[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief inzake beveiligingsmissie OPCW

Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Brief regering

Nummer: 2025D05427, datum: 2025-02-08, bijgewerkt: 2025-02-19 09:32, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-32623-333).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32623 -333 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Onderdeel van zaak 2025Z02362:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 333 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8Ā februari 2025

De stabiliteit in SyriĆ« is in het belang van Nederland, onder meer met het oog op veiligheid en migratie. Zoals bekend heeft het Assad-regime in het verleden op grote schaal chemische wapens geproduceerd en ingezet op Syrisch grondgebied. Uit eerste contacten tussen het interim-bestuur van SyriĆ« en de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons ā€“Ā OPCW) blijkt dat zich aanzienlijke voorraden chemische wapens en productiefaciliteiten voor deze wapens op Syrisch grondgebied bevinden, waarvan het Assad-regime niet eerder melding heeft gemaakt. Het interim-bestuur van SyriĆ« heeft de OPCW verzocht een leidende rol te spelen bij de veilige vernietiging van deze chemische wapens en productiefaciliteiten. De OPCW is bereid deze rol op zich te nemen. Deze opdracht onderstreept de rol van de OPCW als de internationale autoriteit op het gebied van chemische wapens en sluit aan bij diens mandaat op grond van het Chemische Wapens Verdrag (CWV).

Het kabinet vindt het een belangrijke positieve stap dat het Syrische interim-bestuur zich tot de OPCW wendt om een centrale rol te spelen in de vernietiging van chemische wapens. Het kabinet steunt die rol voor de OPCW dan ook. Directeur-Generaal Arias van de OPCW heeft op 8Ā februari in een eerste bezoek aan Damascus de rol van de OPCW zichtbaar bekrachtigd en is in directe gesprekken met het interim-bestuur in SyriĆ« de mogelijkheden en benodigde vervolgstappen nagegaan.

De OPCW had Nederland om ondersteuning gevraagd bij de beveiliging van dit eerste bezoek van de DG OPCW aan SyriĆ«. Via deze brief informeert het kabinet uw Kamer over de reeds verrichte inzet van een beveiligingsteam van de Koninklijke Marechaussee om dit bezoek van DG Arias van de OPCW aan SyriĆ« mogelijk te maken. Met deze bescheiden, maar betekenisvolle bijdrage onderstreept Nederland het belang van de vernietiging van chemische wapens in SyriĆ« en de centrale rol van de OPCW daarbij. Omdat de OPCW zeer hechtte aan het vertrouwelijke karakter van het verkenningsbezoek en vanwege de operationele veiligheidsrisicoā€™s die hieraan verbonden waren, was het niet mogelijk uw Kamer vooraf te informeren over dit eerste bezoek. Deze inzet wordt niet geschaard onder het toetsingskader van artikelĀ 100, gezien de korte duur en het civiele karakter van het bezoek.

Afhankelijk van verdere ontwikkelingen is het mogelijk dat er in de komende periode meerdere OPCW-bezoeken aan locaties in SyriĆ« zullen volgen. Het kabinet informeert u via deze weg over het voornemen om, waar gewenst en mogelijk, eveneens de beveiliging van deze bezoeken te verzorgen of hieraan een andere bijdrage te leveren. Nu de OPCW-inzet in SyriĆ« openbaar is geworden, is het wel mogelijk u, via deze brief, op hoofdlijnen te informeren over eventuele vervolginzet in de komende periode. Indien aan een eventuele toekomstige inzet nieuwe of andere risicoā€™s verbonden zijn, zal uw Kamer daarover, evenals over mitigerende maatregelen, aanvullend worden geĆÆnformeerd.

Binnenlandse situatie in Syriƫ

Na de val van het Assad-regime op 8Ā december jl. is in Damascus een interim-bestuur gevormd onder leiding van Hayā€™at Tahir al-Sham (HTS). De binnenlandse politieke situatie in SyriĆ« is volatiel. Het interim-bestuur heeft geen controle over het hele land, waar nog diverse gewapende groepen actief zijn, zoals het Syrian National Army (SNA), de Syrian Democratic Forces (SDF), en facties in Suweyda en Deraa. In delen van SyriĆ« vinden nog steeds gevechten plaats. Daarnaast heeft IsraĆ«l sinds de val van Assad honderden luchtaanvallen uitgevoerd op wapenopslagplaatsen, marineschepen en andere militaire doelen in SyriĆ«.

Het interim-bestuur richt zich op veiligheid, stabiel bestuur en het verbeteren van relaties met buurlanden en de internationale gemeenschap. Het interim-bestuur heeft aangekondigd in ieder geval tot 1Ā maart 2025 aan te blijven, waarna een overgangsregering wordt aangesteld. Het opstellen van een nieuwe Grondwet en het uitschrijven van verkiezingen volgens berichten van HTS kan nog drie tot vier jaar duren.

Toelichting op de Nederlandse bijdrage

Syriƫ had de OPCW uitgenodigd voor een high-level meeting in Damascus. Daaropvolgend verzocht de OPCW Nederland om beveiliging en vervoer te verzorgen voor de OPCW-functionarissen die naar Damascus zouden afreizen. Normaliter voorziet het bestemmingsland in dergelijke voorzieningen; in Syriƫ ontbreekt deze capaciteit echter. Ook de OPCW zelf beschikt niet over dergelijke capaciteiten. Nederland beoogt met deze inzet bij te dragen aan het bewaken en beveiligen van de OPCW bij het uitvoeren van de rol en taken van de OPCW in het kader van het chemisch wapenverdrag. Bovendien levert Nederland met deze inzet een actieve bijdrage aan het versterken van goed gastlandschap. Het kabinet hecht aan een nauwe samenwerking met de OPCW. Daarnaast zou toegang van chemische experts tot Syriƫ benut kunnen worden om (additionele) bewijzen te verzamelen over het chemische wapenprogramma van het Assad-regime en eventuele inzet van deze wapens ten tijde van dat regime.

De inzet is uitgevoerd door een eenheid van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de Koninklijke Marechaussee onder commando van de Commandant der Strijdkrachten. Zij verzorgden de beveiliging tijdens de heen- en terugreis, over land vanuit Beiroet, en tijdens het verblijf in Damascus.

De inzet vond plaats in burgertenue en de voertuigen hadden een civiele uitstraling. De eenheid was voorzien van zelfverdedigingsmiddelen met een bijbehorende geweldsinstructie die beperkt was tot, maar geschikt was voor, zelfverdediging van het te beschermen personeel van de OPCW en de eenheid. Het team beschikte over wapens ter zelfverdediging. De rechtsbasis voor de inzet bestaat uit de instemming van Libanon en het interim-bestuur Syriƫ, als gastlanden, om deze inzet uit te voeren.

Risicoā€™s

HTS heeft in de hoofdstad Damascus beperkte capaciteiten om de veiligheidssituatie onder controle te houden, aangezien de veiligheidssituatie in andere delen van het land instabieler is en HTS strijders vooral daar benodigd zijn. Ondanks dat een deel van de HTS-strijders geĆÆnspireerd is door jihadistisch gedachtegoed en mogelijk vijandig staat tegenover vertegenwoordigers van de Westerse internationale gemeenschap, lijkt de discipline onder HTS-strijders goed te zijn en hebben zich vooralsnog, voor zover bekend, geen incidenten voorgedaan tegen Westerse vertegenwoordigers in Damascus sinds de machtsovername in december 2024.

De BSB heeft diverse maatregelen genomen, waaronder een operationele verkenning, om veiligheidsrisicoā€™s te onderkennen en te verkleinen. Daarnaast bestaat er in SyriĆ« een kans op Iraanse en Russische spionage- en cyberactiviteiten gericht op Nederlandse militairen. Deze konden worden gemitigeerd door de veiligheidsmaatregelen en -procedures van de BSB. Er zijn geen noemenswaardige medische risicoā€™s onderkend. Verder werden er geen extra gezondheidsrisicoā€™s verwacht in verband met de duur van de inzet.

Financiƫn

De kosten voor deze inzet worden betaald uit het Budget Internationale Veiligheid.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans