Voorstel van wet
Voorstel van wet van de leden Eerdmans en Yesilgöz-Zegerius tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen personen met een publieke taak die noodhulp kunnen verlenen (Wet uitbreiding taakstrafverbod)
Voorstel van wet (initiatiefvoorstel)
Nummer: 2025D04482, datum: 2025-02-04, bijgewerkt: 2025-02-07 16:23, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36693-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 36693 -2 Voorstel van wet van de leden Eerdmans en Yesilgöz-Zegerius tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen personen met een publieke taak die noodhulp kunnen verlenen (Wet uitbreiding taakstrafverbod).
Onderdeel van zaak 2025Z01937:
- Indiener: B.J. Eerdmans, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 693 Voorstel van wet van de leden Eerdmans en Yesilgöz-Zegerius
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht te wijzigen in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen bij geweld tegen bepaalde personen met een publieke taak die noodhulp kunnen verlenen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 22b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. een van de misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met 303, indien het misdrijf is begaan tegen een ambtenaar van politie, een medewerker van brandweer of ambulance of een buitengewoon opsporingsambtenaar in de uitoefening van zijn publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid, en het kunnen verlenen van noodhulp.
ARTIKEL II
Deze wet heeft geen gevolgen voor feiten die zijn begaan voor de inwerkingtreding van deze wet.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie en Veiligheid,