Tweeminutendebat Participatiewet (CD 16/1) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D02647, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-24 10:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-23 11:25: Tweeminutendebat Participatiewet (CD 16/1) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Participatiewet
Participatiewet
Aan de orde is het tweeminutendebat Participatiewet (CD d.d.
16/01).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Participatiewet. Ik heet de staatssecretaris Participatie en Integratie
van harte welkom, evenals de leden, de mensen op de tribune en iedereen
die elders dit debat volgt. Vijf leden hebben zich ingeschreven. Vier
van hen willen hun eerste termijn gebruiken. De eerste spreker is
mevrouw Lahlah. Zij voert het woord namens de fractie van
GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. We hebben in het debat veel gewisseld over de
huidige participatie en de toekomstige wetswijzigingen. Ik heb twee
moties voorbereid.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door het verlagen van de algemene heffingskorting en het
verhogen van de arbeidskorting de lonen van medewerkers in de sociaal
ontwikkelbedrijven erop achteruitgaan;
overwegende dat zij vaak niet méér uren kunnen werken, omdat zij al
werken naar maximale capaciteit;
constaterende dat nu het Belastingplan is vastgesteld, de cao de enige
weg is om deze financiële achteruitgang te repareren;
verzoekt de regering als stelselverantwoordelijke voor de uitvoering van
de Participatiewet de regie te nemen door met oplossingen te komen voor
de financiële achteruitgang voor medewerkers van sociaal
ontwikkelbedrijven als bijeffect van het Belastingplan, en de Kamer hier
bij de voorjaarsbesluitvorming over te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Lahlah, Ceder, Van Kent en
Dassen.
Zij krijgt nr. 332 (34352).
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dan de andere motie. Ik zal proberen wat sneller te praten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mensen direct op de uitkering worden gekort wanneer
zij gaan samenwonen of bij iemand gaan inwonen, terwijl een proefperiode
van bijvoorbeeld zes maanden waarin er niet direct gesleuteld wordt aan
de uitkering, de drempel kan verlagen;
overwegende dat dit de stap tot samenwonen of voltijds mantelzorgen voor
mensen in de bijstand erg hoog maakt en dat het drempelverlagend is als
men eerst zes maanden op proef kan samenwonen of bij iemand kan inwonen
zonder dat direct gesleuteld wordt aan de uitkering;
constaterende dat er sprake is van grote krapte op de woningmarkt;
verzoekt de regering te onderzoeken op welke manier samenwonen op proef
binnen de Participatiewet gefaciliteerd kan worden, en de Kamer hierover
te informeren voor de wetsbehandeling van spoor 1,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Lahlah.
Zij krijgt nr. 333 (34352).
De heer De Kort (VVD):
Op zich is dit een motie die ik verwacht had. Mevrouw Lahlah had het in
het commissiedebat ook over de TeldersStichting en het boek van het
wetenschappelijk instituut van de VVD, die hier ook een punt van
maakten. Maar de vraag die ik heb, is als volgt. Volgens mij lopen er al
pilots. Ik meen ook in uw eigen gemeente, Tilburg, en in Amsterdam.
Kunnen we die resultaten niet gebruiken? Ik ben benieuwd hoe mevrouw
Lahlah daarnaar kijkt.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Het klopt inderdaad dat er pilots zijn gestart, te beginnen in Tilburg.
Daar heeft u toen in uw rol als Tweede Kamerlid vragen over gesteld. Ik
was toen bestuurder in Tilburg. Inmiddels is het in Tilburg staand
beleid. Die mogelijkheid is er dus, maar die wordt vaak gezien als een
uitzondering. Veel gemeenten denken dat het niet mogelijk is. Ik zou
graag zien dat in de wetswijzigingen die eraan komen in spoor 1, waar
het gaat om vertrouwen, ook deze mogelijkheid eigenlijk een soort
default wordt in plaats van een uitzondering.
De heer De Kort (VVD):
Tot slot, voorzitter. We gaan daarin een afweging maken als Kamer — dat
begrijp ik — maar zijn de pilots van Tilburg, en ik dacht ook die van
Amsterdam en misschien nog van andere gemeenten, niet voldoende voor ons
om die afweging te maken? De concrete vraag is: wat voegt deze motie toe
ten opzichte van de pilots die al lopen of hebben gelopen in onder
andere Tilburg en Amsterdam?
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Gezien de reactie van de staatssecretaris — die antwoordde eigenlijk
vrij direct met nee op de vraag om die mogelijkheid te onderzoeken —
denk ik dat het goed is om dat onderzoek te doen. Ik denk dat hij
daarbij ook de resultaten, met name de waardevolle uitkomsten van deze
pilot, tot zich moet nemen. Dan hoop ik dat hij ook tot die verandering
komt.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar mevrouw Welzijn. Zij
spreekt namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens het debat van afgelopen donderdag
beloofde de staatssecretaris een serieus bestuurlijk gesprek te willen
voeren met de gemeenten en het UWV. Mensen die uit een uitkering willen
komen via een sociale coöperatie, lopen namelijk tegen problemen aan. In
een sociale coöperatie leren mensen zelfstandig te ondernemen.
Deelnemers hebben tijdens een werkbezoek van Nieuw Sociaal Contract echt
met lichtjes in hun ogen verteld hoe ze groeien in hun werk; dat was
echt regelrecht fantastisch. Toch krijgen zij hier in de praktijk niet
altijd toestemming voor. Er is niet eens een wettelijke belemmering,
zoals de staatssecretaris zelf ook aangaf. Nieuw Sociaal Contract vindt
het belangrijk dat praktische problemen worden opgelost. Wij danken de
staatssecretaris voor de toezegging om het bestuurlijke gesprek hierover
te voeren en we kijken uit naar de terugkoppeling in het voorjaar.
Voorzitter. Tijdens het debat heb ik de staatssecretaris ook gevraagd om
even in te springen bij het gesprek over de cao voor sociale
werkbedrijven. De staatssecretaris is systeemverantwoordelijk en alleen
al het niet indexeren kost mensen bijna vier tientjes per maand. Dat
zijn een hoop boterhammen. De staatssecretaris gaf op dat moment aan dat
de probleemsignalen hem nog niet bereikt hadden, maar die zijn er wel
degelijk. Hierbij herhaal ik dus mijn oproep aan de
staatssecretaris.
Voorzitter. Wij hebben geen moties. We bereiden ons voor op de
behandeling van de Wet vereenvoudiging banenafspraak en de
Participatiewet in balans. Mijn fractie zal daarbij twee dingen
bekijken. Eén: is er ruimte voor mensen om een fout te maken zonder dat
er meteen een guillotine klaarstaat? Ik bedoel: het is allemaal best
ingewikkeld. Twee: kunnen mensen thuis zo veel mogelijk uit de voeten
met de landelijke regelingen? Bedelend langs een woud van loketten gaan
om je stuivertjes en dubbeltjes bij elkaar te sprokkelen en misschien
het einde van de maand halen, is niet een aanpak die mijn fractie
voorstaat. Dat gaat echt ten koste van je waardigheid en dat moet dus
anders.
Dank u wel, voorzitter, namens de fractie van Nieuw Sociaal
Contract.
De voorzitter:
U ook bedankt voor uw inbreng. De heer De Kort gaat als laatste spreken
in deze termijn van de Kamer. Hij doet dat namens de VVD-fractie. Gaat
uw gang.
De heer De Kort (VVD):
Dank, voorzitter. Ook van mij geen moties, dus de heer Bontenbal zal
blij met mij zijn. Ik kijk terug op een goed inhoudelijk commissiedebat
over een belangrijk onderwerp. Ik wil hier nogmaals herhalen dat ik het
heel prettig vind dat de staatssecretaris de toezegging heeft gedaan om
nog eens goed te kijken naar het voorstel dat ik in het commissiedebat
heb ingediend. Dat gaat erover dat wanneer iemand naar de gemeente gaat
en een bijstandsuitkering aanvraagt, de focus echt gericht moet zijn op
werk voor degenen die dat nog kunnen en dat een onderdeel daarvan wordt
om een cv mee te nemen en vaardigheden in kaart te brengen. Ik kijk er
ook naar uit om de herziening van de Participatiewet verder vorm te
geven met de Kamer.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dank aan de leden voor een korte termijn. Dat is fijn.
We kunnen ook gelijk door met de staatssecretaris, die ook een
appreciatie gaat geven van de twee ingediende moties. Ik geef hem het
woord.
Staatssecretaris Nobel:
Voorzitter, dank u wel. De motie op stuk nr. 332, van mevrouw Lahlah,
gaat over de cao Aan de slag. Voordat ik daar een appreciatie van geef,
zou ik in het verlengde van de vraag van mevrouw Welzijn tijdens het
commissiedebat nog kort iets willen zeggen. U vroeg mij toen: zijn er
signalen bekend over de cao Aan de slag? Zijn er partijen die bij u aan
de bel hebben getrokken? Ik ben daar onvolledig over geweest, in die zin
dat ik vlak voordat ik het debat inliep, aan de ambtenaren vroeg of er
nog nieuwe signalen waren met betrekking tot de cao Aan de slag en ik
daarna het antwoord gaf: nee, die zijn mij niet bekend. Dat antwoord
klopt op zich, maar ik ben toen wel vergeten te melden dat ik hier in de
tussentijd met gemeenten en andere partijen wel degelijk over heb
gesproken. Dat was ook een belofte die ik aan uw Kamer heb gedaan
tijdens de begroting. Ik zal me namens het kabinet op positieve wijze
mengen in het verhaal van cao Aan de slag, ondanks dat we geen
cao-partner zijn. Dat blijf ik er wel bij vertellen. Maar we hebben wel
degelijk bestuurlijke gesprekken gevoerd. Vanuit verschillende kanten is
mij ook te verstaan gegeven dat ze het heel fijn zouden vinden als het
Rijk hierin ook een financiële rol op zich neemt. Maar nogmaals, dan
komen we wel terecht bij de vraag wie welke verantwoordelijkheid heeft
in de cao.
Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 332 van mevrouw Lahlah, waarin zij
verzoekt om als stelselverantwoordelijke uitvoering te geven én regie te
nemen. Ik moet de motie ontraden, eigenlijk om exact dezelfde reden die
ik zojuist al gaf. Wij zijn geen partij in de cao. Daarbij wil ik hier
wel opnieuw aangeven dat ik vanuit het Rijk, daar waar mogelijk, een
constructieve rol zal spelen bij die cao. Maar we zijn in eerste aanleg
geen partij in de cao.
Voorzitter. Dan ga ik met uw welbevinden naar de motie van
GroenLinks-Partij van de Arbeid op stuk nr. 333, die gaat over het
proefwonen. Ik was in het debat inderdaad vrij resoluut. Ik blijf ook
van mening dat het niet verstandig is om dat te doen. Maar dat debat
hebben we gevoerd. Voor nu zou ik de motie het oordeel ontijdig willen
geven, omdat er een aantal proeven lopen, zoals ook geschetst door de
heer De Kort. Maar de uitkomsten van die proeven zou ik dan willen
afwachten om u een volledig antwoord te kunnen geven, waarbij ik in
eerste aanleg al heb aangegeven hoe ik ertegen aankijk. Later we de
pilots afwachten en dit ook in spoor 2 meenemen. U vraagt nu om het in
spoor 1 te doen, maar dan loopt spoor 1 ook nog eens meer vertraging op.
Spoor 2 zou, denk ik, de juiste plek zijn om hier überhaupt, als de
Kamer dat een goed idee vindt, invulling aan te geven.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Nu zegt de staatssecretaris dat deze motie ontijdig is, maar het gaat om
het onderzoeken. Dus als die onderzoeken er liggen en de pilots en
bevindingen er al zijn, en u gaat, zoals u net heeft gezegd, deze
resultaten tot u nemen, dan bent u bezig met dat onderzoeken. Dan zou ik
niet zeggen dat de motie ontijdig is. Als u zegt dat het meer past bij
spoor 2, hoewel ik dat betwijfel, dan ben ik meer dan bereid om het aan
te passen. Ik vraag me dus af of de motie wel oordeel Kamer krijgt als
ik dat doe.
Staatssecretaris Nobel:
In het debat heb ik al aangegeven dat ik hier in principe geen
voorstander van ben. Ik lees de motie zo dat u daadwerkelijk iets wil
met die uitkomsten. Vandaar dat ik "ontijdig" zeg. U vraagt: als ik 'm
dan zo aanpas, krijgt die dan wel oordeel Kamer? Ik blijf wel bij het
oordeel dat ik ook al in het debat heb gegeven. Ik zou u willen
adviseren om de resultaten van die pilots af te wachten. Dan kunt u
kijken of u in spoor 2 daadwerkelijk iets met de motie wil.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Nee, dan houd ik 'm niet aan. Dan breng ik 'm in stemming.
De voorzitter:
Dan blijft het oordeel ontijdig als ik het goed heb begrepen. Klopt dat?
Ja? Oké. Dank aan de staatssecretaris voor zijn beantwoording.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan dinsdag 28 januari aanstaande stemmen over beide moties. We gaan
nu kort schorsen. Dan maken we een wisseling door qua sprekers, ook in
vak K. We hebben dan het tweeminutendebat Sociaal minimum Caribisch
Nederland.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.