Het bericht 'Gronings UMC gaat met overheidssubsidie zelf een prijzig buitenlands kankermedicijn maken'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D04402, datum: 2025-02-04, bijgewerkt: 2025-02-06 08:45, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z01890).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.F. Rikkers-Oosterkamp, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van zaak 2025Z01890:
- Gericht aan: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: M.G.F. Rikkers-Oosterkamp, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z01890
Vragen van het lid Rikkers-Oosterkamp (BBB) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Gronings UMC gaat met overheidssubsidie zelf een prijzig buitenlands kankermedicijn maken» (ingezonden 4 februari 2025).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de recente toekenning van € 16,5 miljoen subsidie door het Zorginstituut aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) voor de ontwikkeling van een CAR-T behandeling?1
Vraag 2
Hoe verhoudt deze subsidie zich tot de eerder verstrekte € 30 miljoen aan het UMCG in 2020 voor een vergelijkbaar project?
Vraag 3
Bent u bekend met de zorgen van het bedrijfsleven over de wijze waarop UMC’s lijken te worden voorgetrokken bij de ontwikkeling van CAR-T-behandelingen?2
Vraag 4
Waarom wordt er door het UMCG een CAR-T therapie ontwikkeld voor een ziekte waarvoor al een geregistreerd en goedgekeurd alternatief beschikbaar is?
Vraag 5
Vindt u het gerechtvaardigd om belastinggeld in te zetten (momenteel € 16,5 miljoen, eerder in 2020 al € 30 miljoen) voor een ontwikkelde therapie, terwijl er al een goedgekeurde behandeling op de markt is?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het inzetten van belastinggeld voor de ontwikkeling van een me-too CAR-T therapie, terwijl er al een goedgekeurde en werkzame therapie bestaat, niet in het belang van patiënten is?
Vraag 7
Bent u van mening dat het verstrekken van subsidies uit de regeling «Veelbelovende Zorg» aan instellingen zoals het UMCG, terwijl er al marktpartijen actief zijn, een voorbeeld is van «marktfalen»? Zo ja, hoe zou u de definitie van «marktfalen» in dit geval duiden? Zo nee, hoe wordt de toekenning van de subsidie dan gerechtvaardigd?
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom het Zorginstituut het mogelijk maakt dat een academisch ziekenhuis als het UMCG, met de hulp van belastinggeld, een product ontwikkelt dat direct concurreert met bestaande farmaceutische innovaties, en wat is de rol van het ministerie hierin?
Vraag 9
In hoeverre bent u bereid om te onderzoeken of er sprake is van een oneerlijke concurrentie tussen de publieke en private sector, waarbij publieke middelen ingezet worden om producten te ontwikkelen die al beschikbaar zijn in de markt?
Vraag 10
Bent u bereid om samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) in gesprek te gaan met relevante stakeholders, zoals het bedrijfsleven, Universitair Medisch Centra en patiëntenverenigingen, om te zorgen voor een evenwichtige benadering van subsidies, waarbij de focus blijft liggen op de gezondheidswinst voor patiënten?