[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota naar aanleiding van het verslag

Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met twee jaar

Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag

Nummer: 2025D06108, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-19 08:01, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36674-6).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36674 -6 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met twee jaar .

Onderdeel van zaak 2025Z02691:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 674 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met twee jaar

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 17 februari 2025

Door de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn enkele vragen gesteld over dit wetsvoorstel. Ik dank deze leden voor hun vragen en zal deze graag beantwoorden. Bij de beantwoording van de vragen volg ik de indeling die de vaste commissie hanteert in het verslag.

Kern voorstel

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de voorgestelde verlenging van de huidige erkenningperiode betekent dat het huidige landschap in stand blijft en dus de toegetreden omroepen vooralsnog blijven voortbestaan en aspirant-omroepen niet zullen kunnen toetreden. De regering geeft aan dat met dit wetsvoorstel de huidige concessie- en erkenningperiode onder de huidige wettelijke kaders met de huidige spelers twee jaar verlengd wordt. Dat betekent dat tot 2029, de voorgenomen datum voor de ingang van een hervorming, de huidige samenstelling van het publieke omroepbestel gehandhaafd blijft. Tijdens deze verlenging vindt er geen toetreding van nieuwe omroepen plaats en ook geen uittreding van bestaande (aspirant)omroepen.

Deze leden vragen verder in hoeverre de aanbevelingen van de Commissie-Van Geel over de huidige knelpunten (vooral rond toelating van omroepen) in de tussentijd geadresseerd worden. De regering laat weten dat deze knelpunten aanleiding zijn voor een fundamentele hervorming. Deze knelpunten zal ik in mijn brief over de hervorming, die de regering aan het einde van het eerste kwartaal aan de Kamer stuurt, adresseren. Daarmee moeten deze knelpunten aan het einde van de hopelijk verlengde erkenningperiode verholpen zijn, maar het is niet mogelijk deze knelpunten in de tussentijd op te lossen. De hervorming gaat juist ook zien op de systematiek van toetreding en uittreding. De regering wil, net als de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie deze problemen zo snel mogelijk oplossen en vraagt daarom om deze verlenging. Als beide Kamers dit wetsvoorstel tot verlenging aannemen is het mogelijk dat een hervorming in kan gaan op 1 januari 2029. Als dit wetsvoorstel niet wordt aangenomen, gaat op 1 januari 2027 een nieuwe erkenningperiode van start. Een hervorming is voor die tijd niet gerealiseerd, waardoor in dat scenario een oplossing voor deze knelpunten pas per 1 januari 2032 geboden kan worden. Dat acht de regering zeer onwenselijk; zij wil zo snel als mogelijk de publieke omroep herzien en de geconstateerde knelpunten oplossen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering uiteen kan zetten welke hervormingen zij wil doorvoeren in de Mediawet voor mensen met een beperking. De regering laat weten dat er momenteel afspraken worden gemaakt met de NPO over een ondergrens en een streefdoel voor het aantal titels met audiodescriptie op jaarbasis. Hiertoe heeft uw Kamer tijdens wetgevingsoverleg van 2 december jl. verzocht in een motie.1 Daarnaast zal onderzocht worden of het wenselijk is om een wettelijke verankering van audiodescriptie mee te nemen in de hervorming. Uw Kamer zal in een aparte brief worden geïnformeerd over de maatregelen die de regering beoogt te treffen om een toegankelijke publieke omroep te waarborgen.

Gevolgen voor stakeholders

De leden van de VVD-fractie vragen of het klopt dat de regering van mening is dat het niet halen van de ledenaantallen bij samenwerkingsomroepen onwenselijk is. De regering laat weten dat het op de hoogte is van de problematiek rondom samenwerkingsomroepen waarvan één van de samenwerkingspartners het ledenaantal niet haalt. Op basis van de huidige wet zou in dat geval ook de samenwerkingspartner het bestel moeten verlaten, ook al voldoet deze aan het benodigde ledenaantal. Dit is een extra reden waarom het van belang is dat het wetsvoorstel om de huidige erkenningperiode met twee jaar te verlengen zo spoedig mogelijk wordt behandeld. Indien het onderhavige wetsvoorstel niet wordt aangenomen, dan is nodig om snel met een alternatieve passende oplossing te komen om deze onwenselijke situatie te voorkomen.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering of zij van mening is dat op de kortst mogelijke termijn inzicht gegeven moet worden in de vraag of omroepen rekening moeten houden met een peildatum en als gevolg daarvan moeten beginnen met het werven van leden. De regering laat weten dat het hoopt op een spoedige behandeling van het onderhavige wetsvoorstel. Na behandeling kan de regering de omroepen de gewenste duidelijkheid bieden. Zolang het wetsvoorstel nog niet is behandeld, geldt het huidige wettelijke kader en moet worden uitgegaan van de vastgestelde peildatum voor het tellen van de leden.

Deze leden vragen verder of de regering mogelijkheden ziet om te voorkomen dat omroepen investeren in het werven van leden. De regering laat weten dat de huidige wettelijke regels gelden zolang de concessie- en erkenningperiode niet wordt verlengd. Dat betekent dat omroepen zich vooralsnog moeten voorbereiden op het werven van leden. Indien het wetsvoorstel voor de verlening van de concessie- en erkenningperiode niet wordt aangenomen, gaat de nieuwe erkenningperiode op 1 januari 2027 in. Conform het huidige wettelijke kader is daarom een peildatum voor de ledentelling vastgesteld, namelijk 28 februari 2026. Deze datum heb ik later in de tijd gezet dan ik normaal gesproken zou doen, om zoveel mogelijk tijd te gunnen aan de omroepen.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering ook of er contact is geweest met omroepen met betrekking tot de uitgesproken ambitie in het wetgevingsoverleg Media van 2 december 2024 door de Minister van OCW hierover. De regering laat weten dat de Minister van OCW de omroepen eind december heeft geïnformeerd over het vaststellen van de peildatum. Deze datum is, zoals hierboven vermeld, later in de tijd gezet dan gebruikelijk, om de omroepen zo veel mogelijk tijd te gunnen. Daarbij is bij de omroepen aangegeven dat daarmee geen onomkeerbare stap is gezet, die in de weg zou staan aan de voorgenomen hervorming en verlenging. Zodra het wetsvoorstel tot verlenging tot wet is verheven, zal gekeken worden naar aanpassing van de peildatum en de overige termijnen die van toepassing zijn, afhankelijk van de vraag of het ledencriterium überhaupt gehandhaafd blijft.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins


  1. Kamerstukken II, 2024–25, 36 600, nr. 118.↩︎