[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Spoor (CD 15/1) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D02655, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-24 10:38, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Spoor

Spoor

Aan de orde is het tweeminutendebat Spoor (CD d.d. 15/01).

De voorzitter:
Aan de orde is thans het tweeminutendebat Spoor. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris. Het is fijn om u weer te zien. Er zijn tien deelnemers aan dit debat, waarvan er acht gaan spreken.

Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Heutink van de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan de heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Afgelopen jaar waren er maar liefst 3.150 meldingen van ongewenste situaties op het station van Maarheeze. Omgerekend komt dat neer op zo'n negen meldingen per dag. Negen per dag! Dit kan echt niet langer zo.

Voorzitter. Over de overlastgevende asielzoekers op het station van Maarheeze kan de PVV heel erg kort zijn: genoeg is genoeg. We moeten er korte metten mee maken en het niet langer pikken dat de veiligheid op onze stations door dat asieltuig in gevaar wordt gebracht. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Maarheeze al jaren wordt geteisterd door overlastgevende asielzoekers;

van mening dat de maat vol is;

verzoekt de regering om actief vervoersverboden voor overlastgevende asielzoekers te laten opleggen door de vervoerders, behalve voor diegene die een enkele reis naar het buitenland maakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Heutink en Vondeling.

Zij krijgt nr. 1220 (29984).

Dank u wel. Er is Ć©Ć©n korte vraag van meneer De Hoop. Daarna gaan we door.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik heb Ć©Ć©n korte vraag aan de heer Heutink. Ik had gehoopt dat hij, nadat hij het het hele commissiedebat lang over Maarheeze heeft gehad, vandaag, in deze twee minuten, Ć©Ć©n woordje aan de problemen met het openbaar vervoer zou wijden. Waarom heeft hij dat niet gedaan?

De heer Heutink (PVV):
Ik heb volgens mij vandaag een heel groot probleem in het openbaar vervoer aangekaart, namelijk dat Maarheeze al jarenlang wordt geteisterd door overlastgevende asielzoekers. Voor de PVV, en voor heel veel mensen in dit land, is de maat vol. We willen dat de staatssecretaris keihard gaat optreden en geen genade toont. DƔt is de enige inzet die wij hier vandaag willen zien. Wij verwachten echt actie van de staatssecretaris als het gaat om de veiligheid van iedereen op Maarheeze.

De voorzitter:
De volgende spreker is de heer De Hoop van GroenLinks-PvdA.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Laat ik maar gewoon de olifant in de kamer benoemen: de positie van deze staatssecretaris wankelt, omdat hij op dit moment niet in staat is om zijn eigen coalitieakkoord goed uit te voeren. Hij heeft het vertrouwen van heel Noord-Nederland Ć©cht ondermijnd. Hij heeft daar de komende tijd echt heel wat te doen. Zelfs coalitiepartijen noemen wat de staatssecretaris op dit moment doet, broddelwerk. Ik verwacht van hem dat hij zich de komende periode als een malle ervoor gaat inzetten om de betaalbaarheid van het openbaar vervoer te garanderen. Ik verwacht dat hij zich ook als een malle gaat inzetten om ervoor te zorgen dat het vertrouwen in Noord-Nederland weer teruggewonnen wordt en dat er wat gebeurt de komende periode. Dus ik verwacht van hem dat hij voor het volgende reces nog in gesprek gaat met Noord-Nederland en de vervoersregio's, en dat hij dat terugkoppelt aan de Kamer, zodat wij erop toe kunnen zien dat deze staatssecretaris zich daadwerkelijk snoeihard inzet voor het openbaar vervoer. Anders heeft hij echt een probleem.

Voorzitter. Dan de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grote problemen zijn op het spoor en in het regionale openbaar vervoer;

constaterende dat de dreigende bezuinigingen op het regionale vervoer en de dreigende forse tariefstijging bij NS als donkere wolken boven de toekomst van de betaalbaarheid hangen;

constaterende dat er grote infrastructurele uitdagingen zijn om het spoor toekomstbestendig te houden;

overwegende dat er in de komende tijd belangrijke besluiten moeten worden genomen om kwalitatief goed openbaar vervoer te blijven garanderen;

verzoekt de regering om met een actieagenda openbaar vervoer te komen waarin planmatig wordt uitgewerkt hoe het ov toekomstbestendig wordt versterkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden De Hoop en Vedder.

Zij krijgt nr. 1221 (29984).

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Tot slot heb ik nog Ć©Ć©n vraag over de hsl. We zien daarbij nog steeds problematiek. Ik verwacht van de staatssecretaris dat hij daar snel mee aan de gang gaat en dat hij zorgt dat die hogesnelheidslijn weer de snelheid kan rijden zoals dat zou moeten. Ik zou van hem ook graag voor het volgende reces een rapportage willen krijgen over hoe hij daarmee aan de slag gaat samen met de NS en ProRail om dat zo snel mogelijk te kunnen garanderen.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Bamenga, D66. O, u heeft nul minuten, sorry. Ik zag zo uit naar uw bijdrage! Nou ja. De heer Olger van Dijk, van Nieuw Sociaal Contract.

De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank, voorzitter. Het debat Spoor van vorige week was onbevredigend, niet alleen omdat er geen tijd was voor een tweede termijn, maar ook omdat er geen zicht was op resultaat. Dat is wat praktisch deze hele Kamer wil: een volgende stap zetten met de Nedersaksenlijn, zoals het hoofdlijnenakkoord ook vraagt. Voor de Lelylijn is dat, dankzij onze motie, gelukt met het masterplan, maar de Nedersaksenlijn staat nog stil op het wachtspoor. Deze moet zeker niet uitgerangeerd raken. Politiek gaat over keuzes, en dan moeten de prioriteiten helder zijn. Ik herhaal nog maar eens dat voor Nieuw Sociaal Contract de Nedersaksenlijn en de Lelylijn topprioriteit zijn, meer prioritair dan veel andere infrastructuur. Ik heb het uitblijven van die vervolgstap voor de Nedersaksenlijn "broddelwerk" genoemd. Wij willen de komende maanden Ʃcht een andere mindset zien bij deze staatssecretaris. We willen zien dat hij zijn stinkende best gaat doen voor alle mogelijke opties van financiering, en dat hij uitspreekt dat het wƩl gaat lukken bij de Voorjaarsnota en het liefst nog eerder.

Over de beschikbare 2,5 miljard voor de ontsluiting van woningbouw als optie wil ik dan geen reactie in de trant van "moeilijk, moeilijk, want het past niet goed bij de doelen". Concreet wil NSC vandaag commitment horen. We willen heel concreet horen aan welke financieringsopties voor de Nedersaksenlijn deze staatssecretaris nu werkt.

Voorzitter. De staatssecretaris deed een toezegging om snel, nog deze maand, opnieuw met de regio in gesprek te gaan. Ik begrijp dat er maandag een gesprek is met de commissarissen van FryslĆ¢n en Flevoland, maar dat zal over de Lelylijn gaan, en niet over de Nedersaksenlijn. Graag een toelichting van de staatssecretaris. Ik wil dat er heel snel een gesprek komt met Noord-Nederland over de Nedersaksenlijn. Ik vraag om de concrete toezegging dat dit vĆ³Ć³r het krokusreces gebeurt, en dan wil ik dat de Kamer daar ook snel over wordt geĆÆnformeerd. Begrijpt de staatssecretaris dan ook dat hij daar niet met lege handen kan aankomen? Dan kan de regio misschien ook nog een beetje over de brug komen. Daarover heb ik nog een vraag. Is er misschien een afspraak te maken over Rijk-regiofinanciering, waarvan misschien driekwart vanuit het Rijk komt en een kwart uit de regio?

Voorzitter. Ik rond af. Waar een wil is, is een weg ā€” een spoorweg, heb ik gezegd. Het is nu aan de staatssecretaris om alles uit de kast te halen en te leveren.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer El Abassi van DENK.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Terwijl in de landen om ons heen treinkaartjes goedkoper worden of betaalbaar blijven, worden ze in Nederland alleen maar duurder. Ik ga de staatssecretaris vandaag helpen met een aantal moties om onze treinkaartjes betaalbaar te maken. De allereerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Spaanse hogesnelheidsspoor betaalbare, snelle en comfortabele treinreizen aanbiedt, zoals een rit van Barcelona naar Madrid voor slechts ā‚¬9, wat het gebruik van de trein significant heeft verhoogd;

overwegende dat Nederland kan leren van internationale best practices om het spoor toegankelijker en betaalbaarder te maken;

verzoekt de regering concrete stappen te zetten om treinkaartjes in Nederland structureel goedkoper te maken, onder meer door internationale voorbeelden zoals Spanje toe te passen, en de Kamer hierover uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 1222 (29984).

De heer El Abassi (DENK):
Dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Spaanse hogesnelheidsspoor betaalbare, snelle en comfortabele treinreizen aanbiedt, zoals een rit van Barcelona naar Madrid voor slechts ā‚¬9, wat het gebruik van de trein significant heeft verhoogd;

overwegende dat Nederland kan leren van internationale best practices om het spoor toegankelijker en betaalbaarder te maken;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe landen zoals Spanje hun spoor betaalbaar en aantrekkelijk hebben gemaakt, en de Kamer hierover uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 1223 (29984).

De heer El Abassi (DENK):
En dan mijn laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NS haar dienstregeling heeft uitgebreid met 1.600 extra treinen per week om het aantal reizigers te stimuleren, terwijl de betaalbaarheid van de trein achterblijft;

overwegende dat uitbreiding van het aanbod weinig effect heeft als mensen de treinprijzen niet kunnen betalen;

verzoekt de regering om in overleg met de NS prioriteit te geven aan betaalbaarheid van treinkaartjes,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 1224 (29984).

De heer El Abassi (DENK):
Dat was het, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:
Heel goed. Mevrouw Vedder, CDA.

Mevrouw Vedder (CDA):
Dank, voorzitter. Ik spreek ook namens de heer Grinwis van de ChristenUnie.

Ik heb een vraag en een motie. De vraag luidt als volgt. Over de flessenhals bij Meppel zei de staatssecretaris dat er een vervolgonderzoek wordt gedaan naar oplossingen voor de overwegen op de verbinding tussen Zwolle en Meppel. Kan de staatssecretaris een brief toezeggen met daarin een overzicht van het financiƫle tekort en de mogelijke oplossingen voor de dekking hiervan? Dit alles moet uiteraard gebeuren in afstemming met de regio. Kan hij dit naar de Tweede Kamer sturen?

Voorzitter. Dan de motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft aangegeven dat er tien opties op tafel hebben gelegen om tot vervolgbesluiten voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn te komen;

overwegende dat het voor het maken van keuzes bij de Voorjaarsnota helpt als de opties zo concreet en ver mogelijk zijn uitgewerkt, en deze opties zo vroeg mogelijk inzichtelijk zijn;

verzoekt de regering de genoemde andere negen opties zo concreet en ver mogelijk uit te werken en deze uitwerkingen zo snel als mogelijk, maar uiterlijk 1 april 2025, aan de Kamer te sturen;

verzoekt de regering om zich bij die uitwerking tot het uiterste in te spannen om deze opties haalbaar en betaalbaar te krijgen, zodat er alles aan gedaan kan worden om er breed draagvlak voor te vinden, en hetzelfde te doen voor alternatieve opties buiten deze negen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vedder, Grinwis en Olger van Dijk.

Zij krijgt nr. 1225 (29984).

Mevrouw Vedder (CDA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Heel goed. De heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Er zijn 3.000 meldingen van incidenten rondom station Maarheeze, zo blijkt uit de Kamerbrief, door agressieve veiligelanders vanuit het nabijgelegen azc in Budel, Brabant. Dat is ongekend. NS heeft daarom aangegeven om station Maarheeze niet meer aan te doen. Dat is natuurlijk dramatisch. In Nederland krijgen we dus een station dat niet meer wordt bediend, omdat er te veel agressie tegen het personeel is. Waarom? Omdat de NS geen steun krijgt van het kabinet. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NS vanwege de continue overlast en agressie tegen treinpersoneel, veroorzaakt door asielzoekers vanuit het azc Budel, overweegt om station Maarheeze over te slaan;

van oordeel dat dit onacceptabel is;

verzoekt de regering te garanderen dat station Maarheeze bediend zal blijven worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 1226 (29984).

De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb er ook nog een over de treinen in het algemeen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de netheid van een trein van grote invloed is op de reizigersbeleving;

constaterende dat deze prestatie-indicator sinds 2021 dalende is en in 2023 een teleurstellende 6,8 scoorde;

overwegende dat dit volgens de NS toe te schrijven is aan personeelstekorten en tekorten in de schoonmaakbranche;

verzoekt de regering om samen met de NS het prestatiecijfer netheid in de trein te verhogen van een 6,8 naar een 8,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.

Zij krijgt nr. 1227 (29984).

De heer Eerdmans (JA21):
Dit voorstel klinkt niet alleen sympathiek, maar is dat ook, voorzitter. Dus ik roep iedereen op om dit te ondersteunen.

De voorzitter:
Ik zie de mensen al twijfelen.

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Veltman van de fractie van de VVD.

Mevrouw Veltman (VVD):
Dank, voorzitter. Tijdens het debat hebben we het uitgebreid gehad over overlast, agressie en geweld in de trein, en hoe belangrijk het is dat ook de identiteit snel vastgesteld kan worden door de boa's. In Rotterdam werken ze op een snelle manier met een digitale methode, wat de politie en de boa's heel veel uren scheelt. Ik ben heel blij met de toezegging van de staatssecretaris om de werkwijze van Rotterdam te onderzoeken en te kijken hoe we dat landelijk kunnen trekken, waarmee hij de wens van de vervoerders heel serieus te neemt. Ik vraag hem ook om een formele reactie, gezamenlijk met het ministerie van JenV, op het rapport van de vervoerders hierover, zodat we die overlast echt kunnen aanpakken.

Voorzitter. Daarnaast praten we veel over het belang van een goede verbinding met Noord-Nederland, Friesland, Groningen en Drenthe. In het debat is uitvoerig gesproken over de Lelylijn en de Nedersaksenlijn. Om de reiziger van en naar het Noorden niet in de kou te laten staan, zou het ook enorm helpen als er meer treinen gaan rijden op de lijnen Zwolle-Groningen en Zwolle-Leeuwarden. Een tweede aanbieder naast de NS heeft nu aangeboden om 22 extra treindiensten te rijden op deze trajecten, zonder subsidie. We begrijpen dat hier discussie over is. Wat past nu wel en niet op het spoor? Maar op sommige trajecten rijden er iedere paar minuten treinen en op andere maar twee keer per uur. Alles lijkt nu op slot te zitten, terwijl we naar de toekomst toe vooral zullen moeten uitbreiden op heel veel plaatsen in Nederland. We zijn er nog niet, zeker niet als je naar de verbinding met het Noorden kijkt. Recent heb ik met de heer Grinwis een voorstel ingediend, dat is aangenomen, om te bekijken wat er nodig is om de spoorsector van dit slot te krijgen. Specifiek voor de verbinding van en naar het Noorden wil ik de staatssecretaris graag vragen om in gesprek te gaan met ProRail en Arriva en het aanbod van de extra treinen in het Noorden echt serieus te nemen, en te onderzoeken wat nodig is om die extra treinen in te passen. Kan de staatssecretaris toezeggen dit gesprek aan te gaan?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
EĆ©n vraag van de heer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Over het laatste punt had ik nog een vraag voor mevrouw Veltman. Het voelt voor mijn fractie toch een beetje als het begin van het opknippen van de concessie in Noord-Nederland. Ik zou graag van mevrouw Veltman willen horen hoe zij dit voor zich ziet, zonder dat het de dienstregeling van NS raakt. Want het lijkt mij best wel ingewikkeld.

Mevrouw Veltman (VVD):
Dit is, heb ik begrepen, mogelijk in aanvulling op wat de NS rijdt op het HRN. Ik zou zeggen: denk alsjeblieft mee; stel je open voor alles wat je kunt doen om die reiziger van en naar het Noorden beter te bedienen. Laten we dƔt nou vooropstellen en niet alleen maar protectionistisch om een hoofdrailnetconcessie heen zitten. Die laten we netjes intact, maar laten we ook de opening bieden naar meer treinen.

De heer Heutink (PVV):
We lazen vanochtend in de media ook dat het inzetten van meer treinen op die verbinding een investering van 100 miljoen vereist. Als dat daadwerkelijk zo is, en de staatssecretaris zegt dat straks misschien ook ā€” dat hoor ik graag van hem ā€” bent u dan nog steeds van mening dat die motie zo'n goed idee is?

Mevrouw Veltman (VVD):
Ik denk dat mijn motie een uitstekend idee is om precies dit te onderzoeken. Want zoals ik net schetste: de meningen hierover zijn verdeeld. Als zomaar voor waarheid wordt aangenomen dat het 100 miljoen kost, wetende dat bij deze extra treinen een perronverlenging op Meppel niet nodig is, dan ben ik heel benieuwd wat er wƩl kan. Dan zeg ik ook: als op bepaalde plekken treinen per uur elke drie, vier of zeven minuten kunnen rijden en op andere plekken maar ƩƩn keer in het halfuur, dan zijn we het aan onze stand verplicht om voor de reizigers in het Noorden te kijken hoe er meer ruimte voor meer treinen is.

De voorzitter:
Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 13.42 uur tot 13.52 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan de staatssecretaris. Over zes minuten gaan we beginnen aan het debat-Bontenbal, dus we moeten het kort en puntig houden. De staatssecretaris.

Staatssecretaris Jansen:
Dank, voorzitter. Als het goed is heb ik zes vragen en acht moties. Ik zal eerst ingaan op de vragen die ik heb gekregen. De heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid vroeg om een update over de hogesnelheidslijn vĆ³Ć³r het volgende reces. Ik kan u toezeggen dat ik voor het reces, dus voor het krokusreces, zal komen met een update, met een stand van zaken met betrekking tot de hsl.

Dan heb ik een vraag van mevrouw Vedder van het CDA. Er was een brief met een voorstel voor de dekking ā€” er werd een bedrag genoemd van ongeveer 100 miljoen ā€” en zij vroeg of ik daar nader op in kon gaan. Ja, zo'n brief kan ik zeker toezeggen. Voor overwegen wordt op dit moment onderzocht wat precies de kosten zijn. Dit is uiterlijk in het tweede kwartaal bekend. Voor de dekking wordt ook gekeken naar cofinanciering vanuit de regio. Ik kan dat in ieder geval aan mevrouw Vedder toezeggen.

Dan heb ik de vraag van de heer De Hoop ā€” dat is tegelijk ook een vraag van de heer Van Dijk van NSC ā€” om voor het volgende reces in gesprek te gaan met het Noorden. Ja, dat is natuurlijk mijn intentie. We hebben hier al meerdere keren over gesproken. Dit kabinet wil ook bekijken of wij rondom de Lelylijn en rondom de Nedersaksenlijn vervolgstappen kunnen zetten. Dat wil de regio ook graag. Ook de Kamer wil dat graag. Dus iedereen is ervan overtuigd dat we dit willen doen. Ik ga zeker in gesprek met het Noorden. Aanstaande maandag is het eerste gesprek. De vraag was: waarom alleen met Friesland en Flevoland? Ik wil met alle bestuurders het gesprek aangaan. Deze bestuurders zijn de eerste twee die beschikbaar waren qua tijd en ook in mijn agenda pasten. Dat is de eerste stap. Ik ga vervolgens ook met de andere bestuurders in gesprek, niet alleen met de commissarissen, maar ook met wethouders en gedeputeerden als dat verstandig is. Ik denk namelijk dat zo veel mogelijk inbreng vanuit de regio ons uiteindelijk enorm kan helpen om de juiste beslissingen hierin te nemen. De intentie van ons is ā€” ik blijf dat echt herhalen ā€” dat we substantiĆ«le stappen willen zetten rondom deze twee projecten, waarover we al een hele tijd het gesprek met elkaar voeren, omdat het belangrijk is voor heel Noord-Nederland.

De voorzitter:
EĆ©n vraag, meneer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Een korte vraag. Bij die vraag werd, volgens mij door de heer Van Dijk en ook door mij, ook de vraag gesteld: kunt u de terugkoppeling dan ook al doen voor het krokusreces? U schetst dat er maandag al een gesprek plaatsvindt. Het lijkt me dat dat goed mogelijk is. Dus hopelijk kan dat dan ook voor het krokusreces aan de Kamer teruggekoppeld worden.

Staatssecretaris Jansen:
Ik zal terugkoppelen als er inderdaad relevante informatie is. Ik probeer het alleen wel enigszins te bundelen, want anders blijf ik u iedere keer informeren over de deelgesprekken. Het lijkt me goed om als er een aantal gesprekken kort na elkaar plaatsvinden, het als een geheel aan de Kamer te communiceren.

De voorzitter:
Ik zag ook de heer Olger van Dijk. De staatssecretaris continueert.

Staatssecretaris Jansen:
Kan ik verdergaan? OkƩ. Er was nog een vraag van de heer Van Dijk: is er een afspraak te maken met Rijk en regio qua financiering, bijvoorbeeld 75/25? Zoals ik al zei, blijf ik in gesprek met de regio. Het aanbod van de regio is op dit moment eigenlijk nog onbekend. Er worden weleens bedragen genoemd. Een substantiƫle bijdrage wordt ook genoemd, maar de exacte bijdrage is nog onbekend. Ik heb dit vorige week ook in het commissiedebat gezegd: wij kijken naar alle opties en ook naar welke vormen van cofinanciering er mogelijk zijn, of het nou private investeringen of investeringen vanuit de regio zijn.

De heer Olger van Dijk (NSC):
Waar het ons, ik denk de hele Kamer, om gaat is niet alleen het gevoel dat er naar alle opties wordt gekeken, maar dat er ook concrete resultaten zijn. Mijn vraag is als volgt. Als de staatssecretaris naar de regio gaat voor het krokusreces, dus als hij ā€” laat ik dat verduidelijken ā€” met het Noorden over de Nedersaksenlijn gaat praten, dan kan hij daar niet met lege handen aankomen. Dan moet hij daar met ideeĆ«n komen over zo'n staffel, een verdeling tussen kosten, of met een concreet aanbod van rijksfinanciering. Kan de staatssecretaris dat toezeggen?

Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik vorige week in het debat ook al aangegeven dat alle opties voor ons openliggen. Dat betekent dat we kijken naar alle vormen van financiering. We hebben, weliswaar in het geval van de Lelylijn, ook gesproken over de mogelijkheden van Europese gelden. We hebben ook gekeken in hoeverre je slim kunt omgaan met middelen. Ik heb bijvoorbeeld vanmorgen nog gesproken met de staatssecretaris Herstel Groningen. Ik heb met hem een gesprek gehad over de Lelylijn, maar ook over wat er mogelijk is voor de Nedersaksenlijn. Wij komen dus niet met lege handen. Maar het is natuurlijk wel zo dat de middelen beperkt zijn. Ik heb die discussie vaker met u gevoerd. Ik moet wel iets kunnen toezeggen wat ik ook hard kan maken. Anders houd ik ze een wassen neus voor en dat wil ik zeker niet. Volgens mij doen we de regio daar namelijk zeker geen recht mee.

De voorzitter:
Prima. Gaat u verder.

Staatssecretaris Jansen:
De laatste vraag is van mevrouw Veltman van de VVD. Zij vraagt of ik bereid ben om in gesprek te gaan met ProRail en Arriva over de uitbreiding van de treindiensten tussen Zwolle en Groningen. Ik ben zeker bereid om dat gesprek aan te gaan. Ik zeg op voorhand wel dat ProRail gaat over de verdeelcapaciteit op het spoor. Maar het lijkt mij in deze specifieke situatie heel wenselijk om het gesprek aan te gaan met zowel ProRail als Arriva. Misschien zien wij namelijk wel iets over het hoofd dat realiseerbaar is.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik zou het wel fijn vinden als daar ook de risico's voor de continuĆÆteit van de dienstregeling van de NS in worden meegenomen. Nu vindt het gesprek plaats met ProRail en Arriva, maar dat perspectief is natuurlijk wel belangrijk bij dat gesprek. Ik hoop dus dat de staatssecretaris wat wel meeneemt.

Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij ging de discussie in de Kamer er net ook even over dat dit geen negatieve impact mag hebben, dus dat is wat we gaan doen. We gaan het gesprek aan en we kijken wat er mogelijk is, natuurlijk rekening houdend met de huidige situatie. Het kan niet zo zijn dat je kannibalisme pleegt. Er moet wel een reƫle kans zijn dat alles daarmee alleen maar beter wordt en er geen verslechtering optreedt.

Voorzitter. Dan de moties.

De voorzitter:
Graag.

Staatssecretaris Jansen:
Eerst de motie op stuk nr. 1120 van de heer Heutink van de PVV. Die geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 1221.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1221 is van de heer De Hoop van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Die motie is overbodig.

De voorzitter:
Heeft u daar een toelichting bij?

Staatssecretaris Jansen:
Laat ik een nadere omlijsting geven, want dat scheelt misschien een vraag. Ik ben natuurlijk met de partijen in gesprek in het kader van het Nationaal OV Beraad. Het onderwerp staat op de agenda voor de eerstvolgende vergadering op 14 februari aanstaande. Op 10 februari hebben we ook een gesprek over de BDU-gelden. Dat is de reden waarom ik deze motie op dit moment overbodig acht.

De voorzitter:
Er is een vraag van de heer De Hoop. Eentje.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dit is meer een opmerking, want ik vind de motie niet overbodig. De problemen die geschetst zijn in de motie, spelen heel erg. Het is echt nodig om nu een actieagenda te maken voor toekomstbestendig openbaar vervoer. Bij de Voorjaarsnota worden namelijk heel veel problemen tegelijkertijd opgelost. Ik deel de analyse dat de motie overbodig is dus echt niet. Ze zou overbodig moeten zijn door de inzet van deze staatssecretaris, maar dat is nu nog niet het geval, dus ik ga de motie wel in stemming laten brengen.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1222.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1222 is van de heer El Abassi van DENK. De motie verzoekt om concrete stappen te zetten om treinkaartjes goedkoper te maken. Die acht ik overbodig, want ik ben op dit moment al in gesprek met NS en de minister van Financiƫn over een structurele oplossing voor de NS-tarieven. Dit loopt mee met de Voorjaarsnotabesluitvorming. Ik probeer de Kamer dan te voorzien van de informatie over de NS-tarieven met het oog op volgend jaar en het jaar daarop.

De motie op stuk nr. 1223 is ook van de heer El Abassi van DENK. Die vraagt om te onderzoeken hoe landen het spoor betaalbaar maken. Ook die motie moet ik het oordeel overbodig geven. Ik werk al internationaal samen in het internationale Rail Passenger Platform. Dit platform wordt ook gebruikt om best practices met elkaar te delen. Ik ben van plan om voor de zomer een plan voor internationaal spoorvervoer met u te delen, zoals ik ook eerder heb gezegd in de commissie.

De motie op stuk nr. 1224 is wederom van de heer El Abassi, met als onderwerp prioriteit geven aan betaalbaarheid ten koste van het aantal treinen. Die moet ik echt ontraden, want het kan niet ten koste gaan van het aantal treinen. Ik ben het wel eens met de heer El Abassi dat betaalbaarheid uitermate belangrijk is.

Dan de motie op stuk nr. 1225 van het CDA.

De voorzitter:
EĆ©n vraag nog van de heer El Abassi op dit punt.

De heer El Abassi (DENK):
De staatssecretaris lijkt aan te geven dat het prioriteit geven aan betaalbaarheid per definitie ten koste gaat van het aantal treinen. Dat is niet wat ik in de motie zeg. Ik geef alleen aan: als er geprioriteerd wordt, zorg er dan voor dat de trein in ieder geval betaalbaar is. Want wat hebben we aan heel veel treinen op het moment dat het niet betaalbaar is?

Staatssecretaris Jansen:
Wij hebben een afspraak gemaakt met NS in de hoofdrailconcessie. Wij hechten aan frequent en betrouwbaar vervoer op het spoor. In de bijdrage van de heer El Abassi gaf hij net duidelijk aan een link tussen deze twee zaken niet te schuwen. Daarvan zeg ik: ik ontraad de motie, omdat die link er dus blijkbaar wel in zit.

De voorzitter:
Ja. De motie op stuk nr. 1225.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1225 van het CDA geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1226.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1226 van de heer Eerdmans van JA21 gaat over een garantie voor een veilig en bereikbaar station Maarheeze. Als ik 'm zo mag interpreteren dat ik mij er maximaal voor ga inspannen ā€” dat doe ik al; ik heb al gesprekken gevoerd en ik ga komende week met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Asiel en Migratie om tafel ā€” dan kan ik u toezeggen dat ik daar inderdaad mee aan de gang ga. Dan krijgt de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:
De heer Eerdmans beaamt dat. EĆ©n korte vraag van meneer Heutink.

De heer Heutink (PVV):
Dit is wel een hele andere toon van de staatssecretaris dan zijn toon in de media. Daarin zei hij namelijk iets in de trant van: "over mijn lijk dat Maarheeze zal worden overgeslagen". Dus kan de staatssecretaris dat bevestigen?

Staatssecretaris Jansen:
Dat klopt. Die opmerking heb ik terecht gemaakt. Als het namelijk aankomt op het geld, dan ben ik bereid om uit eigen budget die middelen ter beschikking te stellen. Ik denk alleen dat we het moeten aanpakken en het moeten bekijken in het grotere geheel van waar de overlast vandaan komt. Die komt van asielzoekers van het azc in Budel. Je praat over openbare orde en veiligheid in het gebied, maar dit uit zich op het station en in de trein. Dat is waarom ik de opmerking maakte. Als die 2,3 miljoen een struikelblok is, dan komt die uit mijn budget; dan gaan we het gewoon verhelpen. Alleen zou ik het structureel beter willen oplossen.

Mevrouw Veltman (VVD):
Het ging daarnet even over het belang van het in stand houden van een betrouwbaar hoofdrailnet, dat bereden wordt door de NS. Dat geldt natuurlijk hier ook. Een argument is natuurlijk ook dat die trein gewoon tussen Eindhoven en Weert hoort te rijden en te blijven rijden. Wilt u hem ook op die manier benaderen?

Staatssecretaris Jansen:
Ja, absoluut. Dat heb ik ook in de commissie gezegd.

De heer Eerdmans (JA21):
Heel goed dat de motie op stuk nr. 1226 oordeel Kamer krijgt. Ik was wel even benieuwd of we een brief kunnen krijgen als dat overleg volgende week plaatsvindt. Los van het feit of die motie wordt aangenomen, vind ik dat prettig om te weten.

Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik aangegeven dat ik de Kamer ook schriftelijk zal informeren. Dat gaat gebeuren.

De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1227 van de heer Eerdmans, die een 8 wil.

Staatssecretaris Jansen:
De motie op stuk nr. 1227 kan ik oordeel Kamer geven als ik 'm zo mag interpreteren dat ik met de NS in gesprek ga over de maatregelen die zij nemen om de netheid van treinen te verbeteren en dat ik de Kamer hierover zal informeren. Als u zegt "u moet hem anders interpreteren", dan moet ik 'm helaas ontraden.

De heer Eerdmans (JA21):
Alles is meegenomen, dus die motie laten we gewoon in stemming komen. Maar ik bedoel: de reiziger wil gewoon geen vieze wc's en vieze gangen meer zien in de trein. Dus dat moet gewoon verbeteren. Ik ben blij dat de staatssecretaris dat onderschrijft.

De voorzitter:
Prima. Dank.

Staatssecretaris Jansen:
Ik snap de opmerking. Ik heb deze week in de trein van Zevenaar naar Arnhem gezeten. Ik heb daar gezien dat het met een andere aanbieder anders kan zijn, dus ik neem het ter harte.

De voorzitter:
Heel goed. Tot zover. Dank aan de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dinsdag stemmen we over de moties. Ik schors een enkel ogenblik. Daarna gaan we praten over moties.

De vergadering wordt van 14.07 uur tot 14.10 uur geschorst.