Amendement van het lid Van Nispen over de mogelijkheid het innen van verhogingen voor boetes buiten toepassing te verklaren.
Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2025D06413, datum: 2025-02-14, bijgewerkt: 2025-02-14 16:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36636 -10 Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2025Z02831:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 636 | Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering) | |
Nr. 10 | AMENDEMENT VAN HET LID Van Nispen | |
Ontvangen 14 februari 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
Na artikel 7.5.2, derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
3a. Onze Minister kan het eerste en tweede lid buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover
toepassing daarvan geen redelijk doel meer dient of zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Toelichting
Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) ziet dagelijks mensen in situaties waarin de (standaard)regels niet passen en bij strikte toepassing kunnen leiden tot schrijnende situaties. Als iemand wel wil, maar niet kan betalen, denkt het CJIB inmiddels mee over een passende oplossing. Verdere verbetering is mogelijk door ruimte in beëindigingsmogelijkheden en daarmee maatwerk te kunnen bieden in situaties waar voortzetting van de tenuitvoerlegging geen redelijk doel meer dient. Dit stelt het CJIB in de Stand van de Uitvoering 2023.
Met dit amendement verruimt de indiener de mogelijkheden voor het CJIB om de inning van verhogingen, die fors kunnen oplopen, te beëindigen als de gevolgen evident onredelijk zijn. Gedacht kan worden aan mensen bij wie bijvoorbeeld sprake was van aantoonbare (en onderbouwde) bijzonder situaties van overmacht of waar (tijdelijk) multi-problematiek aan de orde is. Zo blijft de boete staan, maar de verhogingen (tot wel 20% van het openstaande bedrag) kunnen dan worden beëindigd als dit leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Van Nispen