[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 6 maart

Brief regering

Nummer: 2025D07792, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 16:00, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z03444:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Met deze brief zend ik u de geannoteerde agenda voor de formele Raad voor Concurrentievermogen (RvC) voor de onderdelen industrie en interne markt. De Raad vindt op 6 maart in Brussel plaats. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze Raad.

Dirk Beljaarts

Minister van Economische Zaken


Inleiding

Op deze Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) van 6 maart zal worden gesproken over een actieplan voor diensten, het omnibus-simplificatiepakket, het EU-kompas voor concurrentievermogen & de Clean Industrial Deal, en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Ook staat een diversenpunt over een non-paper van Frankrijk over de metaal- en staalsector geagendeerd.

Naar een horizontale strategie voor een gemoderniseerde interne markt: de noodzaak voor een actieplan voor diensten

Beleidsdebat

De Europese Commissie zal voor juli 2025 de horizontale interne-marktstrategie presenteren. De strategie gaat over het versterken van de interne markt door het bestuurskader te moderniseren, belemmeringen binnen de EU weg te nemen en het ontstaan van nieuwe belemmeringen te voorkomen. Tijdens het debat ligt de vraag voor welke acties op het terrein van diensten de nieuwe strategie zou moeten bevatten.

Nederlandse positie

Het kabinet vindt dat de aangekondigde horizontale interne-marktstrategie concrete acties op alle beleidsterreinen moet bevatten, onder meer op het terrein van diensten. Het doel is om bestaande ongerechtvaardigde belemmeringen weg te nemen, nieuwe te voorkomen, bestaande interne marktregels beter te implementeren en toe te passen, en om de Single Market Enforcement Taskforce (SMET) te versterken. Feiten en behoeften uit de praktijk, van ondernemers, burgers en uitvoeringsinstanties, moeten leidend zijn bij de acties in genoemde strategie, op alle beleidsterreinen. Door belemmeringen beter in kaart te brengen en te koppelen aan concrete voorstellen op alle (relevante) beleidsterreinen, kunnen verantwoordelijke ministers, onder andere in de Raad voor Concurrentievermogen, prioriteiten stellen en sturen op resultaten.

Het kabinet blijft conform het Regeerprogramma werken aan de versterking van de interne markt op basis van de kabinetsbrede actieagenda1. In verlengde daarvan heeft het kabinet tien concrete belemmeringen en onderwerpen geïdentificeerd die de genoemde strategie moet adresseren. Dit is eerder met uw Kamer gedeeld2. Hierin zijn ook suggesties voor de dienstensector opgenomen, zoals de inzet op het wegnemen van ongerechtvaardigde belemmeringen bij de meldplicht voor detacheringen en het verbeteren van de informatievoorziening over de meldplicht. Het kabinet vindt dat een actieplan voor diensten niet op zichzelf moet staan, maar volwaardig onderdeel moet zijn van de bredere interne-marktstrategie. De dienstenmarkt omvat een groot deel van de Europese economie en biedt veel kansen voor ondernemers en burgers, ook in grensregio’s. Tegelijkertijd is de dienstenmarkt heel divers. Ambities en de capaciteit om over de grens activiteiten te ontplooien, lopen daardoor uiteen. Dat vraagt in de interne-marktstrategie om enerzijds ambitie maar ook om realisme, maatwerk en aandacht voor sectorspecifieke oplossingen, onder meer in groeimarkten, voor knelpunten in de praktijk.

Krachtenveld

Nederland heeft samen met twaalf andere EU-lidstaten een non-paper opgesteld om de Commissie concrete input te geven voor de horizontale interne-marktstrategie. Hierin staan concrete suggesties voor de dienstensector, zoals het identificeren van belemmeringen als onderdeel van een structurele en continue inventarisatie. Het non-paper is in januari 2025 bij de Commissie ingediend, maar andere lidstaten kunnen tijdens de Raad nog steun voor het non-paper uitspreken.

Omnibus-simplificatiepakket

Beleidsdebat

De Europese Commissie zal naar verwachting een eerste Omnibusvoorstel op 26 februari publiceren. Het voorstel zal zich richten op simplificatie van belemmeringen in en tussen (ten minste) de richtlijn duurzaamheidsrapportage, de taxonomieverordening en de richtlijn internationaal verantwoord ondernemen. Het voorstel heeft ten doel de regeldruk van verschillende Europese wetten in samenhang te verminderen. De discussie tijdens de Raad zal zich naar verwachting dan ook baseren op het voorstel. Op het moment van schrijven is het voorstel nog niet gepubliceerd.

Nederlandse positie

Het kabinet staat positief tegenover voorstellen die regeldruk verminderen. Het terugdringen van regeldruk is een prioriteit voor het kabinet. Wanneer het voorstel gepubliceerd is zal het kabinet uw Kamer via de gebruikelijke weg van het BNC-fiche uitgebreider informeren over de inzet.

Krachtenveld

Het krachtenveld rondom het Omnibusvoorstel is verdeeld tussen de behoefte aan vereenvoudiging van regelgeving, het borgen van rechtszekerheid voor bedrijven en de bescherming van ambitieuze duurzaamheidseisen. Er zijn EU-lidstaten die bij simplificatie pleiten voor inachtneming van stabiel en voorspelbaar overheidsbeleid, maar ook EU-lidstaten die pleiten voor uitstel en vereenvoudiging voor middelgrote bedrijven.

Een sterker concurrerende Europese industrie – EU-kompas voor concurrentievermogen en Clean Industrial Deal

Beleidsdebat

Op 29 januari 2025 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een mededeling over het EU-kompas voor concurrentievermogen (hierna: kompas) gepubliceerd. De mededeling bouwt voort op de aanbevelingen uit de rapporten van Letta[1] en Draghi[2] en biedt een beleidskader en strategische visie op versterking van het EU-concurrentievermogen. Eén van de drie pijlers ziet op decarbonisatie van de industrie en het verbinden hiervan met industrie-, mededingings-, staatssteun-, economisch en handelsbeleid. De Clean Industrial Deal (CID) is hiervoor het belangrijkste pakket en zal ten tijde van de discussie in deze Raad gepubliceerd zijn (verwachting: 26 februari a.s.). De discussie zal zich er waarschijnlijk op richten hoe de doelen uit het kompas en de aankondigingen uit de CID elkaar kunnen versterken. De kabinetspositie over het kompas wordt kort na het voorjaarsreces naar uw Kamer gestuurd.

Nederlandse positie

De brede kabinetsinzet is uiteengezet in de Kamerbrief EU-concurrentievermogen3. In deze brief wordt eerst de economische en geopolitieke context geschetst en aangegeven dat een sterke, concurrerende EU belangrijk is voor Nederland om onze welvaart en bestaanszekerheid te behouden, en veerkrachtig te blijven in een geopolitiek veranderende wereld. De inzet van het kabinet op EU-concurrentievermogen is langs zes thema’s uitgewerkt. Aandacht voor energie, grondstoffen, circulariteit en toekomstgerichte industrie zijn hier uitdrukkelijk onderdeel van. Het is voor Nederland van belang dat de CID de concurrentiepositie, de weerbaarheid en de verduurzaming van de Europese energie-intensieve industrie versnelt en versterkt. Het is daarnaast van belang dat de CID ook uitvoering dient te geven aan het behalen van de klimaatdoelen richting 2040 en 2050 en daarmee ter verdere uitvoering van de motie Erkens (samenhang behalen 2040-doel/uitvoeringsagenda en behoud concurrentievermogen).

Krachtenveld

Er is EU-brede erkenning voor de problematiek omtrent Europees concurrentievermogen en de uitdagingen van de Europese industrie. Initieel leek zich een voorzichtige tweedeling tussen de lidstaten voor te doen over de mate waarin verduurzaming en concurrentiekracht elkaar kunnen versterken of juist tegenwerken. De Commissie lijkt met de CID, net als Nederland, echter de eerste benadering aan te houden.

Carbon Border Adjustment Mechanism

Gedachtewisseling

Op verzoek van Italië is het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) toegevoegd als agendapunt. Dit zal besproken worden in relatie tot het onderwerp concurrentievermogen. Op het moment van schrijven is nog niet bekend waarop de focus van de discussie zal liggen.

Nederlandse positie

Het kabinet vindt dat CBAM een cruciale rol kan spelen in zowel het behalen van de afgesproken klimaatdoelen als in de verbetering van het industriële concurrentievermogen van de EU. CBAM kan op de lange termijn bescherming tegen koolstoflekkage bieden voor de betrokken sectoren, vooral gezien de gratis toewijzing van emissierechten in het kader van het EU-ETS in de loop van de tijd verder zal afnemen. Tegelijkertijd erkent het kabinet dat CBAM niet in alle mogelijke situaties waarin verschillen in koolstofbeprijzing bestaan een gelijk speelveld creëert. CBAM kan specifiek voor de exportmarkt een concurrentienadeel hebben. Het kabinet staat open voor het adresseren van deze situaties met inachtneming van conformiteit met regelgeving van de Wereldhandelsorganisatie (WHO), het gelijk speelveld en de klimaatdoelen.  

Krachtenveld

De Europese Commissie heeft een evaluatie van de CBAM aangekondigd voor de tweede helft van 2025. Er zijn EU-lidstaten die voorstander zijn van uitbreiding van de reikwijdte van CBAM, evenals EU-Lidstaten die de voorkeur geven aan het eerst in werking laten treden van CBAM, alvorens deze wordt aangepast.

Diversenpunt: Non-paper staalsector

Debat

In het kader van de CID zal de Europese Commissie op korte termijn een actieplan voor de staal- en metaalsector presenteren, ter versnelling van de verduurzamingsopgave en ter versterking van de concurrentiepositie. Vooruitlopend op dit voorstel heeft Frankrijk een non-paper gepubliceerd. Hierin roept Frankrijk op tot het nemen van vergaande handelsdefensieve maatregelen. Het non-paper focust met name op staalproducenten en minder op staalverwerkers, die een grote rol vervullen in de Nederlandse staalsector.

Nederlandse positie

Nederland steunt in essentie de oproep van Frankrijk dat strategische sectoren in de EU beschermd moeten worden, terwijl tegelijkertijd de concurrentiepositie verbetert en deze sectoren ook verder verduurzamen. Echter, Nederland kan om een aantal redenen het non-paper niet medeondertekenen. Waar het non-paper oproept tot overschrijden van WHO-regelgeving, hecht Nederland aan WHO-conformiteit bij ingrijpen in bepaalde sectoren. Ook loopt het paper vooruit op de herziening van het CBAM-kader door de Commissie, terwijl Nederland de uitkomsten van de lopende evaluatie op CBAM wil afwachten.

Krachtenveld

Naast Frankrijk hebben vooralsnog twee andere lidstaten het non-paper medeondertekend. De problematiek rond de Europese staalsector wordt wel breder erkend.


  1. Kamerstuk 22112, nr. 3437↩︎

  2. Kamerstuk 21501-30, nr. 621↩︎

  3. Kamerstukken 2023-24, 21501, nr. 30-621↩︎