Tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (CD 11/2) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D07591, datum: 2025-02-20, bijgewerkt: 2025-02-21 10:08, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-02-20 14:50: Tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) (CD 11/2) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Aan de orde is het tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit (NVWA) (CD d.d. 11/02).
De voorzitter:
We gaan met dezelfde bewindspersonen door met het volgende
tweeminutendebat. Daarna komt het stikstofdebat, dat veel langer gaat
duren. Maar dit duurt hopelijk kort. Het is het tweeminutendebat
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, aangevraagd door de heer Flach.
Hij gaat ook als eerste spreken en hij doet dat namens de
SGP-fractie.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter. Ik begin met twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij importcontroles van voedselproducten alleen het
Nationaal Referentie Laboratorium Wageningen Food Safety Research
geaccrediteerd is voor het uitvoeren van de vereiste residu-analyses en
andere testen, terwijl de Europese regelgeving ruimte biedt om ook
private laboratoria hiervoor te accrediteren en in te schakelen;
overwegende dat het betrokken Belgische agentschap wel tientallen
private laboratoria, waaronder zelfs Nederlandse laboratoria, voor
genoemde testen geaccrediteerd heeft;
overwegende dat de tarieven van private laboratoria voor de verplichte
testen substantieel lager liggen dan de tarieven van Wageningen Food
Safety Research;
van mening dat zo veel mogelijk voorkomen moet worden dat door een
ongelijk speelveld handelsstromen van voedselproducten verlegd worden
naar de haven van Antwerpen en andere Europese havens;
verzoekt de regering private laboratoria die voldoen aan de
kwaliteitsstandaarden die behoren bij de genoemde Europese regelgeving
de mogelijkheid te geven zich te accrediteren voor de genoemde testen
bij de import van vers voedsel, en de Kamer hierover voor de zomer te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach, Van der Plas, Graus en
Van Campen.
Zij krijgt nr. 236 (33835).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij import van verse voedselproducten, zoals groente
en fruit, op meerdere locaties door drie instanties, Douane, NVWA en
KCB, controles en keuringen worden uitgevoerd;
overwegende dat de relatief lange doorlooptijd van deze importcontrole
risico's voor de versheid en houdbaarheid van deze aan bederf
onderhevige producten en onnodige voedselverspilling met zich
meebrengt;
verzoekt de regering zorg te dragen voor afspraken tussen bedrijfsleven
en toezichthouders over het zo veel mogelijk combineren van controles en
het verkorten van de doorlooptijd bij de import van verse
voedselproducten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach, Van der Plas, Graus,
Holman en Van Campen.
Zij krijgt nr. 237 (33835).
De heer Flach (SGP):
Tot slot heb ik nog de vraag aan de staatssecretaris of er een extra
efficiencyslag komt om ervoor te zorgen dat kostenstijgingen door het
onderbrengen van de KDS bij de NVWA niet op het bordje van bedrijven
belanden. Wil de staatssecretaris de Kamer informeren over de kritische
prestatie-indicatoren die in het meerjarenperspectief doelmatigheid
worden opgenomen?
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. We gaan luisteren naar mevrouw Van der Plas namens
de BBB-fractie.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste luidt als
volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veehouders in hun stallen investeren voor vijftien
jaar op basis van op dat moment geldende en bekende toekomstige wet- en
regelgeving;
spreekt uit dat het niet redelijk is om zonder dat sprake is geweest van
nieuwe wet- en regelgeving veehouders te confronteren met plotselinge
koerswijzigingen in de handhaving en het opleggen van nieuwe normen, die
sterk ingrijpen in de bedrijfsvoering en leiden tot
kapitaalvernietiging;
verzoekt de regering de handhavingspraktijk met betrekking tot
kraamboxen en andere gangbare en toegestane houderijvormen hiermee in
overeenstemming te brengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Flach.
Zij krijgt nr. 238 (33835).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de NVWA stelt dat aangevraagde keuringen in 98% tot
99% van de gevallen worden toegewezen, maar geen inzicht geeft in hoe
dat cijfer tot stand is gekomen;
overwegende dat zonder deze cijfers geen volledig beeld ontstaat;
overwegende dat onduidelijk is hoeveel slachterijen op dit moment
wachten op uitbreiding van hun keuringsuren;
verzoekt de regering de Kamer per maand uitgesplitste cijfers te
verstrekken over het aantal aangevraagde, toegewezen, afgezegde en
afgewezen keuringen in de afgelopen vijf jaar, alsmede inzicht te geven
in het aantal slachterijen dat wacht op uitbreiding van keuringsuren, de
duur van deze wachttijd, de reden van deze wachttijd en de verwachte
termijn voor toewijzing,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Holman.
Zij krijgt nr. 239 (33835).
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Holman. Hij houdt zijn inbreng
namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.
De heer Holman (NSC):
Voorzitter. We hebben een discussie gehad over open normen. Daarbij was
de constatering dat het wenselijk is dat de betrokken partijen in de
markt, dus slachterijen, boeren en restaurants, daarover mee kunnen
discussiëren. Daarvoor heb ik een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat open normen leiden tot onduidelijkheid voor werknemers
van de NVWA;
overwegende dat de relatie tussen slachterijen en de NVWA verre van
optimaal is;
overwegende dat open normen door medewerkers van LVVN nu zeer streng
kunnen worden ingevuld;
overwegende dat bij de discussie over de invulling van de open normen
enkel medewerkers van LVVN en NVWA betrokken zijn;
verzoekt de regering meer invulling te geven aan de open normen en hier
een overlegstructuur voor op te richten waarin de sector ook stevig
vertegenwoordigd is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Holman en Van der Plas.
Zij krijgt nr. 240 (33835).
De heer Holman (NSC):
Voorzitter. Nieuw Sociaal Contract was toch enigszins teleurgesteld over
het debat. Ik vroeg de staatssecretaris: welk cijfer geeft u? Het
antwoord was: een dikke voldoende. Ik had zelf de neiging om te zeggen
dat een zesje misschien net zou moeten kunnen, maar met de uitkomst van
het teleurstellende debat, geven wij als Nieuw Sociaal Contract gewoon
een dikke onvoldoende, hooguit een 5. Wat ons steekt, is dat de
antwoorden op het rapport van PwC zo optimistisch waren en dat niet
onderkend werd wat het probleem was. Ik heb daar een motie over.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er een zeer kritisch rapport ligt van PwC over het
functioneren van de NVWA;
overwegende dat we kritische geluiden uit de sector ontvangen over de
beschikbaarheid, het handelen en functioneren van de NVWA;
overwegende dat de staatssecretaris aangeeft dat de NVWA een dikke
voldoende haalt en niet voornemens lijkt te zijn actie te ondernemen op
het kritische PwC-rapport;
verzoekt de regering zo snel mogelijk een managementletter te maken
waarin wordt ingegaan op alle kritische opmerkingen die gemaakt zijn in
het PwC-rapport,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Holman en Van Campen.
Zij krijgt nr. 241 (33835).
De heer Holman (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Ouwehand. Zij voert
het woord namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dank, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt dat
risico's voor dierenwelzijn en voedselveiligheid groter worden bij een
hogere slachtsnelheid;
constaterende dat de Tweede Kamer daarom eerder opriep om de
slachtsnelheid in slachthuizen direct te verlagen;
constaterende dat het vorige kabinet besloot dat de slachtsnelheid in
ieder geval niet zou worden verhoogd;
constaterende dat de staatssecretaris tegen de wens van de Kamer in
voorsorteert op het verhogen van de slachtsnelheid en als eerste stap
toestaat dat twee slachthuizen hun slachtsnelheid tijdelijk mogen
verhogen;
verzoekt de regering af te zien van alle maatregelen, plannen en pilots
die leiden tot een hogere slachtsnelheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Kostić, Graus, Podt en
Bromet.
Zij krijgt nr. 242 (33835).
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Dan de minister. Die heeft er ook een handje van om de
wensen van de Kamer te negeren. De Kamer wil af van diertransporten bij
bloedhete temperaturen. Die zijn op dit moment toegestaan tot 35 graden.
Dat is veel te hoog. De Kamer heeft gevraagd om die maximumtemperatuur
te verlagen naar 30 graden. Dat is nog steeds snikheet. Het vorige
kabinet is met die aangenomen motie aan de slag te gaan. Het lag klaar;
er hoefde alleen nog maar een Europese procedure te worden afgetikt. Die
nieuwe regel zou afgelopen augustus of september ingaan. Deze minister
negeert dat werk. De Kamer heeft opnieuw moeten vragen: voer dat uit. En
wat zegt ze? "Ik ga nog een rondje overleggen met de sector." Wie is die
sector? Dat is haar eigen partijgenoot Gert-Jan Oplaat, voorzitter van
de pluimveeslachterijen, die altijd heeft tegengewerkt dat deze kleine
stap voor de bescherming van dieren tegen belachelijk dierenleed, wordt
doorgevoerd. Het is je reinste vriendjespolitiek, het is je reinste
cliëntelisme en het alleen maar dienen van de belangen van de
agro-industrie. Die motie moet worden uitgevoerd vóór de eerstvolgende
hittegolf. Dat is rúím voor de eerstvolgende zomer.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan gaan we luisteren naar de heer Van Campen. Hij
komt vanuit de coulissen. Hij spreekt namens de VVD-fractie. Gaat uw
gang.
De heer Van Campen (VVD):
Excuus, voorzitter. We waren nog even de laatste inzichten van Petersen
aan het bespreken achterin de zaal, maar dat is voor het volgende
debat.
Voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat PwC in een doorlichting van de NVWA constateert dat de
doelmatigheid is afgenomen en in diezelfde doorlichting de aanbeveling
doet om de complexiteit van werken met open normen te reduceren;
overwegende dat Bureau Risicobeoordeling & onderzoek constateert dat
de huidige wet- en regelgeving voor dierenwelzijn grotendeels bestaat
uit open normen, terwijl voor de NVWA meer eenduidigheid nodig is om
gerichter en effectiever te kunnen toezien;
constaterende dat het bedrijfsleven voorstander is van goed en stevig
toezicht door de NVWA, maar behoefte heeft aan doelmatigheid en
duidelijkheid;
verzoekt de regering om in samenspraak met het bedrijfsleven en op basis
van de doorlichting door PwC te werken aan concrete oplossingen ter
verbetering van de doelmatigheid;
verzoekt de regering om een plan van aanpak voor invulling van open
normen, met gebruik van de stand der wetenschap en met inbegrip van een
uitvoeringstoets, en de Kamer hierover te informeren voorafgaand aan het
eerstvolgende commissiedebat Dieren in de veehouderij en NVWA,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Campen, Flach en
Graus.
Zij krijgt nr. 243 (33835).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Graus. Hij wil meetekenen. Dat kan nog. Door de griffier is zijn naam toegevoegd aan de motie op stuk nr. 243. De heer Graus spreekt namens de PVV-fractie.
De heer Graus (PVV):
Meneer Van Campen wordt ook al een dagje ouder. We moeten het hem dus
niet kwalijk nemen, ook al is hij de benjamin van de Kamer.
Meneer de voorzitter. Ik heb al een motie van de heer Flach meegetekend,
over het Wageningen Food Safety Research. Die heeft meneer Flach
ingediend. Daarom ga ik mijn motie over de monopoliepositie niet
indienen. Dan heb ik nog maar twee moties. Bedankt voor de samenwerking,
meneer Flach van de SGP en meneer Van Campen van de VVD.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering in overleg met betrokken actoren over te gaan tot
nachtelijk transport en nachtelijke slacht, inclusief bijbehorende
keuringen, tijdens dagen met tropische temperaturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus, Van Campen en
Holman.
Zij krijgt nr. 244 (33835).
De heer Graus (PVV):
Deze motie is dus medeondertekend door Thommie van Campen van de VVD en
meneer Holman van Nieuw Sociaal Contract.
Dan de tweede en laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering buiten het strafrecht harder bestuursrechtelijk op
te treden tegen recidivisten binnen de veetransportsector en
slachthuizen die zich schuldig maken aan zware dierenmishandeling,
middels beroeps-, transport- en houdverboden naast de inmiddels
verhoogde boetes,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Van Campen.
Zij krijgt nr. 245 (33835).
De heer Graus (PVV):
Deze motie is dus medeondertekend door Thommie van Campen van de
VVD.
Meneer de voorzitter. Het gaat erom dat heel veel mensen hun best
proberen te doen om te blijven binnen de waarden en normen die worden
opgelegd, binnen de wet. Maar er zijn altijd hufters, overal. Die moeten
keihard worden aangepakt, want ze beschadigen ook de welwillenden. Mij
viel op — dat is best wel zorgwekkend — dat zelfs slachthuizen zeggen:
die cowboys moeten worden aangepakt. Ik heb iemand die veel doet voor de
veetransportsector dat ook horen zeggen. Zelfs de eigen sectoren vragen
dus om een harde aanpak, om transportverboden en houdverboden, ook
privé. Als je beroepsmatig een dier mishandelt, mag je ook privé geen
konijn meer houden. Wat mij betreft moeten die mensen gevangenisstraf
krijgen. Ze mogen de bak in met water en brood.
Dank u wel, meneer de voorzitter.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Tot slot gaan we luisteren naar mevrouw Podt. Zij
spreekt namens de fractie van D66. Ik deel trouwens mijn voornaam met de
heer Van Campen; zelfs als je wat ouder bent, raak je die verkleinvorm
niet kwijt. Mevrouw Podt, gaat uw gang.
Mevrouw Podt (D66):
We hebben een goed debat gehad over de NVWA. We hebben ook gesproken
over het instroomprogramma van de NVWA. Dat programma draagt bij aan de
capaciteit van de organisatie, waarbij nieuwkomers met een achtergrond
als dierenarts in ieder geval op dit moment nog aan de slag kunnen met
het keuren. Maar het jammere is dat zij nog niet aan de slag kunnen als
dierenarts. Zij hebben wel die achtergrond. Ze beschikken ook over veel
vaardigheden die relevant zijn om als dierenarts te werken, maar ze
hebben geen diploma dat dit bevestigt. Tegelijkertijd zijn niet alle
opleidingseisen voor een opleiding tot dierenarts relevant voor het werk
bij de NVWA. Mijn oproep aan de staatssecretaris is dus: laten we kijken
hoe we alle vaardigheden van deze mensen kunnen inzetten. Daarom dien ik
de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de NVWA kampt met arbeidstekorten, terwijl veel
gevluchte of geëmigreerde dierenartsen in Nederland zonder werk
zitten;
overwegende dat deze dierenartsen nu onnodig hoge drempels ervaren om
bij de NVWA aan de slag te gaan, zoals de eis om een volledige
dierenartsopleiding opnieuw te doorlopen;
van mening dat het oplossen van het capaciteitsprobleem bij de NVWA
prioriteit moet hebben en dat we het beschikbare talent in Nederland
beter moeten benutten;
verzoekt de regering te onderzoeken wat er wettelijk nodig is om
gerichte opleidingsmodules mogelijk te maken, zodat instromers alleen
hoeven te leren wat relevant is voor hun functie bij de NVWA,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Podt.
Zij krijgt nr. 246 (33835).
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dat was de termijn van de Kamer. Er zijn tien
moties ingediend. Daar krijgen we zo een oordeel over. Er zijn ook nog
een aantal vragen gesteld. Ik stel voor dat we twaalf minuten schorsen.
We zijn even geschorst.
De vergadering wordt van 15.31 uur tot 15.40 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het
tweeminutendebat Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. We zijn toe
aan de termijn van de zijde van het kabinet. Als eerste geef ik het
woord aan de minister.
Minister Wiersma:
Voorzitter. Dank. Ik behandel een tweetal moties. De staatssecretaris
behandelt de rest.
Ik begin met de motie op stuk nr. 243 van de heer Van Campen, over open
normen. Die is medeondertekend door de SGP en de PVV, is mij bekend.
Deze motie bestaat uit twee delen. Eigenlijk is dit ook staande
praktijk. Ik geef 'm oordeel Kamer, maar in grote lijnen doen we dit al.
Maar we zullen daar een update over geven vóór het volgende debat over
dierwaardige veehouderij. Dat kunnen we doen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 243 krijgt oordeel Kamer.
Minister Wiersma:
Zeker. Dan kom ik nu op de motie-Holman/Van der Plas op stuk nr. 240;
die ging ook over de open normen. Die geef ik ook oordeel Kamer. Dat
waren de moties voor mij, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan krijgen we nu … O, nog een ogenblik. Mevrouw
Ouwehand heeft nog een vraag voor u.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik geef toe dat ik het niet per se als een vraag had geformuleerd, maar
ik heb de minister wel gevraagd of die verlaging van de
maximumtemperaturen waarbij dieren nog op transport mogen worden gezet —
dat is die aangenomen motie van de Kamer — vóór de eerstvolgende
hittegolf gewoon geregeld kan zijn.
Minister Wiersma:
Ik heb de verlaging van de transporttemperatuur in notificatie gebracht.
Ik kan daar niet op vooruitlopen wat betreft wanneer het volledige
traject doorlopen is. Het streven is zo snel mogelijk, maar daarvoor
moeten er ook een aantal randvoorwaarden worden ingevuld. Maar dit is in
notificatie gebracht.
De voorzitter:
Dank. Dan geef ik het woord aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Rummenie:
Voorzitter. Dank u wel. Ik begin met de motie op stuk nr. 236 over de
private laboratoria, van de heer Flach. Dit onderwerp valt onder de
beleidsverantwoordelijkheid van de staatssecretaris Jeugd, Preventie en
Sport van VWS. VWS en NVWA zijn momenteel in overleg met het
bedrijfsleven over dit onderwerp. Hierbij wordt er gekeken naar het
verschil in kosten tussen het Wageningen-laboratorium en de private
laboratoria en naar een eventuele verklaring hiervoor. Deze motie komt
dan ook te vroeg. Daarom adviseer ik u, mede namens de staatssecretaris
JPS, om deze motie aan te houden en om dit gesprek af te wachten. Als
het lid Flach daar niet toe bereid is, zal ik mijn collega vragen om
deze motie per brief te appreciëren.
De heer Flach (SGP):
Dit is een iets ander geluid dan we in het debat hebben gehoord. Daarin
gaf de staatssecretaris aan dat die laboratoria niet kunnen voldoen aan
de hoge standaarden die wij stellen. Ik ben blij dat dat in ieder geval
niet meer het antwoord is, maar dat het over kosten gaat. Ik zou dan
willen vragen of de staatssecretaris aan zijn collega zou willen vragen
of de beantwoording van de vragen die we hebben gesteld over dit
onderwerp, samen met een appreciatie van deze motie, vóór de stemmingen
aan ons kan worden toegezonden. Dan zal ik, samen met de mede-indieners,
overwegen of die motie wordt aangehouden. Maar vooralsnog laat ik 'm dus
zo staan.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik zal het aan hem voorleggen. Maar nogmaals, ik ga daar niet over.
De voorzitter:
Het is mooi dat u het met elkaar eens bent, maar ik ga toch even noteren
dat het oordeel "ontijdig" is. Als er voor de stemmingen dan een nieuwe
appreciatie ligt, met een ander oordeel, zal de Kamer daar ook kennis
van nemen. Dat zou ook nog kunnen voor 4 maart.
De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.
Staatssecretaris Rummenie:
Dan de tweede motie. Dat is de motie-Flach c.s. op stuk nr. 237 over de
doorlooptijd bij importcontroles. De NVWA heeft aangegeven dat vooral
goede onderlinge afstemming tussen verschillende dienstverleners in de
importketen in voorkomende gevallen lange doorlooptijden kan voorkomen.
Hierover is de NVWA, met de overeengekomen overlegtafels, reeds geruime
tijd met de sector in gesprek. Er wordt heel feitelijk inzichtelijk
gemaakt waar de concrete verbetermogelijkheden liggen. Als ik deze motie
mag zien als oproep tot een extra inspanning daartoe en een
ondersteuning van deze verbeterslag, kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De heer Flach (SGP):
Het gaf me ook even de tijd om hierover na te denken. Jazeker, als
ondersteuning, maar vooral ook echt als aanscherping. Wat de indieners
van de motie beogen, is echt meer actie hierop.
De voorzitter:
De staatssecretaris. Ja?
Staatssecretaris Rummenie:
Ja.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 237: oordeel Kamer.
Staatssecretaris Rummenie:
Dan heb ik een motie van mevrouw Van der Plas en de SGP over handhaving
van toegestane houderijvormen. Mevrouw Van der Plas, ik heb in het
commissiedebat toegezegd de Kamer nader te informeren, dus ik vraag u om
uw motie aan te houden. In het geval van een handhavingsverzoek moet de
NVWA de nu geldende norm toepassen op een individuele casus. De NVWA
vraagt in dezen een zienswijze aan beide partijen, dus ook aan het
agrarisch bedrijf, bekijkt de omstandigheden van het concrete geval en
houdt daar rekening mee bij haar oordeel. De uitspraak van het CBb loopt
voor op de AMvB dierwaardige veehouderij, die in juni naar de Kamer
gestuurd zal worden.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
We hebben dit ook gewisseld in het debat. De kraamboxen in de
varkenshouderij zijn gewoon wettelijk toegestaan op het gebied van
varkens houden. Dan komt er een actiegroep even door de raampjes van de
zichtstal kijken. Die doet vervolgens een handhavingsverzoek bij de
NVWA. Daar komen rechtszaken over. Vervolgens zegt het College van
Beroep voor het bedrijfsleven dat er een nadere onderbouwing moet komen
op het houden van biggen met de zeug in een kraambox, terwijl dit gewoon
wet- en regelgeving is. Dit is gewoon toegestaan in Europa en in
Nederland. Vervolgens is de NVWA, dus eigenlijk het ministerie, niet met
die onderbouwing daarvan gekomen.
De voorzitter:
En uw vraag?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
De staatssecretaris zegt: wij komen nog met een reactie. Maar feit
blijft natuurlijk dat het heel vreemd is dat iets wat wettelijk is
toegestaan door het ministerie onderbouwd moet worden — dat sowieso —
dat die onderbouwing er niet komt en dat varkenshouders in een soort van
onzekerheid zitten. Het gaat niet alleen om deze casus, maar dit gaat
gevolgen hebben voor heel veel varkenshouders. Dat is de reden om mijn
motie in te dienen. Eigenlijk wil ik 'm niet aanhouden, want ik wil
gewoon dat er actie op wordt ondernomen.
De voorzitter:
Dan de reactie van de staatssecretaris plus het oordeel over de
motie.
Staatssecretaris Rummenie:
In dat geval vind ik 'm ontijdig.
Mevrouw Van der Plas had ook een vraag over duidelijkheid over de
cijfers, ook namens meneer Holman. Mevrouw Van der Plas, ik heb geen
reden om te twijfelen aan de uitspraak van de NVWA dat ze
keuringsaanvragen in 98 à 99% van de gevallen toekennen en uitvoeren.
Het is ook mogelijk om de gevraagde data in detail te leveren. Er wordt
gevraagd om aantallen per maand van de laatste vijf jaar. Zoals ik
begrijp, gaat het om veel aanvragen. Het kost derhalve enige tijd om dit
allemaal uit te zoeken, maar ik kan u toezeggen dat wanneer de motie
aangenomen wordt, u het overzicht rond 1 mei tegemoet kunt zien. Ik geef
deze motie oordeel Kamer.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het is natuurlijk mooi dat een motie oordeel Kamer krijgt en ik hoop dat
hier een meerderheid voor komt. Maar ik hoor de staatssecretaris zeggen:
ik kan een toezegging geven om, zodra de motie wordt aangenomen, voor 1
mei hiermee te komen. De staatssecretaris zou wat mij betreft ook kunnen
zeggen: ik zeg u toe dat ik voor 1 mei met deze cijfers kom. Dan houd ik
deze motie in ieder geval voorlopig aan, als ik die toezegging
krijg.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik kan die toezegging geven.
De voorzitter:
Dan wordt de motie op stuk nr. 239 bij dezen aangehouden.
Op verzoek van mevrouw Van der Plas stel ik voor haar motie (33835,
nr. 239) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Rummenie:
Dan had ik een motie van de heer Holman, ook namens de heer Van Campen,
over een managementletter inzake het PwC-rapport. Ik heb u eerder via de
Kamerbrief en de organisatiebrief NVWA geïnformeerd over de bevindingen
van het PwC-rapport en mijn appreciatie daarop. Ik heb ook aangegeven
dat ik de aanbevelingen ter harte neem. Ik ben samen met de
staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport en de NVWA aan de slag met de
aanbevelingen. Ik kan u toezeggen dat ik u voor de zomer informeer over
de wijze waarop ik per aanbeveling opvolging geef aan de kritische
opmerkingen. Oordeel Kamer, met deze interpretatie.
De voorzitter:
Dat is akkoord? Ja? De heer Holman knikt instemmend.
Staatssecretaris Rummenie:
Dan de motie op stuk nr. 242, over de slachtsnelheid, van de Partij voor
de Dieren, de PVV, D66 en GroenLinks-PvdA. Ik vind de motie ontijdig. De
pilots zijn nuttig om het nieuwe toetsingskader van de NVWA te doorlopen
en de borging van de risico's die in het onderzoek zijn geïdentificeerd
voor onder andere voedselveiligheid en dierenwelzijn te toetsen.
Bedrijven hebben hier ook al diervriendelijke investeringen in gedaan.
Ik wil graag weten wat er uit deze pilots komt. Daarom moet ik de motie
het oordeel "ontijdig" geven.
De voorzitter:
Mevrouw Ouwehand wil daar nog een vraag over stellen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Daarmee zegt de staatssecretaris toch eigenlijk dat dit kabinet bereid
is om een stap terug te zetten als het gaat om dierenwelzijn? Het vorige
kabinet heeft niet voor niks aan de Kamer beloofd dat de slachtsnelheid
in elk geval niet omhoog zou gaan. In het coalitieakkoord staan mooie
woorden als "nog dierwaardiger", maar als we stappen terugzetten zegt
deze staatssecretaris eigenlijk: dat hebben we wel opgeschreven, maar
dat staat alleen maar op papier.
Staatssecretaris Rummenie:
Dat zegt deze staatssecretaris niet. U loopt vooruit op de uitkomst van
deze pilots en dat doe ik niet. Staande deze pilots verandert er niks
aan de bestaande wetgeving.
De voorzitter:
De staatssecretaris vervolgt zijn betoog.
Staatssecretaris Rummenie:
De motie op stuk nr. 244, van de heer Graus, de heer Van Campen en de
heer Holman, gaat over 's nachts slachten. Ik deel uw wens om in het
geval van hitte het toezicht op het slachten flexibeler te maken vanuit
het oogpunt van dierenwelzijn en de continuïteit van bedrijfsprocessen.
Voor het debat heb ik de NVWA gevraagd hoe dit mogelijk kan worden
gemaakt. De NVWA is daar inmiddels mee bezig. Als ik de motie zo mag
interpreteren dat ik mij ervoor inspan om dit mogelijk te maken, kan ik
de motie oordeel Kamer geven. Ik kan geen garantie geven dat vervroegd
slachten lukt. Dat is van meerdere factoren afhankelijk, waaronder van
de ondernemingsraad van de NVWA. Oordeel Kamer, met deze
interpretatie.
De voorzitter:
Dat vindt de heer Graus prima, zie ik.
Staatssecretaris Rummenie:
De motie op stuk nr. 245, van de heer Graus en de heer Van Campen, gaat
over harder optreden buiten het strafrecht. In de veetransportsector en
bij slachthuizen maakt de NVWA gebruik van een VeTo-traject. VeTo staat
voor "verscherpt toezicht". Wanneer transporteurs of slachthuizen in het
VeTo-traject terechtkomen, wordt via een handhavingsoverleg gekeken
welke passende en afschrikwekkende interventies genomen moeten worden.
Daarbij kan gedacht worden aan het schorsen of intrekken van de
vervoersvergunning, de slachterkenning en/of getuigschriften van
vakbekwaamheid. Daarnaast heeft de NVWA bij slachthuizen "three strikes
out" ingevoerd voor vijf zware dierenwelzijnsovertredingen. Dit houdt in
dat na drie van deze overtredingen de erkenning wordt geschorst. Naar
mijn idee wordt hiermee al voldaan aan deze motie. Ik zie de motie dan
ook als een ondersteuning van reeds bestaand beleid. Ik geef het oordeel
overbodig.
De motie op stuk nr. 246, van mevrouw Podt, gaat over opleidingsmodules
voor de instroming van dierenartsen. Mevrouw Podt, ik ben bereid dat te
onderzoeken. Ik geef de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Hartelijk dank.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik had nog twee vragen, als u het goedvindt.
De heer Flach had een vraag over de inhuizing van KDS: komt er een
efficiencyslag? De inhuizing van KDS kan mogelijk op termijn leiden tot
een efficiencyslag. Tegelijkertijd blijf ik sturen op doelmatigheid voor
de hele NVWA en geldt hier ook een taakstelling van 2,5%. Tegelijkertijd
— dat heb ik ook al in het debat gezegd — gaan er meer digitale middelen
ingezet worden om de doelmatigheid van de NVWA te verhogen.
Dan had ik nog een vraag van de heer Flach: wilt u de Kamer informeren
over kritische prestatie-indicatoren? De NVWA werkt met mijn ministerie
aan een meerjarig perspectief op doelmatigheid. Hier maken uiteraard ook
verschillende KPI's onderdeel van uit. Maar deze KPI's betreffen de
interne organisatie van de NVWA en ondersteunen mij als eigenaar van de
NVWA zelf in het sturen op de organisatie en de interne doelmatigheid
van de NVWA in haar bedrijfsvoering. Daarnaast is er ook de
doelmatigheid van de toezichtsketen in relatie tot het bedrijfsleven.
Hierbij wil ik gaan verkennen of er een indicator mogelijk is die
inzicht geeft in hoe de deelnemers in de ketens elkaars handelen ervaren
en waarderen.
Dat waren de vragen, voorzitter.
De voorzitter:
Er is toch nog een vraag van de heer Graus.
De heer Graus (PVV):
Het is enkel een korte vermelding, meneer de voorzitter. Onder de motie
over de nachtelijke slacht die we hebben ingediend, behoort ook het lid
Flach van de SGP te komen. Dat regel ik via de Griffie. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw mededeling. We zijn aan het einde gekomen van dit
tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Op 4 maart gaan we stemmen over de ingediende moties. We gaan nu even
een paar minuten schorsen; ik denk tot ongeveer 16.00 uur. Daarna gaan
we door met het stikstofdebat. We gaan ook even wisselen van voorzitter.
Ik wens u dus allen veel succes in dat debat. Ik hoop dat u het een
beetje beschaafd houdt in termen van de termijn — ik bedoel qua
tijdstip, want met de inhoud bemoei ik me niet — want we zijn deze week
al twee keer over 23.00 uur heen gegaan en daar moeten we toch geen
gewoonte van maken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.