Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2024-2025

36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)

Nr. 27 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MUTLUER EN VAN NISPEN

Ontvangen 24 januari 2025

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 1.11.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «mededeling doet van» ingevoegd «en informatie verstrekt over» en wordt aan het slot voor de punt ingevoegd «, mediation en de herstelconferentie».

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het vierde tot en met zesde lid worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:

2. Het slachtoffer en de verdachte hebben het recht te verzoeken om te doen onderzoeken of mediation mogelijk is. Het verzoek wordt slechts afgewezen op basis van zwaarwegende gronden. De afwijzing wordt gemotiveerd en schriftelijk aan het slachtoffer en de verdachte medegedeeld. Bij toewijzing van het verzoek wordt de zaak verwezen naar een mediationbureau.

a. Indien het verzoek wordt gedaan in de fase voor toezending van het strafdossier door de politie aan het openbaar ministerie beslist de hulpofficier van justitie op het verzoek.

b. Indien het verzoek wordt gedaan tijdens het voorbereidend onderzoek na toezending van het strafdossier door de politie aan het openbaar ministerie beslist de officier van justitie op het verzoek.

c. Indien het verzoek wordt gedaan tijdens het onderzoek ter terechtzitting beslist de rechter op het verzoek.

3. De officier van justitie en de rechter onderzoeken ambtshalve of mediation mogelijk is en wijzen indien zij mediation mogelijk achten het slachtoffer en de verdachte of hun recht als bedoeld in het tweede lid.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt «houdt de rechter» vervangen door «houden de officier van justitie en de rechter».

5. In het zesde lid (nieuw) wordt na «waaronder» ingevoegd «in ieder geval de vormgeving van het mediationproces en».

Toelichting

Dit amendement beoogt de toepassing van mediation en andere herstelrechtvoorzieningen in het strafrecht te stimuleren. Naar de mening van de indieners doet het voorliggend wetsvoorstel dat niet voldoende.

De voordelen van mediation in strafzaken zijn legio. Zo kan het zorgen voor een groter gevoel van gerechtigheid bij slachtoffers en helpt hen in de verwerking van het aangedane leed of de afdoening van de schade, draagt zij bij aan herstel in een verstoorde relatie tussen slachtoffer en dader, biedt zij de dader inzicht in de gevolgen van zijn of haar daad wat de kans op recidive vermindert en kan zij er voor zorgen voor een snellere oplossing van conflicten en daarmee een ontlasting van het strafrechtssysteem.

Dit amendement zorgt er voor dat in meerdere fasen het gebruik van herstelrechtvoorzieningen wordt gestimuleerd. Dat begint met een informatieplicht van de politie aan slachtoffer en verdachte over de mogelijkheden van herstelrecht. In de fase dat er sprake is van aangifte krijgen zowel slachtoffers als verdachte het recht om te verzoeken om te laten onderzoeken of mediation mogelijk is. Dat recht krijgen zij ook in de fasen van zowel het voorbereidend onderzoek na toezending van het strafdossier door de politie aan het openbaar ministerie als de terechtzitting. Bij toewijzing van het verzoek wordt de zaak verwezen naar het mediationbureau.

Waar wordt gesproken over zwaarwegende gronden moet worden gedacht aan zwaarwegende gronden ontleend aan het algemeen belang (bijv. een ernstig geschokte rechtsorde) dan wel ernstige aanwijzingen voor secundaire of nieuwe victimisatie die te allen tijde dient te worden voorkomen,

In het geval van een geslaagde mediation blijkende uit een slotovereenkomst houdt de rechter in het geval hij of zij een straf of maatregel oplegt op grond van de bestaande wetgeving daar al rekening mee. Dit amendement regelt dat ook de officier van justitie bij de strafvervolging dan wel de strafeis rekening zal houden met een geslaagde mediation.

Onder «bemiddeling» zoals genoemd in de wetstekst bedoelen de indieners van dit amendement meerdere vormen van herstelrechtvoorzieningen waaronder mediation, herstelbemiddeling en herstelrechtconferentie.

Tenslotte kan bij AMvB tevens nadere invulling worden gegeven aan het mediationproces. Daarbij valt te denken aan regels met betrekking tot welke processtukken en informatie gebruikt mogen worden, over de communicatie en geheimhouding tijdens een mediation, over het verschoningsrecht van de mediator en over termijnen waarbinnen een mediation moet worden afgerond.

Mutluer

Van Nispen