Wijzigingen van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Brief regering
Nummer: 2025D05364, datum: 2025-02-07, bijgewerkt: 2025-02-14 09:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-2093).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-2093 Raad voor Economische en Financiële Zaken.
Onderdeel van zaak 2025Z02342:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-02-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-20 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2093 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2025
Uw Kamer is op 13 november 2024 geïnformeerd over het aanstaande wijzigingsverzoek van het Nederlandse herstel- en veerkrachtplan (HVP).1 In de desbetreffende Kamerbrief zijn de maatregelen geschetst waarvoor het kabinet een wijziging nodig acht. In de afgelopen maanden zijn er technische gesprekken gevoerd met de Europese Commissie over de mogelijke oplossingsrichtingen. In de huidige brief informeer ik uw Kamer over deze oplossingsrichtingen en de inhoud van het aanstaande wijzigingsverzoek.
Juridische grondslag voor een wijziging
Artikel 21 lid 1 van de verordening tot instelling van de Herstel- en Veerkracht Faciliteit (HVF)2 stelt dat het mogelijk is mijlpalen en doelstellingen te wijzigen als (een onderdeel van) een maatregel vanwege onvoorziene en objectieve omstandigheden in de huidige vorm niet langer haalbaar is, er sprake is van een administratieve fout of als er een beter alternatief aangedragen wordt. In het geval van een onvoorziene en objectieve omstandigheid is een onderbouwing nodig waarbij een herleidbaar causaal verband tussen de onvoorziene en objectieve omstandigheid en de wijziging aangetoond wordt. Sinds het laatste richtsnoer van de Europese Commissie, waarover uw Kamer in juni is geïnformeerd,3 is het ook mogelijk om een maatregel te wijzigen om de administratieve last te verminderen. Hiermee geeft de Commissie gehoor aan de uitkomsten van de tussentijdse evaluatie van de HVF, waarin de lidstaten voor meer flexibiliteit hebben gepleit.
Inhoud van het wijzigingsverzoek
Het kabinet zet er op in om op basis van deze juridische grondslag mijlpalen en doelstellingen van 15 maatregelen uit het HVP te wijzigen. In sommige gevallen betekent dit dat de mijlpaal gewijzigd wordt op een manier waardoor het nog mogelijk is om deze binnen de resterende looptijd te behalen. In andere gevallen worden de maatregelen (gedeeltelijk) vervangen.
Hiervoor is, net als bij de totstandkoming van het HVP, enkel gekeken naar reeds bestaand en begroot beleid. Binnen de hierboven beschreven kaders is het niet eenvoudig geweest om te komen tot een wijzigingsvoorstel voor de betreffende mijlpalen en doelstellingen. Na lange, constructieve technische gesprekken met de Europese Commissie heb ik er vertrouwen in dat het kabinet een wijzigingsverzoek kan indienen dat oplossingen biedt voor de uitdagingen bij de voorliggende mijlpalen en doelstellingen. Het kabinet stelt de volgende wijzigingen voor:
Wijzigingen op grond van onvoorziene en objectieve omstandigheden
– Eén doelstelling van Wind op Zee is binnen de looptijd van de HVF niet meer haalbaar zoals beoogd vanwege een objectieve omstandigheid, namelijk uitdagingen op de leveranciersmarkt (i.e., de markt is (nog) niet in staat om belangrijke technische elementen op tijd op te leveren). Daarom wordt er voorgesteld om een contractverplichting voor tien mobiele meetstations op te nemen, in plaats van de fysieke en finale oplevering van deze stations.
– De doelstellingen van Project Zero Emission Services (ZES) zijn niet meer haalbaar binnen de looptijd van de HVF vanwege objectieve omstandigheden, namelijk netcongestie, inflatie, arbeidstekort en onvoldoende vraag. Daarom wordt er voorgesteld om de doelstellingen naar beneden bij te stellen, van een totale capaciteit van 150 kWh naar 60 kWh, van 14 laadstations naar 8 laadstations en van een totale tonnage van 6161 TEU naar 1000 TEU.
– Drie mijlpalen en doelstellingen van European Rail Traffic Management System (ERTMS) zijn niet meer haalbaar binnen de gestelde termijn vanwege objectieve omstandigheden, namelijk arbeidstekort en uitdagingen op de leveranciersmarkt. Daarom wordt voorgesteld om de deadline voor de drie doelstellingen te verplaatsen naar Q2 2026.
– Eén doelstelling van Veilige, Slimme, Duurzame Mobiliteit (VSDM) is niet meer haalbaar binnen de gestelde deadline vanwege objectieve omstandigheden, namelijk arbeidstekort en juridische procedures. Daarom stelt het kabinet voor om de deadline van de doelstelling te verplaatsen van Q4 2024 naar Q2 2026.
– Twee doelstellingen van Intelligente Wegkantstations (IWKS) zijn niet meer haalbaar binnen de looptijd van de HVF vanwege objectieve omstandigheden, met name als gevolg van inflatie. Daarom wordt er voorgesteld om de doelstelling naar beneden bij te stellen, namelijk van 1906 intelligente wegkantstations naar 494 intelligente wegkantstations én het klaarzetten voor toekomstige installatie van 144 additionele intelligente wegkantstations.
Wijzigingen die een beter alternatief vormen
– Voor één mijlpaal van de Energiebelasting wordt voorgesteld om de huidige mijlpaal aan te passen om deze in lijn te brengen met de reeds aangenomen Wet Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw, die afwijkt van de afspraken uit het HVP. Het ambitieniveau wordt op peil gehouden door een nieuwe element aan de mijlpaal toe te voegen. Het gaat om de nieuwe CO2-heffing op de glastuinbouw. Deze heffing is ook al reeds onderdeel van de Wet Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw en betreft dus bestaand beleid.
– Ter vervanging van de twee mijlpalen van de hervorming van de autobelasting (i.e., Betalen naar Gebruik of rekeningrijden) wordt de vrachtwagenheffing voorgesteld. De voorgestelde mijlpalen van de vrachtwagenheffing betreffen reeds bestaand beleid. Doordat de vrachtwagenheffing eerder inwerking treedt dan de hervorming op de autobelasting, wordt de CO2-reductie naar verwachting sneller gerealiseerd. Daarom wordt dit voorstel, in het kader van het HVP, ambitieuzer geacht.
– Twee mijlpalen van Luchtvaart in Transitie zijn niet meer in dezelfde vorm haalbaar als aanvankelijk beoogd vanwege objectieve omstandigheden, namelijk doordat technologische ontwikkelingen andere werkwijzen mogelijk maken. Er wordt voorgesteld om de mijlpalen in lijn te brengen met de huidige technologische ontwikkeling. Dit heeft geen gevolgen voor de ambitie van de mijlpaal.
– Voor Vernieuwen IT infrastructuur bij het Ministerie van Defensie wordt er voorgesteld om één doelstelling in lijn te brengen met de huidige ontwikkelingen, dit resulteert in een versterkte en verbeterde versie van hetzelfde systeem, ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling.
– De mijlpalen van de maatregel over de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid voor Zelfstandigen (BAZ) zijn vertraagd, vanwege uitdagingen in het wetgevingstraject.4 Daarom is het noodzakelijk om de mijlpalen naar achteren te schuiven. Dat kan alleen als de wijziging, in het kader van het HVP, resulteert in een beter alternatief. Het kabinet is op dit moment in gesprek met de Europese Commissie over een dergelijke oplossingsrichting.
Wijzigingen op grond van een administratieve lastenverlichting of het corrigeren van een administratieve fout
– Voor één doelstelling van Groenvermogen Waterstof wordt voorgesteld om de bewijslast te wijzigen op grond van een administratieve lastenverlichting.
– Voor Programma Natuur wordt er voorgesteld om één doelstelling te stroomlijnen om de administratieve lasten te verminderen. De nieuwe bewoording vergt minder bewijslast om aan te kunnen tonen welke instantie de acties onder Programma Natuur heeft uitgevoerd.
– Voor AI Ned wordt voorgesteld om één doelstelling te specificeren als het gaat om de samenhang met een ander Europees project. Dit behoeft geen aanpassing van de staande investering.
– Voor de Wet Open Overheid (Woo) wordt er voorgesteld om één doelstelling aan te passen op grond van een administratieve lastenverlichting. De nieuwe bewoording sluit aan bij de naamswijziging van het door BZK beheerd online platform dat gebruikt wordt om documenten onder de Woo vindbaar te maken. De wijzigingen hebben geen invloed op de toegankelijkheid van informatie of de oorspronkelijke reikwijdte.
– Voor Tijdelijke extra personele capaciteit voor de zorg in crisistijd wordt voorgesteld om één mijlpaal aan te passen op grond van een administratieve lastenverlichting. De nieuwe bewoording vergt minder bewijslast om aan te kunnen tonen dat trainingen in de zorgsector structurele financiële inbedding krijgen.
Alle voorstellen betreffen maatregelen uit het derde of latere betaalverzoeken. Met het indienen van de bovengenoemde voorstellen verwacht het kabinet de uitdagingen die nu zijn voorzien om de resterende betaalverzoeken met succes in te kunnen dienen bij de Europese Commissie weg te nemen.
Vervolgproces
Het kabinet is van plan om het wijzigingsverzoek medio februari bij de Europese Commissie in te dienen zodat de wijzigingen tijdig voor het indienen van het derde betaalverzoek bekrachtigd kunnen worden. De Europese Commissie zal na indiening het wijzigingsverzoek beoordelen. Als de Europese Commissie het wijzigingsverzoek goedkeurt, zal de Europese Commissie een nieuw Raadsuitvoeringsbesluit voorstellen. De Raad zal het nieuwe Raadsuitvoeringsbesluit dan nog moeten goedkeuren. Zodra dat gebeurt, zijn de voorgestelde wijzigingen bekrachtigd en kunnen de aankomende betaalverzoeken met succes worden ingediend. Naar verwachting vindt deze bekrachtiging in de Raad plaats in april.
Indiening van het derde betaalverzoek
De voorbereidingen van het derde betaalverzoek zijn in volle gang en het kabinet verwacht het betaalverzoek dit jaar in te dienen. Eerder is aan uw Kamer gecommuniceerd dat het derde betaalverzoek in het tweede kwartaal van 2025 ingediend zou worden.5 De indiening zal worden uitgesteld naar de tweede helft van 2025 vanwege het aanstaande wijzigingsverzoek en het feit dat enkele wetgevingstrajecten uit het derde betaalverzoek nog niet afgerond zijn. Het gaat hierbij specifiek om de (parlementaire) wetgevingstrajecten voor de wet VBAR, de wet Regie op Volkshuisvesting en de Energiewet. De latere indiening van het derde betaalverzoek zal leiden tot een kasschuif op de ontvangsten van de Rijksbegroting met een omvang van € 1,4 miljard van 2025 naar 2026.
Ik hoop u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over de inhoud van het wijzigingsverzoek en de indiening van het eerstvolgende betaalverzoek. Ik ben samen met mijn verantwoordelijke collega’s in het kabinet uiterst gemotiveerd om het gewijzigde HVP succesvol te implementeren en daarmee de gealloceerde € 5,4 miljard aan Europese middelen binnen te halen.
De Minister van Financiën,
E. Heinen