Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken 24 februari 2025
Bijlage
Nummer: 2025D04288, datum: 2025-02-03, bijgewerkt: 2025-02-11 11:12, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken 24 februari 2025 (2025D04287)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken 24 februari 2025
Op maandag 24 februari 2025 vindt de Raad Buitenlandse Zaken plaats in Brussel. Op het moment van schrijven is de agenda nog niet bekend. Uw Kamer heeft echter verzocht tijdiger de geannoteerde agenda te ontvangen, die u daarom hierbij al toegaat. Er wordt verwacht dat in ieder geval de Russische agressie tegen Oekraïne en de situatie in het Midden-Oosten op de agenda zullen staan. De minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan de Raad.
Russische agressie tegen Oekraïne
Op 24 februari is het drie jaar geleden sinds de
grootschalige militaire inval van Rusland in Oekraïne. De Raad zal op
deze dag naar verwachting stilstaan bij het onnoemelijke leed dat de
Russische agressieoorlog al meer dan tien jaar in Oekraïne veroorzaakt.
De Raad zal naar verwachting spreken over de voortdurende Europese steun
voor Oekraïne, die voor het land van existentieel belang blijft. De
uitkomst van de oorlog raakt de veiligheid van Nederland en Europa
fundamenteel. Het kabinet blijft Oekraïne actief en onverminderd
steunen, zowel politiek, militair, financieel en moreel, voor zo lang
als nodig is.
Tijdens de Raad zal het kabinet benadrukken dat het cruciaal is om Oekraïne sterk te positioneren, internationale partners betrokken te houden en de druk op Rusland om de oorlog te beëindigen, te vergroten. Het kabinet zal hierbij het belang benadrukken van een spoedig akkoord op de openstaande Raadsbesluiten onder de Europese Vredesfaciliteit, een versterkt mandaat van de EU Military Assistance Missie toegespitst op de noden van Oekraïne, het zorgvuldig onderzoeken van aanvullende mogelijkheden om in EU- en G7-verband de bevroren Russische Centrale Banktegoeden aan te wenden voor steun aan Oekraïne en een snel akkoord op een ambitieus zestiende sanctiepakket, waarbij ook de Russische schaduwvloot wordt tegengegaan.
Midden-Oosten
De Raad zal waarschijnlijk spreken over de situatie in het
Midden-Oosten. Naar verwachting zal worden stilgestaan bij de voortgang
van het staakt-het-vuren in de Gazastrook, die belangrijk is voor de
vrijlating van Israëlische gijzelaars en voor drastische verbetering van
de humanitaire situatie. De Raad zal naar verwachting ook spreken over
de gevolgen van de Israëlische wetgeving ten aanzien van de
VN-organisatie UNRWA en de situatie op de Westelijke Jordaanoever.
Het is voor het kabinet van groot belang dat het staakt-het-vuren standhoudt. Tegelijkertijd baart de situatie op de Westelijke Jordaanoever het kabinet zorgen. Het kabinet blijft in EU-verband steun uitspreken voor steun aan de Palestijnse Autoriteit en zet zich in voor sancties tegen gewelddadige kolonisten en aanverwante organisaties. Conform motie-Piri wordt daarbij ingezet op een vergelijkbaar ambitieniveau als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.1 Tevens blijft het kabinet zich inzetten voor sancties tegen Hamas en gelieerde groeperingen.
De Associatieraad tussen de EU en Israël zal waarschijnlijk eind
februari plaatsvinden. Voor het kabinet is het van belang dat het een
kritisch doch constructief overleg wordt. Ook zal de Raad de High
Level Dialogue met de Palestijnse Autoriteit bespreken, die
waarschijnlijk in maart plaatsvindt.
Daarnaast bespreekt de Raad waarschijnlijk de ontwikkelingen in Syrië.
Het kabinet blijft streven naar een
Syrian-owned/Syrian-led politieke dialoog, gesteund
door de Verenigde Naties, in de geest van VNVR-resolutie 2254, waarbij
respect voor de diverse gemeenschappen, waaronder christenen en Koerden,
een belangrijk aspect is. De Raad heeft 27 januari jl. akkoord bereikt
over tijdelijke en voorwaardelijke opheffing van bepaalde sectorale
sancties, die bijdragen aan herstel van de Syrische economie en
wederopbouw van het land. Op dit moment wordt in EU-verband gesproken
over de exacte invulling hiervan. Ook sprak de Raad uit dat steun voor
humanitaire hulp en wederopbouw opgeschaald zullen worden. Het kabinet
steunt deze inzet en blijft zich
daarnaast inzetten voor accountability in Syrië, zodat misdaden van het Assad-regime niet ongestraft blijven.
Kamerstuk 21 501 – 02 nr. 2870↩︎