[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken doorontwikkeltraject praktijkgerichte havo voorjaar 2025

Voortgezet Onderwijs

Brief regering

Nummer: 2025D06638, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-25 16:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31289-600).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31289 -600 Voortgezet Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2025Z02931:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 600 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2025

In de afgelopen jaren is er door scholen, leraren en curriculumexperts hard gewerkt aan het ontwikkelen en implementeren van praktijkgerichte vakken in het havo. In deze brief wordt u geïnformeerd over de ervaringen van scholen in dit traject en over de structurele verankering van de ontwikkelde vakken Technologie en Maatschappij.1 Het enthousiasme onder scholen, leraren en leerlingen die meewerken aan deze praktijkgerichte vakken is groot en er zijn mooie en positieve ervaringen te delen. Enkele ervaringen worden uitgelicht in deze brief. Het is het voornemen om de ontwikkelde vakken vanaf 2026 structureel te verankeren in regelgeving, zodat alle havo-scholen ze vanaf 2026/2027 mogen aanbieden. In deze brief wordt u hierover nader geïnformeerd.

De ontwikkeling van praktijkgerichte programma’s

Zo’n tien jaar geleden zijn een aantal scholen op eigen initiatief gestart met activiteiten om het havo-onderwijs beter te laten aansluiten op leerlingen en op het vervolgonderwijs. Uit diverse onderzoeken, onder meer van de Onderwijsraad en Inspectie van het Onderwijs, blijkt al langer dat een havist meer behoefte heeft aan praktijk en leren door te doen dan het onderwijs op dit moment biedt.2 Ook kon de aansluiting op het vervolgonderwijs beter: met meer aandacht voor kritisch denken, zelfregulering, zelfstandig werken en studievaardigheden om de aansluiting op het hbo te versterken.3 Verschillende havo-scholen hebben daarom een praktijkgericht onderdeel in hun programma opgenomen en er zijn schooleigen initiatieven ontstaan rond praktijkgerichte vakken, zoals de Techniekhavo in Goes. Zowel de leerlingen als de betrokken scholen en instellingen zijn enthousiast.4

(...) In 2015 ging een eerste groepje leerlingen aan de slag met het praktisch programma. De beroepspraktijk wordt nu zo veel mogelijk nagebootst op school. Om het onderwijs nog uitdagender en contextrijker te maken, krijgt het praktijkgerichte programma in het tweede jaar grotendeels vorm via stage in een bedrijf. Deze manier van werken kreeg veel belangstelling. Veel scholen hebben ons concept in praktijk gezien, en zijn door onze leerlingen en docenten geïnspireerd geraakt. (...)

In 2020 is besloten om deze schooleigen initiatieven verder uit te werken tot landelijk erkende praktijkgerichte examenvakken.5 Sinds 2021 heeft het Ministerie van OCW in afstemming met alle partijen uit de landelijke begeleidingscommissie6 de ontwikkeling van praktijkgerichte programma’s voor het havo ingericht. Enerzijds door in te zetten op de ontwikkeling van examenprogramma’s en anderzijds door het bieden van ondersteuning voor pilotscholen die met de examenprogramma’s aan de slag gaan.

Er zijn door SLO, in samenwerking met de betrokken pilotscholen, twee brede interdisciplinaire praktijkgerichte examenprogramma’s ontwikkeld: pgp-Technologie en pgp-Maatschappij. Door in te zetten op interdisciplinaire programma’s wordt versnippering in het onderwijsaanbod voorkomen. Leerlingen kunnen zich binnen de programma’s breed oriënteren. De eindtermen zijn relevant voor een vervolgstudie in het hbo, hebben een duidelijke LOB-component en geven ruimte voor scholen om onderwijs te ontwikkelen binnen de regionale context, in samenwerking met hbo-opleidingen, instellingen en bedrijven.7 SLO zal de examenprogramma’s de komende jaren blijven toetsen en doorontwikkelen met een groeiende groep scholen, totdat de definitieve examenprogramma’s uiterlijk in het voorjaar van 2026 vastgesteld zullen stellen. Van de vakken bestaat een kleine variant, die scholen kunnen aanbieden als extra vak in het combinatiecijfer, en een grote variant: een volledig examenvak dat wordt afgesloten met een schoolexamencijfer.

Subsidie voor pilotscholen: animo is groot

Havo-scholen die deze nieuwe examenprogramma’s willen aanbieden kunnen hiervoor subsidie aanvragen. De subsidie is bedoeld voor het ontwikkelen van praktijkgerichte programma’s, met als doel de voorbereiding, (door)ontwikkeling en structurele inbedding van pgp-Maatschappij en pgp-Technologie in het havo goed te laten verlopen. Dit schooljaar maken zo’n 160 scholen deel uit van dit traject.8 De animo onder scholen om met een praktijkgerichte havo aan de slag te gaan is groot. Zo waren er in de subsidieronde in 2024 81 plekken beschikbaar en OCW ontving 139 aanvragen. De verwachting is dat de komende jaren steeds circa 80 scholen aansluiten. Havo-scholen hebben van 6 januari tot en met 21 februari 2025 weer de mogelijkheid om deelname aan te vragen. Daarna volgt een laatste aanvraagronde in 2026. In potentie heeft dan de helft van alle havo-vestigingen subsidie kunnen aanvragen voor dit traject.

Tevens wordt er dit voorjaar gewerkt aan de uitvoering van het amendement Bontenbal c.s. bij Vaststelling van de begrotingsstaten van OCW voor het jaar 2025.9 Voor de zomer wordt u nader geïnformeerd over de uitwerking hiervan.

Invulling van het praktijkvak op scholen

Scholen kiezen voor verschillende invullingen van het examenprogramma naar een onderwijsprogramma. Ze kunnen zich daarbij richten op sectoren waar verdere doorstroom wenselijk is, zoals in de technologie, het onderwijs en de zorg, en biedt het kansen voor het verbeteren van overgangen naar sectoren waar uitval en switch structureel hoog zijn, zoals de economische sector. Uw Kamer is over deze ontwikkeling regelmatig geïnformeerd.10

Jurriejan Smits, docent gezondheidstechnologie, Avans Hogeschool en Ton van Bergeijk, opleidingscoördinator AD Sociaal werk, Christelijke Hogeschool Ede: «In het hoger onderwijs proberen we uitval door verkeerde studiekeuze zo laag mogelijk te houden oftewel de studiekeuze bij aanvang zo definitief mogelijk te laten zijn. Door de samenwerking met de zorghavo helpen we leerlingen een weloverwogen keuze te maken voor een hbo-opleiding. Daarnaast geeft het de betrokkenen bij de hbo-opleidingen inzicht in de algemene startpositie van havisten waarmee vervolgens de curricula nog beter op elkaar kunnen worden afgestemd.»

Over het algemeen zoeken scholen contact met lokale en regionale bedrijven en organisaties om gezamenlijk opdrachten voor de leerlingen ontwerpen. Het onderwijs daaromheen is een combinatie van theorie en praktijk. Daarbij worden in de meeste gevallen ook relevante kennis en vaardigheden toegepast uit andere zaakvakken en de koppeling gelegd met lezen, schrijven en rekenen. Sommige scholen laten leerlingen ook een periode stages lopen bij een organisatie of een bedrijf als onderdeel van het vak. Scholen ontwikkelen vaak goede contacten met hbo’s en organiseren daar gastlessen of een bezoek aan een opleiding.

De leerling volgt een programma waarbij de theorie echt wordt gekoppeld aan de praktijk. De leerling wordt steeds weer uitgedaagd door nieuwe, actuele opdrachten in de eigen omgeving. Daarnaast wordt de leerling beter voorbereid op het hbo, doordat specifieke vaardigheden worden aangeleerd, die minder aan bod komen bij theoretische vakken. Met 30 weken stage-ervaring zijn leerlingen goed voorbereid op hun vervolgstap.

De toekomst van praktijkgerichte havo: structureel verankerd

De intentie is om het praktijkgerichte havo structureel te verankeren in regelgeving, zodat alle havo-vestigingen de vakken mogen aanbieden vanaf 2026/2027. De komende jaren wordt daarom de regelgeving aangepast om de beide praktijkgerichte programma's als volwaardige schoolexamenvakken binnen het reguliere havo op te nemen, inclusief bijpassende curriculumeisen en bijbehorende aanvullende bekostiging.

Na vaststelling blijft het aan scholen om te bepalen hoe zij deze examenprogramma’s omzetten in een aantrekkelijk lesaanbod voor de leerlingen. Hierbij wordt verwacht dat de curriculumeisen worden gehandhaafd zoals die in het doorontwikkeltraject worden gesteld. De kleine programma’s zijn geschreven voor 120 studielasturen en vallen onder het combinatiecijfer. Het kleine programma vervangt geen ander vak en komt naast de al aangeboden vakken. De grote programma’s zijn geschreven voor 360 studielasturen en kunnen als profielkeuzevak worden aangeboden (pgp-T bij de profielen Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid, pgp-M bij Cultuur & Maatschappij en Economie & Maatschappij) of desgewenst in het vrije deel van alle profielen in het havo. In de brief van 17 april 2024 is tevens de intentie aangegeven dat scholen met een praktijkgerichte havo structureel een hogere bekostiging zullen krijgen. Op de onderwijsbegroting zijn vanaf 2027 extra middelen gereserveerd hiervoor. Dit is belangrijk omdat havo-scholen met aanvullende bekostiging voor praktijkgericht onderwijs gefaciliteerd en gestimuleerd worden om onderwijs praktijkgerichter vorm te geven. Het gaat dan onder andere om de aanschaf van inventaris en materialen en de inzet van extra personeel voor het ontwikkelen en geven van het programma. In afstemming met DUO en andere betrokken partijen wordt gewerkt aan de beste en efficiëntste manier om dit vorm te geven, waarbij de administratieve lasten voor scholen zo laag mogelijk blijven.11

Verkenning voor het vwo

SLO verkent of een praktijkgericht vak ook voor het vwo een meerwaarde zou kunnen hebben. Tijdens het doorontwikkeltraject voor praktijkgerichte havo ontvangen OCW en SLO regelmatig deze wens. De gedachte hierachter is dat deze vorm van onderwijs in het vwo kan zorgen voor een evenwichtiger weging van talenten, het maakt praktijkgerichte doorlopende leerlijnen mogelijk en zorgt voor meer aandacht voor de overstap naar het vervolgonderwijs (het wetenschappelijk onderwijs in het bijzonder). Er zijn echter ook kritische geluiden over een eventuele invoering van een praktijkgericht vak voor vwo. De problemen op het havo zijn van een andere orde dan op het vwo en het vwo kent een andere doelgroep. Deze verschillen roepen de vraag op waar een praktijkgerichte component in het vwo aan zou moeten voldoen en of die component in de vorm van praktijkgerichte programma’s zou kunnen passen. In het voorjaar van 2025 zal SLO een advies hierover geven, waarna OCW de behoeften, het draagvlak en de mogelijkheden nader zal verkennen.

Tot slot

Al ruim tien jaar werken we op een zorgvuldige wijze in nauwe samenwerking met scholen aan de ontwikkeling van praktijkgerichte programma’s. Leerlingen, scholen, bedrijven en vervolgopleidingen zijn enthousiast. Bevlogen docenten zetten het praktijkgerichte havo op hun eigen manier stevig neer. De verscheidenheid is de kracht van deze schoolexamenvakken en het enthousiasme bevestigt dat we op de juiste koers zitten om het havo te versterken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul

BIJLAGE I. ERVARINGEN VAN SCHOLEN UIT HET DOORONTWIKKELTRAJECT

I. Ervaring Govert Kamerik – locatiedirecteur Calvijn College Goes

Als locatiedirecteur van het Calvijn College Goes met onder andere een havo-afdeling zag ik veel havisten worstelen met hun schoolwerk. Wat hun intelligentie betreft konden ze het allemaal best aan, maar veel leerlingen waren niet in staat de motivatie op te brengen om de dagelijks aangeboden theorie te eigenen.

Hoe krijg ik ze in de «aan-stand»? Tijdens een gesprek met een oud-havist zei hij tegen me dat hij eigenlijk altijd graag iets wilde maken. Gewoon aan de slag met iets dat tot een tastbaar product leidt. Ik ging met die bril naar de havisten kijken. Voor havisten is het belangrijk dat ze de koppeling tussen theorie en praktijk kunnen maken, zodat ze de relevantie van het leren zien. Ze leren door doen en houden van afwisseling en uitdaging. Binnen een begrijpelijke structuur en met motiverende begeleiding kunnen ze zelf hun leerproces organiseren en plannen, en verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leren.

In 2015 ging een eerste groepje leerlingen aan de slag met het praktisch programma. De beroepspraktijk wordt nu zo veel mogelijk nagebootst op school. Om het onderwijs nog uitdagender en contextrijker te maken, krijgt het praktijkgerichte programma in het tweede jaar grotendeels vorm via stage in een bedrijf. Deze manier van werken kreeg veel belangstelling. Veel scholen hebben ons concept in praktijk gezien, en zijn door onze leerlingen en docenten geïnspireerd geraakt. Mooi is dat het praktijkgerichte programma nu zodanig inspeelt op de havist dat ze de koppeling tussen theorie en beroepspraktijk kunnen ervaren. De twee brede vakken (PGP-T en PGP-M) zijn zodanig omschreven dat ze voldoende ruimte bieden aan scholen om binnen hun context handen en voeten aan het vak kunnen geven. De beide vakken bieden voor ons de mogelijkheid om ons concept binnen de kaders van de nieuwe vakken verder uit te werken en te verbreden. Naast techniek bieden we nu ook de sociale en economische sectoren aan. Onze ervaringen hebben twee sterke punten opgeleverd in onze praktijkgerichte havo:

1) Een lange stageperiode gekoppeld aan het profielwerkstuk van een dag per week gedurende driekwart jaar. Tijdens hun stage leren leerlingen vaardigheden die we nooit binnen schoolmuren kunnen aanleren, het wordt gedurende de stage namelijk hun bedrijf of organisatie!

2) Een rijker LOB-traject. Het LOB-traject gaat nu min of meer vanzelfsprekend, juist door de stage ervaren ze hun keuzeproces.

Ter illustratie een quote van een leerling: «Door het praktijkgerichte havo weet ik hoe het eraan toegaat in een bedrijf. Of het werk bij me past? Ja, ik vind het leuk om met mijn handen te werken en van afwisseling.» en zijn praktijkbegeleider: «Als je ziet wat die havisten na enkele werkdagen al kunnen, dat maak ik niet veel mee. Dat komt ook door de aanvullende theoretische vakken op school en de intensieve begeleiding. De havisten komen zelf met vragen als ze tegen een probleem aanlopen en nemen initiatief. Je legt iets uit en ze kunnen aan de slag. Wat mij betreft blijven we stagebedrijf, zeker met kandidaten zoals deze!»

Dit enthousiasme bij leerlingen en bedrijven is één van m’n drives om vanaf komend schooljaar weer zelf voor de klas te gaan staan en een deel van het curriculum praktijkgericht programma te verzorgen. Een interessante uitdaging om in te spelen op de havist en hun onderwijs verder te verrijken.

II. Ervaring zorghavo Lyceum Oudehoven Gorinchem en Avans en CHE

In 2023 – 2024 zijn we op Lyceum Oudehoven in Gorinchem gestart met een zorghavo als PGP-M, met zo’n 20 leerlingen en dit jaar starten 17 nieuwe leerlingen. Onze primaire beweegreden voor het opstarten van de zorghavo was het in contact brengen van leerlingen met zorgopleidingen en werken in de sector. De zorgsector speelt een essentiële rol in de samenleving. Nationaal en lokaal is er een grote vraag naar jonge mensen die deze belangrijke sector komen versterken. We hopen zo leerlingen te interesseren voor studeren en werken in de zorg en ze wellicht ook te binden aan de regio Gorinchem. Via de zorghavo zijn we ook in staat gebleken de buitenwereld de school in te halen en leerlingen ervaringen op te laten doen buiten de muren van de school. We zijn dan ook zeer tevreden met de dynamiek die rondom de zorghavo is ontstaan.

Tijdens de voorbereidingsfase hebben we gekozen voor het aanbieden van de grote variant. PGP-M is zo een volwaardig vak. In de anderhalf jaar voor de start hebben we een team samengesteld van vier docenten, het curriculum vastgesteld en een netwerk van partners gebouwd. In het netwerk zitten Leger des Heils, Syndion, FysioPP, Philadelphia, Dok11, Rivas, ASVZ, gemeente Gorinchem, Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn ZHZ, Yulius, I-lab, Christelijke Hogeschool Ede en Avans Hogeschool. Het netwerk breidt zich nog steeds uit. Volgende maand zal de Dienst Gezondheid en Jeugd toetreden. Met de hbo’s werken we aan een goede voorlichting over de zorgopleidingen die zij aanbieden en aan doorlopende leerlijnen tussen de havo en het hbo. Zo werken we aan het verwerven van belangrijke generieke vaardigheden, zoals communiceren, onderzoeken, probleemoplossend werken, samenwerken en presenteren. Ook ontwikkelen we samen met het hbo-beoordelingsmatrixen en heeft een hbo-docent een gastles gegeven over reflectie. De andere partners verzorgen meerdere gastlessen, meeloopmiddagen en zij bieden de gelegenheid aan leerlingen om aan praktijkopdrachten te werken binnen hun organisatie.

Jurriejan Smits, docent gezondheidstechnologie, Avans Hogeschool en Ton van Bergeijk, opleidingscoördinator AD Sociaal werk, Christelijke Hogeschool Ede: «In het hoger onderwijs proberen we uitval door verkeerde studiekeuze zo laag mogelijk te houden oftewel de studiekeuze bij aanvang zo definitief mogelijk te laten zijn. Door de samenwerking met de zorghavo helpen we leerlingen een weloverwogen keuze te maken voor een hbo-opleiding. Daarnaast geeft het de betrokkenen bij de hbo-opleidingen inzicht in de algemene startpositie van havisten waarmee vervolgens de curricula nog beter op elkaar kunnen worden afgestemd.»

We zijn de zorghavo begonnen met een startevent met alle leerlingen, docenten en partners. Tijdens deze dag zijn we met een bus langs alle partners gereden. In de bus presenteerden de partners zich in een filmpje. Op het stadhuis in Gorinchem hebben we een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn ZHZ. Vervolgens hebben we de twee hbo-partners bezocht. Op de Dordrecht Academy kregen de leerlingen een minicollege communicatie. De theorie konden ze vervolgens in praktijk brengen door in gesprek te gaan met de zorgpartners. Bij Avans Hogeschool in Breda hebben de leerlingen een venapunctie gedaan, kregen ze een les in het werken met een zorgrobot en maakten ze kennis met zorg-technologische ontwikkelingen.

Naast de zorghavo hebben we ook een techniekhavo. Dit schooljaar gaan we samen met twee scholen van de Willem van Oranje Onderwijsgroep bouwen aan een onderwijshavo die we in augustus 2025 op twee locaties willen starten.

III. Ervaring Zwijsen College

Het Zwijsen College doet niet alleen mee aan het doorontwikkeltraject met het praktijkgerichte programma Technologie, ook voor Maatschappij hebben ze het schoolexamenvak al ingericht.12 De leerling volgt op het Zwijsen College een programma waarbij de theorie echt wordt gekoppeld aan de praktijk. De leerling wordt steeds weer uitgedaagd door nieuwe, actuele opdrachten in de eigen omgeving. Daarnaast wordt de leerling beter voorbereid op het hbo, doordat specifieke vaardigheden worden aangeleerd, die minder aan bod komen bij theoretische vakken. Met 30 weken stage-ervaring zijn leerlingen goed voorbereid op hun vervolgstap.

Binnen de technologische sector gaan leerlingen aan de slag met bedrijfsopdrachten binnen de werkvelden voeding, techniek & technologie, industrie, woon & leefomgeving en ICT. Ook lopen de leerlingen stage bij verschillende bedrijven in de omgeving.

Tijdens het praktijkgerichte programma Maatschappij oriënteert een havist zich in leerjaar 4 op drie werkvelden; onderwijs, zorg en gedrag & maatschappij. Tijdens iedere periode krijgt de leerling theorie gericht op (algemene)vaardigheden en specifieke vakvaardigheden gericht op het werkveld. In de laatste maanden van het schooljaar maakt de leerling een keuze in een specialisatierichting.

Wanneer de leerling kiest voor de specialisatie zorg, dan werkt de leerling intensief samen met Brabant Zorg. Tijdens de oriëntatie heeft de leerling kennisgemaakt met de specialisatierichtingen binnen Brabant Zorg. Dit gaat van wijkverpleegkundige tot recruiter tot fysiotherapeut en manager in de zorg. Allemaal beroepen waar leerlingen in terecht komen na het volgen van de bijpassende hbo-opleiding. Bij aanvang van de stage gaat de leerling in gesprek met de specialist van diens eigen keuze. In dit gesprek gaat de leerling een onderzoeksopdracht bedenken en bespreken binnen de richting van de specialisatie. Het kan een onderzoek zijn die in leerjaar 4 afgerond kan worden. Het kan ook een groot onderwerp zijn waardoor dit doorgezet kan worden naar het eerste halfjaar in leerjaar 5 en daarmee kan dienen als profielwerkstuk.


  1. Conform de motie van de leden Ceder (CU), De Kort (VVD) en Van Zanten (BBB). Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 410 VIII, nr. 85.↩︎

  2. Onder andere prijswinnende documentaire «4 Havo, een klas apart» (Schmidt/Doebele, VPRO 1992), «Verschil moer er wezen» (SLO, 2006), «Beter inspelen op havoleerlingen» (IVA-beleidsonderzoek en advies, 2007), de AOb-conferentie over de havo/ Havo is geen vwo-light (AOb, 2010) en «De voorbereiding van havisten op het hbo. Verkennend onderzoek doorlopende leerroute havo-hbo»(Inspectie van het Onderwijs, 2024).↩︎

  3. «Verkenning vervolgonderwijs: wensen van het vervolgonderwijs betreffende kennis en vaardigheden van geslaagden uit het voortgezet onderwijs» (Researchned, 2021)↩︎

  4. Tweede Kamer, 2020–2021, 29 546, nr. 33.↩︎

  5. Kamerbrief Afronding experiment Regelluwe scholen, 17 december 2020↩︎

  6. Landelijke begeleidingscommissie praktijkgerichte havo: vertegenwoordigers van OCW, SLO, Havoplatform, VO-raad, Vereniging Hogescholen, LAKS, Platform TL en Havistencompetent.↩︎

  7. In het animatiefilmpje komt deze basisinformatie ook naar voren.↩︎

  8. Zie ook de interactieve kaart op themapagina van SLO↩︎

  9. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600 VIII, nr. 141.↩︎

  10. Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 31 289, nr. 548. En daarin de voetnoot naar 31 293 en 31 289, nr. 598, met een verwijzing naar Kamerstuk 29 546, nr. 33. En Kamerstuk 31 524, nr. 491.↩︎

  11. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600 VIII, nr. 18.↩︎

  12. Meer informatie over het Zwijsen college, zie: https://www.youtube.com/watch?v=_b-6NM-pouY↩︎