Aanwijzing massaalbezwaarprocedure belastingrente
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2025D06509, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-17 11:32, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Aanwijzing massaalbezwaarprocedure belastingrente
- Besluit Vennootschapsbelasting, aanwijzing bezwaarschriften tegen het in rekening gebrachte percentage belastingrente vennootschapsbelasting en enige overige middelen vanaf 1 oktober 2020 als massaal bezwaar
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -1460 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2025Z02875:
- Indiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-20 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Met deze brief stuur ik u een afschrift van de aanwijzing massaal bezwaar tegen het in rekening gebrachte percentage belastingrente vennootschapsbelasting en enige overige middelen vanaf 1 oktober 2020. Hierna licht ik deze toe.
Aanleiding
Op 7 november 2024 heeft de rechtbank Noord-Nederland het rentepercentage voor de vennootschapsbelasting in het Besluit belasting- en invorderingsrente (Besluit BIR) onverbindend verklaard. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft de Belastingdienst een groot aantal bezwaarschriften ontvangen. Voor de beslissing op deze bezwaarschriften is de beantwoording van eenzelfde rechtsvraag van belang. Voor zulke gevallen maakt de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) het mogelijk om een aanwijzing massaal bezwaar te geven. Dit komt een eenduidige en efficiënte afdoening van de bezwaarschriften ten goede en zorgt ervoor dat de uitvoeringslasten bij grote aantallen bezwaren worden verlicht. In de aanwijzing massaal bezwaar staan de te beantwoorden rechtsvragen. De aanwijzing geldt voor alle bezwaren die dezelfde rechtsvraag betreffen. De aanwijzing zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Belastingrente en uitspraak rechtbank
Vanaf 1 oktober 2020 volgt uit het Besluit BIR wat het toepasselijke belastingrentepercentage is. Voor belastingrente die in rekening wordt gebracht voor te betalen vennootschapsbelasting was het percentage tot 1 januari 2024 gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Na 1 januari 2024 is dit percentage gekoppeld aan de ECB-rente op basisherfinancieringstransacties. Zowel voor als na 1 januari 2024 geldt daarbij een ondergrens. Daardoor heeft het percentage van de in rekening te brengen belastingrente voor de vennootschapsbelasting gevarieerd tussen 4% in periode van 1 oktober 2020 tot en met eind 2021, 8% in 2022 en 2023, 10% in 2024 en 9% nu. Bij andere belastingmiddelen, waaronder bijvoorbeeld de inkomstenbelasting, loonbelasting en omzetbelasting, was het percentage van de in rekening te brengen belastingrente tot 1 januari 2024 gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties en gold en geldt daarnaast een andere, lagere ondergrens. Daardoor is het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting sinds de inwerkingtreding van het Besluit BIR hoger geweest dan voor de andere middelen.
Dit verschil en in het bijzonder de onderbouwing voor dit verschil is aan de rechter voorgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de desbetreffende bepaling van het Besluit BIR in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Volgens de rechter had de regelgever bij de afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet tot de bepaling kunnen komen zoals die is opgenomen in het Besluit BIR. Daarom heeft de rechter die bepaling onverbindend verklaard. Tegen deze uitspraak van de rechtbank heb ik op 18 december 2024 sprongcassatie ingesteld. Ik kan op dit moment niet voorspellen wanneer de Hoge Raad arrest zal wijzen.
Aanwijzing massaal bezwaar
Naar aanleiding van de rechtbankuitspraak heeft een groot aantal belanghebbenden bezwaar gemaakt tegen de belastingrente die aan hen in rekening is gebracht voor met name de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst heeft niet de capaciteit om deze bezwaarschriften op de gebruikelijke wijze tijdig te behandelen. Omdat in de bezwaarschriften min of meer dezelfde rechtsvragen terugkomen, heb ik besloten een aanwijzing massaal bezwaar te geven. Het is namelijk in het maatschappelijk belang dat de opgeworpen (rechts)vragen zo snel mogelijk worden beantwoord. Bovendien is de samenleving ermee gediend dat die beantwoording voor alle betrokken partijen zo efficiënt en effectief mogelijk geschiedt. Mijn voornemen tot het geven van een aanwijzing massaal bezwaar is besproken met een representatieve vertegenwoordiging van belastingadviseurs.
Massaalbezwaarprocedure
Door een aanwijzing massaal bezwaar te geven wordt de wettelijke termijn om te beslissen op de bezwaarschriften die dezelfde rechtsvragen betreffen als in de aanwijzing staan opgeschort. Om een antwoord te krijgen op die rechtsvragen zal de Belastingdienst één of meer(proef)procedures selecteren. De uitkomst van die procedure(s) geldt voor alle bezwaren die onder het massaal bezwaar vallen. De reeds lopende cassatieprocedure zal in elk geval als proefprocedure gelden. Door deze procedure te selecteren hoop ik dat zo snel mogelijk duidelijkheid verkregen kan worden over de opgeworpen rechtsvragen.
Nadat de rechtsvragen definitief zijn beantwoord, zal de Belastingdienst die bezwaarschriften afdoen met een collectieve uitspraak. Daarmee worden de uitvoeringslasten voor de Belastingdienst beperkt, hetgeen het voornaamste doel is van een massaalbezwaarprocedure. Ook voor belanghebbenden levert een massaalbezwaarprocedure voordelen op. Uit de motivering van het bezwaarschrift hoeft namelijk alleen te blijken dat het bezwaar dezelfde rechtsvragen als in de aanwijzing betreft. Bovendien kunnen zij op betrekkelijk eenvoudige wijze «meeliften» op een voor hen gunstige uitkomst van de ingestelde gerechtelijke procedure. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat zij tijdig bezwaar maken.
Als de Hoge Raad de Belastingdienst (gedeeltelijk) in het ongelijk stelt, zal de Belastingdienst de beschikkingen belastingrente die onder het massaal bezwaar vallen uit eigen beweging verminderen. Na de uitspraak van de Hoge Raad worden de eventuele financiële consequenties nader in beeld gebracht. In de komende tijd zal in overleg met de vertegenwoordigers van de belastingadviseurs nader bezien worden hoe het aanhaken bij de massaalbezwaarprocedure zo eenvoudig mogelijk gemaakt kan worden, bijvoorbeeld door het ter beschikking stellen van een standaard bezwaarschrift.
Onder de aanwijzing vallen alleen bezwaren die de daarin geformuleerde rechtsvragen betreffen. Bezwaren die zien op zowel de belastingrente als op de onderliggende belastingaanslag zullen gesplitst worden. Op het gedeelte dat niet de rechtsvragen in de aanwijzing betreft, zal dan individueel uitspraak gedaan worden.
Vervolgproces
Voor de beantwoording van de rechtsvragen is van belang wat de Hoge Raad zal beslissen in de lopende cassatieprocedure. Deze procedure ziet strikt genomen op belastingrente die in rekening is gebracht over de periode 1 juli 2022 tot en met 26 augustus 2023. Zoals ik al aangaf, is met ingang van 1 januari 2024 de systematiek voor het bepalen van het belastingrentepercentage gewijzigd. Hoewel de wijziging van de systematiek mijns inziens niet leidt tot andere rechtsvragen, kan het zijn dat het arrest in de reeds lopende cassatieprocedure toch niet toepasbaar is op de situatie vanaf 1 januari 2024. In dat geval is het denkbaar dat een tweede proefprocedure wordt geselecteerd en dat twee collectieve uitspraken worden gedaan; één voor de periode tot 1 januari 2024 en (op een later moment) één voor de periode daarna.
Tot slot
Welke rechtsvragen er aan de Hoge Raad worden voorgelegd staat in het afschrift van de aanwijzing. Ik wijs erop dat de aanwijzing ook geldt voor bezwaren tegen in rekening gebrachte belastingrente, waarvoor op basis van dezelfde bepaling van het Besluit BIR hetzelfde percentage geldt als voor de vennootschapsbelasting. Met deze uitbreiding beoog ik te voorkomen dat belanghebbenden tegen belastingrente die op grond van dezelfde bepaling in rekening gebracht wordt, maar voor een ander middel, wel individueel zouden moeten procederen. Op bezwaren tegen belastingrente voor belastingmiddelen waarvoor op grond van een andere bepaling van het Besluit BIR een ander belastingrentepercentage geldt, zoals de inkomstenbelasting, loonbelasting en omzetbelasting, is de aanwijzing tot massaal bezwaar niet van toepassing.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën –
Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane
T. van Oostenbruggen