Amendement van het lid Ellian over het gebruik van videoconferentie als hoofdregel bij verdachten in EBI's en AITs
Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2025D02735, datum: 2025-01-24, bijgewerkt: 2025-01-28 14:26, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36327-28).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: U. Ellian, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -28 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2025Z01227:
- Indiener: U. Ellian, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID ELLIAN
Ontvangen 24 januari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 1.11.4, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de verdachte zich bevindt in een afdeling voor intensief toezicht als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Penitentiaire beginselenwet of in een extra beveiligde inrichting als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel d, van die wet, wordt gebruik gemaakt van videoconferentie, tenzij de rechter wegens bijzondere redenen anders beslist.».
Toelichting
Al geruime tijd pleit indiener voor het beperken van vervoersbewegingen van gedetineerden van wie een hoog of extreem hoog risico uitgaat. Dit zijn gedetineerden die in een Afdeling Intensief Toezicht of in een Extra Beveiligde Inrichting zitten. De vervoersbewegingen die gepaard gaan met de verplaatsingen van en naar rechtbanken van dit type gedetineerde, brengen onaanvaardbare en onwenselijke risico’s en kosten met zich mee. Het vervoersmoment is immers het meest kwetsbare moment en vraagt enorme inzet van allerlei diensten zoals het Bijzonder Ondersteuningsteam van de Dienst Vervoer en Ondersteuning en de Dienst Speciale Interventies. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat ook veel aanvullende beveiligingsmaatregelen noodzakelijk zijn op de locatie waar de zitting wordt gehouden. Deze maatregelen kosten veel capaciteit en zijn een onevenredige belasting voor het lokaal gezag alsmede de lokale capaciteit.
Naar aanleiding van de aangenomen motie Ellian/Palland van 16 december 2021, is het Besluit Videoconferentie in 2023 aangepast. Met deze aanpassing werd het mogelijk voor de rechter om te beslissen dat een verdachte via videoverbinding aanwezig is indien de beveiliging dat noodzakelijk maakt. De formulering van die aanpassing is nu overgenomen in het voorgestelde artikel 1.11.4. Voorgesteld wordt immers om de beslissing aan de rechter te laten of een verdachte fysiek aanwezig moet zijn op de zitting. Indiener is van mening dat het wettelijk uitgangspunt moet zijn dat gedetineerden van wie per definitie een hoog of extreem hoog veiligheidsrisico uitgaat, via videoverbinding aanwezig is bij het onderzoek ter terechtzitting. In de Extra Beveiligde Inrichting zijn uitstekende videoruimtes ingericht van hoge kwaliteit en de meeste Penitentiaire Inrichtingen hebben videoruimtes. Bovendien is in Vught ook een zittingszaal gebouwd alwaar ook een zitting deels via videoverbinding kan plaatsvinden.
Door het wettelijk uitgangspunt te verankeren worden discussies over de aanwezigheid van een verdachte voorkomen. Het uitgangspunt wordt alsdan namelijk aanwezigheid via videoverbinding tenzij sprake is van bijzondere redenen. Daarbij moet gedacht worden aan redenen die gelegen zijn in de sfeer van onderdelen van het onderzoek ter terechtzitting waar de verdachte fysiek aanwezig moet zijn, zoals bijvoorbeeld een getuigenverhoor. Het is de bedoeling dat de rechter deze uitzondering zeer terughoudend toepast.
Indiener hecht eraan te benadrukken dat het voorgestelde amendement in overeenstemming is met hoger recht en verwijst naar EHRM 5 oktober 2006, appl.nr. 45106/04 (Marcello Viola/Italië) en EHRM 13 november 2014, appl.nr. 43952/09 (Bosti/Italië).
Ellian