Taakopdracht Werkgroep discontovoet 2025
Waardering van risico’s bij publieke investeringsprojecten
Brief regering
Nummer: 2025D03197, datum: 2025-01-28, bijgewerkt: 2025-01-29 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29352 -11 Waardering van risico’s bij publieke investeringsprojecten.
Onderdeel van zaak 2025Z01400:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-01-30 13:54: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Het kabinet actualiseert in 2025 de discontovoet. Deze wordt gebruikt in maatschappelijke kostenbatenanalyses (mkba’s), die ten doel hebben om het maatschappelijke rendement van overheidsbeleid te meten. Hiertoe vraagt het kabinet zoals gebruikelijk advies aan een onafhankelijke Werkgroep discontovoet, die in het voorjaar van 2025 aan het werk zal gaan. Bijgaand vindt u de taakopdracht voor deze werkgroep. Ik zal u te zijner tijd het advies van deze werkgroep samen met de kabinetsreactie hierop toesturen.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
E. Heinen
Taakopdracht Werkgroep discontovoet
Onderwerp
Het kabinet neemt in 2025 een besluit over de (actualisatie van de) discontovoet. De discontovoet wordt gebruikt in maatschappelijke kosten-batenanalyses (mkba’s). Om de maatschappelijk baten van overheidsbeleid – investeringen of anderszins – af te kunnen wegen tegen de maatschappelijke kosten van dit beleid is disconteren noodzakelijk. De kosten en baten zullen immers niet altijd op hetzelfde moment optreden. Met de discontovoet worden kosten of baten op verschillende momenten in de tijd onder één noemer gebracht. Langetermijneffecten hebben minder gewicht dan kortetermijneffecten bij het hanteren van een (positieve) discontovoet. Een euro in de toekomst is immers minder waard dan een euro nu. Dit wordt versterkt door onzekerheid over de toekomst.
De discontovoet is voor het laatst door het kabinet bepaald in 2020 en werd destijds in principe vastgezet voor een periode van vijf jaar. Daarnaast diende de discontovoet te worden heroverwogen als er substantiële wijzigingen plaatsvonden in de reële risicovrije marktrente, of er andere duidelijke indicaties waren van veranderende rentes of risicopremies. Momenteel loopt de afgesproken periode van vijf jaar op zijn einde. Ook zijn de rentes op kapitaalmarkten de afgelopen jaren gestegen. Het CPB heeft daarom recent een actualisatie van de discontovoet geadviseerd.
Het advies van de Werkgroep discontovoet, die het kabinet hiervoor instelt, dient zich met name te richten op de gepaste hoogte van de discontovoet. Deze ontwikkelingen kunnen invloed hebben op beide componenten van de discontovoet, namelijk het risicovrije deel en de risicopremie. Een analyse over de gepaste hoogte van beide componenten is dus wenselijk.
De vorige Werkgroep discontovoet heeft daarnaast geadviseerd afwijkende discontovoeten te hanteren voor kosten- en batenstromen met bepaalde specifieke risicoprofielen. Het kabinet vraagt de werkgroep om – waar nodig – de specifieke discontovoeten te actualiseren op basis van beschikbare literatuur. Dat geldt ook voor overige methodologische aspecten: als er relevante nieuwe (wetenschappelijke) inzichten zijn, of de huidige beleidsmatige toepassing leidt tot knelpunten, dient het advies die te adresseren.
Opdracht aan de werkgroep
De werkgroep wordt gevraagd een aanbeveling te doen over de te hanteren discontovoet, gezien de genoemde recente ontwikkelingen op kapitaalmarkten. Voor de te hanteren methodiek kan het advies van de vorige Werkgroep discontovoet als startpunt dienen, waar nodig aangepast aan nieuwe (wetenschappelijke) inzichten. Het advies dient zowel academisch onderbouwd te zijn, als (in de uitwerking) goed toepasbaar in de beleidspraktijk.
Specifieke vragen zijn:
Wat is een gepaste hoogte van de discontovoet in de komende periode? Wat is daarbij de invloed van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkten op zowel de risicovrije discontovoet en de risicopremie?
Zijn er nieuwe inzichten die vragen om een actualisatie van de discontovoet voor kosten- en batenstromen met specifieke kenmerken?
Voldoet de methodologie zoals in 2020 vastgesteld of zijn er nieuwe inzichten die vragen om een aanpassing daarvan?
Zijn er nieuwe inzichten die vragen om een actualisatie van de termijnstructuur van de discontovoet (discontocurve), met name op de zeer lange termijn?
Organisatie van het onderzoek
De werkgroep zal een technisch karakter hebben en bestaan uit vertegenwoordigers van verschillende ministeries, namelijk FIN, AZ, SZW, EZ/KGG, IenW, OCW, BZK en VWS. Ook het CPB, DNB en PBL zullen als onafhankelijke experts deelnemen aan de werkgroep. Het staat de werkgroep vrij om externe expertise te betrekken.
De werkgroep wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter.
Het interdepartementale kernteam MKBA wordt periodiek geïnformeerd over het onderzoek.
De werkgroep wordt gevraagd haar advies aan te bieden voor de zomer van 2025. De omvang van het rapport is maximaal 30 bladzijden, exclusief samenvatting.