Verslag Landbouw- en Visserijraad 27 januari 2025 en vierde kwartaalrapportage 2024
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2025D05184, datum: 2025-02-06, bijgewerkt: 2025-02-11 16:22, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-21501-32-1696).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Beslisnota bij Verslag Landbouw- en Visserijraad 27 januari 2025 en vierde kwartaalrapportage 2024
- EU-wetgevingshandelingen LVVN. Vierde Kwartaalrapportage 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1696 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2025Z02248:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-02-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-17 12:00: Landbouw- en Visserijraad (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-02-19 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 1696 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6Ā februari 2025
Op 27Ā januari jl. vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Brussel. Met deze brief informeer ik de Kamer over de uitkomsten van de Raad. Daarnaast ontvangt u, als bijlage bij deze brief, de vierde kwartaalrapportage met de stand van zaken van Europese Commissievoorstellen op LVVN-terrein.
Verslag Landbouw- en Visserijraad d.d. 27Ā januari 2025
Werkprogramma Pools voorzitterschap
Het Pools voorzitterschap presenteerde zijn programma en prioriteiten voor de eerste helft van 2025 op het gebied van landbouw en visserij. Ik heb de presentatie aangehoord. Het motto van het Pools voorzitterschap is «Security, Europe!». Op het gebied van landbouw en visserij zal de nadruk liggen op het verbeteren van het concurrentievermogen van de sector en het vergroten van de crisisbestendigheid van de sector, mede om de voedselzekerheid van de EU te waarborgen. Over de Visie op Voedsel en Landbouw, die de Europese Commissie (hierna: Commissie) naar verwachting op 19 februari a.s. zal presenteren, zal het Pools voorzitterschap een beleidsdebat organiseren. Ik zal de Kamer informeren over de Visie en de inhoud daarvan middels een appreciatie.
Vereenvoudiging van wet- en regelgeving staat ook hoog op het prioriteitenlijstje van het Pools voorzitterschap. Dit sluit goed aan op de prioriteiten van het kabinet, dat vereenvoudiging en vermindering van administratieve lasten voor boeren en de overheid ook erg belangrijk vindt. Verder benadrukt het Pools voorzitterschap de rol van innovatie in het vergroten van het concurrentievermogen van de EU-landbouwsector en het waarborgen van voedselzekerheid. Dit sluit goed aan op de visie van het kabinet.
Verordening Grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken en verordening tot wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) ter versterking van de positie van de boer in de keten
De Commissie gaf een toelichting op de op 10Ā december jl. gepresenteerde voorstellen voor het versterken van de positie van de boer in de keten. Het voorstel over grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken richt zich op het verbeteren van samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de handhavende autoriteiten in de verschillende lidstaten om oneerlijke handelspraktijken aan te pakken als een leverancier en afnemer zich niet in dezelfde lidstaat bevinden. Het wijzigingsvoorstel van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) ziet op het versterken van de (onderhandelings)positie van de boer in de keten, het vergroten van het inkomen, het vergroten van de samenwerking van boeren en producenten en het vergroten van het vertrouwen in de voedselvoorzieningsketen.
In de Raad was brede steun voor de voorstellen en hun doel. Ik heb de voorstellen in het algemeen verwelkomd. Veel lidstaten gaven aan nog bezig te zijn met het bestuderen van de voorstellen. De Kamer wordt binnenkort geĆÆnformeerd over de Nederlandse positie ten aanzien van de voorstellen door middel van BNC-fiches.
Lidstaten hadden een aantal vragen en bedenkingen bij de voorstellen. Ten aanzien van het GMO-wijzigingsvoorstel vroegen veel lidstaten aandacht voor het verplichte karakter van de schriftelijke contracten. Sommige lidstaten zijn hier voorstander van, andere lidstaten gaven juist aan niets in een verplichting te zien. Ook stelden lidstaten vragen bij het voorziene bemiddelingsmechanisme en riepen wijn producerende lidstaten de Commissie op om de aanbevelingen van de High Level Group on Wine mee te nemen bij deze herziening. Ten aanzien van het voorstel over grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken heb ik onderstreept dat het belangrijk is dat het voorstel alleen ziet op handhaving van oneerlijke handelspraktijken die op dit moment zijn opgenomen in de richtlijn Oneerlijke handelspraktijken, en dus niet op aanvullende, door specifieke lidstaten toegevoegde oneerlijke handelspraktijken. Een aantal lidstaten dat de lijst met oneerlijke handelspraktijken op nationaal niveau heeft uitgebreid, lijkt aan te sturen op een verbreding van het toepassingsgebied. Verder vroegen lidstaten aandacht voor het beperken van administratieve lasten en kosten die met dit voorstel gepaard gaan en riepen lidstaten op tot duidelijkheid over definities.
Verder gaf een aantal lidstaten aan het ontbreken van een impact assessment van deze voorstellen te betreuren. In reactie hierop gaf de Commissie aan dat dit vanwege de snelheid die bij deze voorstellen geboden is, niet is gebeurd. De Commissie gaf aan dat er in het voorjaar een staff working document komt waarin de effecten van de voorstellen worden toegelicht en waarin de reactie van stakeholders wordt weergegeven.
De Commissie benadrukte tot slot het belang van een snelle goedkeuring van de voorstellen, in ieder geval voordat de discussies over het GLB na 2027 van start gaan. Het Pools voorzitterschap is voornemens om het komend half jaar tot een Raadspositie te komen.
Noodzakelijke herziening van de prestatiegoedkeuringsprocedure en de milieu- en klimaatarchitectuur en verdere vereenvoudigingsbehoeften
De Raad sprak over de noodzakelijke herziening van de prestatiegoedkeuringsprocedure en verdere wensen ten aanzien van vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
Ten aanzien van de prestatiegoedkeuringsprocedure was de Raad eensgezind dat deze moet worden aangepast. Lidstaten concludeerden dat de inspanningen van de Commissie tot nu toe om dit probleem te adresseren, namelijk door de prestatiegoedkeuringsprocedure te handhaven en slechts te schrappen onder een lage drempelwaarde, onvoldoende zijn geweest. Ik heb, samen met een paar andere lidstaten, in de Raad gepleit voor het volledig schrappen van de prestatiegoedkeuringsprocedure uit de basisverordening met ingang van begrotingsjaar 2025. De Commissie heeft toegezegd een eind te zullen maken aan de jaarlijkse prestatiegoedkeuring, als onderdeel van het vereenvoudigingspakket dat voor de zomer gepresenteerd zal worden. De Commissie benadrukte wel dat de prestatie-evaluatie, het vaststellen van de prestaties, behouden zou moeten blijven. Het nieuwe prestatiemodel kan nog steeds rekenen op brede steun van lidstaten, bleek uit de discussie in de Raad.
De bredere roep om vereenvoudiging van het GLB werd unaniem gesteund in de Raad en lidstaten kwamen met tal van suggesties hiervoor, zoals verdere wijzigingen van de goede landbouw- en milieucondities (GLMCās), aanpassing van de termijn waarbinnen fondsen uit de tweede pijler mogen worden uitbetaald (N+2 naar N+3) en vergoedingen voor nationale eisen die verder gaan dan EU-verplichtingen. Een enkele lidstaat noemde verdere externe convergentie van directe betalingen als belangrijk aandachtspunt. Ik heb benadrukt dat het beter belonen van publieke diensten die boeren leveren een prioriteit is voor mij en dat langjarige vergoedingen cruciaal zijn om boeren een stabiel en zeker verdienmodel te geven. Verder heb ik gepleit voor meer flexibiliteit tussen pijlers en jaren om zo de ecoregeling en het agrarisch natuurbeheer beter op elkaar te laten aansluiten, en voor doelgerichte betalingen voor ecosysteemdiensten op bedrijfsniveau in plaats van alleen per hectare.
Tot slot heb ik het belang van stabiliteit van het GLB en zekerheid voor boeren benadrukt. Deze oproep werd door veel van mijn collegaās en door de Commissie herhaald. De Commissie gaf aan de prestatiegoedkeuringsprocedure volledig te willen schrappen en dat zorgvuldig moet worden bekeken welke andere aanpassingen op dit moment haalbaar en opportuun zijn, en welke grotere veranderingen beter kunnen worden bewaard voor het toekomstige GLB. Vereenvoudiging voor zowel begunstigden als overheden moet het doel zijn, aldus de Commissaris, maar dit moet niet ten koste gaan van de ambities en doelstellingen van het GLB.
Handelsgerelateerde landbouwvraagstukken (incl. diversenpunt: Invoertoleranties voor residuen van gewasbeschermingsmiddelen)
Zoals gebruikelijk bij de bespreking van dit reguliere agendapunt informeerde de Commissie de Raad over de stand van zaken van haar werkzaamheden op het gebied van internationale handel in landbouwgoederen, lopende bilaterale onderhandelingen over handelsakkoorden en multilaterale onderhandelingen. De Commissie gaf aan dat de EU een positieve handelsbalans heeft met (tussen januari en september 2024) een handelsoverschot van 50,6Ā miljard euro1 en dat de vooruitzichten erg goed zijn. Toenemende geopolitieke spanningen en onzekerheden vormen wel een aandachtspunt. Lidstaten onderstreepten de positieve effecten die handel met derde landen heeft op de EU-landbouwsector. Ik heb benadrukt dat handel veel kansen biedt voor onze boeren, direct of indirect, en dat handel belangrijk is voor het versterken van onze voedselzekerheid en onze economie, inclusief de invoer van landbouwgrondstoffen. Verder gaven lidstaten aan dat het concurrentievermogen van de EU-landbouwsector niet onder druk mag komen te staan.
Ten aanzien van het in december gesloten onderhandelaarsakkoord tussen de EU en Mercosur benadrukte de Commissie de enorme geopolitieke waarde van dit akkoord en de positieve impact die het akkoord zal hebben. Lidstaten reageerden wisselend: een aantal lidstaten onderstreepten hun zorgen, terwijl andere lidstaten het akkoord juist verwelkomden. Ik heb in de Raad aandacht gevraagd voor de zorgen van de Tweede Kamer ten aanzien van een EU-Mercosur-akkoord. Ik heb aangegeven dat het kabinet de voor- en nadelen van het akkoord weegt, inclusief voor wat betreft landbouw, en dat Nederland een definitieve positie zal innemen wanneer het akkoord ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de Raad.
Verder heb ik nogmaals aandacht gevraagd voor het Chinese anti-dumping-onderzoek naar varkensvleesproducten uit de EU en het anti-subsidieonderzoek naar zuivelproducten uit de EU. Ik heb de Commissie bedankt voor haar inzet en coƶrdinatie ten aanzien van deze kwestie en haar opgeroepen om de onderzoeken nauwlettend te blijven volgen en de WTO-conformiteit ervan te beoordelen.
Een aantal lidstaten onderstreepte tot slot nogmaals het belang van EU-steun aan OekraĆÆne. Lidstaten die grenzen aan OekraĆÆne gaven aan dat hierbij ook oog moet worden gehouden voor de boeren in de EU.
Onder dit agendapunt deed Luxemburg een oproep aan de Commissie om geen nieuwe importtoleranties vast te stellen en bestaande importtoleranties te verlagen tot onder de detecteerbare drempelwaarde voor werkzame stoffen die niet zijn goedgekeurd in de EU om gezondheids- of milieuredenen. Verder vroeg Luxemburg de Commissie om ambitieuze en bindende eisen op te nemen in hoofdstukken over duurzame voedselsystemen in handelsakkoorden tussen de EU en derde landen en, waar nodig, begeleidende maatregelen op te nemen om handelspartners te helpen zich te committeren aan meer duurzamere praktijken. Dit punt werd gesteund door een groot aantal lidstaten. Ook de Eurocommissaris sprak zijn steun uit voor de oproep van Luxemburg en benadrukte het belang van een wereldwijd gelijk speelveld. Ik heb dit punt aangehoord.
Diversenpunt: Visserijbeheer in het westelijk Middellandse zeegebied: juridische en wetenschappelijke maatregelen
Een aantal landen grenzend aan de Middellandse Zee deed een oproep om het Meerjarenplan voor de Westelijke Middellandse Zee aan te passen. Dit, met het oog op verbeteren van de rechtszekerheid voor vissers en het bieden van een langdurig sociaaleconomisch perspectief aan de vissers. Ik heb, samen met een aantal collegaās, steun uitgesproken voor de oproep van deze lidstaten. Ik heb daarbij verwezen naar vergelijkbare problematiek in andere Meerjarenplannen en het belang van juridische duidelijkheid benadrukt. De Commissie gaf in haar reactie aan een mogelijke wijziging van het Meerjarenplan niet op voorhand uit te sluiten, maar benadrukte eerst de evaluatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) af te wachten.
Diversenpunt: Mond-en-klauwzeer (MKZ) uitbraak in Duitsland (Brandenburg)
Duitsland informeerde de Raad over de op 10Ā januari jl. ontdekte MKZ-uitbraak in Brandenburg. Duitsland ging in op de aanpak en de getroffen maatregelen na het ontdekken van het virus. Tot op heden zijn er gelukkig geen nieuwe gevallen van MKZ ontdekt in Duitsland en ook in Nederland waren alle testresultaten negatief.
Een aantal lidstaten en de Commissie bedankten Duitsland expliciet voor het snelle handelen en de getroffen maatregelen. Ook ik heb waardering uitgesproken richting mijn Duitse collega voor de afhandeling van de uitbraak en aangegeven dat ik, en vele Nederlanders, zeer geschrokken zijn van deze gebeurtenis. Lidstaten prezen de samenwerking tussen verschillende lidstaten en benadrukten de noodzaak van een gecoƶrdineerde aanpak van dierziektenuitbraken. Dit werd door de Commissie onderschreven. De Commissie riep ook op tot transparantie en samenwerking om de economische impact en verspreiding van dierziekten te voorkomen, en drukte lidstaten op het hart het principe van regionalisatie te blijven respecteren. Verder gaf een aantal lidstaten aan dat het van belang is om voldoende financiƫle middelen te hebben voor maatregelen op het gebied van diergezondheid, binnen het landbouwbudget of daarbuiten.
Ik heb deze mogelijkheid aangegrepen om aandacht te vragen voor vaccinatie en om de afzet van producten van gevaccineerde dieren onder de aandacht te brengen, zoals ook toegezegd aan het lid van Campen (VVD) in het commissiedebat Landbouw en Visserijraad van 21Ā januari 2025. Producten van gevaccineerde dieren kunnen in de EU, onder strenge eisen, verhandeld worden. Dit vraagt veel van sectoren, gaat gepaard met afwaardering van producten en surveillance vraagt veel inzet. Ik heb mijn collegaās en de Commissie daarom opgeroepen om te bezien of er ruimte is voor enige versoepeling, zonder het veterinaire risico te vergroten.
Diversenpunt: Vermindering van de administratieve lasten voor biologische boeren en verwerkers
Onder dit agendapunt vroeg Duitsland aandacht voor de complexiteit van regelgeving en de administratieve lasten voor biologische boeren en verwerkers. Meer specifiek vroeg Duitsland aandacht voor de aanbevelingen uit het rapport van het Fit for Future Platform gericht op het verlagen van lasten voor boeren en verwerkers in de biologische sector. Duitsland riep de Commissie op om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit het rapport en concrete stappen te zetten om wetgeving op het gebied van biologische productie te versimpelen en lasten te verlagen. Een aantal lidstaten sprak steun uit voor de oproep van Duitsland. Een paar lidstaten benadrukten wel dat versimpeling er niet toe mag leiden dat de hoge standaarden voor biologische producten in gevaar komen.
De Commissie onderschreef de noodzaak voor versimpeling van wetgeving en benadrukte dat dit in het algemeen een prioriteit is voor de Commissie. DG AGRI zal de aanbevelingen bestuderen en in nauwe samenwerking met de sector en lidstaten bezien waar en hoe de regels versimpeld kunnen worden. Ik heb dit punt aangehoord.
Diversenpunt: Noodzaak om oneerlijke handelspraktijken beter te bestrijden en misbruik van machtspositie door bepaalde actoren in de keten te voorkomen
Slowakije, met steun van enkele andere lidstaten, vroeg aandacht voor oneerlijke handelspraktijken. Deze lidstaten deden een aantal concrete voorstellen om oneerlijke handelspraktijken verder tegen te gaan. In de Raad benadrukten ook enkele andere lidstaten het belang van het beter beschermen van boeren tegen oneerlijke handelspraktijken, zoals het moeten verkopen van producten onder de productiekosten.
Ik heb aangegeven de voorstellen van Slowakije met belangstelling te bekijken. Het versterken van de positie van de boer in de keten en een eerlijke waardeverdeling vind ik ook erg belangrijk. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik na de evaluatie van de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken wil bezien welke concrete maatregelen genomen kunnen worden om de positie van de boer in de keten te versterken.
De Commissie benadrukte dat de evaluatie van deze richtlijn al in volle gang is en dat de ze op basis van de uitkomsten hiervan zal nadenken over concrete maatregelen. De Commissie onderstreepte ook dat de eerder die dag gepresenteerde voorstellen (wijziging GMO-wetgeving en verordening over grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken) een stap in de goede richting zijn om de positie van de boer in de keten te versterken.
Diversenpunt: Brief van MED9-ministers over de behoefte voorbereid te zijn en te kunnen reageren op toegenomen risicoās van klimaatverandering in het Middellandse Zeegebied
Cyprus bracht een gezamenlijke brief met een verklaring van MED9-ministers onder de aandacht over klimaatrisicoās in het Middellandse Zeegebied, o.a. door overstromingen en lange periodes van droogte. Deze Ministers riepen op tot een EU-brede aanpak van klimaatrisicoās en nieuwe klimaatadaptatie en -mitigatie instrumenten omdat het huidige kader volgens hen ontoereikend is. Ik heb aangegeven dat extreme weersomstandigheden in toenemende mate ook een uitdaging vormen voor Nederlandse boeren. Ik heb ervoor gepleit dat we het GLB moeten inzetten voor een toekomstbestendige en weerbare landbouw en heb gewezen op het belang van inbedding van klimaatadaptieve maatregelen in regulier beleid. De focus moet daarbij liggen op innovatie (zoals nieuwe genomische technieken), geĆÆntegreerd waterbeheer en maatregelen die het water- en bodemsysteem versterken. Ook de Commissie onderstreepte het belang van bovengenoemde zaken.
Ook riepen de MED9-ministers op om de aanpak op het gebied van duurzaam waterbeheer te verbeteren. Zij gaven hierbij aan uit te kijken naar de Water Resilience Strategy van de Commissie. Ook ik heb aangegeven uit te kijken naar deze strategie en aangeboden om de Nederlandse kennis en ervaring op het gebied van water te delen met de andere lidstaten. De Commissie gaf aan de strategie naar verwachting in de zomer te publiceren.
Tot slot benadrukten de MED9-lidstaten het belang van voldoende financiĆ«le middelen voor het beheersen van klimaatrisicoās en voor waterbeheer, binnen of buiten de landbouwreserve. In reactie hierop heb ik aangegeven dat de landbouwreserve vooral bestemd moet blijven als een vangnet voor ernstige marktverstoringen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma
September EU agri-food trade report: 15% trade surplus growth with rising exports and stable imports ā European Commissionā©ļø