drong nog eens aan op de Europese eenheid, juist
sinds het aantreden van president Trump. Ik hoor wat hij zegt en dat
neem ik ter harte. Bij "Europees" denk ik niet alleen aan de EU, maar
ook aan partners als het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen.
Dan de appreciatie van de moties. De eerste motie, van mevrouw Dobbe en
de heer Van der Burg, kan ik oordeel Kamer geven, als ik die zo kan
interpreteren dat we echt willen bijdragen aan voorkomen en indammen van
de wapenstroom naar Sudan.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe knikt ja, dus bij dezen. Dan de tweede motie.
Minister Veldkamp:
Dat is de motie op stuk nr. 3009 van mevrouw Dobbe en de heer Van der
Burg over internationale humanitaire hulp voor Sudan. Als ik die zo kan
interpreteren dat Nederland niet alleen staat en eigenstandig alleen de
leiding neemt, maar samen met een groep Europese landen blijft optrekken
in de EU plus Noorwegen, kan ik de motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe knikt opnieuw ja.
Minister Veldkamp:
Dan de motie op stuk nr. 3010 van de heer Dassen. Wij zouden ook graag
de sanctielijst voor de Russische schaduwvloot zo veel mogelijk
opkrikken en gelijktrekken in EU-verband, dus ik omarm de doelstelling
en geef daarmee de motie oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3011 over de betrekkingen met Groenland verdient
ook oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3012 van de leden Kahraman en Stoffer vind ik
ontijdig, in de zin dat wij verkiezingen niet wel of niet erkennen. Wij
erkennen staten. De verwachting is natuurlijk dat deze verkiezingen in
Belarus geenszins democratisch zullen plaatsvinden, maar ze hebben ook
nog niet plaatsgevonden.
De voorzitter:
Een korte vraag van de heer Kahraman.
De heer Kahraman (NSC):
Ik kan mee met de redenatie van de minister en ik zal de motie ook
aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Kahraman stel ik voor zijn motie (21501-02, nr.
3012) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 3013, maar eerst de heer Paternotte, kort.
De heer Paternotte (D66):
Staat de minister in principe wel positief tegenover deze motie nadat de
verkiezingen hebben plaatsgevonden?
Minister Veldkamp:
Ik ben zondagavond samen met de oppositieleider van Belarus, mevrouw
Tichanovskaja, in Brussel. Dan verzamelen we ook een aantal Europese
ministers om daar met haar te staan, juist omdat we alleszins de
verwachting hebben, gezien de praktijk en de repressie van dit moment
van het Wit-Russische regime van Loekasjenko, dat die verkiezingen ook
echt niet democratisch zullen plaatsvinden. Zij heeft en houdt onze
steun.
Daarmee kom ik op de motie-Kahraman c.s. op stuk nr. 3013 over het
ondersteunen van het Belarussische maatschappelijke middenveld in de
breedste zin. Die motie geef ik oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 3014 van de heer Van Baarle over een
staakt-het-vuren op de Westelijke Jordaanoever. Daarvan zeg ik
"ontraden", in de zin dat er gewapende groeperingen optreden op dit
moment in de Westelijke Jordaanoever, waar juist ook de Palestijnse
security forces trachten rust te brengen om de veiligheid terug te
brengen. Die zijn daar nog niet in geslaagd. Ze vormen ook voor Israƫl
een potentiele bedreiging. Het is wel van belang dat er zo snel mogelijk
een einde komt aan dat geweld. Daarop dringen wij ook aan. Maar oproepen
tot een formeel staakt-het-vuren lijkt ons op dit moment niet de juiste
weg. Daarom ontraad ik de motie.
De motie op stuk nr. 3015 van de heer Van Baarle gaat over het
uitbreiden van de sancties naar de Westelijke Jordaanoever. Het
sanctieregime van de EU is gericht op gewelddadige kolonisten en de
organisaties die dat in stand houden. Daar werken met name Frankrijk en
Nederland aan. Op dit moment wordt gewerkt aan een derde sanctiepakket.
De nederzettingen zien we als illegaal. Dat weet u. Maar dit dictum
vergt een uitbreiding van dat sanctieregime die op dit moment niet kan
worden waargemaakt en niet wenselijk is. Daarom ontraad ik de
motie.
Dan de motie op stuk nr. 3016 van Van Baarle en Ceder. Daarin wordt
verzocht om te onderzoeken of Nederland een bijdrage kan leveren aan
medische evacuaties vanuit Gaza. Wij steunen de Palestijnse Halve
Maanorganisatie en overigens ook de WHO met 4 miljoen voor haar
werkzaamheden in Gaza, maar ik ben bereid om te kijken naar eventuele
andere mogelijkheden om hierin bij te staan. Daarom geef ik de motie
oordeel Kamer.
In de motie op stuk nr. 3017 van de heer Van Baarle wordt verzocht om
het Israƫlische leger als terroristische organisatie te classificeren.
Het zal de heer Van Baarle niet verbazen dat ik die ontraad met
verwijzing naar het debat.
De voorzitter:
EĆ©n korte vraag van de heer Van Baarle. Kort.
De heer Van Baarle (DENK):
Die gaat over de motie op stuk nr. 3015. Ik kan me heel goed voorstellen
dat het verbreden van die sancties in eerste aanleg niet op een
meerderheid kan rekenen in Europa. Dat was ook zo met het initiatief om
alleen gewelddadige kolonisten een sanctie op te leggen. De minister gaf
ook aan dat hij dit niet wenselijk acht. Waarom acht de minister het
niet wenselijk om een sanctie op te leggen aan personen en entiteiten
die betrokken zijn bij de vestiging, uitbreiding en instandhouding van
iets dat illegaal is? Het lijkt me toch iets waar u best in eerste
aanleg voor kunt pleiten.
Minister Veldkamp:
Dat is omdat daarbij het ontmoedigingsbeleid geldt dat wij handhaven.
Daarbij wijzen we bedrijven ook op de normen van internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen conform de OESO-standaard.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3018.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Een hele korte vraag hierover. Heeft de uitspraak van het Internationaal
Gerechtshof dan helemaal niks veranderd? Blijven we eigenlijk vooral bij
een ontmoedigingsbeleid terwijl nu ook het hoogste hof zich heeft
uitgesproken? Als er zo'n uitspraak ligt, dan kun je toch ook verwachten
dat daar actie op volgt?
Minister Veldkamp:
De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof leven wij na, zoals wij
dat altijd doen bij uitspraken van gerechtelijke instanties. Daarmee
verklaren wij ook de bezetting als zodanig als niet-legaal. Wij zien dat
nadrukkelijk, net zoals andere Europese landen op dit moment, als een
bevestiging van het ontmoedigingsbeleid.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3018.
Minister Veldkamp:
De motie op stuk nr. 3018 over de Capitoolbestormers is ontijdig.
Vooralsnog zijn er namelijk geen signalen dat betreffende personen naar
Nederland willen reizen. De minister van Asiel en Migratie gaat over de
Vreemdelingenwet. Ik kan de motie desgewenst onder de aandacht brengen
bij de minister van Asiel en Migratie.
De voorzitter:
EĆ©n korte vraag, mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dat hebben we toch ook niet bij Hamasstrijders? Dat hebben we toch ook
niet bij de Internationale Garde uit Iran? Je onderneemt toch niet
alleen actie op het moment dat je signalen hebt dat mensen naar
Nederland komen?
Minister Veldkamp:
Nee, maar als het nu gaat om het verklaren tot ongewenst vreemdeling,
terwijl er geen enkele indicatie is dat mensen deze kant op komen en er
geen historie is richting Nederland van deze mensen, dan verklaar ik
deze motie nu als ontijdig.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, kort, kort.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb die mensen ook liever niet hier, maar mijn vraag is de volgende.
Stel dat ze wel naar Nederland zouden willen komen, heeft de IND dan nu
voldoende instrumenten om te zeggen dat ze het land niet in komen?
Minister Veldkamp:
Ik weet niet precies hoe dat juridisch zit, maar we weten natuurlijk wel
uit het verleden dat mensen ongewenst zouden kunnen worden verklaard.
Dat is echter aan de daarvoor verantwoordelijke minister. Op dit moment
is dat met deze mensen niet aan de orde.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3019.
Minister Veldkamp:
De motie op stuk nr. 3019 krijgt oordeel Kamer, met verwijzing naar de
gastlandverplichtingen.
Over de motie op stuk nr. 3020 zeg ik "deze is overbodig", omdat wij nu
al zeggen: Israƫl, u heeft zelf een verantwoordelijkheid om te zorgen
dat die essentiƫle basisdiensten worden uitgevoerd, om die taken over te
nemen. Dat is iets wat we al heel duidelijk in een vroeg stadium hebben
gemeld.
De motie op stuk nr. 3021 van Paternotte en Boswijk over de passerende
schepen apprecieer ik als ontijdig. Ik ben bereid om dit op te nemen met
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, en heb toegezegd daar ook
op terug te komen.
De voorzitter:
EĆ©n korte vraag van meneer Paternotte over de motie op stuk nr.
3021.
De heer Paternotte (D66):
De voorzitter was er niet, maar de toezegging om erop terug te komen
klopt. Het was echter de toezegging om er nu op terug te komen. Dus ik
weet niet of de minister dat nu gaat doen.
Minister Veldkamp:
Ja, waarbij ik zeg: dat moet echt even worden uitgezocht. Dan kan ik het
in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken voor de Kamer meenemen,
want dat gaat ook over het tasken van bijvoorbeeld de kustwacht, en daar
gaat niet de minister van Buitenlandse Zaken over, maar de minister van
Infrastructuur en Waterstaat. In algemene zin zeg ik: Nederland kan op
vrijwillige basis verzekeringspapieren opvragen. Voor het verplicht
overhandigen van die papieren door schepen is geen juridische grond, ook
niet in bijvoorbeeld Denemarken. Het daadwerkelijk aanhouden of controle
van het schip in samenwerking tussen autoriteiten kan pas in een
eerstvolgende haven plaatsvinden, dus niet in de exclusieve economische
zone, op de vrije zee, waar wettelijk en internationaalrechtelijk gezien
de kuststaat zeer beperkt rechten heeft, ook gezien het internationaal
recht van de zee.
De voorzitter:
We gaan echt even door, want we kunnen niet over elke motie een hele
brede maatschappelijke discussie beginnen.
De heer Paternotte (D66):
Ik stel even Ć©Ć©n hele korte vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Kort, kort.
De heer Paternotte (D66):
Vindt de minister wel dat Buitenlandse Zaken hier ook leidend in moet
zijn?
De voorzitter:
Ja. Helder.
De heer Paternotte (D66):
We zien immers bij die andere landen dat dat gebeurt. We kunnen het toch
niet aan IenW en minister Madlener overlaten?
Minister Veldkamp:
Nee, maar daarom neem ik het ook met de collega van IenW op. In
EU-verband vindt ook discussie plaats over de mogelijkheden met
betrekking tot het opvragen van verzekeringsinformatie van schepen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3022.
Minister Veldkamp:
De motie op stuk nr. 3022, over met de Europese Commissie een effectief
antwoord geven op ongewenste inmenging, geef ik oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 3023, over Nederlanders die zich in de Gazastrook
bevinden terughalen naar Nederland en indien nodig gezamenlijk optrekken
met Europese landen die ook burgers in Gaza hebben, apprecieer ik met
oordeel Kamer.
De voorzitter:
Meneer Boswijk, kort.
De heer Boswijk (CDA):
Ik ga even door op de motie van collega Paternotte. Het verbaast mij.
Veel andere landen zijn hier al maanden mee bezig. Wij lopen hierop
achter. We hebben eerder gezien bij de sancties dat wij in de
BuZa-commissie allemaal sancties goedkeuren, dat we het ermee eens zijn.
We hebben eerder al gezien dat de Douane vervolgens niet handhaaft. Dan
moet ik weer naar een ander debat om het daarover te hebben. Dan denk
ik: jongens, we hebben de luxe en de tijd niet om af te wachten tot heel
de wereld het doet en af te wachten tot eindelijk in dit kabinet iemand
de regie neemt. Dus ik zou toch een appel op de minister doen: geef de
motie oordeel Kamer en pak die rol. Ik weet zeker dat u het kunt.
De voorzitter:
Heel kort.
Minister Veldkamp:
Ik ben blij met het vertrouwen dat de heer Boswijk in de minister van
Buitenlandse Zaken heeft. Ik zeg er wel bij: ik kan hier niet mee omgaan
zonder dit echt goed te bezien met de minister en de experts van het
ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Nederland loopt voorop in
het sanctioneren van schaduwvlootschepen. Dat hebben we ook bij het
veertiende EU-sanctiepakket jegens Rusland gedaan. Het feit dat die op
IMO-nummers kunnen worden gelist is een initiatief van Nederland. Deze
uitvoeringsmethodiek heeft onze aandacht, maar het internationaal recht
van de zee telt hier ook bij, en kun je niet zomaar bijbuigen: het recht
van onschuldige doorvaart in territoriale zone en het recht op de volle
zee. Ik zei al in het commissiedebat: dat dreigt ook precedentwerkingen
te hebben, als je niet uitkijkt, in bijvoorbeeld de Zuid-Chinese zee of
elders. Dus dat is wel een kwestie van opletten en goed bezien hoe dat
het meest effectief kan plaatsvinden, en dat pak ik op.
De voorzitter:
Helder. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Morgen stemmen wij over de ingediende moties.