Amendement van het lid Ellian over ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ook mogelijk te maken bij misdrijven waarvoor een boete van de vierde categorie mogelijk is.
Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2025D02501, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-28 11:52, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36327-25).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: U. Ellian, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -25 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2025Z01108:
- Indiener: U. Ellian, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID ELLIAN
Ontvangen 23 januari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.7.19, tweede lid, wordt «vijfde categorie» vervangen door «vierde categorie».
II
In artikel 4.4.16, derde lid, wordt «vijfde categorie» vervangen door «vierde categorie».
III
In artikel 6.5.9, eerste lid, wordt «vijfde categorie» vervangen door «vierde categorie».
IV
In artikel 6.5.11 wordt «vijfde categorie» vervangen door «vierde categorie».
Toelichting
In titel 5.5 van boek 6 zijn de bevoegdheden in verband met de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel geregeld. In artikel 6.5.9 worden in dat verband een aantal bevoegdheden geregeld die kunnen worden ingezet in geval van een verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. De politie heeft in het voortraject geadviseerd om het conservatoir beslag niet langer te beperken tot feiten waarop een geldboete van de vijfde categorie is gesteld. Daarbij is verwezen naar de noodzaak van slagvaardig optreden bij milieudelicten of strafbare feiten uit de Opiumwet. Indiener volgt deze redenering en stelt daarom middels dit amendement voor dat de bevoegdheden in verband met de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel ook kunnen worden ingezet bij een verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vierde categorie kan worden opgelegd.
Niet valt uit te sluiten dat de boetecategorieën voor enkele misdrijven in de toekomst worden verhoogd. Dat laat echter onverlet dat er misdrijven zijn waarop een maximale geldboete van de vierde categorie is gesteld, die gelet op de aard en de feiten en omstandigheden waarop in het concrete geval de verdenking berust, het rechtvaardigt dat conservatoir beslag kan worden gelegd op vermogensbestanddelen van een verdachte.
Ellian