Antwoord op vragen van het lid Boomsma over het artikel 'Deze man nooit je opvang binnenlaten’. Hoe één asielzoeker een heel overheidsapparaat op stang kon jagen'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D06655, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-19 10:42, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1299).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z00030:
- Gericht aan: M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
- Indiener: D.T. Boomsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1299
Vragen van het lid Boomsma (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Asiel en Migratie over het artikel ««Deze man nooit je opvang binnenlaten». Hoe één asielzoeker een heel overheidsapparaat op stang kon jagen» (ingezonden 6 januari 2025).
Antwoord van Minister Faber-van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 17 februari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1161.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel ««Deze man nooit je opvang binnenlaten». Hoe één asielzoeker een heel overheidsapparaat op stang kon jagen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit relaas? Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat iemand op deze manier misbruik maakt van het asielsysteem, grote overlast en ellende veroorzaakt en de overheid op enorme kosten jaagt?
Antwoord 2
Het artikel schetst de complexiteit die kan bestaan in het terugkeerproces. Dergelijke complexiteit kan worden versterkt door medische en/of multiproblematiek. De onwenselijkheid van zulke casuïstiek behoeft geen betoog. Het terugkeerproces in de individuele zaak, die in het artikel wordt beschreven, is echter niet illustratief is voor de doorsnee gang van zaken in het brede terugkeerdomein.
Het terugkeerbeleid houdt in dat vreemdelingen die geen recht (meer) hebben op verblijf in Nederland, Nederland dienen te verlaten. Zo ook de overlastgevende vreemdelingen en vreemdelingen met criminele antecedenten zonder verblijfsrecht. Uitgangspunt is dat vreemdelingen in beginsel zelfstandig vertrekken. Als een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf weigert zelfstandig te vertrekken komt gedwongen terugkeer in beeld.
Soms is het bij een gebrek aan medewerking vanuit de vreemdeling niet mogelijk gedwongen terugkeer te realiseren. Bijvoorbeeld omdat een land van herkomst niet (voldoende) meewerkt met de identificatie en/of nationaliteitsvaststelling van de vreemdeling. In enkele gevallen veroorzaken vreemdelingen die wij niet gedwongen kunnen uitzetten langdurig overlast in gemeenten en/of op opvanglocaties, met grote sociaal-maatschappelijke lasten tot gevolg. Hoewel in zulke gevallen ook met prioriteit strafrechtelijke en/of medische trajecten uitgelopen worden, kan na verloop van tijd een patstelling ontstaan. In die gevallen wordt onder andere door lokaal bestuur indringend aandacht gevraagd voor het vinden van een duurzame oplossing. DTenV heeft de bevoegdheid om met maatwerkondersteuning alsnog terugkeer te forceren en hiermee de patstelling te doorbreken. Vanuit het brede Nederlandse belang geredeneerd is het dan ook verdedigbaar om maatwerkondersteuning toe te passen teneinde terugkeer van een vertrekplichtige vreemdeling met criminele antecedenten te forceren.
Vraag 3
Welke manieren ziet u om dergelijk misbruik beter te bestrijden?
Antwoord 3
Overlastgevend en crimineel gedrag wordt waar mogelijk strafrechtelijk opgevolgd. Ik sta achter een harde aanpak van overlastgevende vreemdelingen zonder verblijfsrecht. DTenV prioriteert terugkeer van vreemdelingen zonder verblijfsrecht die overlast veroorzaken en/of crimineel gedrag vertonen en is daar in veel gevallen succesvol in. In sommige gevallen kan maatwerkondersteuning door de DTenV in de praktijk het verschil betekenen tussen voortzetting van onrechtmatig verblijf (met bijkomende sociaal-maatschappelijke lasten) en het forceren van terugkeer.
Mijn inzet is om de noodzaak tot toepassing van dergelijk maatwerk door DTenV zo veel mogelijk weg te nemen. Verdere verbetering van de terugkeersamenwerking met herkomstlanden is daarvoor van belang, net als verdere uitwerking van diverse voornemens uit het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma op het terugkeerdomein. Denk bij dat laatste onder meer aan herziening van de Europese Terugkeerrichtlijn, implementatie van de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring, het verhogen van de capaciteit voor vreemdelingendetentie (rekening houdend met de algemene druk op de detentiecapaciteit) en de verruiming van het bereik de ongewenstverklaring als onderdeel van de Asielnoodmaatregelenwet.
Vraag 4
Hoe vaak is vastgesteld dat asielzoekers liegen over hun identiteit, en welke consequenties kunnen daaraan worden verbonden?
Antwoord 4
De IND registreert niet of asielzoekers liegen of in hoeveel zaken de identiteit niet geloofwaardig wordt geacht. Deze gegevens kunnen daarom niet gedeeld worden.
Als de IND vaststelt dat de vreemdeling bewust de IND misleidt, valse informatie verstrekt of informatie achterhoudt, wordt dit betrokken bij de afhandeling van de aanvraag. Dit kan betekenen dat de asielaanvraag wordt afgewezen.
Vraag 5
Hoe vaak komt het voor dat asielzoekers weigeren mee te werken aan een taaltest?
Antwoord 5
Een zogenaamde taalindicatie of taalanalyse kan onderdeel zijn van de asielprocedure. De IND registreert niet of iemand hieraan weigert mee te werken. Deze gegevens kunnen daarom niet gegeneerd worden. Ook hier geldt dat een weigering om mee te werken wordt betrokkene bij de beoordeling van de aanvraag.
Vraag 6
Indien op basis van een taaltest is vastgesteld dat een asielzoeker waarschijnlijk uit een ander land komt maar dat zelf ontkent en een valse naam en geboortedatum opgeeft, welke handelingsmogelijkheden heeft de regering dan?
Antwoord 6
De IND beoordeelt de asielaanvraag aan de hand van verschillende asielmotieven. Dit is vastgelegd in WI 2024/6 Geloofwaardigheidsbeoordeling.2 De IND beoordeelt altijd of de opgegeven identiteit, herkomst en nationaliteit geloofwaardig is of niet. Als de IND beoordeelt dat de nationaliteit ongeloofwaardig is, wordt de rest van de asielmotieven niet verder beoordeeld. In het terugkeerproces zal DTenV vervolgens de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling proberen vast te stellen. Aan autoriteiten van het vermoedelijke herkomstland wordt gevraagd daaraan medewerking te verlenen en vast te stellen of iemand al dan niet onderdaan is.
Vraag 7
Indien wordt vastgesteld op basis van een taaltest dat iemand waarschijnlijk uit Marokko komt maar dat zelf ontkent en een valse naam en geboortedatum opgeeft, zijn er andere manieren om herkomst uit Marokko vast te stellen? Op welke manier wordt de Marokkaanse regering gemaand om haar eigen onderdanen te erkennen? Zijn er mogelijkheden om te komen tot een betere gegevensdeling of samenwerking en zo ja, welke?
Antwoord 7
De DTenV kan autoriteiten van het vermoedelijke herkomstland vragen om op basis van aanknopingspunten in het dossier de identiteit en nationaliteit van een onderdaan vast te stellen. Verklaringen van betrokkene in een asielgehoor over bijvoorbeeld familie of een gebeurtenis, kunnen aanleiding geven de focus te verleggen naar een ander potentieel herkomstland. In de praktijk is er veelal geen gebrek aan aanknopingspunten. De complexiteit zit verhoudingsgewijs vaker in de optelsom van de terugkeersamenwerking met het herkomstland en de opstelling van de vreemdeling. De terugkeersamenwerking met Marokko is inmiddels sterk verbeterd ten opzichte van de tijd waar het NRC-artikel naar verwijst.
Vraag 8
Welke werkinstructie of juridische basis was er om de betrokken persoon uit het artikel onaangekondigd naar het hoofdkantoor van de Protestantse Kerk Nederland (PKN) te rijden en daar neer te zetten en weer weg te gaan?
Antwoord 8
Zoals u bekend kan ik niet ingaan op individuele zaken.
Als de maatregel van vreemdelingenbewaring moet worden opgeheven en de vreemdeling in vrijheid wordt gesteld is het aan hem om te bepalen waar hij naar toe gaat. Er bestaat geen beleidskader en ook geen werkinstructie waarin wordt voorzien in het overbrengen van onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen naar organisaties als PKN na opheffing van de vreemdelingenbewaring.
Vraag 9
Welke werkinstructie of juridische basis was er om de betrokken persoon uit het verhaal naar de daklozenopvang te rijden en daar achter te laten? Hoe vaak worden mensen uit Ter Apel naar een daklozenopvang gereden en op basis van welk beleid?
Antwoord 9
Zoals u bekend kan ik niet ingaan op individuele zaken.
Het COA beoordeelt het recht op opvang van een asielzoeker bij binnenkomst in Ter Apel en monitort het recht op opvang gedurende het verblijf bij het COA. Indien er geen recht is op opvang kan het COA betrokkene niet opvangen en is het de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkene om op een andere manier te voorzien in het onderdak. Het is geen COA-beleid om personen te vervoeren naar een daklozenopvang.
Vraag 10
Hoeveel mensen bevinden zich in Nederland die geen verblijfsvergunning hebben maar niet gedwongen kunnen worden uitgezet?
Antwoord 10
Er bestaat geen volledig beeld van hoeveel personen zich onrechtmatig in Nederland verblijven én niet kunnen worden uitgezet. Volgens de laatste schatting van onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen verbleven in het jaar medio 2017–medio 2018 waarschijnlijk tussen 23.000 en 58.000 vreemdelingen onrechtmatig in Nederland. Op dit moment zijn onderzoekers bezig met het maken van een nieuwe schatting van het aantal onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Het is nog niet bekend wanneer cijfers n.a.v. deze nieuwe schatting zullen worden gepubliceerd.
Vraag 11
Hoe vaak zijn de afgelopen jaren dergelijke deals gesloten waarbij overlastgevende en liegende asielzoekers extra geld krijgen om terug te keren naar het land van herkomst? Welke bedragen zijn daarbij uitgekeerd?
Antwoord 11
Het reguliere terugkeerondersteuningsbeleid van de DT&V bestaat uit; het informeren van de vreemdeling over terugkeer, facilitering van de reis en maximaal: € 200 ondersteuningsbijdrage, € 615 post-arrival assistance en herintegratieondersteuning in natura ter waarde van € 2.000.
De maatwerkbevoegdheid van DTenV is de afgelopen jaren in circa 900 zaken ingezet. In circa 2% van die gevallen is een ondersteuningspakket overeengekomen die de waarde van de terugkeerondersteuning, die wordt geboden in het kader van het reguliere terugkeerondersteuningsbeleid, overstijgt.
Er zijn circa 15 gevallen in beeld waarin € 3.000 of meer is meegegeven aan een vreemdeling in een maatwerkondersteuningspakket. Daarvan zijn de hoogste bedragen: € 17.000, € 9.000 en € 6.000. Circa 100 van eerdergenoemde 900 vreemdelingen hebben een zgn. VRIS-label (vreemdelingen die zijn verdacht van dan wel veroordeeld voor strafbare feiten). Circa 5 vreemdelingen met een VRIS-label ontvingen bij terugkeer een bedrag tussen de € 3.000 en € 5.000.
Vraag 12
Hoe verhouden deze deals zich tot de regel dat terugkeerders met criminele antecedenten geen gebruik kunnen maken van de vertrekpremie?
Antwoord 12
Het algemene kader voor het ondersteunen bij zelfstandige terugkeer heb ik geschetst in mijn brief van 26 september jl3. Vreemdelingen met criminele antecedenten zijn in beginsel uitgesloten van reguliere terugkeerondersteuning die via IOM, NGO’s en het herintegratieprogramma van Frontex wordt aangeboden. In specifieke gevallen kan DTenV op grond van een brede belangenafweging besluiten deze vreemdelingen wél in aanmerking te laten komen voor maatwerkondersteuning. Zulk maatwerk wordt als ultimum remedium enkel ingezet wanneer terugkeer door omstandigheden niet op een andere manier afgedwongen kan worden en zich een mogelijkheid aandient om het onrechtmatige verblijf in Nederland te beëindigen. Hoewel er de laatste jaren minder aanleiding is maatwerk toe te passen – door de verbeterde terugkeersamenwerking met aantal belangrijke herkomstlanden – beschikt de DTenV nog over deze bevoegdheid en wordt die incidenteel ook toegepast. Mijn inzet is een context te creëren waarin de DTenV de maatwerkbevoegdheid vrijwel niet meer nodig heeft. Diverse maatregelen in het regeerprogramma leveren daar naar verwachting een betekenisvolle bijdrage aan.
Vraag 13 en 15
Zijn er andere manieren om ervoor te zorgen dat wangedrag en bedrog wordt ontmoedigd en te voorkomen dat het wordt beloond?
Ziet u noodzaak om te komen tot een betere, meer eenduidige aanpak van dergelijke personen die overlast en zelfs gevaar veroorzaken maar niet kunnen worden uitgezet?
Antwoord 13 en 15
Voorkomen moet worden dat vreemdelingen die moeten terugkeren naar land van herkomst, niet meewerken aan hun terugkeer en voor overlast zorgen. Daarom geldt een harde aanpak voor vreemdelingen die overlast veroorzaken en/of crimineel gedrag vertonen. Tegelijkertijd moet worden erkend dat de werkelijkheid weerbarstig is, zeker wanneer bijvoorbeeld sprake is van multiproblematiek. In dergelijke complexe gevallen zijn soms onorthodoxe maatregelen nodig om feitelijke terugkeer te realiseren.
Aanvullend op de reeds bestaande brede overlastaanpak, zie ik noodzaak om ervoor te zorgen dat meer overlastgevende vreemdelingen zonder verblijfsrecht kunnen worden uitgezet.
De maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma ten aanzien van sneller vertrek zijn deels uitgewerkt in de nota van wijziging bij de novelle bij de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring. Daarbij gaat het onder meer om het strafbaar stellen van het niet meewerken aan terugkeer. Na verwerking van het advies van de Raad van State zal de nota van wijziging bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Conform het Regeerprogramma wordt daarnaast ook gewerkt aan het verhogen van de capaciteit voor vreemdelingenbewaring rekening houdend met de algemene druk op de detentiecapaciteit. Tevens is conform het regeerprogramma gewerkt aan een voorstel tot verruiming van het bereik de ongewenstverklaring als onderdeel van de Asielnoodmaatregelenwet. Dit voorstel is eind vorig jaar voor advies aan de Raad van State gezonden.
Vraag 14
Hoe beoordeelt u het gegeven dat in dit geval verschillende instanties de zorg over deze persoon steeds naar elkaar hebben doorgeschoven?
Antwoord 14
Zoals u bekend kan ik niet ingaan op individuele zaken.
Vraag 16
Hoe vaak is de afgelopen twee jaar een schadevergoeding betaald omdat mensen onrechtmatig hebben vastgezeten in de vreemdelingendetentie, en voor welk bedrag, in totaal en gemiddeld per geval?
Antwoord 16
Als een bewaring onrechtmatig is heeft een vreemdeling recht op een schadevergoeding. Op grond van artikel 106 Vw kan de rechtbank, indien zij de opheffing van de maatregel beveelt, aan eiser een schadevergoeding ten laste van de Staat toekennen. De rechtbank kent dan een schadevergoeding toe aan de vreemdeling voor elke dag waarop onrechtmatige vreemdelingenbewaring in een detentiecentrum heeft plaatsgevonden. Mits de rechtbank in de uitspraak oordeelt dat de vreemdeling recht heeft op een schadevergoeding wegens onrechtmatige vreemdelingendetentie, dan moet de griffier deze schadevergoeding uitkeren aan (de advocaat van) de vreemdeling. Hoe dit verder verrekend wordt met de IND en verantwoord wordt binnen de rechtspraakbudgetten is mij onbekend.
De IND schaart de kosten die zij kwijt is aan het uitkeren van schadevergoedingen wegens onrechtmatige vreemdelingendetentie van vreemdelingen onder de noemer «overige gerechtskosten». Welk aandeel van deze kostenpost «schadevergoeding wegens onrechtmatige detentie» omvat, wordt niet specifiek bijgehouden door de IND.
Vraag 17
Waarom kon de man, toen uiteindelijk is ontdekt en vastgesteld dat hij inderdaad uit Marokko komt en een zus daar heeft wonen, niet alsnog worden uitgezet en waarom was het blijkbaar nodig om hem «om te kopen» met duizenden euro’s en giften? Werkte de Marokkaanse regering op dat moment nog steeds niet mee een uitzetting en zo ja, waarom niet?
Antwoord 17
Zoals u bekend kan ik niet ingaan op individuele zaken.
Indien de DTenV de mogelijkheid heeft om iemand uit te zetten zal dat – in het bijzonder in het geval van criminele antecedenten – niet worden nagelaten. Soms is het noodzakelijk om maatwerkondersteuning toe te passen om een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf met criminele antecedenten uit te zetten.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op vragen terzake van het lid Van Nispen (SP), ingezonden 6 januari 2025 (vraagnummer 2025Z00029).
NRC, 3 januari 2025, ««Deze man nooit je opvang binnenlaten». Hoe één asielzoeker een heel overheidsapparaat op stang kon jagen», https://www.nrc.nl/nieuws/2025/01/03/deze-man-nooit-je-opvang-binnenlaten-hoe-een-asielzoeker-een-heel-overheidsapparaat-op-stang-kon-jagen-a4878200↩︎
WI 2024/6 Geloofwaardigheidsbeoordeling (asiel) - Immigratie- en Naturalisatiedienst↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 32 317, nr. 889↩︎