Schijnzelfstandigheid bij de UHT
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D07389, datum: 2025-02-20, bijgewerkt: 2025-02-20 13:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: W.P.J. van Eijk, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van zaak 2025Z03253:
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Gericht aan: S.T.P.H. Palmen, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.P.J. van Eijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
2025Z03253
(ingezonden 20 februari 2025)
Vragen van de leden Aartsen en Van Eijk (beiden VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretarissen van Financiën over schijnzelfstandigheid bij de UHT
Â
Klopt het dat Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) heeft besloten om per 1 april 2025 niet meer met zelfstandigen te werken voor het herstel toeslagen? Zo ja, wanneer is dat besluit genomen en waarom is de Kamer daar nog niet over geĂŻnformeerd?
â Klopt het dat UHT het eerdere aanbod om de boetes te betalen voor mantelpartijen die UHT voorzien van zelfstandigen heeft ingetrokken? Zo ja, waarom is dat besloten en op basis van welke argumenten? Waren die argumenten niet beschikbaar op het moment dat UHT besloot om de boetes wel te betalen en op het moment dat de Kamer hier schriftelijke vragen over stelde? Waarom is de Kamer hier niet over geĂŻnformeerd?
Kan alle communicatie met de âbrokersâ die bemiddelen tussen zelfstandigen en de Dienst Toeslagen hieromtrent openbaar gemaakt worden? Kunnen interne documenten waaruit dit besluit is voortgevloeid openbaar gemaakt worden?
â Om hoeveel zelfstandigen (en welk percentage) gaat het bij de afhandeling van de toeslagenaffaire? Wat zijn de voorziene gevolgen voor de afhandeling van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag?
â Erkent het kabinet de uitspraak van de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest dat er 9 gezichtspunten (geen criteria) zijn die ĂĄlle 9 gelijkwaardig zijn Ă©n in samenhang holistisch gewogen dienen te worden? 1) Zo ja, erkent het kabinet dan ook dat een gezichtspunt zoals âgezagâ even zwaar weegt als het gezichtspunt âextern ondernemerschapâ? Zo nee, waarom niet?
Hoe verhoudt het besluit van de UHT om niet meer met zelfstandigen te werken zich tot uw antwoorden op Kamervragen 2) waarin het kabinet stelde dat âde hersteloperatie kinderopvangtoeslag een tijdelijke organisatie is [âŠ] Het is daarom niet vreemd dat bij de hersteloperatie veel externe ingehuurde krachten werkenâ? In die antwoorden verwees het kabinet naar de zelfstandigen zonder personeel (zzpâers) als 'potentieel schijnzelfstandigen', is het kabinet van mening veranderd en vindt het kabinet nu dat de tijdelijk ingehuurde zzpâers per definitie allemaal schijnzelfstandigen zijn?
Wordt er bij het wegen van de overeenkomst tussen iedere werkzame zelfstandige en het UHT aan de hand van de Deliveroo-gezichtspunten holistisch gewogen of er sprake is van zelfstandigheid of werknemerschap? Zo niet, waarom dit generieke besluit?
Klopt het dat UHT op functieniveau categorisch en niet op arbeidsrelatieniveau besluit of een functie wel of niet schijnzelfstandigheid is? Zo ja, kan het kabinet uitleggen wat daar holistisch aan is en hoe er dan rekening gehouden kan worden met het extern ondernemerschap van een zelfstandige? Hoe verhoudt deze houding zich met de gedane uitspraak door de rechter in Rotterdam? 3)
Hebben zelfstandigen of brokers de gelegenheid om het besluit van de UHT bij de rechter aan te vechten? Zijn er al zelfstandigen of brokers naar de rechter gestapt?
â Is het kabinet het ermee eens dat het een aantasting van de rechtszekerheid is om als handhavende of toepassende partij vooruit te lopen op nog niet aangenomen wetgeving zoals de concept-wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden of nog niet door een rechter bestendigde opvattingen van de advocaat generaal De Bock? 4) Zo nee, waarom niet?
Waarom kiest UHT ervoor om de jurisprudentie strenger te interpreteren dan vereist? Welke gevolgen heeft dit op de afhandeling van de kinderopvangtoeslagaffaire?
Kunt u deze vragen apart van elkaar beantwoorden voor het commissiedebat Zzp van 12 maart aanstaande?
Â
Â
1) Hoge Raad, 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:443, (https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2023:443).
2) Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2024-2025, nr. 1017.Â
3) Rechtbank Rotterdam, 20 december 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:13328, (https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBROT:2024:13328).
4) Parket bij de Hoge Raad, 30 september 2024, ECLI:NL:PHR:2024:996, (https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:PHR:2024:996).