[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Start internetconsultatie Kaderwet rijksinspecties

Vernieuwing van de rijksdienst

Brief regering

Nummer: 2025D03963, datum: 2025-01-31, bijgewerkt: 2025-02-05 11:27, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31490-358).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31490 -358 Vernieuwing van de rijksdienst.

Onderdeel van zaak 2025Z01750:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 358 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2025

Met deze brief informeer ik uw Kamer dat op 27 januari 2025 het conceptwetsvoorstel Wet houdende regels betreffende de positionering, inrichting en werkwijze van rijksinspecties (Kaderwet rijksinspecties) in internetconsultatie is gegaan. De internetconsultatie loopt tot en met 28 maart 2025. In het commissiedebat van 6 november 2024 over het functioneren rijksdienst heb ik toegezegd u hierover te informeren.s1

In het wetsvoorstel zijn verschillende maatregelen opgenomen om te verzekeren dat signalen van rijksinspecties ongefilterd door kunnen klinken buiten het eigen ministerie, indachtig de aanbeveling van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEAG) om een escalatiemogelijkheid voor inspecteurs-generaal van toezichthouders te introduceren. Met deze brief kom ik ook de toezegging na van mijn ambtsvoorganger op dit punt in het commissiedebat van 12 juni 2023 over de initiatiefnota van het lid Omtzigt.2 Ook is in het wetsvoorstel opgenomen dat in de organisatieregeling van het ministerie wordt vastgelegd dat een rijksinspectie een eenhoofdige leiding of een meerhoofdige leiding heeft. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Inge van Dijk dat voor een collegiaal bestuur van een rijksinspectie kan worden gekozen.3

In het verleden is het helaas meermaals voorgekomen dat rijksinspecties bij het uitvoeren van hun (wettelijke) taken bloot stonden aan oneigenlijke politieke druk. Het wetsvoorstel Kaderwet rijksinspecties heeft als belangrijkste doel dit in de toekomst te voorkomen. Om de onafhankelijke taakuitoefening door rijksinspecties wettelijk te waarborgen, passend binnen de grondwettelijke kaders, en om signalen van rijksinspecties ongefilterd door te kunnen laten klinken buiten het eigen ministerie stelt het kabinet verschillende maatregelen voor. Zo mogen Ministers geen aanwijzingen meer geven die zien op de oordelen van rijksinspecties of opdracht geven om een onderzoek niet te verrichten of stop te zetten. Daarnaast wordt wettelijk vastgelegd dat op verzoek van de Kamer de leiding van een rijksinspectie de Kamer van informatie mag voorzien over de taakvervulling door de rijksinspectie of een toelichting mag geven op openbaar gemaakte schriftelijke bevindingen zonder dat de verantwoordelijke Minister hiervoor voorafgaand goedkeuring moet geven. Verder regelt het wetsvoorstel dat rijksinspecties hun schriftelijke bevindingen zelfstandig moeten openbaren, wederom zonder tussenkomst van een Minister, voor zover de artikelen 5.1 en 5.2 van de Wet open overheid niet aan openbaarmaking in de weg staan.

Het kabinet onderschrijft de gedachte achter de aanbeveling van de PEAG, namelijk dat voorkomen moet worden dat signalen van rijksinspecties niet buiten het eigen ministerie terecht kunnen komen omdat een inspecteur-generaal onvoldoende gehoor vindt bij de vakminister. Bovengenoemde maatregelen zijn geschikte en proportionele waarborgen om te verzekeren dat signalen van rijksinspecties ongefilterd door kunnen klinken buiten het ministerie waar zij onderdeel van uitmaken. In de memorie van toelichting bij het conceptwetsvoorstel wordt nader ingegaan op deze en andere maatregelen.

Zodra de periode van internetconsultatie is afgelopen, zal het kabinet de binnengekomen reacties bestuderen en verwerken. Het voorstel zal dan na besluitvorming in de ministerraad en advisering door de Raad van State bij uw Kamer aanhangig worden gemaakt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark


  1. Kamerstukken II, 2024–2025, 31 490, nr. 356, p. 34.↩︎

  2. Kamerstukken II, 2022–2023, 36 149, nr. 10, p. 43.↩︎

  3. Kamerstukken II, 2022–2023, 36 149, nr. 7.↩︎