[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat RBZ/Handel (CD 22/1) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D02644, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-24 10:26, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RBZ/Handel

RBZ/Handel

Aan de orde is het tweeminutendebat RBZ/Handel (CD d.d. 22/01).

De voorzitter:
Wat mij betreft gaan we direct door met een ander tweeminutendebat. Ik denk dat mevrouw Teunissen mevrouw Kostić vervangt. Klopt dat? Ja? Dan kunnen we beginnen met het tweeminutendebat RBZ/Handel. Van harte welkom aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Hartelijk welkom aan de leden. Zeven leden hebben zich ingeschreven, waarvan vijf ook hun eerste termijn willen gebruiken. We gaan als eerste luisteren naar mevrouw Teunissen. Zij spreekt namens de Partij voor de Dieren, die ook het debat heeft aangevraagd. Gaat uw gang.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik ben mijn stem een beetje kwijt, dus ik zal zo duidelijk mogelijk proberen te praten. Ik heb één motie over het Mercosur-verdrag.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer met de motie-Teunissen c.s. (36600-XVII, nr. 36) een helder standpunt heeft ingenomen over het EU-Mercosur-verdrag en het kabinet heeft opgedragen dat standpunt te volgen;

overwegende dat de tekst van het handelsakkoord openbaar is;

overwegende dat nog langer wachten de kans verkleint dat het kabinet steun kan vinden bij andere landen om het verdrag tegen te houden;

verzoekt de regering om uiterlijk in februari een standpunt in te nemen over het EU-Mercosur-verdrag in lijn met het standpunt van de Kamer zoals verwoord in de motie-Teunissen c.s.,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Teunissen en Stoffer.

Zij krijgt nr. 3028 (21501-02).

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Paternotte. Heeft u eerst nog een interruptie voor mevrouw Teunissen?

De heer Paternotte (D66):
Ja, ik probeer het even te begrijpen. Er is dus een motie van mevrouw Teunissen, die zegt dat de motie van mevrouw Teunissen nog wat duidelijker gelezen moet worden. Begrijp ik dat zo goed?

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nee. Ik ben blij met de vraag. Nee. Mijn motie die door deze Kamer breed is aangenomen, vraagt of Nederland zich in Europa actief wil inzetten tegen het Mercosur-verdrag. We zien dat het kabinet dat steeds niet doet. Nu zegt het kabinet: we komen met een appreciatie in kwartaal 2 of 3. Voor de Partij voor de Dieren is dat niet hetzelfde als het uitvoeren van die motie; die motie vraagt om actieve inzet. Ik dien deze motie nu in om het kabinet op te roepen om echt haast te maken, want anders lopen we de hele tijd achter de feiten aan. Vandaar dat ik deze motie indien.

De voorzitter:
Dank voor uw antwoord. Dan is nu wel het woord aan de heer Paternotte voor zijn eigen termijn namens de fractie van D66. Gaat uw gang,

De heer Paternotte (D66):
Dank, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Oekraïense economie zwaar wordt getroffen door het aanhoudende conflict;

overwegende dat wanneer Oekraïne lid zal worden van de EU, het ook zal toetreden tot de interne markt en het tot die tijd in het belang van zowel de EU als de Oekraïners is om de handelsbanden zo veel als mogelijk aan te halen;

verzoekt de minister in de Raad te pleiten voor het significant uitbreiden van de handelsliberalisatie met Oekraïne;

verzoekt de minister tevens een digitale handelsmissie naar Oekraïne op te zetten en daarbij expliciet aandacht te besteden aan de bijdrage van Nederlandse bedrijven aan herstel en wederopbouw in Oekraïne,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Kamminga.

Zij krijgt nr. 3029 (21501-02).

Hartelijk dank. Dan is het woord aan mevrouw Kamminga namens de VVD-fractie. Gaat uw gang.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Gisteren heb ik aandacht gevraagd voor de enorme lastendruk die op ondernemers afkomt naar aanleiding van onder andere CSRD en CSDDD. De Europese Commissie heeft aangekondigd hiernaar te gaan kijken in het zogeheten Omnibustraject. Ik heb de minister in dat kader gevraagd om naast het harmoniseren ook in te zetten op het simplificeren en, waar nodig, zaken te schrappen. Ik moet eigenlijk zeggen "waar mogelijk", want "waar nodig" is politiek. Die politieke discussie moeten we niet opnieuw openen; dat heb ik ook mevrouw Hirsch beloofd. Ik dacht dat de minister dat had toegezegd, maar het kwam aan het einde van het commissiedebat niet als toezegging terug. Ik hoop dus dat de minister deze toezegging hier nogmaals kan bevestigen.

Voorzitter. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat ondernemers drie verschillende formulieren moeten invullen voor ongeveer hetzelfde, en dat er straks meer fte's worden besteed aan het rapporteren en verantwoorden dan aan het echte werk? Zeker voor het mkb is de lastendruk echt enorm. Ik zou de minister willen vragen om zeker ook voor hen oog te hebben in deze trajecten en hen hierbij, waar mogelijk, te ondersteunen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Ram namens de PVV-fractie. Gaat uw gang.

De heer Ram (PVV):
Dank u, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zich in Europees verband uit te spreken tegen de uitbreiding van de interne markt naar kandidaat-lidstaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ram.

Zij krijgt nr. 3030 (21501-02).

Dank u wel. Dat was kort en krachtig. De heer Ceder gaat als laatste het woord voeren in deze termijn van de Kamer en dat doet hij namens de ChristenUnie. Gaat uw gang.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. We hebben gisteren een goed debat gehad. Ik ben blij dat de minister in het debat en in Kamervragen heeft aangegeven dat ze voortvarend aan de slag wil met CSDDD.

Ik heb nog wel een vraag over het tijdpad, want we willen hier in het parlement duidelijkheid hebben. Dat geldt ook voor de werkgevers, die voorbereidingen zullen moeten gaan treffen. Ik ben blij dat uit de Kamervragen blijkt dat we hiermee niet alleen tot een eerlijkere handelsketen komen, maar dat dit waarschijnlijk op de lange termijn ook positief zal uitpakken voor de bedrijven die hieronder gaan vallen. Denk daarbij ook aan financiële duiding. Dat is natuurlijk niet het meest leidend, maar daar ben ik wel blij mee. Hopelijk is dit ook een aansporing om verder na te denken over hoe we dit kunnen vormgeven en neemt dit zorgen weg bij werkgevers, want dat was ook een deel van de discussie in de afgelopen jaren. Ik hoop dat we dit gesprek gezamenlijk kunnen voeren met elkaar en dat we daarbij oog hebben voor alle belangen.

Voorzitter. In dat kader wil ik de volgende motie indienen, ook omdat ik er echt van overtuigd ben dat Nederland hierin een belangrijke voortrekkersrol heeft. We hebben het debat hierover goed gevoerd in de afgelopen jaren. Wij lopen hierin voor, dus ik hoop dat we daardoor ook als eerste hiervan voordeel zullen hebben. Wij zijn namelijk de eerste. Ik hoop dat we het Nederlandse verhaal kunnen vertellen, zowel voor onze werkgevers als ten aanzien van het harmoniseren van het Europees traject. Hopelijk kunnen we daarmee anderen inspireren. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er wereldwijd een toenemend aantal van 160 miljoen kinderarbeiders zijn;

constaterende dat de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) voor juli 2026 omgezet moet zijn in Nederlandse wetgeving;

overwegende dat uit een impactassessment op de Europese CSDDD blijkt dat bedrijven gebaat zijn bij deze richtlijn doordat op middellange termijn de voordelen de kosten zullen overtreffen;

verzoekt de regering de Kamer te verzekeren van effectieve voortzetting van implementatie van de CSDDD in de Wet internationaal verantwoord ondernemen en de Kamer te voorzien van een gespecificeerd tijdpad, ten gunste van rechtszekerheid voor de Nederlandse bedrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ceder en Hirsch.

Zij krijgt nr. 3031 (21501-02).

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. We schorsen vijf minuten en dan krijgen we een appreciatie van de ingediende moties.

De vergadering wordt van 11.37 uur tot 11.42 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat RBZ/Handel. Ik geef het woord aan de minister vanuit vak K.

Minister Klever:
Voorzitter. Om te beginnen mevrouw Kamminga, die dit kabinet vraagt om de toezegging dat wij ons kunnen inzetten voor lastendrukvermindering met betrekking tot de CSRD en de CSDDD. Dat kan ik mevrouw Kamminga toezeggen. Dat hebben we gisteren in het debat ook gewisseld: het verminderen van regeldruk is de inzet van het kabinet en een prioriteit van het kabinet. Dus bij dezen de toezegging die zij gevraagd heeft.

De eerste motie, op stuk nr. 3028, van mevrouw Teunissen, moet ik ontraden. Daar hebben we het gisteren uitgebreid in het debat over gehad. Ik verwijs dus ook naar de argumentatie in het debat.

De motie van de heer Paternotte, op stuk nr. 3029, vraagt om uitbreiding van de handelsliberalisatie met Oekraïne en het opzetten van een digitale handelsmissie. Het kabinet steunt Oekraïne bij het overeind houden van de economie en de wederopbouw. De inzet van de private sector is daarbij essentieel. We hebben ook een speciaal gezant voor het bedrijfsleven en de wederopbouw van Oekraïne. Die bekijkt de verschillende mogelijkheden hiervoor, waarbij een digitale missie een van de opties is. Wat betreft de handelstarieven is er momenteel al sprake van bijna een volledige handelsliberalisatie voor Oekraïense exporten. De enige mogelijke uitbreiding zou gevolgen hebben voor de Nederlandse landbouwproducenten, en daarom is het van belang dat we verdere voorstellen goed bestuderen alvorens we daar iets over zeggen. Maar als ik de motie zo mag lezen dat we inzetten op voortzetting van de huidige handelsliberalisatie met betrekking tot Oekraïne, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De heer Paternotte (D66):
Ik wist dat de minister de motie oordeel Kamer wilde geven, maar niet dat ze dan zou zeggen dat "significant uitbreiden" het doorzetten van de huidige handelsliberalisatie is. Want de motie vraagt wel echt om te kijken waar het mogelijk is om ervoor te zorgen dat we een volgende stap zetten. Voor zover ik begrijp, is het ook niet zo dat dat echt alleen maar kan als je ook op de landbouw hele grote stappen zet. Is de minister dus bereid om te streven of te kijken naar een uitbreiding van de handelsliberalisatie?

Minister Klever:
Ik begrijp de vraag, maar er is al sprake van een bijna volledige handelsliberalisatie. Het enige gebied waar dat nog niet het geval is, is de landbouw. Dat zou gelijk enorme gevolgen hebben voor de landbouw, dus wil ik op dat punt een slag om de arm houden. Maar als de heer Paternotte uitbreiding van de huidige bijna volledige handelsliberalisatie bedoelt, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Is meneer Paternotte akkoord? Ja. Dan komt de heer Ceder toch naar voren om daar een vraag over te stellen.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Even een dubbelcheck. Dit is natuurlijk bedoeld om de vergelijking te trekken met Mercosur. Ik kan de motie steunen zoals de minister 'm heeft geapprecieerd, dus met uitzondering van de landbouw. Maar ik wil even dubbelchecken of de indieners het ook zo bedoelen, want anders heb ik straks moeite met interpreteren wat we willen. In de tekst staat namelijk iets anders dan de minister heeft gezegd. De heer Paternotte heeft aangegeven dat zijn reikwijdte anders is dan die van de minister, dus wil ik van de indieners weten of ze akkoord gaan met de stelling van de minister.

De voorzitter:
Dat vind ik ingewikkeld, want dan gaan we weer onderling een debat voeren.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik wil gewoon graag weten wat er gebeurt als we voor een motie stemmen.

De voorzitter:
Dat kunt u vragen aan de heer Paternotte. De minister geeft het oordeel en dat is bepalend voor het stemgedrag. Wat de heer Paternotte en u vinden, mag u bij een kop koffie bespreken. We gaan door met de motie op stuk nr. 3030.

Minister Klever:
De motie op stuk nr. 3030, van de heer Ram, gaat over het tegengaan van de uitbreiding van de interne markt naar kandidaat-lidstaten. Die moet ik ontraden, met verwijzing naar de argumenten die gisteren in het debat gewisseld zijn.

De motie op stuk nr. 3031, van de heer Ceder, kan ik oordeel Kamer geven, ook met verwijzing naar het debat.

Dat waren ze, voorzitter.

De voorzitter:
Dank. Dat is het einde van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan dinsdag 28 januari aanstaande stemmen over de ingediende moties.

We schorsen heel kort om te wisselen en dan gaan we door met het tweeminutendebat Participatiewet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.