Tweeminutendebat Verkeersveiligheid (CD 11/2) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D07213, datum: 2025-02-19, bijgewerkt: 2025-02-20 09:40, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-02-19 14:45: Tweeminutendebat Verkeersveiligheid (CD 11/2) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verkeersveiligheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Verkeersveiligheid (CD d.d.
11/02).
De voorzitter:
Ik heropen. Aan de orde is het tweeminutendebat Verkeersveiligheid. Het
commissiedebat vond plaats op 11 februari jongstleden. Een hartelijk
woord van welkom aan de minister van Justitie, die bij het debat is
aangeschoven. Ik blijf zeggen dat we hem te weinig in dit gebouw zien.
Er zijn negen sprekers van de zijde van de Kamer. We beginnen met de
eerste spreker, mevrouw Veltman van de fractie van de VVD. Zij heeft,
zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan haar.
Mevrouw Veltman (VVD):
Voorzitter. Allereerst dien ik de volgende motie in om snel over te gaan
tot de herinvoering van het alcoholslot.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat mensen die met alcohol achter het stuur stappen, met
mensenlevens spelen;
overwegende dat mensen die met alcohol achter het stuur stappen, keihard
moeten worden aangepakt;
constaterende dat het aantal ongelukken door alcohol in het verkeer
stijgt;
overwegende dat de verkenning naar de herinvoering van het alcoholslot
binnenkort gereed is en dat een keuze gemaakt zal worden voor een
bepaald scenario voor de herinvoering;
overwegende dat het alcoholslot een van de effectiefste maatregelen is
om recidive te voorkomen;
verzoekt de regering zo snel mogelijk over te gaan tot de invoering van
het alcoholslot,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Veltman.
Zij krijgt nr. 1161 (29398).
Mevrouw Veltman (VVD):
Daarnaast is de VVD van mening dat we paal en perk moeten stellen aan de
overlast op straat door het gebruik van opgevoerde en illegale fatbikes.
Samen met de heer Olger van Dijk van NSC dien ik een motie in om
onverminderd in te zetten op een helmplicht en een minimumleeftijd van
14 jaar. De heer Van Dijk zal deze motie zo voorlezen. Ik ben het met de
minister eens dat het niet eenvoudig is om dit te regelen, maar het is
werkelijk niet uit te leggen dat dit niet mogelijk is door zelf een wet,
besluit of regeling aan te passen.
Overigens ben ik blij met de toezegging dat de minister van JenV in
gesprek gaat met de politie over de definitie van de elektrische fiets
in de wet. De politie geeft namelijk aan dat deze definitie niet
volstaat om goed te kunnen handhaven. Het is een beetje een technische
discussie, maar dit moet wel worden opgelost. Ik ga ervan uit dat de
minister van IenW hierover ook de vinger aan de pols houdt bij zijn
collega.
Tot slot. Anderhalf jaar geleden heeft de minister van IenW een brief
gestuurd aan de Kamer over nieuw beleid voor plekken aan de snelweg waar
je kunt tanken, laden en rusten. Deze plekken moeten ook in de toekomst
veilig ingericht worden. Aangezien de Kamer straks gevraagd zal worden
in te stemmen met nieuw beleid hierover, vraag ik de minister van IenW
bij dezen om voor half april een brief te sturen met de stand van zaken
over zowel het proces als de inhoud, de vervolgstappen en een tijdlijn.
Namens de VVD teken ik daarbij aan dat we het belangrijk vinden dat ook
de ondernemers die zich nu richten op tanken, de transitie naar laden
kunnen maken.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een vraag van de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Uiteraard zijn we het erover eens dat de minister nog een poging moet
doen met betrekking tot fatbikes. Maar dan is mijn vraag of de VVD het
met ons eens is dat de minister geen maatregelen moet nemen die voor
alle elektrische fietsen gelden, dus ook voor fietsen die geen fatbikes
zijn. Is de VVD het daar in ieder geval met ons over eens?
Mevrouw Veltman (VVD):
Van harte. Dat hebben we ook duidelijk uitgesproken in de debatten die
we hierover hebben gehad. Daar moet namelijk juist een onderscheid
tussen komen. Dat stond ook centraal in de vorige motie-Veltman/Olger
van Dijk.
De voorzitter:
Eén vraag voor de heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Ik zou de VVD willen vragen waarom dat onderscheid er moet zijn.
Mevrouw Veltman (VVD):
Dat onderscheid moet er wat ons betreft zijn, omdat we met z'n allen
hebben geconstateerd dat het probleem het grootst is bij fatbikes. Wij
vinden dat je het probleem dan ook juist daar moet aanpakken.
De voorzitter:
De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Vedder van de
fractie van het CDA. Ik heb een interruptie van de heer Grinwis weten te
voorkomen door snel het woord te geven aan mevrouw Vedder. Het is een
oude truc, maar die werkt vaak.
Mevrouw Vedder (CDA):
Voorzitter, dank. Ik heb goed geluisterd naar het debat. Ik heb het
moeten terugluisteren. Dank aan collega Krul dat hij mij heeft willen
vervangen. Ik heb met interesse meegeluisterd. Ik heb natuurlijk heel
duidelijk gehoord hoe moeilijk het blijkbaar is om een onderscheid te
kunnen maken tussen een fatbike en een e-bike. Daar legt het CDA zich
bij neer, zij het met knarsende tanden en forse tegenzin. We willen ons
er daarentegen niet bij neerleggen dat iets ervoor zorgt — dat ligt dan
misschien niet aan de zadellengte, de dikte van het frame, de breedte
van de banden of een combinatie van die factoren — dat de fatbike een
aantrekkelijk voertuig is voor mensen die zich menen te moeten gedragen
als een hooligan met een tank op de weg. Dat probleem blijft bestaan,
ook als we het juridische onderscheid tussen een e-bike en een fatbike
niet kunnen maken. Die onveilige situaties, door dat dikke-ikgedrag,
blijven bestaan. Het CDA wil zich er niet bij neerleggen dat we daar
niets aan zouden kunnen doen. Mijn vraag vandaag is dus: gaat de
minister, als het met de fatbike niet lukt maar de persoon op de fatbike
degene is die problemen geeft, met een plan komen om de fatbike te
onthooligannen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Nu al een woord in de Van Dale, wordt getipt! Het woord is aan de heer
Olger van Dijk, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank, voorzitter. Nieuw Sociaal Contract is er klaar mee. We zijn er
klaar mee dat vaak jonge kinderen op fatbikes onze straten onveilig
maken. We zijn er klaar mee dat er ontzettend veel fatbikeslachtoffers
vallen. De helft van het aantal fatbikeslachtoffers is nog niet eens 14
jaar oud. We zijn ook klaar met de argumentatie van deze minister dat
het niet kan, dat je geen onderscheid kunt maken. We hebben een
uitgebreid debat gevoerd. Wij willen — wij hopen daarbij op brede steun
in deze Kamer — nogmaals de oproep doen aan deze minister om al het
mogelijke te doen om een minimumleeftijd van 14 jaar en een helmplicht
voor fatbikes mogelijk te maken. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in het verkeer nog altijd veel hinder, onveilige
situaties en ongevallen met fatbikes zijn, waarbij de helft van het
aantal slachtoffers tussen de 10 en de 14 jaar is;
constaterende dat de aangenomen motie-Veltman/Olger van Dijk (29398, nr.
1115) verzoekt alleen voor fatbikes een minimumleeftijd van 14 jaar en
een helmplicht in te voeren;
overwegende dat volgens het DTV-rapport een aparte voertuigcategorie
voor alleen fatbikes lastig te maken is, maar dat de kenmerken gewicht
en koppel wel in regelgeving zijn vast te leggen en een relatie hebben
met verkeersveiligheid;
overwegende dat fatbikes een hoger gewicht en koppel hebben dan veel
reguliere e-bikes;
verzoekt de regering zich onverminderd in te blijven zetten om een
helmplicht en minimumleeftijd van 14 jaar voor fatbikes mogelijk te
maken, en daarbij specifiek te kijken naar een aparte voertuigcategorie
zware e-bikes op basis van gewicht en/of koppel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Olger van Dijk en Veltman.
Zij krijgt nr. 1162 (29398).
Dank u wel. Ik doe de interrupties even in enen. Ik heb de heer El Abassi het net ook in enen laten doen. Anders krijg ik ruzie met hem. Nou, vooruit, heel kort dan, meneer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Heel kort. Ik ga de botsing die ik heb gehad in het debat namelijk niet
overdoen met de heer Van Dijk. Maar er zit geen tijdsbepaling in de
motie. Hoeveel tijd krijgt de minister om deze motie uit te voeren? En
wat is de consequentie als hij niet doet wat de leden Van Dijk en
Veltman vragen?
De heer Olger van Dijk (NSC):
Dank voor deze vraag. Wij hebben hier lang over gesproken. Er is
onderzoek gedaan, maar wij hebben niet het gevoel dat alles uit de kast
is gehaald om te kijken hoe je de minimumleeftijd in kunt voeren. Daar
zijn ongetwijfeld nog een paar maanden voor nodig. Maar laat ik tegen de
heer Grinwis zeggen dat wij gewoon voor de zomer een concreet voorstel
verwachten om dit alsnog mogelijk te maken.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De minister gehoord hebbend, zou het zomaar kunnen dat er voor de zomer
niet echt een voorstel komt dat door de heer Van Dijk als een uitvoering
van de motie wordt ervaren. De heer Heutink heeft helder gezegd: als het
mislukt, no way dat we dan doen aan een aanpak van alle e-bikes voor
minderjarigen. Hoe staat de heer Van Dijk in die discussie? Wat is de
consequentie als het niet lukt voor de zomer?
De heer Olger van Dijk (NSC):
We zien dat deze minister heel erg sec heeft onderzocht: kan je fatbikes
apart categoriseren? Datzelfde onderzoek hebben wij aangegrepen door te
zeggen: kijk daar nou met wat meer creativiteit naar. Wij verwachten dat
deze minister al het mogelijke gaat doen om een aparte categorie te
maken. Ik heb het dus niet over alle e-bikes, maar over een categorie
waar vooral fatbikes in vallen. Ik heb daar een handreiking en een
voorstel voor gedaan. Wij denken dat het kan, op basis van gewicht en
koppel. Je hebt dan een categorie zware e-bike. Als deze minister in al
zijn creativiteit met een ander voorstel komt waar dit onder valt,
zullen we dat ook welwillend bekijken. Maar we willen zien dat alles
wordt bekeken en dat het voor de zomer tot een concreet voorstel
leidt.
De voorzitter:
De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Grinwis van de
fractie van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. In de commissie hadden we een verhit debat over fietsen,
maar in het interruptiedebat van daarnet ging het er een stuk
gemoedelijker aan toe.
Ik heb één motie meegebracht.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in toenemende mate overlast en verkeersongevallen
veroorzaakt worden door het gebruik van opgevoerde fatbikes;
overwegende dat fatbikes eenvoudig opgevoerd kunnen worden door middel
van software, een nieuw schermpje of met behulp van een (digitaal)
opvoersetje, die eenvoudig aan- en afgeschakeld kunnen worden;
overwegende dat het rijden op een opgevoerde elektrische fiets op
afgeschermd privéterrein, het opvoeren van een elektrische fiets en de
verkoop van opvoersetjes nog steeds zijn toegestaan;
overwegende dat slechts de aanwezigheid van opvoerhard- en software op
de openbare weg wordt verboden;
verzoekt de regering te komen tot een algeheel opvoerverbod voor het
opvoeren van elektrische fietsen, elektrische stepjes en andere
tweewielers, in het bijzonder fatbikes,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Veltman, Vedder, Olger
van Dijk en Stoffer.
Zij krijgt nr. 1163 (29398).
Dank u wel. Een korte vraag nog. Kort, kort!
De heer Heutink (PVV):
Begrijp ik nou goed dat meneer Grinwis ook bij mensen achter in de tuin
wil gaan handhaven?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Wat de heer Heutink goed begrijpt, is dat wij de handhaving willen
vergemakkelijken. Het is ondoenlijk dat je wel met een opgevoerd
apparaat mag rondscheuren en allerlei opvoersetjes op je apparaten mag
schroeven zodra je achter je erfscheiding en op je eigen erf bent, maar
dat dit niet mag als je 1 centimeter verder bent, namelijk op de
openbare weg. Helderheid: daar is onze samenleving bij gebaat. Daarom
deze motie.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer De Hoop van GroenLinks-Partij
van de Arbeid.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Mijn fractie was blij met de toezeggingen in het
debat, vooral die van de minister van JenV over het wetsvoorstel dat nog
naar de Kamer komt dit jaar. Wat mijn fractie betreft gaan we echt
optreden tegen veelplegers en roekeloze bestuurders. Dat moet wat ons
betreft ook meer gericht zijn op rijontzeggingen en
ongeschiktheidsverklaringen dan voornamelijk op hard straffen en mensen
vastzetten. Wat ons betreft is voorkomen beter dan hard straffen. Mensen
willen gewoon veilig zijn op de weg.
Voorzitter. Maar de fietsveiligheid en de veiligheid van kwetsbare
deelnemers aan het verkeer vinden wij ook een grote zorg. Wij vinden
echt dat er nog meer oog moet komen voor verbeterde infrastructuur. Ik
zou aan de minister van IenW willen vragen of bijvoorbeeld de
weginrichting van 50 kilometer per uur naar 30 kilometer per uur nog
meer prioriteit kan krijgen als het gaat om de resterende budgetten voor
het verbeteren van de weginfrastructuur. Denk bijvoorbeeld aan de
Investeringsimpuls Verkeersveiligheid. Kan de minister toezeggen dat hij
daarbij bijvoorbeeld prioriteit geeft aan die weginrichting van 50
kilometer per uur naar 30 kilometer per uur? Kan de minister ook
toezeggen dat hij bij de volgende begroting ook zal kijken naar
structureel meer geld voor fietsinfrastructuur? Wij maken ons echt
zorgen over de kwetsbaarheid van de fietser. We zien gelukkig heel veel
vitale ouderen die steeds vaker op de fiets stappen, maar die op dit
moment ook echt risico lopen in het verkeer. Ik zou het heel mooi vinden
als de minister daarop een extra stap zou willen zetten.
Dank.
De voorzitter:
Dat wordt ten zeerste gewaardeerd. Dan de heer Stoffer van de
Staatkundig Gereformeerde Partij.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat de pakkans voor rijden onder invloed van alcohol en drugs
omhoog moet, in ieder geval in de beleving van mensen;
verzoekt de regering in overleg met de politie zich ervoor in te spannen
dat het aantal gecontroleerde automobilisten significant omhooggaat,
zowel voor rijden onder invloed van alcohol als van drugs;
verzoekt de regering de Kamer jaarlijks te informeren over het aantal
controles op rijden onder invloed, het aantal gecontroleerde
automobilisten, het aantal staandehoudingen en processen-verbaal, en de
wijze waarop invulling wordt gegeven aan de risicogestuurde
aanpak,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer, Vedder, Olger van Dijk
en Grinwis.
Zij krijgt nr. 1164 (29398).
De heer Stoffer (SGP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de heer Heutink van de fractie van de Partij
voor de Vrijheid.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Ik heb geen moties meegebracht, maar ik wil, mede naar
aanleiding van het commissiedebat, wel benadrukken dat wij hier vandaag
willen laten zien dat we geen genade tonen voor verkeershufters, en dat
je daar in dit land niet langer straffeloos mee wegkomt.
Voorzitter. Er zijn voorbeelden te over van dronken automobilisten die
na drie dagen weer op straat staan, of helemaal niet vast komen te
zitten. Te vaak worden nabestaanden geconfronteerd met daders die
doodleuk naar het buitenland vluchten of binnen no time weer op de weg
zitten, omdat iemand doodrijden onder invloed niet eens altijd als
roekeloosheid wordt bestempeld, laat staan opzet. Als je met alcohol of
drugs achter het stuur stapt en vervolgens iemand doodrijdt, dan is er
wat ons betreft gewoon sprake van opzet. Dan zou er dus primair doodslag
geëist moeten worden. Dan zou roekeloosheid niet eens bewezen hoeven te
worden. Wij kunnen ons niet anders voorstellen dan dat de minister met
minder geen genoegen neemt. Wij verwachten dan ook vandaag van de
minister dat hij zich keihard uitspreekt, dat hij tegen al die
verkeershufters zegt: u zit dik in de problemen, u wordt gepakt en u
wordt gestraft.
Voorzitter. Voor de PVV is de tijd van wegkijken voorbij. We mogen toch
echt hopen dat de minister dit met ons deelt.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer El Abassi van DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Terwijl de vorige spreker het heeft over
verkeershufters, zijn er veel meer mensen die beboet worden dan alleen
verkeershufters, namelijk dakloze mensen die het gewoon niet kunnen
betalen. Vandaar dat ik hier een drietal moties heb.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er jaarlijks honderden boetes worden uitgeschreven aan
daklozen voor "wildkamperen" en bedelen;
overwegende dat dakloosheid een sociaal probleem is en niet een
overtreding die met boetes bestraft moet worden;
verzoekt de regering om een einde te maken aan het beboeten van daklozen
voor overnachten in de openbare ruimte en bedelen, en in plaats daarvan
te investeren in structurele oplossingen voor dakloosheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1165 (29398).
De heer El Abassi (DENK):
Dan, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat …
De voorzitter:
Even over deze eerste motie. Die gaat over dakloosheid en het beboeten
van daklozen, maar ik heb niet het idee dat het veel te maken heeft met
het onderwerp.
De heer El Abassi (DENK):
Verkeersboetes uitdelen aan daklozen. Ik heb het in mijn bijdrage
meegenomen tijdens het debat. Het lijkt me heel nutteloos om voor die
groep verkeersboetes uit te schrijven.
De voorzitter:
Als u het heeft meegenomen in het debat, I rest my case. Gaat u
verder.
De heer El Abassi (DENK):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mensen met schulden geconfronteerd worden met
torenhoge verzekeringsboetes, die door verhogingen kunnen oplopen tot
boven de €1.000;
overwegende dat dit een vicieuze cirkel van schulden en boetes creëert
en mensen verder de armoede in duwt;
verzoekt de regering om het boetesysteem zodanig te herzien dat boetes
inkomensafhankelijk worden en dat mensen met problematische schulden een
alternatief krijgen voor geldboetes,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1166 (29398).
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat fietsers van 55 jaar en ouder een onevenredig groot
risico lopen op ernstige verkeersongelukken;
overwegende dat er te weinig specifieke maatregelen worden genomen om
deze kwetsbare groep beter te beschermen in het verkeer;
verzoekt de regering om een nationaal actieplan op te stellen voor de
veiligheid van oudere fietsers, met aandacht voor infrastructuur,
bewustwording en preventieve maatregelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.
Zij krijgt nr. 1167 (29398).
De heer El Abassi (DENK):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ten slotte de heer Pierik, BBB.
De heer Pierik (BBB):
Dank, voorzitter. Ik wil de collega's bedanken die al zo uitgebreid
aandacht hebben besteed aan misbruik van alcohol in het verkeer en
misbruik van opgevoerde fatbikes. Ik denk dat de minister hier nog een
vette, duidelijke taak heeft liggen. Ik ben ook benieuwd naar de
appreciatie door de minister van de moties hierover. Maar er zijn meer
problemen als het gaat om de veiligheid op de weg. Vandaar de volgende
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de verkeersveiligheid op de N36 en N50 nog steeds
onvoldoende is en dat er op deze wegen regelmatig ernstige en dodelijke
ongevallen plaatsvinden;
overwegende dat fysieke rijbaanscheiding en aanvullende
veiligheidsmaatregelen bewezen effectieve maatregelen zijn om het aantal
ongevallen te verminderen;
overwegende dat eerdere stappen tot verbetering van de
verkeersveiligheid op delen van deze wegen nog niet voldoende zijn voor
een structurele oplossing;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe en op welke manier op de gehele
N50 (Kampen-Ramspol) en de gehele N36 (Wierden-Ommen) de rijbanen
veiliger gemaakt kunnen worden, en hiervoor concrete plannen en ook een
tijdspad op te stellen;
verzoekt de regering de Kamer hierover uiterlijk in het tweede kwartaal
van 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Pierik.
Zij krijgt nr. 1168 (29398).
Dank u wel. Ik schors tien minuten. Ik ben in een goede bui, maar het volgende debat moet om 15.30 uur beginnen. Dus als de heren eruit zijn, en als ze eerder klaar zijn, kom graag terug. Dan hoop ik dat we om 15.30 uur aan het debat over vuurwerk kunnen beginnen. Ik schors.
De vergadering wordt van 15.16 uur tot 15.25 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen. Het woord is aan een minister. En aan welke minister? Aan
minister Madlener. Het woord is aan hem.
Minister Madlener:
Dank u wel, voorzitter. Ik ga snel van start met moties en een aantal
vragen. Daarna zal collega-minister Van Weel zijn moties
beoordelen.
De motie op stuk nr. 1161, van het lid Veltman, verzoekt de regering zo
snel mogelijk over te gaan tot invoering van het alcoholslot. We hebben
hier een goed debat over gevoerd. Wij, zowel ik als minister Van Weel,
zijn het eens dat een alcoholslot een goede toevoeging is aan ons
maatregelenpakket. We zijn dus voorstander van invoering. Zojuist is er
een onderzoek afgerond. De ambtelijke reactie daarop zullen wij beiden
snel naar de Kamer sturen. Daarmee kan ik deze motie oordeel Kamer
geven. De motie is ook ondersteuning van beleid, zou je kunnen
zeggen.
De voorzitter:
Prima.
Minister Madlener:
Dus dank daarvoor.
Dan de motie op stuk nr. 1162, over de fatbikes. Ook daar hebben we een
heel pittig en goed debat over gevoerd. Ik heb echt, zoals u heeft
gezien, mijn uiterste best gedaan om te onderzoeken of voor die fatbikes
een aparte categorie kan worden gemaakt. Het duidelijke oordeel van de
onderzoekers is dat het niet kan. We kunnen niet goed onderscheid maken
tussen een fatbike en een ander soort e-bike, omdat er gewoon ...
De voorzitter:
En dus?
Minister Madlener:
Daarom moet ik de motie ontraden. Ik geloof niet dat we de discussie
over moeten gaan doen, als ik de voorzitter goed begrijp.
De voorzitter:
Nee. Bovendien moeten we over drie minuten aan een ander debat
beginnen.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Toch voor de Handelingen. De hele portee van de motie is juist om op
zoek te gaan naar een categorie die breder is. Het onderzoeksrapport
ging alleen over fatbikes. Op basis daarvan is deze motie opgesteld en
wordt het voorstel gedaan voor zware e-bikes. Ik wil toch dat de
minister daar recht aan doet en in zijn duiding daar in ieder geval
eerlijk over is.
Minister Madlener:
Nou, ook hier hebben we het in het debat uitgebreid over gehad. Mijn
oordeel is dat het heel helder is dat ik dat onderscheid niet duidelijk
kan maken en dat dit in de handhaving dus op problemen zal stuiten.
Daarom blijf ik bij mijn oordeel "ontraden".
De voorzitter:
De heer Heutink, kort.
De heer Heutink (PVV):
Als deze motie wordt aangenomen, gaat de minister dan op z'n minst nog
een poging wagen om toch te doen wat in die motie staat?
Minister Madlener:
Ik zie eigenlijk ... Eigenlijk is het antwoord daarop nee. Ik heb echt
mijn uiterste best gedaan om te onderzoeken op welke manier een
onderscheid te maken is. Ik heb ook gekeken naar gewicht en naar koppel.
Mijn conclusie is dat zo'n onderscheid niet zinvol is, dat het in de
handhaving op grote problemen stuit en dat ik daarom kies voor meer
handhaving ten aanzien van gedrag en het opvoeren van die fietsen in
plaats voor een aparte categorie.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Deze bruuskering van de Kamer hadden we vorige week niet. Toen zag ik
een lichtpuntje. Toen hield de minister het nadrukkelijk open als de
Kamer daar een uitspraak over zou doen. Zo kennen we deze minister ook.
Ik weet eigenlijk niet wat ik moet zeggen. Ik wil de minister vragen om
dit te herroepen. Zoals hij zelf altijd zegt, zit hij hier voor deze
Kamer en luistert hij naar deze Kamer. Dan is het toch heel gek om op
voorhand, nog voordat deze Kamer erover gestemd heeft, deze positie in
te nemen? Dus een dringend verzoek aan deze minister om dit te hernemen
en, als de motie wordt aangenomen, in ieder geval te kijken hoe hij daar
recht aan kan doen.
Minister Madlener:
We zijn het eens dat als er een motie wordt aangenomen, ik mijn best doe
om die uit te voeren. In die zin kan ik er nog een keer naar kijken.
Maar ik verwacht niet dat het tot resultaat leidt. Daar wil ik ook
eerlijk in zijn, want anders zitten we elkaar hier bezig te houden met
allerlei schijngevechten, en dat moeten we ook niet hebben. Ik zie er
niets in; ik ontraad deze motie. Mocht de Kamer toch zeggen "ga er nog
eens naar kijken", oké, dan zal ik er wat tijd aan besteden. Maar
verwacht daar niet te veel van.
Mevrouw Veltman (VVD):
Ik ben blij dat de minister nu zegt: als de Kamer in meerderheid besluit
om dit aan mij te vragen, dan ga ik ernaar kijken. Ik wil met klem aan
de minister vragen of hij de bijzin "maar verwacht daar niet te veel
van" alstublieft wil weglaten en eerst onbevangen dit onderzoek
doet.
Minister Madlener:
Laten we elkaar ook niet voor de gek houden. Ik héb uitgebreid
onderzocht, op al die aspecten: is het zinvol om zo'n onderscheid te
maken? Mijn conclusie is nee. De Kamer kan mij dan vragen er nog een
keer naar te kijken, maar mijn conclusie blijft nee. Ik ontraad de motie
dus. Ik zal er tijd voor vrijmaken als de Kamer mij daartoe dwingt. Ben
ik er blij mee? Nee. Vind ik het zinvol? Nee. Nou ja, de Kamer is nu de
baas. Ik laat het in uw handen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1163.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 1163 is een motie van het lid Grinwis en gaat over
een algeheel opvoerverbod voor elektrische fietsen. Ja. Het gebruik van
opgevoerde tweewielers is dus al verboden. Dat moeten we handhaven. Dat
moet beter gehandhaafd worden. Daar zal mijn collega straks ook nog op
ingaan. Het verbieden van het bezit van materialen of software, ook in
de privésfeer, lijkt mij veel te ver gaan. Dat gaat ook echt in tegen
het eigendomsrecht. Deze motie moet ik dus ook ontraden.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1167. De moties die ik nu oversla,
worden door minister Van Weel beantwoord. De motie op stuk nr. 1167 is
van het lid El Abassi en verzoekt de regering om een nationaal actieplan
op te stellen voor de veiligheid van oudere fietsers. Ik werk momenteel
aan een meerjarenplan fietsveiligheid. Dat is een plan voor alle
fietsers. Daarmee kom ik voor de zomer naar de Kamer. Oudere fietsers
hebben daarin natuurlijk ook genoeg aandacht.
De voorzitter:
En dus?
Minister Madlener:
En dus is die ontraden, denk ik. Even kijken. Ja, die is ontraden.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 1168.
Minister Madlener:
De motie op stuk nr. 1168 is van het lid Pierik en gaat over de N36 en
de N50. De motie vraagt hoe we die veiliger kunnen maken. Daar zijn we
natuurlijk druk mee bezig. Beschikbaar budget … Even zien, hoor. Als de
motie uitgaat van meer geld, moet ik 'm ontraden. Als de motie uitgaat
van binnen de beschikbare middelen naar andere oplossingen kijken, kan
ik 'm oordeel Kamer geven. Ik zie de heer Pierik knikken van ja, zeg ik
voor de Handelingen, dus die geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ja. Dank u wel.
Minister Madlener:
Dan heb ik nog vier vragen. Die zal ik ook zo snel mogelijk
beantwoorden. Het lid Veltman vraagt of ik voor half april een brief
naar de Kamer kan sturen over de verzorgingsplaatsen. Ja, dat doe
ik.
Het lid Vedder vraagt: is de minister van plan om de fatbike te
onthooligannen? Ja, dat is inderdaad de bedoeling. Er is een groot
probleem bij sommige jongeren op fatbikes. Ook in de handhaving kunnen
we veel meer doen. Ik studeer met collega Van Weel op een betere
handhaving, wellicht ook meer door boa's. Daar zult u dus meer over
horen. Ook bij de verkoop van deze fietsen kijken we of de fietsen wel
voldoen aan de Europese eisen. Het CE-keurmerk is daar eigenlijk voor
bedoeld en moet ook beter gehandhaafd worden. Daar werk ik ook aan. En
vervolgens heb ik ook nog een campagne die jongeren, maar ook ouders,
waarschuwt voor deze fatbikecategorie: gedraag je op die dingen; het is
levensgevaarlijk.
Ik ga naar de vraag van het lid De Hoop over meer aandacht voor 50 naar
30 bij de investeringsimpuls. Ik heb goed geluisterd naar de inbreng van
de medeoverheden naar aanleiding van de tweede tranche van de
investeringsimpuls. We hebben de zogenaamde GOW30 opgenomen in de
menukaart van maatregelen die voor de derde tranche aangevraagd kunnen
worden. Het zijn de wegbeheerders zelf die aan zet zijn. Zij kunnen
maatregelen aanvragen voor medefinanciering. Er is nog 236 miljoen
beschikbaar, dus alle gemeenten en wegbeheerders die dat willen, kunnen
een aanvraag hiertoe indienen en daartoe roep ik hen ook op.
Dan heb ik als laatste nog een vraag van het lid De Hoop over
structureel meer geld voor fietsinfrastructuur. Die 236 miljoen is
hiervoor beschikbaar. Het is aan de wegbeheerders om te bepalen welke
maatregelen zij willen uitvoeren. Dat is het antwoord op de vraag.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
De minister beantwoordde een deel van mijn vraag, maar ook een deel niet
helemaal. Het ging om de vraag of de minister op het moment dat er
aanvragen zijn voor 50 naar 30, daar prioriteit aan kan geven. Uit
onderzoek blijkt namelijk dat het heel veel voorkomt qua dodelijke
ongelukken et cetera. Dus als het aanbod van die weginrichting er komt,
kan hij dan binnen dat budget prioriteit geven aan dit soort
maatregelen?
Minister Madlener:
Het is een open regeling, dus ik hoef er geen prioriteit aan te geven.
Er is nog 236 miljoen beschikbaar. Ik denk dat het goed is als we het
een open regeling houden en het aan de wegbeheerder zelf laten om te
beoordelen of dat naar 30 moet gaan of naar andere
veiligheidsbevorderende maatregelen.
De voorzitter:
Prima. Dan geef ik graag het woord aan de minister van Justitie.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik zal mij omwille van de tijd beperken tot het
appreciëren van de moties. Ik begin bij de motie op stuk nr. 1164 van de
heer Stoffer van de SGP. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven als ik 'm
zodanig mag uitvoeren dat ik niet de taken overneem van het lokaal gezag
waar het gaat om de politie-inzet, maar het wel onder de aandacht breng
in mijn overleg met het gezag, namelijk het Landelijk Overleg Veiligheid
en Politie, en ik bekijk welke cijfers ik aan de Kamer kan doen
toekomen.
De voorzitter:
De heer Stoffer bevestigt dat.
Dan even over de motie op stuk nr. 1165. Ik was een beetje overdonderd
net. De motie is al ingediend, dus ik kan 'm er niet meer uithalen, maar
deze is echt buiten de orde. De motie gaat nu over boetes voor daklozen
in z'n algemeenheid. Dat heeft niets te maken met verkeersboetes. Ik heb
er nog even naar gekeken, maar goed, deze motie komt gewoon in stemming.
Ik hoor dus graag een oordeel van de minister.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1165 ontraad ik. Er is geen vrijbrief voor daklozen
om zich verkeersgevaarlijk te gedragen, dus waar het gaat om
verkeersboetes zullen die gewoon worden uitgedeeld op het moment dat die
op hun plek zijn. Als iemand zijn boetes niet kan betalen of
problematische schulden heeft, kan diegene zich melden bij het CJIB voor
een betalingsregeling of een noodstopprocedure. Ook daaraan voegt deze
motie verder niets toe.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 1166.
Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 1166 gaat over het inkomensafhankelijk maken van
boetes. Ook die motie ontraad ik. Het is niet de eerste keer dat een
motie met die strekking wordt ontraden. Zo zit ons systeem niet in
elkaar. Iedere Nederlander krijgt voor hetzelfde delict dezelfde boete.
Bovendien zouden we dan ook het hele systeem van verkeersboetes moeten
veranderen, want in één keer maakt het dan uit wie er achter het stuur
zit, terwijl wij bekeuren op kenteken. Dus ook deze motie ontraad
ik.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit debat. De dinsdag … De heer Heutink. Ja, als u
wilt interrumperen, moet u echt bij de interruptiemicrofoon gaan
staan.
De heer Heutink (PVV):
Ik had eigenlijk nog gehoopt dat de minister van Justitie en Veiligheid
de moeite zou nemen om in ieder geval te antwoorden op het betoog dat ik
zojuist namens de PVV heb gehouden, maar hij neemt niet eens de moeite.
Ik zou toch graag van de minister willen weten wat hij gaat doen of dat
hij in ieder geval kan reflecteren op het betoog dat ik zojuist heb
gehouden.
Minister Van Weel:
Ik had daar geen specifieke vragen in gehoord. Natuurlijk moeten
verkeershufters worden aangepakt. Daar zijn onze wetten ook op
ingericht. Daar ziet de politie ook op toe in de opsporing en het OM in
de vervolging. Uiteindelijk kan ik verder niets zeggen over individuele
uitspraken, die in het debat veelvuldig aan de orde kwamen.
De voorzitter:
Afrondend, kort.
De heer Heutink (PVV):
Dus ik begrijp goed uit de beantwoording van de minister dat hij dus
niet de mening deelt dat de straffen voor mensen onder invloed van
alcohol of drugs harder moeten en fors omhoog moeten. Dat begrijp ik dus
goed van de minister, klopt dat?
Minister Van Weel:
Er worden mij woorden in de mond gelegd. Ik ga niet het hele debat hier
overdoen; dat kunnen de mensen thuis nalezen als zij dat willen. Mensen
moeten streng gestraft worden op het moment dat ze door roekeloos gedrag
door drugsgebruik, door alcoholgebruik dodelijke ongevallen veroorzaken.
Daartoe hebben wij een goed systeem in dit land. Ik laat me dus niet
uitlokken tot verdere uitspraken.
De voorzitter:
Prima. Tot zover dit debat. Dank aan de beide ministers. Fijn dat u bij
ons was.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We stemmen de dinsdag na het reces over de moties. Ik schors een enkel
ogenblik en dan gaan we praten over vuurwerk.
De vergadering wordt van 15.39 uur tot 15.45 uur geschorst.