Nader gewijzigd amendement van de leden Diederik van Dijk en Van Zanten ter vervanging van nr. 24 over het zo spoedig mogelijk treffen van een voorziening om documenten uit oorlogsarchieven na 75 jaar openbaar en digitaal raadpleegbaar te maken met de mogelijkheid van een belangenafweging in bijzondere gevallen
Intrekking van de Archiefwet 1995 en vervanging door een nieuwe Archiefwet (Archiefwet 20..)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2025D05756, datum: 2025-02-11, bijgewerkt: 2025-02-11 15:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van kamerstukdossier 35968 -30 Intrekking van de Archiefwet 1995 en vervanging door een nieuwe Archiefwet (Archiefwet 20..).
Onderdeel van zaak 2025Z02507:
- Indiener: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-02-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
35 968 | Intrekking van de Archiefwet 1995 en vervanging door een nieuwe Archiefwet (Archiefwet 20..) | |
Nr. 30 | nader gewijzigd AMENDEMENT VAN de leden diederik van dijk en van Zanten ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 24 | |
Ontvangen 11 februari 2025 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: | ||
I
Aan de beweegreden wordt toegevoegd “, alsmede om vooruitlopend op de inwerkingtreding van die nieuwe Archiefwet al een tijdelijke voorziening te treffen voor het openbaar en digitaal raadpleegbaar maken van documenten uit oorlogsarchieven”.
II
Artikel 1.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c, subonderdeel 3o, vervalt “of” aan het slot.
2. Na onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ca. het toegankelijk maken van documenten als bedoeld in artikel 8.8; of.
III
In artikel 7.4 worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:
1a. In afwijking van het eerste lid en behoudens in geval de in artikel 7.2, eerste lid, onderdelen d en e, en tweede lid, onderdeel e, genoemde belangen daardoor ernstig zouden worden geschaad en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade, zijn de beperkingsgronden, bedoeld in artikel 7.2, niet van toepassing op overgebrachte documenten die ouder zijn dan 75 jaar, indien deze documenten betrekking hebben op het politiek gedrag onder voormalige totalitaire regimes, meer in het bijzonder in verband met misdrijven als omschreven in de artikelen 97, 98a, 100 tot en met 102, 104 en 105 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 7, 8 of 8 bis van het op 17 juli 1998 te Rome tot stand gekomen Statuut van Rome inzake het Internationale Strafhof (Trb. 2000, 120 en Trb. 2011, 73).
1b. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de in lid 1a bedoelde afweging tussen het algemeen belang van openbaarheid van informatie en de andere bij die openbaarmaking betrokken belangen plaatsvindt, alsmede over de omstandigheden waaronder en de gronden waarop bij de overbrenging beperkingen gesteld kunnen worden aan:
a. de doeleinden waarvoor documenten geraadpleegd of gebruikt mogen worden;
b. de kring van personen die documenten mogen raadplegen of gebruiken;
c. het soort gegevens dat geraadpleegd of gebruikt mag worden.
IV
Na artikel 8.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.8 Toegang tot documenten in verband met internationale misdrijven
Voor zover het documenten als bedoeld in artikel 7.4, lid 1a, betreft, draagt de archivaris er, onverminderd de artikelen 7.4, lid 1b, 8.2 en 8.3, zorg voor dat een ieder deze documenten langs digitale weg kan raadplegen of gebruiken.
V
In hoofdstuk 11 wordt na het opschrift een artikel ingevoegd, luidende:
11.0 Archiefwet 1995
De Archiefwet 1995 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c vervalt “, of”.
2. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
ca. het toegankelijk maken van documenten als bedoeld in artikel 17a; of.
B
In artikel 15 worden na het vierde lid twee leden ingevoegd, luidende:
4a. In afwijking van het vierde lid hebben ingevolge het eerste of het tweede lid aan de openbaarheid gestelde beperkingen geen betrekking op de in dat lid genoemde archiefbescheiden, voor zover die archiefbescheiden ouder zijn dan 75 jaar en betrekking hebben op het politiek gedrag onder voormalige totalitaire regimes, meer in het bijzonder in verband met misdrijven als omschreven in de artikelen 97, 98a, 100 tot en met 102, 104 en 105 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 7, 8 of 8 bis van het op 17 juli 1998 te Rome tot stand gekomen Statuut van Rome inzake het Internationale Strafhof (Trb. 2000, 120 en Trb. 2011, 73), tenzij zonder die beperkingen de met die beperkingen gediende belangen ernstig zouden worden geschaad en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade.
4b. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de in lid 4a bedoelde afweging tussen het algemeen belang van openbaarheid van informatie en de andere bij die openbaarmaking betrokken belangen plaatsvindt, alsmede over de omstandigheden waaronder en de gronden waarop bij de overbrenging beperkingen gesteld kunnen worden aan:
a. de doeleinden waarvoor archiefbescheiden geraadpleegd of gebruikt mogen worden;
b. de kring van personen die archiefbescheiden mogen raadplegen of gebruiken;
c. het soort gegevens dat geraadpleegd of gebruikt mag worden.
C
Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 17a
Voor zover het documenten als bedoeld in artikel 15, lid 4a, betreft, draagt de archivaris er, onverminderd de artikelen 15, lid 4b, en 17, zorg voor dat een ieder deze documenten langs digitale weg kan raadplegen of gebruiken.
Toelichting
De Autoriteit persoonsgegevens heeft aangegeven dat een duidelijke wettelijke grondslag nodig is om gegevens uit oorlogsarchieven openbaar te maken, gelet op de belangen van nog levende personen. Overweging 158 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) machtigt lidstaten om gegevens te verstrekken inzake gedrag van personen in onder meer oorlogsomstandigheden. Dit amendement regelt daarom dat informatie uit archieven inzake de Tweede Wereldoorlog na vijfenzeventig jaar openbaar mag worden gemaakt en via digitale weg kan worden geraadpleegd, met behoud van een weging van bijzondere omstandigheden in individuele gevallen. Indien zonder beperkingen ernstige schade zou ontstaan aan belangen van personen en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt tegen deze schade, dienen er omwille van de bescherming van deze individuele belangen beperkingen aan de openbaarheid gesteld te kunnen worden. Het amendement bepaalt daartoe dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld over de afweging van de verschillende belangen en de voorwaarden waaronder in dat verband bij overbrenging van archieven toch beperkingen gesteld kunnen worden.
Aangezien dit amendement beoogt zo spoedig mogelijk archieven openbaar te kunnen maken en digitaal beschikbaar te kunnen stellen waarvoor de termijn van 75 jaar reeds is verstreken, vinden ondergetekenden het niet wenselijk om te wachten op de inwerkingtreding van de nieuwe Archiefwet 20xx. Daarom bevat dit amendement ook een toepassing van de voorgestelde regeling in de huidige Archiefwet 1995. Dit onderdeel van het wetsvoorstel kan vooruitlopend op de nieuwe Archiefwet 20xx inwerking treden vanaf het moment van plaatsing in het Staatsblad en kan daarmee eerder van kracht worden dan een nog in te dienen spoedwet.
Ondergetekenden hechten eraan erop te wijzen dat de beide regelingen in het amendement, zowel die voor de huidige als die voor de nieuwe Archiefwet, openbaarmaking en toegankelijkheid pas mogelijk maken voor archieven die meer dan 75 jaar oud zijn. Voor zover in de archieven bijzondere of strafrechtelijke gegevens te vinden zijn van nog levende personen, betreft het dus personen die de leeftijd van 75 jaar reeds hebben bereikt. Het betreft bovendien slechts de archieven die betrekking hebben op de specifiek in de AVG benoemde situaties van politiek gedrag onder totalitaire regimes, zoals de periode van de Holocaust. Het feit dat de wetgever specifiek voor deze situatie een regeling treft, maakt ook duidelijk dat andere archieven met gevoelige gegevens na de termijn van 75 jaar niet op dezelfde wijze openbaar en toegankelijk worden.
Ondergetekenden zijn van mening dat de organisaties die in de afgelopen jaren uitvoerig hebben overlegd over de keuze om het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) in beginsel volledig digitaal toegankelijk te maken, niet lichtvaardig, maar zorgvuldig tot deze keuze gekomen zijn. De oorlogsarchieven zijn van onschatbare waarde voor nabestaanden die zoeken naar antwoorden, voor historisch onderzoek en voor maatschappelijke bewustwording. De ondergetekenden menen dat dit reeds in belangrijke mate uitdrukking geeft aan het gewicht van het algemeen belang. In aanvulling daarop wijzen zij op de situatie die is ontstaan door publicatie van de digitale index zonder vergelijkbare digitale mogelijkheden om inzicht te krijgen in de achtergrond van het archiefdossier. Zij constateren dat hiermee het recht op privéleven van betrokkenen in het geding is (art. 8 EVRM) en dat de wetgever verantwoordelijk is om passende bescherming te bieden door te voorzien in adequate mogelijkheden voor onderzoek. Zij menen dat de belangen van de zeer specifieke en in omvang relatief beperkte groep die potentieel in hun belang geraakt wordt door openbaarmaking, niet per definitie opwegen tegen het algemeen belang van in beginsel volledige openbaarmaking na 75 jaar.
Het is bij uitstek de taak van de archivaris om de verschillende belangen te wegen en indien nodig beperkingen aan de openbaarmaking aan te brengen. Het ligt volgens ondergetekenden niet in de rede om voor deze specifieke situatie nog een extra functionaris aan te wijzen. Indien de praktijk daartoe aanleiding geeft, kan de regering regels stellen die een kader bieden voor het werk van de archivaris.
Diederik van Dijk
Van Zanten