Tweeminutendebat Spoor (CD 15/1) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D02655, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-24 10:38, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-23 13:30: Tweeminutendebat Spoor (CD 15/1) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (š origineel)
Spoor
Spoor
Aan de orde is het tweeminutendebat Spoor (CD d.d.
15/01).
De voorzitter:
Aan de orde is thans het tweeminutendebat Spoor. Een hartelijk woord van
welkom aan de staatssecretaris. Het is fijn om u weer te zien. Er zijn
tien deelnemers aan dit debat, waarvan er acht gaan spreken.
Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Heutink van de fractie
van de Partij voor de Vrijheid. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten
spreektijd. Het woord is aan de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Afgelopen jaar waren er maar liefst 3.150 meldingen van
ongewenste situaties op het station van Maarheeze. Omgerekend komt dat
neer op zo'n negen meldingen per dag. Negen per dag! Dit kan echt niet
langer zo.
Voorzitter. Over de overlastgevende asielzoekers op het station van
Maarheeze kan de PVV heel erg kort zijn: genoeg is genoeg. We moeten er
korte metten mee maken en het niet langer pikken dat de veiligheid op
onze stations door dat asieltuig in gevaar wordt gebracht. Daarom de
volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Maarheeze al jaren wordt geteisterd door
overlastgevende asielzoekers;
van mening dat de maat vol is;
verzoekt de regering om actief vervoersverboden voor overlastgevende
asielzoekers te laten opleggen door de vervoerders, behalve voor diegene
die een enkele reis naar het buitenland maakt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Heutink en Vondeling.
Zij krijgt nr. 1220 (29984).
Dank u wel. Er is Ć©Ć©n korte vraag van meneer De Hoop. Daarna gaan we door.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik heb Ć©Ć©n korte vraag aan de heer Heutink. Ik had gehoopt dat hij,
nadat hij het het hele commissiedebat lang over Maarheeze heeft gehad,
vandaag, in deze twee minuten, Ć©Ć©n woordje aan de problemen met het
openbaar vervoer zou wijden. Waarom heeft hij dat niet gedaan?
De heer Heutink (PVV):
Ik heb volgens mij vandaag een heel groot probleem in het openbaar
vervoer aangekaart, namelijk dat Maarheeze al jarenlang wordt geteisterd
door overlastgevende asielzoekers. Voor de PVV, en voor heel veel mensen
in dit land, is de maat vol. We willen dat de staatssecretaris keihard
gaat optreden en geen genade toont. DƔt is de enige inzet die wij hier
vandaag willen zien. Wij verwachten echt actie van de staatssecretaris
als het gaat om de veiligheid van iedereen op Maarheeze.
De voorzitter:
De volgende spreker is de heer De Hoop van GroenLinks-PvdA.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Laat ik maar gewoon de olifant in de kamer benoemen: de
positie van deze staatssecretaris wankelt, omdat hij op dit moment niet
in staat is om zijn eigen coalitieakkoord goed uit te voeren. Hij heeft
het vertrouwen van heel Noord-Nederland Ć©cht ondermijnd. Hij heeft daar
de komende tijd echt heel wat te doen. Zelfs coalitiepartijen noemen wat
de staatssecretaris op dit moment doet, broddelwerk. Ik verwacht van hem
dat hij zich de komende periode als een malle ervoor gaat inzetten om de
betaalbaarheid van het openbaar vervoer te garanderen. Ik verwacht dat
hij zich ook als een malle gaat inzetten om ervoor te zorgen dat het
vertrouwen in Noord-Nederland weer teruggewonnen wordt en dat er wat
gebeurt de komende periode. Dus ik verwacht van hem dat hij voor het
volgende reces nog in gesprek gaat met Noord-Nederland en de
vervoersregio's, en dat hij dat terugkoppelt aan de Kamer, zodat wij
erop toe kunnen zien dat deze staatssecretaris zich daadwerkelijk
snoeihard inzet voor het openbaar vervoer. Anders heeft hij echt een
probleem.
Voorzitter. Dan de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er grote problemen zijn op het spoor en in het
regionale openbaar vervoer;
constaterende dat de dreigende bezuinigingen op het regionale vervoer en
de dreigende forse tariefstijging bij NS als donkere wolken boven de
toekomst van de betaalbaarheid hangen;
constaterende dat er grote infrastructurele uitdagingen zijn om het
spoor toekomstbestendig te houden;
overwegende dat er in de komende tijd belangrijke besluiten moeten
worden genomen om kwalitatief goed openbaar vervoer te blijven
garanderen;
verzoekt de regering om met een actieagenda openbaar vervoer te komen
waarin planmatig wordt uitgewerkt hoe het ov toekomstbestendig wordt
versterkt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Vedder.
Zij krijgt nr. 1221 (29984).
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Tot slot heb ik nog Ć©Ć©n vraag over de hsl. We zien daarbij nog steeds
problematiek. Ik verwacht van de staatssecretaris dat hij daar snel mee
aan de gang gaat en dat hij zorgt dat die hogesnelheidslijn weer de
snelheid kan rijden zoals dat zou moeten. Ik zou van hem ook graag voor
het volgende reces een rapportage willen krijgen over hoe hij daarmee
aan de slag gaat samen met de NS en ProRail om dat zo snel mogelijk te
kunnen garanderen.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bamenga, D66. O, u heeft nul minuten, sorry. Ik zag
zo uit naar uw bijdrage! Nou ja. De heer Olger van Dijk, van Nieuw
Sociaal Contract.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank, voorzitter. Het debat Spoor van vorige week was onbevredigend,
niet alleen omdat er geen tijd was voor een tweede termijn, maar ook
omdat er geen zicht was op resultaat. Dat is wat praktisch deze hele
Kamer wil: een volgende stap zetten met de Nedersaksenlijn, zoals het
hoofdlijnenakkoord ook vraagt. Voor de Lelylijn is dat, dankzij onze
motie, gelukt met het masterplan, maar de Nedersaksenlijn staat nog stil
op het wachtspoor. Deze moet zeker niet uitgerangeerd raken. Politiek
gaat over keuzes, en dan moeten de prioriteiten helder zijn. Ik herhaal
nog maar eens dat voor Nieuw Sociaal Contract de Nedersaksenlijn en de
Lelylijn topprioriteit zijn, meer prioritair dan veel andere
infrastructuur. Ik heb het uitblijven van die vervolgstap voor de
Nedersaksenlijn "broddelwerk" genoemd. Wij willen de komende maanden
Ć©cht een andere mindset zien bij deze staatssecretaris. We willen zien
dat hij zijn stinkende best gaat doen voor alle mogelijke opties van
financiering, en dat hij uitspreekt dat het wƩl gaat lukken bij de
Voorjaarsnota en het liefst nog eerder.
Over de beschikbare 2,5 miljard voor de ontsluiting van woningbouw als
optie wil ik dan geen reactie in de trant van "moeilijk, moeilijk, want
het past niet goed bij de doelen". Concreet wil NSC vandaag commitment
horen. We willen heel concreet horen aan welke financieringsopties voor
de Nedersaksenlijn deze staatssecretaris nu werkt.
Voorzitter. De staatssecretaris deed een toezegging om snel, nog deze
maand, opnieuw met de regio in gesprek te gaan. Ik begrijp dat er
maandag een gesprek is met de commissarissen van FryslĆ¢n en Flevoland,
maar dat zal over de Lelylijn gaan, en niet over de Nedersaksenlijn.
Graag een toelichting van de staatssecretaris. Ik wil dat er heel snel
een gesprek komt met Noord-Nederland over de Nedersaksenlijn. Ik vraag
om de concrete toezegging dat dit vĆ³Ć³r het krokusreces gebeurt, en dan
wil ik dat de Kamer daar ook snel over wordt geĆÆnformeerd. Begrijpt de
staatssecretaris dan ook dat hij daar niet met lege handen kan aankomen?
Dan kan de regio misschien ook nog een beetje over de brug komen.
Daarover heb ik nog een vraag. Is er misschien een afspraak te maken
over Rijk-regiofinanciering, waarvan misschien driekwart vanuit het Rijk
komt en een kwart uit de regio?
Voorzitter. Ik rond af. Waar een wil is, is een weg ā een spoorweg, heb
ik gezegd. Het is nu aan de staatssecretaris om alles uit de kast te
halen en te leveren.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer El Abassi van DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Terwijl in de landen om ons heen treinkaartjes goedkoper
worden of betaalbaar blijven, worden ze in Nederland alleen maar
duurder. Ik ga de staatssecretaris vandaag helpen met een aantal moties
om onze treinkaartjes betaalbaar te maken. De allereerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Spaanse hogesnelheidsspoor betaalbare, snelle en
comfortabele treinreizen aanbiedt, zoals een rit van Barcelona naar
Madrid voor slechts ā¬9, wat het gebruik van de trein significant heeft
verhoogd;
overwegende dat Nederland kan leren van internationale best practices om
het spoor toegankelijker en betaalbaarder te maken;
verzoekt de regering concrete stappen te zetten om treinkaartjes in
Nederland structureel goedkoper te maken, onder meer door internationale
voorbeelden zoals Spanje toe te passen, en de Kamer hierover uiterlijk
in het tweede kwartaal van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1222 (29984).
De heer El Abassi (DENK):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Spaanse hogesnelheidsspoor betaalbare, snelle en
comfortabele treinreizen aanbiedt, zoals een rit van Barcelona naar
Madrid voor slechts ā¬9, wat het gebruik van de trein significant heeft
verhoogd;
overwegende dat Nederland kan leren van internationale best practices om
het spoor toegankelijker en betaalbaarder te maken;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe landen zoals Spanje hun spoor
betaalbaar en aantrekkelijk hebben gemaakt, en de Kamer hierover
uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1223 (29984).
De heer El Abassi (DENK):
En dan mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NS haar dienstregeling heeft uitgebreid met 1.600
extra treinen per week om het aantal reizigers te stimuleren, terwijl de
betaalbaarheid van de trein achterblijft;
overwegende dat uitbreiding van het aanbod weinig effect heeft als
mensen de treinprijzen niet kunnen betalen;
verzoekt de regering om in overleg met de NS prioriteit te geven aan
betaalbaarheid van treinkaartjes,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1224 (29984).
De heer El Abassi (DENK):
Dat was het, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. Mevrouw Vedder, CDA.
Mevrouw Vedder (CDA):
Dank, voorzitter. Ik spreek ook namens de heer Grinwis van de
ChristenUnie.
Ik heb een vraag en een motie. De vraag luidt als volgt. Over de
flessenhals bij Meppel zei de staatssecretaris dat er een
vervolgonderzoek wordt gedaan naar oplossingen voor de overwegen op de
verbinding tussen Zwolle en Meppel. Kan de staatssecretaris een brief
toezeggen met daarin een overzicht van het financiƫle tekort en de
mogelijke oplossingen voor de dekking hiervan? Dit alles moet uiteraard
gebeuren in afstemming met de regio. Kan hij dit naar de Tweede Kamer
sturen?
Voorzitter. Dan de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering heeft aangegeven dat er tien opties op
tafel hebben gelegen om tot vervolgbesluiten voor de Lelylijn en de
Nedersaksenlijn te komen;
overwegende dat het voor het maken van keuzes bij de Voorjaarsnota helpt
als de opties zo concreet en ver mogelijk zijn uitgewerkt, en deze
opties zo vroeg mogelijk inzichtelijk zijn;
verzoekt de regering de genoemde andere negen opties zo concreet en ver
mogelijk uit te werken en deze uitwerkingen zo snel als mogelijk, maar
uiterlijk 1 april 2025, aan de Kamer te sturen;
verzoekt de regering om zich bij die uitwerking tot het uiterste in te
spannen om deze opties haalbaar en betaalbaar te krijgen, zodat er alles
aan gedaan kan worden om er breed draagvlak voor te vinden, en hetzelfde
te doen voor alternatieve opties buiten deze negen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vedder, Grinwis en Olger van
Dijk.
Zij krijgt nr. 1225 (29984).
Mevrouw Vedder (CDA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. De heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Er zijn 3.000 meldingen van incidenten rondom
station Maarheeze, zo blijkt uit de Kamerbrief, door agressieve
veiligelanders vanuit het nabijgelegen azc in Budel, Brabant. Dat is
ongekend. NS heeft daarom aangegeven om station Maarheeze niet meer aan
te doen. Dat is natuurlijk dramatisch. In Nederland krijgen we dus een
station dat niet meer wordt bediend, omdat er te veel agressie tegen het
personeel is. Waarom? Omdat de NS geen steun krijgt van het kabinet.
Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NS vanwege de continue overlast en agressie tegen
treinpersoneel, veroorzaakt door asielzoekers vanuit het azc Budel,
overweegt om station Maarheeze over te slaan;
van oordeel dat dit onacceptabel is;
verzoekt de regering te garanderen dat station Maarheeze bediend zal
blijven worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1226 (29984).
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb er ook nog een over de treinen in het algemeen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de netheid van een trein van grote invloed is op de
reizigersbeleving;
constaterende dat deze prestatie-indicator sinds 2021 dalende is en in
2023 een teleurstellende 6,8 scoorde;
overwegende dat dit volgens de NS toe te schrijven is aan
personeelstekorten en tekorten in de schoonmaakbranche;
verzoekt de regering om samen met de NS het prestatiecijfer netheid in
de trein te verhogen van een 6,8 naar een 8,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1227 (29984).
De heer Eerdmans (JA21):
Dit voorstel klinkt niet alleen sympathiek, maar is dat ook, voorzitter.
Dus ik roep iedereen op om dit te ondersteunen.
De voorzitter:
Ik zie de mensen al twijfelen.
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Veltman van de
fractie van de VVD.
Mevrouw Veltman (VVD):
Dank, voorzitter. Tijdens het debat hebben we het uitgebreid gehad over
overlast, agressie en geweld in de trein, en hoe belangrijk het is dat
ook de identiteit snel vastgesteld kan worden door de boa's. In
Rotterdam werken ze op een snelle manier met een digitale methode, wat
de politie en de boa's heel veel uren scheelt. Ik ben heel blij met de
toezegging van de staatssecretaris om de werkwijze van Rotterdam te
onderzoeken en te kijken hoe we dat landelijk kunnen trekken, waarmee
hij de wens van de vervoerders heel serieus te neemt. Ik vraag hem ook
om een formele reactie, gezamenlijk met het ministerie van JenV, op het
rapport van de vervoerders hierover, zodat we die overlast echt kunnen
aanpakken.
Voorzitter. Daarnaast praten we veel over het belang van een goede
verbinding met Noord-Nederland, Friesland, Groningen en Drenthe. In het
debat is uitvoerig gesproken over de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Om
de reiziger van en naar het Noorden niet in de kou te laten staan, zou
het ook enorm helpen als er meer treinen gaan rijden op de lijnen
Zwolle-Groningen en Zwolle-Leeuwarden. Een tweede aanbieder naast de NS
heeft nu aangeboden om 22 extra treindiensten te rijden op deze
trajecten, zonder subsidie. We begrijpen dat hier discussie over is. Wat
past nu wel en niet op het spoor? Maar op sommige trajecten rijden er
iedere paar minuten treinen en op andere maar twee keer per uur. Alles
lijkt nu op slot te zitten, terwijl we naar de toekomst toe vooral
zullen moeten uitbreiden op heel veel plaatsen in Nederland. We zijn er
nog niet, zeker niet als je naar de verbinding met het Noorden kijkt.
Recent heb ik met de heer Grinwis een voorstel ingediend, dat is
aangenomen, om te bekijken wat er nodig is om de spoorsector van dit
slot te krijgen. Specifiek voor de verbinding van en naar het Noorden
wil ik de staatssecretaris graag vragen om in gesprek te gaan met
ProRail en Arriva en het aanbod van de extra treinen in het Noorden echt
serieus te nemen, en te onderzoeken wat nodig is om die extra treinen in
te passen. Kan de staatssecretaris toezeggen dit gesprek aan te
gaan?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
EĆ©n vraag van de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Over het laatste punt had ik nog een vraag voor mevrouw Veltman. Het
voelt voor mijn fractie toch een beetje als het begin van het opknippen
van de concessie in Noord-Nederland. Ik zou graag van mevrouw Veltman
willen horen hoe zij dit voor zich ziet, zonder dat het de
dienstregeling van NS raakt. Want het lijkt mij best wel
ingewikkeld.
Mevrouw Veltman (VVD):
Dit is, heb ik begrepen, mogelijk in aanvulling op wat de NS rijdt op
het HRN. Ik zou zeggen: denk alsjeblieft mee; stel je open voor alles
wat je kunt doen om die reiziger van en naar het Noorden beter te
bedienen. Laten we dƔt nou vooropstellen en niet alleen maar
protectionistisch om een hoofdrailnetconcessie heen zitten. Die laten we
netjes intact, maar laten we ook de opening bieden naar meer
treinen.
De heer Heutink (PVV):
We lazen vanochtend in de media ook dat het inzetten van meer treinen op
die verbinding een investering van 100 miljoen vereist. Als dat
daadwerkelijk zo is, en de staatssecretaris zegt dat straks misschien
ook ā dat hoor ik graag van hem ā bent u dan nog steeds van mening dat
die motie zo'n goed idee is?
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik denk dat mijn motie een uitstekend idee is om precies dit te
onderzoeken. Want zoals ik net schetste: de meningen hierover zijn
verdeeld. Als zomaar voor waarheid wordt aangenomen dat het 100 miljoen
kost, wetende dat bij deze extra treinen een perronverlenging op Meppel
niet nodig is, dan ben ik heel benieuwd wat er wƩl kan. Dan zeg ik ook:
als op bepaalde plekken treinen per uur elke drie, vier of zeven minuten
kunnen rijden en op andere plekken maar Ć©Ć©n keer in het halfuur, dan
zijn we het aan onze stand verplicht om voor de reizigers in het Noorden
te kijken hoe er meer ruimte voor meer treinen is.
De voorzitter:
Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar de
staatssecretaris.
De vergadering wordt van 13.42 uur tot 13.52 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de staatssecretaris. Over zes minuten gaan
we beginnen aan het debat-Bontenbal, dus we moeten het kort en puntig
houden. De staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Dank, voorzitter. Als het goed is heb ik zes vragen en acht moties. Ik
zal eerst ingaan op de vragen die ik heb gekregen. De heer De Hoop van
GroenLinks-Partij van de Arbeid vroeg om een update over de
hogesnelheidslijn vĆ³Ć³r het volgende reces. Ik kan u toezeggen dat ik
voor het reces, dus voor het krokusreces, zal komen met een update, met
een stand van zaken met betrekking tot de hsl.
Dan heb ik een vraag van mevrouw Vedder van het CDA. Er was een brief
met een voorstel voor de dekking ā er werd een bedrag genoemd van
ongeveer 100 miljoen ā en zij vroeg of ik daar nader op in kon gaan. Ja,
zo'n brief kan ik zeker toezeggen. Voor overwegen wordt op dit moment
onderzocht wat precies de kosten zijn. Dit is uiterlijk in het tweede
kwartaal bekend. Voor de dekking wordt ook gekeken naar cofinanciering
vanuit de regio. Ik kan dat in ieder geval aan mevrouw Vedder
toezeggen.
Dan heb ik de vraag van de heer De Hoop ā dat is tegelijk ook een vraag
van de heer Van Dijk van NSC ā om voor het volgende reces in gesprek te
gaan met het Noorden. Ja, dat is natuurlijk mijn intentie. We hebben
hier al meerdere keren over gesproken. Dit kabinet wil ook bekijken of
wij rondom de Lelylijn en rondom de Nedersaksenlijn vervolgstappen
kunnen zetten. Dat wil de regio ook graag. Ook de Kamer wil dat graag.
Dus iedereen is ervan overtuigd dat we dit willen doen. Ik ga zeker in
gesprek met het Noorden. Aanstaande maandag is het eerste gesprek. De
vraag was: waarom alleen met Friesland en Flevoland? Ik wil met alle
bestuurders het gesprek aangaan. Deze bestuurders zijn de eerste twee
die beschikbaar waren qua tijd en ook in mijn agenda pasten. Dat is de
eerste stap. Ik ga vervolgens ook met de andere bestuurders in gesprek,
niet alleen met de commissarissen, maar ook met wethouders en
gedeputeerden als dat verstandig is. Ik denk namelijk dat zo veel
mogelijk inbreng vanuit de regio ons uiteindelijk enorm kan helpen om de
juiste beslissingen hierin te nemen. De intentie van ons is ā ik blijf
dat echt herhalen ā dat we substantiĆ«le stappen willen zetten rondom
deze twee projecten, waarover we al een hele tijd het gesprek met elkaar
voeren, omdat het belangrijk is voor heel Noord-Nederland.
De voorzitter:
EĆ©n vraag, meneer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Een korte vraag. Bij die vraag werd, volgens mij door de heer Van Dijk
en ook door mij, ook de vraag gesteld: kunt u de terugkoppeling dan ook
al doen voor het krokusreces? U schetst dat er maandag al een gesprek
plaatsvindt. Het lijkt me dat dat goed mogelijk is. Dus hopelijk kan dat
dan ook voor het krokusreces aan de Kamer teruggekoppeld worden.
Staatssecretaris Jansen:
Ik zal terugkoppelen als er inderdaad relevante informatie is. Ik
probeer het alleen wel enigszins te bundelen, want anders blijf ik u
iedere keer informeren over de deelgesprekken. Het lijkt me goed om als
er een aantal gesprekken kort na elkaar plaatsvinden, het als een geheel
aan de Kamer te communiceren.
De voorzitter:
Ik zag ook de heer Olger van Dijk. De staatssecretaris continueert.
Staatssecretaris Jansen:
Kan ik verdergaan? OkƩ. Er was nog een vraag van de heer Van Dijk: is er
een afspraak te maken met Rijk en regio qua financiering, bijvoorbeeld
75/25? Zoals ik al zei, blijf ik in gesprek met de regio. Het aanbod van
de regio is op dit moment eigenlijk nog onbekend. Er worden weleens
bedragen genoemd. Een substantiƫle bijdrage wordt ook genoemd, maar de
exacte bijdrage is nog onbekend. Ik heb dit vorige week ook in het
commissiedebat gezegd: wij kijken naar alle opties en ook naar welke
vormen van cofinanciering er mogelijk zijn, of het nou private
investeringen of investeringen vanuit de regio zijn.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Waar het ons, ik denk de hele Kamer, om gaat is niet alleen het gevoel
dat er naar alle opties wordt gekeken, maar dat er ook concrete
resultaten zijn. Mijn vraag is als volgt. Als de staatssecretaris naar
de regio gaat voor het krokusreces, dus als hij ā laat ik dat
verduidelijken ā met het Noorden over de Nedersaksenlijn gaat praten,
dan kan hij daar niet met lege handen aankomen. Dan moet hij daar met
ideeƫn komen over zo'n staffel, een verdeling tussen kosten, of met een
concreet aanbod van rijksfinanciering. Kan de staatssecretaris dat
toezeggen?
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik vorige week in het debat ook al aangegeven dat alle
opties voor ons openliggen. Dat betekent dat we kijken naar alle vormen
van financiering. We hebben, weliswaar in het geval van de Lelylijn, ook
gesproken over de mogelijkheden van Europese gelden. We hebben ook
gekeken in hoeverre je slim kunt omgaan met middelen. Ik heb
bijvoorbeeld vanmorgen nog gesproken met de staatssecretaris Herstel
Groningen. Ik heb met hem een gesprek gehad over de Lelylijn, maar ook
over wat er mogelijk is voor de Nedersaksenlijn. Wij komen dus niet met
lege handen. Maar het is natuurlijk wel zo dat de middelen beperkt zijn.
Ik heb die discussie vaker met u gevoerd. Ik moet wel iets kunnen
toezeggen wat ik ook hard kan maken. Anders houd ik ze een wassen neus
voor en dat wil ik zeker niet. Volgens mij doen we de regio daar
namelijk zeker geen recht mee.
De voorzitter:
Prima. Gaat u verder.
Staatssecretaris Jansen:
De laatste vraag is van mevrouw Veltman van de VVD. Zij vraagt of ik
bereid ben om in gesprek te gaan met ProRail en Arriva over de
uitbreiding van de treindiensten tussen Zwolle en Groningen. Ik ben
zeker bereid om dat gesprek aan te gaan. Ik zeg op voorhand wel dat
ProRail gaat over de verdeelcapaciteit op het spoor. Maar het lijkt mij
in deze specifieke situatie heel wenselijk om het gesprek aan te gaan
met zowel ProRail als Arriva. Misschien zien wij namelijk wel iets over
het hoofd dat realiseerbaar is.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik zou het wel fijn vinden als daar ook de risico's voor de continuĆÆteit
van de dienstregeling van de NS in worden meegenomen. Nu vindt het
gesprek plaats met ProRail en Arriva, maar dat perspectief is natuurlijk
wel belangrijk bij dat gesprek. Ik hoop dus dat de staatssecretaris wat
wel meeneemt.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij ging de discussie in de Kamer er net ook even over dat dit
geen negatieve impact mag hebben, dus dat is wat we gaan doen. We gaan
het gesprek aan en we kijken wat er mogelijk is, natuurlijk rekening
houdend met de huidige situatie. Het kan niet zo zijn dat je
kannibalisme pleegt. Er moet wel een reƫle kans zijn dat alles daarmee
alleen maar beter wordt en er geen verslechtering optreedt.
Voorzitter. Dan de moties.
De voorzitter:
Graag.
Staatssecretaris Jansen:
Eerst de motie op stuk nr. 1120 van de heer Heutink van de PVV. Die geef
ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 1221.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1221 is van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij
van de Arbeid. Die motie is overbodig.
De voorzitter:
Heeft u daar een toelichting bij?
Staatssecretaris Jansen:
Laat ik een nadere omlijsting geven, want dat scheelt misschien een
vraag. Ik ben natuurlijk met de partijen in gesprek in het kader van het
Nationaal OV Beraad. Het onderwerp staat op de agenda voor de
eerstvolgende vergadering op 14 februari aanstaande. Op 10 februari
hebben we ook een gesprek over de BDU-gelden. Dat is de reden waarom ik
deze motie op dit moment overbodig acht.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer De Hoop. Eentje.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dit is meer een opmerking, want ik vind de motie niet overbodig. De
problemen die geschetst zijn in de motie, spelen heel erg. Het is echt
nodig om nu een actieagenda te maken voor toekomstbestendig openbaar
vervoer. Bij de Voorjaarsnota worden namelijk heel veel problemen
tegelijkertijd opgelost. Ik deel de analyse dat de motie overbodig is
dus echt niet. Ze zou overbodig moeten zijn door de inzet van deze
staatssecretaris, maar dat is nu nog niet het geval, dus ik ga de motie
wel in stemming laten brengen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1222.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1222 is van de heer El Abassi van DENK. De motie
verzoekt om concrete stappen te zetten om treinkaartjes goedkoper te
maken. Die acht ik overbodig, want ik ben op dit moment al in gesprek
met NS en de minister van Financiƫn over een structurele oplossing voor
de NS-tarieven. Dit loopt mee met de Voorjaarsnotabesluitvorming. Ik
probeer de Kamer dan te voorzien van de informatie over de NS-tarieven
met het oog op volgend jaar en het jaar daarop.
De motie op stuk nr. 1223 is ook van de heer El Abassi van DENK. Die
vraagt om te onderzoeken hoe landen het spoor betaalbaar maken. Ook die
motie moet ik het oordeel overbodig geven. Ik werk al internationaal
samen in het internationale Rail Passenger Platform. Dit platform wordt
ook gebruikt om best practices met elkaar te delen. Ik ben van plan om
voor de zomer een plan voor internationaal spoorvervoer met u te delen,
zoals ik ook eerder heb gezegd in de commissie.
De motie op stuk nr. 1224 is wederom van de heer El Abassi, met als
onderwerp prioriteit geven aan betaalbaarheid ten koste van het aantal
treinen. Die moet ik echt ontraden, want het kan niet ten koste gaan van
het aantal treinen. Ik ben het wel eens met de heer El Abassi dat
betaalbaarheid uitermate belangrijk is.
Dan de motie op stuk nr. 1225 van het CDA.
De voorzitter:
EĆ©n vraag nog van de heer El Abassi op dit punt.
De heer El Abassi (DENK):
De staatssecretaris lijkt aan te geven dat het prioriteit geven aan
betaalbaarheid per definitie ten koste gaat van het aantal treinen. Dat
is niet wat ik in de motie zeg. Ik geef alleen aan: als er geprioriteerd
wordt, zorg er dan voor dat de trein in ieder geval betaalbaar is. Want
wat hebben we aan heel veel treinen op het moment dat het niet
betaalbaar is?
Staatssecretaris Jansen:
Wij hebben een afspraak gemaakt met NS in de hoofdrailconcessie. Wij
hechten aan frequent en betrouwbaar vervoer op het spoor. In de bijdrage
van de heer El Abassi gaf hij net duidelijk aan een link tussen deze
twee zaken niet te schuwen. Daarvan zeg ik: ik ontraad de motie, omdat
die link er dus blijkbaar wel in zit.
De voorzitter:
Ja. De motie op stuk nr. 1225.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1225 van het CDA geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1226.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1226 van de heer Eerdmans van JA21 gaat over een
garantie voor een veilig en bereikbaar station Maarheeze. Als ik 'm zo
mag interpreteren dat ik mij er maximaal voor ga inspannen ā dat doe ik
al; ik heb al gesprekken gevoerd en ik ga komende week met de minister
van Justitie en Veiligheid en de minister van Asiel en Migratie om tafel
ā dan kan ik u toezeggen dat ik daar inderdaad mee aan de gang ga. Dan
krijgt de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
De heer Eerdmans beaamt dat. EĆ©n korte vraag van meneer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Dit is wel een hele andere toon van de staatssecretaris dan zijn toon in
de media. Daarin zei hij namelijk iets in de trant van: "over mijn lijk
dat Maarheeze zal worden overgeslagen". Dus kan de staatssecretaris dat
bevestigen?
Staatssecretaris Jansen:
Dat klopt. Die opmerking heb ik terecht gemaakt. Als het namelijk
aankomt op het geld, dan ben ik bereid om uit eigen budget die middelen
ter beschikking te stellen. Ik denk alleen dat we het moeten aanpakken
en het moeten bekijken in het grotere geheel van waar de overlast
vandaan komt. Die komt van asielzoekers van het azc in Budel. Je praat
over openbare orde en veiligheid in het gebied, maar dit uit zich op het
station en in de trein. Dat is waarom ik de opmerking maakte. Als die
2,3 miljoen een struikelblok is, dan komt die uit mijn budget; dan gaan
we het gewoon verhelpen. Alleen zou ik het structureel beter willen
oplossen.
Mevrouw Veltman (VVD):
Het ging daarnet even over het belang van het in stand houden van een
betrouwbaar hoofdrailnet, dat bereden wordt door de NS. Dat geldt
natuurlijk hier ook. Een argument is natuurlijk ook dat die trein gewoon
tussen Eindhoven en Weert hoort te rijden en te blijven rijden. Wilt u
hem ook op die manier benaderen?
Staatssecretaris Jansen:
Ja, absoluut. Dat heb ik ook in de commissie gezegd.
De heer Eerdmans (JA21):
Heel goed dat de motie op stuk nr. 1226 oordeel Kamer krijgt. Ik was wel
even benieuwd of we een brief kunnen krijgen als dat overleg volgende
week plaatsvindt. Los van het feit of die motie wordt aangenomen, vind
ik dat prettig om te weten.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik aangegeven dat ik de Kamer ook schriftelijk zal
informeren. Dat gaat gebeuren.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1227 van de heer Eerdmans, die een 8 wil.
Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1227 kan ik oordeel Kamer geven als ik 'm zo mag
interpreteren dat ik met de NS in gesprek ga over de maatregelen die zij
nemen om de netheid van treinen te verbeteren en dat ik de Kamer
hierover zal informeren. Als u zegt "u moet hem anders interpreteren",
dan moet ik 'm helaas ontraden.
De heer Eerdmans (JA21):
Alles is meegenomen, dus die motie laten we gewoon in stemming komen.
Maar ik bedoel: de reiziger wil gewoon geen vieze wc's en vieze gangen
meer zien in de trein. Dus dat moet gewoon verbeteren. Ik ben blij dat
de staatssecretaris dat onderschrijft.
De voorzitter:
Prima. Dank.
Staatssecretaris Jansen:
Ik snap de opmerking. Ik heb deze week in de trein van Zevenaar naar
Arnhem gezeten. Ik heb daar gezien dat het met een andere aanbieder
anders kan zijn, dus ik neem het ter harte.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover. Dank aan de staatssecretaris voor zijn
aanwezigheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen we over de moties. Ik schors een enkel ogenblik. Daarna
gaan we praten over moties.
De vergadering wordt van 14.07 uur tot 14.10 uur geschorst.