[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Keuze zorgplicht werkgevers bij registratie arbeidsmigranten

Brief regering

Nummer: 2025D07658, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 14:59, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z03403:

Preview document (🔗 origineel)


Arbeidsmigranten staan te vaak niet of verkeerd ingeschreven in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP).1 Hiervoor zijn diverse redenen.2 Gemeenten en andere organisaties ondervinden hiervan de gevolgen. Door gebrekkige registratie is het moeilijker om grip te krijgen op migratie. Van enkele honderdduizenden arbeidsmigranten is onduidelijk waar zij precies verblijven.3 Zij zijn daardoor ook onbereikbaar voor communicatie vanuit de overheid. Ook kan het consequenties hebben voor de arbeidsmigrant zelf. Voor een ingezetene in de BRP kunnen namelijk verschillende rechten en plichten gelden. Het niet of verkeerd ingeschreven staan in de BRP kan er bijvoorbeeld toe leiden dat het niet mogelijk is om een zorgverzekering af te sluiten bij het verliezen van werk of dat een arbeidsmigrant geen recht heeft op bepaalde sociale voorzieningen. Om dit te verbeteren, is correcte registratie in de BRP noodzakelijk.

Ondanks dat er meerdere maatregelen zijn en worden genomen, is het zicht op arbeidsmigranten nog onvoldoende verbeterd. Daarom kijk ik ook naar de rol die werkgevers zouden kunnen spelen bij het verbeteren van de registratie. Op 10 december jl. informeerde ik uw Tweede Kamer via een brief over de verkenning naar de meest haalbare varianten om een zorgplicht te regelen.4 Uit deze verkenning kwamen twee varianten naar voren: een bevorderingsplicht en een vergewisplicht in combinatie met een meldplicht.

Op basis van deze verkenning ben ik tot de conclusie gekomen dat een zorgplicht gericht op uitleners in de vorm van een bevorderings-, vergewis- en (optionele) meldplicht de meest doeltreffende en doelmatige maatregel is.

Deze regel ik in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) via een nota van wijziging op de Wtta. Hiermee geef ik ook invulling aan de ingediende moties5 over dit onderwerp.

Focus op uitleners

Er is onderzocht of een zorgplicht bij de werkgever of verhuurder kon worden vormgegeven.6 Ik heb er voor gekozen om de invulling van de zorgplicht te richten op werkgevers in plaats van verhuurders. De vormgeving van een zorgplicht bij de werkgever sluit ook aan bij de aanbeveling van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.7

Bovendien richt ik de maatregel specifiek op uitleners. Deze sector is verantwoordelijk voor het grootste aandeel van de werkende EU-migranten die ingeschreven staan als niet-ingezetene in de BRP. Op basis van cijfers uit de Migrantenmonitor8 komt naar voren dat in december 2023 82% van de werkende niet-ingezetenen in Nederland uit de EU-119 die rond het minimumloon10 verdienen bij uitleners werkzaam zijn. Het gaat daarbij om een totaal aantal van 106.670 arbeidsmigranten. Daarbij is het goed om te benoemen dat niet precies bekend is hoeveel van deze werkende migranten onjuist ingeschreven staan als niet-ingezetene. Onder deze groep bevinden zich bijvoorbeeld ook seizoenarbeiders.

Een bevorderings-, vergewis en optionele meldplicht

Met de introductie van een bevorderingsplicht krijgt de uitlener de rol aan het begin van het dienstverband om een juiste inschrijving van de arbeidskrachten die bij hem in dienst zijn te bevorderen in de BRP. Daarnaast krijgt de werkgever na een nader te bepalen periode de verantwoordelijkheid zich actief te vergewissen of een arbeidskracht, zoals een arbeidsmigrant, zich heeft ingeschreven in de BRP.11 Verder wordt via de nota van wijziging ook een wettelijke grondslag geregeld om een (optionele) meldplicht te kunnen introduceren.

Deze grondslag houdt in dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een uitlener bij een nader te bepalen instantie, bijvoorbeeld bij de gemeente, een melding moet doen als deze een redelijk vermoeden heeft dat de arbeidskracht niet als ingezetene staat ingeschreven. Deze optionele meldplicht kan bij algemene maatregel van bestuur verder worden uitgewerkt.

Ik onderzoek hierbij in hoeverre de maatregel proportioneel is en effectief kan worden afgebakend in de lagere regelgeving. Daarbij kijk ik naar mogelijkheden om de administratieve lasten voor arbeidskrachten en uitleners te verminderen en aandacht te besteden aan de uitvoerbaarheid van de meldplicht.

Toezicht en handhaving

Ik heb ervoor gekozen om op dit moment geen publiekrechtelijk toezicht en handhaving te introduceren, omdat alle varianten van toezicht en handhaving op aanmerkelijke bezwaren stuiten. Zo past een dergelijke taak niet bij de Arbeidsinspectie omdat zij verplichtingen rond registratie en huisvesting niet als haar taakopdracht en expertise ziet en geven gemeenten aan dat het voor hen lastig uitvoerbaar is omdat uitleners en hun arbeidskrachten zich vaak niet in een enkele gemeente bevinden. Ik heb daarnaast besloten om de verplichtingen, en daarmee toezicht en handhaving, niet via het normenkader van de Wtta te regelen, omdat ik in de complexe opstartfase van het nieuwe stelsel geen extra uitvoeringsrisico’s wil toevoegen.

Wel ben ik voornemens om de verplichtingen onderdeel te laten zijn van het convenant dat ik dit voorjaar afsluit met onder meer gemeenten en werkgevers in het kader van het project ‘Work in NL’. Binnen het project wordt momenteel een stevige publiek-private samenwerking opgezet. In deze samenwerking ontwikkelen we een aanvullend aanbod op het gebied van informatie, hulp en dienstverlening. Hierbij zal ook nadrukkelijk aandacht zijn voor de rol van werkgevers bij de juiste registratie van arbeidsmigranten in het BRP.

Ik hecht er grote waarde aan dat de maatregelen die we nemen ook daadwerkelijk doeltreffend zijn. Daarom zal het kabinet alsnog overheidstoezicht instellen op een bevorderings-, vergewis- en (optionele) meldplicht (bijvoorbeeld door het onderdeel te maken van het normenkader), als uitleners hun verplichtingen niet goed oppakken en er geen significante verbetering zichtbaar is in de registratie van arbeidskrachten. Om deze maatregel extra kracht bij te zetten wil ik afspraken maken met de sector om registratie in de komende jaren te verbeteren. Deze afspraken, inclusief de monitoring hiervan, ga ik de komende periode verder uitwerken met de sociale partners. Daarbij zal ik één jaar na inwerkingtreding van de verplichtingen ook een invoeringstoets uitvoeren, om zo meer zicht te krijgen op effectiviteit en de naleving van de maatregel.

Ten slotte heb ik de nota van wijziging ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), waarbij een dictum 4 werd afgegeven. In de nota van wijziging is per adviespunt toegelicht hoe de aanbevelingen zijn verwerkt en welke verbeteringen op basis van het advies zijn doorgevoerd. Ook heeft er een MKB-toets plaatsgevonden, waarvan de uitkomsten in de nota van wijziging zijn verwerkt. De belangrijkste signalen die uit de MKB-toets naar voren komen, betreffen zorgen over de administratieve lasten, drempels voor inschrijving en uitschrijving bij gemeenten, en de complexiteit van het waarborgen van de uitvoerbaarheid van de vergewis- en meldplicht. Deze signalen zal ik zorgvuldig meewegen bij de uitwerking van de lagere regelgeving. Ik ga verkennen hoe de bevorderings-, vergewis- en (optionele) meldplicht proportioneel, uitvoerbaar en lastenluw in de lagere regelgeving kan worden vormgegeven om aan de verplichtingen te voldoen. Bijvoorbeeld door het verbeteren van overheidssystemen en processen, zodat samenwerking en het doorgeven van signalen zo optimaal worden gefaciliteerd. Tevens ben ik voornemens opnieuw een MKB-toets uit te voeren bij de uitwerking van de lagere regelgeving.

Aangezien eerdere maatregelen niet hebben geleid tot een structurele verbetering van het zicht op arbeidsmigranten en hun inschrijving in de BRP vind ik het belangrijk met deze maatregelen te komen. De vormgeving van een zorgplicht bij de werkgever sluit tevens aan bij de aanbeveling van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten.

Zorgplicht werkgever onderdeel van breed pakket aan maatregelen op registratie

Naast de zorgplicht voor uitleners blijf ik met de Staatssecretaris van BZK werken aan de uitvoering van het brede pakket maatregelen om de registratie van arbeidsmigranten in de BRP te verbeteren.12 Zo zetten we onder meer in op een betere bewustwording van arbeidsmigranten. BZK werkt aan communicatie via e-mail om arbeidsmigranten te informeren over hun rechten en plichten rondom registratie. Daarnaast kunnen arbeidsmigranten met vragen over de BRP-registratie terecht bij WorkinNL-informatiepunten, die momenteel landelijk uitgerold worden en waar mensen in meerdere talen terecht kunnen. Het Ministerie van BZK onderzoekt samen met de VNG of gegevens uit het nachtregister (voor campings, hotels, vakantieparken) gebruikt kunnen worden door gemeenten om de BRP-registratie te verbeteren. Op basis van dit onderzoek stelt de VNG een handreiking op voor gemeenten.

Bovendien wil ik op korte termijn met de Europese Commissie in gesprek om andere concrete oplossingen voor het registratievraagstuk te creëren. Dit is nodig om echt beter grip te krijgen op arbeidsmigratie en de positie van onze Europese medeburgers in Nederland te verbeteren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

Y.J. van Hijum


  1. Arbeidsmigranten die rechtmatig in Nederland verblijven en van plan zijn langer dan vier maanden in Nederland te verblijven, moeten zich als ingezetene laten registreren in de gemeente waar ze wonen. Bij een korter verblijf kunnen zij zich inschrijven bij een Registratie Niet Ingezetenen (RNI)-loket.↩︎

  2. Zie: Zicht op arbeidsmigranten: Een belevingsonderzoek naar de positie van EU-arbeidsmigranten, derdelanders en Oekraïners in Nederland | Rapport | Rijksoverheid.nl, p. 69-76.↩︎

  3. In 2023 zijn er 274.250 in Nederland werkende migranten als niet-ingezetene ingeschreven. Zie Migrantenmonitor 2023 - CBS↩︎

  4. Kamerbrief over zorgplicht werkgevers bij registratie arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen (BRP) | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎

  5. Informatie over Kamerstuk 36446, nr. 27 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen en Kamerstuk 29861, nr. 112 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen↩︎

  6. Zie Kamerbrief 10 december jl.↩︎

  7. Zie Geen tweederangsburgers↩︎

  8. Zie cijfers Migrantenmonitor↩︎

  9. Alle EU-uitbreidingslanden, exclusief Cyprus en Malta. Het gaat om Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.↩︎

  10. Hierbij gaat het om personen die tot 130% van het wettelijk minimumloon verdienen.↩︎

  11. In lagere regelgeving wordt de vergewisplicht verder uitgewerkt. Of en hoe de groep arbeidskrachten waarop de plicht betrekking heeft verder kan worden afgebakend wordt geanalyseerd. Het doel is om dit zoveel mogelijk toe te spitsen op de arbeidsmigrant die zich in een kwetsbare positie bevindt.↩︎

  12. Zie Jaarrapportage arbeidsmigranten: IPA jaarrapportage 2024 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎