[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit (CD 6/2) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D07217, datum: 2025-02-19, bijgewerkt: 2025-02-20 09:41, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Voorzitter: Kamminga

Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit

Aan de orde is het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit (CD d.d. 06/02).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Criminaliteitsbestrijding, ondermijning en georganiseerde criminaliteit, naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 6 februari jongstleden. We hebben — ik moet even goed kijken — zes sprekers van de zijde van de Kamer. We hebben nog een lange avond voor de boeg. Ik weet dat het niet aan u ligt dat we iets later zijn begonnen. Desalniettemin wil ik toch proberen deze avond niet te laat te eindigen. Ik ga u dus vragen, ook omdat het commissiedebat zeer recent is geweest, om u in uw inbreng te focussen op wat daar gewisseld is, de resterende vragen en eventueel moties, en niet het hele debat opnieuw te doen. Daar zal ik ook bij de interrupties streng op toezien. Dat gezegd hebbende nodig ik meteen de eerste spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is in dit geval mevrouw Mutluer namens GroenLinks-PvdA. Ik heet u natuurlijk allemaal van harte welkom, de minister en zeker ook een mooie, volle tribune. Welkom allemaal en iedereen die dit elders bekijkt. Mevrouw Mutluer.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens het debat over ondermijning en criminaliteitsbestrijding hebben we het nadrukkelijk gehad over criminele bedrijven. Daar heb ik twee moties over gemaakt. De eerste luidt als volgt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van belang is om criminele bedrijven te frustreren in hun activiteiten;

van mening dat de Kamer van Koophandel daar een stevigere rol in kan vervullen;

verzoekt de regering in overleg met de Kamer van Koophandel te onderzoeken welke juridische, wettelijke en uitvoeringstechnische mogelijkheden en onmogelijkheden er zijn om:

  • de bevoegdheden van de Kamer van Koophandel uit te breiden bij het weigeren van inschrijvingen van dubieuze bedrijven, waarbij zeer zorgvuldig wordt afgewogen hoe artikel 5, lid 3, van het Handelsregisterbesluit kan worden versterkt;

  • de regels rondom het deponeren van jaarrekeningen aan te scherpen en aanvullende handhavingsinstrumenten in te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 457 (29911).

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dan de motie die als volgt luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat criminele bedrijven via een inschrijving in het Handelsregister proberen hun activiteiten een schijn van legaliteit te geven;

van mening dat de Kamer van Koophandel een sterkere rol als poortwachter tegen criminele bedrijven moet krijgen;

verzoekt de regering te onderzoeken of het verplicht stellen van een verklaring omtrent het gedrag bij een inschrijving in het Handelsregister effectief kan zijn bij het weren van criminele ondernemers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 458 (29911).

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Een dergelijk voorstel hadden we ook al gedaan wat betreft vastgoedfraude of hypotheekfraude. Ik ben heel erg benieuwd hoe de minister daarnaar kijkt.

Ik heb in het debat ook iets gezegd over jongeren. Daar heb ik ook een motie over.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat een op de zeven jongeren wordt benaderd door criminelen voor criminele klussen;

overwegende dat met het programma Preventie met Gezag middelen beschikbaar zijn gesteld om jongeren te behoeden voor criminaliteit, maar dat de aanpak nog niet overal voldoende effectief is;

overwegende dat jongerenwerkers een cruciale rol kunnen spelen in het vergroten van de weerbaarheid van jongeren;

constaterende dat de aanwezigheid van jongerenwerkers op scholen, zowel fysiek als online, een preventieve werking zou kunnen hebben;

verzoekt de regering om samen met de VNG na te gaan wat nodig is om zowel bij Preventie met Gezag-gemeenten als bij die gemeenten die niet onder het programma vallen, gemeenten en (risicovolle) scholen in staat te stellen jongerenwerkers zo effectief mogelijk in te zetten, zowel fysiek als online, om jongeren te begeleiden en te beschermen tegen criminele invloeden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 459 (29911).

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Het liefst zou ik het verplicht willen stellen, maar dit is een tussenstap.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Mutluer, voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord nu aan mevrouw Wijen-Nass, die al naar voren aan het komen is. Die doet dat uiteraard namens de BBB.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Eén motie van mijn kant.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het buitengebied in Nederland moeilijker te beveiligen is dan dichtbevolkte dan wel Randstedelijke gebieden;

overwegende dat het buitengebied in Nederland steeds verder onder druk komt te staan door de toename van criminele activiteiten;

overwegende dat het gebruik van drones de politie en boa's kan helpen ten behoeve van de beveiliging van het buitengebied;

verzoekt de regering actief bij te dragen en te sturen op het gebruik van drones in het buitengebied wanneer opsporingsdiensten hiermee gebaat zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.

Zij krijgt nr. 460 (29911).

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel. Dat was het.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Wijen-Nass, voor uw inbreng namens de BBB. Dan geef ik nu het woord aan de heer Boswijk namens het CDA.

De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vliegvelden logistieke knooppunten zijn, die criminelen misbruiken voor illegale praktijken zoals drugssmokkel en mensenhandel;

constaterende dat het Team Ondermijning Luchthaven een nuttig en lokaal initiatief is op Eindhoven Airport, met als doel het opsporen van georganiseerde criminaliteit door informatie te verzamelen en te delen met bijvoorbeeld de KMar;

overwegende dat samenwerken en informatie delen op het gebied van georganiseerde criminaliteit essentieel is om luchthavens weerbaarder te maken en houden en te beschermen tegen de georganiseerde misdaad;

verzoekt de regering om op Nederlandse burgerluchthavens een Team Ondermijning Luchthaven in te stellen en daarbij gebruik te maken van de ervaringen op Eindhoven Airport;

verzoekt de regering om te onderzoeken welke middelen de burgerluchthavens op dit moment hebben om criminaliteit zoals drugssmokkel en mensenhandel effectief op te sporen, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Boswijk.

Zij krijgt nr. 461 (29911).

Dank u wel voor uw inbreng namens het CDA. Dan is het woord nu aan mevrouw Bikker namens de ChristenUnie.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik ga meteen over tot de motie die ik heb.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per juli 2027 nieuwe Europese regelgeving notarissen de mogelijkheid biedt gezamenlijk gegevens te delen;

overwegende dat het wenselijk en urgent is om vooruitlopend op de nationale implementatie al afspraken te maken met deze sectorpartijen over de invulling van de belangrijke poortwachtersrol;

verzoekt de regering om in aanloop naar de wetgeving in 2027 in overleg met notarissen en andere relevante partijen tijdig afspraken te maken over de praktische uitvoering van deze richtlijn, en in de halfjaarberichten de Kamer te informeren over de voortgang van deze afspraken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bikker en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 462 (29911).

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
De motie staat in het teken van de hypotheekfraude en andere vastgoedfraude waar we het over hadden in het debat.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker, voor uw inbreng namens de ChristenUnie. Dan is het woord nu aan de heer Van Nispen namens de SP.

De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst: ook ik waardeer het zeer dat er zo veel mensen op de publieke tribune zitten. Ik vermoed zomaar dat ze er zijn voor het volgende debat, maar daar mag ik niets zeggen, dus dan heb ik dat toch alvast maar gezegd.

Voorzitter. Vrijwel alle misdaad, alle georganiseerde criminaliteit draait om geld, dus wat ons betreft moet de opsporing ook veel meer om geld gaan draaien. Dat geldt ook voor de debatten die we erover hebben. Daarom ligt vanuit de SP altijd sterk de nadruk daarop. Dan gaat het bijvoorbeeld over het meer en vaker afpakken van misdaadgeld van criminelen, maar ook het beperken van de mogelijkheden om crimineel geld weg te sluizen. We hebben in Nederland een heel fijn vestigingsklimaat voor de grote bedrijven, maar daar maken natuurlijk ook heel veel criminelen misbruik van met bedrijfsmatige structuren. Wij kregen vlak voor het debat een hele goede brief van de vier grote gemeentes, en die van Breda, die hem mede ondertekend had, met goede voorstellen over de Kamer van Koophandel — daar worden meerdere moties over ingediend die ik mede ondersteun — over de rol van notarissen, waarvan de minister gezegd heeft er nog op terug komen, maar bijvoorbeeld ook over die brievenbusmaatschappijen, die domicilieverleners met honderden bedrijven op één adresje die geen ander doel dienen dan het verhullen van crimineel handelen.

Daar komt de minister allemaal nog op terug, maar ik heb één hele concrete vraag, over het centraal aandeelhoudersregister. De minister sprak daar best mooie woorden over. Ook dat was onderdeel van de brief van de G4 plus Breda. De minister zei: dat is toch wel interessant, maar er ligt nog een initiatiefwet van GroenLinks-PvdA en de SP. Dat is zo, maar nu is mijn vraag aan de minister: vindt hij dat inhoudelijk een interessant voorstel en denkt hij dat het toegevoegde waarde heeft? Zou het dan niet op de een of andere manier ergens in te passen zijn in het wetgevingsprogramma van de minister? Misschien overval ik hem daarmee. Het is een open vraag, maar ik hoop dat ik hem daarmee aan het denken kan zetten.

Ik dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Nispen, voor uw inbreng namens de SP. We zijn aanbeland bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval mevrouw Michon-Derkzen namens de VVD.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Voorzitter. Ik heb één motie. Die ziet ook op de aanpak van financieel-economische criminaliteit. Voorgaande sprekers hebben aangegeven hoe dat zo komt en ik hoop dat we daar ook mee doorgaan. Toen mevrouw Mutluer haar motie uitsprak, dacht ik: er zit overeenkomst tussen. Dat gaan we zo dus even naast elkaar leggen, maar ik hoor graag de minister erover.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel criminelen stromannen of katvangers gebruiken bij het opzetten van malafide ondernemingen;

overwegende dat naast strafrechtelijke handhaving ook bestuursrechtelijke handhaving noodzakelijk is om georganiseerde criminaliteit te bestrijden;

overwegende dat een duaal handhavingsstelsel al mogelijk is in het kader van het UBO-register;

verzoekt de regering voor de zomer te komen met een nadere inhoudelijke reactie op het voorstel collectieve handhaving van de verplichtingen in de Handelsregisterwet via het bestuursrecht mogelijk te maken;

verzoekt de regering tevens mogelijkheden te onderzoeken om ruimte te geven aan de Kamer van Koophandel om bij twijfel een inschrijving in het Handelsregister voor nader onderzoek aan te houden en zo nodig te weigeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Michon-Derkzen en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 463 (29911).

Dank u wel, mevrouw Michon-Derkzen, voor uw inbreng namens de VVD. De minister heeft aangegeven dat hij eigenlijk meteen door kan, maar ik zou hem willen vragen om nog heel even te wachten. Ik vind het altijd wel zo netjes dat ook de Kamerleden alle moties hebben, want dan kunnen we goed meekijken en meeschrijven met de appreciaties. Ik schors voor een enkel moment, zodat de bodes de tijd hebben om de moties rond te delen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Terwijl de moties worden uitgedeeld, heropen ik de vergadering. Ik kijk heel even rond. Heeft iedereen een setje? Volgens mij wel. Ja. Dan geef ik de minister het woord voor de appreciatie van de moties. Volgens mij was er ook nog een enkele vraag.

Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik begin inderdaad met dé enkele vraag, van de heer Van Nispen, over het centraal aandeelhoudersregister en de suggestie die werd gedaan. Ik heb inderdaad in het commissiedebat verwezen naar een initiatiefwet die er lag. Ik had niet verwacht de bal zo snel weer teruggekaatst te krijgen van de heer Van Nispen. Hij vraagt mij om te kijken of ik me daarin kan vinden, of ik dat tot me zou kunnen nemen en dat zou kunnen verwerken ergens in wetgeving. Dat eerste ga ik doen. Dus ik ga ernaar kijken, naar de appreciatie van die initiatiefwet en wat ik daar verder mee zou kunnen doen. Dat neem ik dan mee in de eerstvolgende halfjaarbrief, om te kijken hoe we dat verder kunnen nemen.

De voorzitter:
Ik zie de heer Van Nispen instemmend knikken, dus dank daarvoor.

Minister Van Weel:
Dan kom ik nu bij de moties. Ik begin bij de motie op stuk nr. 457 van mevrouw Mutluer. Als ik de motie zo mag interpreteren dat u mij verzoekt om dit dringend aan te kaarten bij de collega van Economische Zaken — daar ligt dit primair — dan geef ik haar oordeel Kamer.

De voorzitter:
Ik zie mevrouw Mutluer knikken, dus dan noteren we "oordeel Kamer" bij de motie op stuk nr. 457.

Minister Van Weel:
De tweede motie, de motie op stuk nr. 458, van mevrouw Mutluer over vog en Handelsregister geef ik ook oordeel Kamer.

De voorzitter:
Oordeel Kamer.

Minister Van Weel:
Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 459 over verplicht jongerenwerk.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 459: oordeel Kamer.

Minister Van Weel:
De motie van mevrouw Wijen-Nass op stuk nr. 460 over drones in het buitengebied moet ik ontraden. De redenen daarvoor zijn de volgende. Ik ben erg voor de inzet van technische middelen. Ik zie ook dat daarin zeker een toegevoegde waarde ligt, daar waar het gaat om surveillance. Voor ANPR-camera's is dat nu al het geval. Die zet de politie al meer in in het buitengebied en die geven heel veel informatie. Voor drones is op dit moment de beperking in de luchtvaartwetgeving dat die niet buiten het zicht van een operator mogen vliegen en voor dit soort taken, zoals surveillance, is dat iets wat je wel zou willen. Daar zitten we achteraan. Het is wel zo dat elke politie-eenheid een drone-unit heeft en die kan inzetten op het moment dat ze denken dat het toegevoegde waarde heeft, maar dat is aan de politie zelf. Ik vermoed dat we ergens in de toekomst nog wel te spreken zullen komen over hoe we dat verder kunnen uitbreiden.

De voorzitter:
Maar voor nu wordt de motie op stuk nr. 460 ontraden.

Minister Van Weel:
Dan de motie op stuk nr. 461 van de heer Boswijk. Deze motie is overbodig. Op de luchthavens waar signalen van ondermijning zijn — hij noemde het voorbeeld van Eindhoven Airport — wordt in verschillende samenstellingen samengewerkt door de diensten. Ik wil het vooral niet in één keurslijf dwingen, want elke luchthaven is anders. De ene luchthaven heeft meer vracht en daar heb je dus meer Douane nodig. De andere luchthaven is meer gericht op partydrugs en daar zul je dus meer de marechaussee nodig hebben en andere middelen. Ik wil dus niet gaan voorschrijven hoe elke luchthaven dat moet doen, maar wel faciliteren dat daar discussie over mogelijk is en dat er onderzoeken plaatvinden. Die onderzoeken gebeuren al, ook op kleinere luchthavens. Ik noem het onderzoek Je ziet ze (niet) vliegen naar ondermijning op en rondom kleine vliegvelden in Nederland. Daarmee denk ik dat we een dekkend netwerk hebben en daarom krijgt de motie het oordeel "overbodig".

De voorzitter:
We noteren bij de motie op stuk nr. 461 "overbodig". De motie op stuk nr. 462.

Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 462 van mevrouw Bikker over het notariaat laat ik oordeel Kamer. Ik kan u vertellen — dat zeg ik ook ten aanzien van de motie op stuk nr. 463, die ik ook oordeel Kamer geef, en samenhangend met de motie Mutluer — dat ik in overleg ben met de minister van Financiën om een impuls te geven aan opsporing van witwassen en tegelijkertijd ook een antwoord te geven aan uw commissie voor Financiën, die wil dat we de overbodige regeldruk op banken verminderen. Dus vanuit twee kanten: hoe verbeteren we de opsporing en hoe maken we tegelijkertijd het leven dragelijker voor de financiële instellingen? Dat wordt onze gezamenlijke speerpunt voor de komende maanden en waarschijnlijk jaren, want dit is natuurlijk nooit af. Daar passen al deze moties in. Vandaar dat ik ze oordeel Kamer kan geven.

De voorzitter:
Dan noteren we bij de motie op stuk nr. 462 "oordeel Kamer" en bij de motie op stuk nr. 463 ook "oordeel Kamer".

Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank de minister voor de appreciatie en de beantwoording van de vraag. Ik dank de leden voor hun aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors voor een enkel moment, zodat we snel door kunnen met het initiatiefwetsvoorstel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.