[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beslisnota bij Voorhang subsidieregeling Instructeursbeurs mbo 2025

Bijlage

Nummer: 2025D03286, datum: 2025-01-29, bijgewerkt: 2025-01-29 11:47, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Voorhang subsidieregeling Instructeursbeurs mbo 2025 (2025D03284)

Preview document (🔗 origineel)


Middelbaar Beroeps Onderwijs

Van

Datum

9 december 2024

Referentie

50210220

Bijlagen

Subsidieregeling Instructeursbeurs mbo 2025

Voorhangbrief

Risicoanalyse subsidieregeling instructeursbeurs

Controlebeleid subsidieregeling instructeursbeurs

Uitvoeringstoets DUO

Kopie voor

WJZ

Aantal pagina’s

7

Gevraagde besluit

U wordt gevraagd:

- akkoord te gaan met bijgevoegde regeling maar deze nog niet te ondertekenen (de regeling mag pas worden gepubliceerd nadat de Tweede Kamer 30 dagen de tijd heeft gekregen om op het ontwerp te reageren);

- akkoord te gaan met het beargumenteerd terzijde leggen van het advies van de ATR;

- de brief te ondertekenen waarmee het ontwerp aan de Tweede Kamer wordt verzonden (na verstrijken van de termijn wordt de regeling nogmaals aan u voorgelegd, dan ter ondertekening).

Samenvatting van de regeling

De Subsidieregeling instructeursbeurs mbo 2025 is een 1-jarige regeling. Inhoudelijk is de regeling hetzelfde als voorgaande regeling die in werking is getreden op 1 augustus 2019 en is vervallen op 1 augustus 2024. De regeling is bedoeld om instructeurs in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) te ondersteunen bij het volgen van een bachelor- of associate degree-opleiding door subsidie te verlenen voor studiekosten en studieverlofkosten.

Deze regeling biedt financiële steun aan mbo-instructeurs en aan mbo-instellingen om instructeurs te stimuleren hun kwalificaties te verbeteren via bachelor- of associate degree-opleidingen. De regeling heeft duidelijke voorwaarden en eisen voor zowel de instructeurs als het bevoegd gezag, en biedt een kader voor het aanvragen en verantwoorden van de subsidies. De regeling biedt subsidies voor studiekosten en studieverlofkosten. Dit laatste vraagt de instructeur aan namens het bevoegd gezag van een instelling.

Voor de jaren 2021-2024 was jaarlijks maximaal €1,8 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling. Omdat dit beschikbare budget niet uitgeput werd, zal dit bedrag in de nieuwe regeling voor studiejaar 2025-2026 verlaagd worden naar €800.000. Verder is de vergoeding voor studieverlofuren verhoogd van €36,29 naar €46,44, zodat deze nu even hoog is als die van de lerarenbeurs.

De evaluatie van de regeling is inmiddels uitgevoerd. Er wordt momenteel gewerkt aan een beleidsreactie en deze zal voor de zomer 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd worden. Hierin zal ook worden besloten op welke manier de instructeursbeurs voortgang zal vinden. Omdat dit te laat komt voor de regeling van 2025, is besloten de regeling nu voor 1 jaar uit te zetten.

De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR), die het eindoordeel “Niet indienen / vaststellen, tenzij met de adviespunten rekening wordt gehouden” (dictum 3) heeft gegeven. Het Adviescollege adviseert om de regeling uitsluitend open te stellen voor instructeurs die al onder de oorspronkelijke regeling subsidie kregen voor het volgen van een meerjarige opleiding. Dit betekent dat er geen initiële aanvragen kunnen worden gedaan, enkel aanvragen voor het 2e of 3e jaar van de studie. De reden hiervoor vanuit de ATR is dat dit een minder belastend alternatief zou zijn ten opzichte van het volledig voortzetten van de regeling.

Wij adviseren om dit advies terzijde te leggen en de regeling ook voor initiële aanvragen open te stellen. Vanuit de Werkagenda mbo wordt ingezet op het versterken van het carrièreperspectief van onderwijspersoneel, onder andere door in te zetten op professionalisering. De lerarenbeurs en instructeursbeurs zijn daarnaast ook belangrijke stimulerende maatregelen om de professionalisering te verbeteren, omdat docenten zich via de lerarenbeurs kunnen professionaliseren, en instructeurs via de instructeursbeurs. De instructeursbeurs zorgt niet alleen voor de verbetering van de kwaliteit van instructeurs en het behouden van deze groep, veel instructeurs gebruiken de beurs ook om door te stromen naar een functie als docent, waarmee de beurs bijdraagt aan het terugdringen van het lerarentekort. Daarom zijn deze beurzen ook onderdeel van de lerarenstrategie. Omdat de lerarenbeurs beschikbaar is voor docenten in het mbo, zou het onnodig onderscheid veroorzaken om de beurs voor instructeurs enkel beschikbaar te stellen voor degenen die al eerder een aanvraag hebben gedaan. De adviezen van de ATR over de regeldrukparagraaf zijn meegenomen in de regeling, en hun verdere adviezen worden meegenomen in de evaluatie en zullen bij een eventueel volgende versie van de regeling worden geïmplementeerd.

Deze nota bevat een bijlage met de afwegingen die zijn gemaakt bij de totstandkoming van de regeling.

Bijlage met informatie over de regeling

1. Wat is het probleem en de aanleiding voor de subsidieregeling?

De aanleiding van deze regeling is dat lopende de evaluatie van de Subsidieregeling instructeursbeurs mbo de subsidie beschikbaar is voor instructeurs. In de nieuwe regeling is het subsidieplafond verlaagd omdat er bij de vorige regeling sprake was van onderuitputting. De regeling loopt voor 1 jaar, in afwachting van de evaluatie naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling, die eind 2024 verwacht wordt.

2. Wie zijn betrokkenen?

De direct belanghebbenden bij de Subsidieregeling instructeursbeurs mbo zijn:

  1. Instructeurs in het Middelbaar Beroepsonderwijs (mbo):

    • Zij kunnen doordat de instelling subsidie ontvangt voor studiekosten en studieverlofkosten, hun kwalificaties verbeteren door het volgen van een bachelor- of associate degree-opleiding.

    • Instructeurs profiteren van financiële ondersteuning, waardoor zij minder/geen persoonlijke financiële lasten dragen tijdens hun studie.

  2. Bevoegd Gezag (Scholen en Onderwijsinstellingen):

    • Scholen en onderwijsinstellingen in het mbo die de instructeurs in dienst hebben en namens hen subsidies voor studieverlof ontvangen.

    • De instellingen ontvangen subsidie voor de verlofkosten wat ook een positief financieel aspect is voor het bevoegd gezag.

    • Hierdoor profiteren deze instellingen van beter opgeleide instructeurs zonder kosten die de instelling hoeft te maken, wat kan bijdragen aan de efficiency en kwaliteit van het onderwijs dat instructeurs aanbieden.

  3. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW):

    • Dit ministerie is verantwoordelijk voor het opstellen, wijzigen en onderhouden van de regeling en eindverantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van de regeling door DUO.

  4. Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO):

    • DUO faciliteert het aanvraagproces en de uitbetaling van de subsidies. Zij zijn tevens belast met de uitvoering en handhaving van de regeling.

Indirect belanghebbenden van deze regeling zijn de studenten in het mbo :

  • Indirect profiteren de mbo-studenten van beter gekwalificeerde instructeurs, wat de kwaliteit van het onderwijs en hun leerervaring verbetert.

3. Wat is het doel van de subsidieregeling?


Het doel is met behulp van een instructeursbeurs (financiële) mogelijkheden te bieden aan de instructeur om zich verder te professionaliseren en de instelling compensatie te bieden voor vervangingskosten bij studieverlof.

4. Waarom een subsidieregeling en geen ander instrument?

Een subsidie is noodzakelijk om deze doelgroep in het mbo tegemoet te komen.
Een subsidieregeling (gebaseerd op een ministeriele regeling) is gekozen boven een ander instrument omdat het directe, gerichte financiële steun biedt en een direct motiverend effect heeft op instructeurs en instellingen. Deze aspecten maken het een effectief instrument voor het bevorderen van de professionele ontwikkeling van instructeurs en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs.

5. Wat is de grondslag voor de subsidieregeling?

De artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en artikel 1.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is de grondslag voor de regeling.

6. Bestaat er een risico op ongeoorloofde staatssteun?
Er bestaat geen risico op ongeoorloofde staatssteun. Het doel van deze subsidie kan worden gezien als onderdeel van de wettelijke onderwijstaak van de bekostigde onderwijsinstellingen. Activiteiten binnen het nationaal bekostigd onderwijs worden niet als economische activiteit aangemerkt. Op grond van deze regeling kunnen alleen bekostigde onderwijsinstellingen een aanvraag doen. De bekwaamheidseisen voor instructeurs zijn niet van toepassing op het niet-bekostigd mbo-onderwijs. Tot slot worden de activiteiten materieel gezien niet gewijzigd ten opzichte van de huidige regeling.

7. Van welk USK-arrangement is sprake en hoe is de verantwoording?

De verantwoording door het bevoegd bezag van de subsidie voor studieverlof en studiekosten aan de instructeur geschiedt overeenkomstig artikel 9.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, onderdeel 1b, behorende bij de richtlijn RJ 660, zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Bij de wijziging van de regeling blijven de verantwoording en USK arrangement onveranderd.

Niet-onderwijsinstellingen / niet-bekostigde onderwijsinstellingen:

Arrangement/bedrag Verstrekking Verantwoording

USK 1a

tot €25.000

Direct vaststellen

Bij aanvraag

(activiteiten reeds verricht)

USK 1b

tot €25.000

Verlenen en ambtshalve vaststellen Steekproef + melding

USK 2

€25.00-€125.000

Verlenen en vaststellen Over activiteiten (bv. activiteitenverslag) + melding

USK 3

€125.000 of meer

Verlenen en vaststellen Over activiteiten (bv. activiteitenverslag) én financiën + melding

Bekostigde onderwijsinstellingen:

Arrangement Besteding Bedrag Verstrekking Betaling Verantwoording
I

Vrij besteedbaar

(lump sum)

€0 of meer* Direct vaststellen Betaling ineens Jaarverslaggeving
II Gedeeltelijk vrij besteedbaar (overschot bij lump sum) €0 of meer* Direct vaststellen Betaling ineens

Jaarverslaggeving (model G1)

+ steekproef

+ melding

+ evt. activiteitenverslag

III

Verplichte besteding

(overschot wordt teruggevorderd)

€125.000

of meer*

Verlenen en vaststellen

100% voorschot

betaling ineens

(tenzij anders geregeld)

Jaarverslaggeving (model G2)

+ melding

+ evt. activiteitenverslag

* Het is mogelijk om in een subsidieregeling af te wijken van de kaderregeling, en een arrangement te kiezen met minder verantwoordingslasten als de risicoanalyse dat toelaat. Een arrangement met meer uitvoeringslasten is alleen mogelijk met instemming van de Minister van Financiën (zie aanwijzing 6 van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking).

8. Risicoanalyse

  1. Aan de regeling wordt een laag risico toegekend voor wat betreft de strategische risico’s, uitvoeringsrisico’s en financiële risico’s, omdat het doel duidelijk omschreven is en te controleren is of de middelen op een juiste wijze zijn ingezet. Bovendien bestaat deze regeling al enkele jaren, waardoor de risico’s niet zullen afwijken van voorgaande jaren. Tenslotte gaat het om een beperkt subsidiebedrag per aanvraag (tot €25.000)

  2. Aan de regeling wordt een laag risico toegekend voor wat betreft de M&O risico’s omdat de subsidieaanvrager moet aantonen dat hij minimaal 15 studiepunten heeft behaald. Dit is controleerbaar via DUO. Tevens is de aanvrager in dienst van een professionele instelling. De MBO-instelling krijgt alleen subsidie voor de te faciliteren studie-uren als de aanvrager ook een vergoeding voor studiekosten heeft aangevraagd. Dit wordt ook vooraf door DUO gecontroleerd.

Risicoprofiel van de ontvanger

  1. Aan de ontvangers en instellingen wordt een laag risico toegekend, omdat de instructeur minimaal 15 studiepunten moet behalen voor het verkrijgen van de subsidie. Deze instructeurs zijn in dienst bij een professionele instelling En de instelling ontvangt de subsidie namens de instructeurs.

9. Wat zijn de kosten?

De totale kosten van de Subsidieregeling instructeursbeurs mbo bestaan uit het subsidieplafond van € 800.000 en € 28.000 uitvoeringskosten van DUO. De uitvoeringskosten zijn gereserveerd op het bestedingsplan van artikel 9 van de OCW-begroting, de middelen voor het subsidieplafond zijn gereserveerd op het hoofdbudget zij-instroom van artikel 9.


10. Overige aspecten/planning

In de nieuwe regeling wordt het plafond verlaagd van €1,8 miljoen naar €800.000 als gevolg van de vastgestelde onderbenutting én een beperking van de werking van artikel 6 waarbij op dit moment samenloop met andere tegemoetkomingen niet mogelijk is. Na de evaluatie van de resultaten van het evaluatieonderzoek zullen verdere wijzigingen aan de regeling worden aangebracht op basis van inhoudelijke aspecten.

Actie Datum
Bespreken Nota ter aanbieding subsidieregeling in ECS (inclusief staatssteunanalyse) 19- 23 augustus 2024
Bespreken subsidieregeling in ECS 29 augustus 2024
Aanvraag en uitbrengen uitvoeringstoets

Aanvraag: 7 oktober 2024

Uitbrengen: 31 oktober 2024

Start voorhang 30 januari
Ondertekening door M 28 februari
Publicatie door WJZ Eén dag na uitgifte in de Staatscourant