Zichtbaarheid en nabijheid waaronder huisvesting
Brief regering
Nummer: 2025D07813, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 16:12, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2025Z03451:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-13 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Inleiding
In vervolg op mijn toezegging in het commissiedebat Politie van 19 december jl.1 informeer ik uw Kamer graag nader over mijn visie en inzet op de zichtbaarheid en de bereikbaarheid van de politie. Ik begrijp goed dat u er zich als Kamer hard voor maakt dat de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie in buurten en wijken in voldoende mate kunnen worden gecontinueerd en ik neem u graag mee in de wijze waarop hieraan wordt gewerkt. Ik plaats dit in de bredere context van mijn visie op en het werk aan een toekomstbestendige politie en politiefunctie.
Visie en inzet op een toekomstbestendige politie en politiefunctie
Dit kabinet werkt aan een toekomstbestendige politie en politiefunctie. Maatschappelijke ontwikkelingen als digitalisering, de toenemende impact van ondermijning en maatschappelijke onrust maken dat nodig. De vraag naar veiligheid wordt steeds groter en complexer en middelen en capaciteit zijn per definitie schaars. Over de druk op de politiecapaciteit en de krappe arbeidsmarkt hebben uw Kamer en ik al vaak met elkaar gesproken. Keuzes zijn nodig, zodat de politie zich op de kerntaken kan richten, in staat is zich doorlopend aan te passen aan relevante ontwikkelingen en in verbinding blijft met de samenleving. Ik ben daartoe in gesprek met partners binnen en buiten het veiligheidsdomein, onder andere over nieuwe vormen van samenwerking en het beleggen van deeltaken bij andere organisaties. Voorbeelden hiervan zijn de overdracht van de deeltaak identificatie en registratie van asielzoekers en de brede aanpak van personen met verward/onbegrepen gedrag. Over de voortgang heb ik uw Kamer geïnformeerd in het laatste halfjaarbericht politie.
Ook met de regioburgemeesters, als vertegenwoordigers van het lokaal gezag, en met het Openbaar Ministerie, als gezag over de opsporing, voer ik het fundamentele gesprek over een toekomstbestendige en maatschappelijk verbonden politie en over de keuzes die dat vraagt. Dat gesprek is gestart in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) van november jl., waar we ons hebben georiënteerd op mogelijke keuzes in de opsporing en de gebiedsgebonden politie.
Die zien bijvoorbeeld op het ontwikkelen van nieuwe instroompaden voor personeel, keuzes voor andere manieren van werken (meer online, meer inzet van technologie, een andere wijze van incidentafhandeling) en een selectievere en op onderdelen meer bovenlokale inzet van het strafrecht. Dit gesprek zal de komende tijd worden voortgezet.
De voorgaande kabinetten hebben de operationele formatie van de politie fors uitgebreid, bijvoorbeeld voor bewaken en beveiligen, de aanpak van ondermijning, zeden en agenten in de wijk. Het kabinet Rutte III heeft de operationele formatie van de politie met zo’n 2400 fte uitgebreid. Het kabinet Rutte IV heeft daar nog in totaal zo’n 1600 fte aan toegevoegd. En ook dit kabinet investeert in de slagkracht van de politie. De operationele formatie zal de komende jaren groeien en in 2029 ongeveer 4700 fte hoger zijn dan in 20172. Hiervan zijn 700 fte extra agenten voor de wijk, uit de middelen Hermans. Aan de werving van deze agenten wordt hard gewerkt, zodat er, afhankelijk van hoe de situatie op de arbeidsmarkt zich ontwikkelt, de komende jaren geleidelijk aan meer agenten in wijken en buurten en op het web (digitale wijkagent) aan het werk zullen zijn.
De investeringen van dit kabinet in de politie3 sluiten aan bij de ambitie om de politie toekomstbestendig te maken in een tijd waarin alle aspecten van het leven steeds meer digitaal plaatsvinden en het moeilijk is om personeel te vinden. Waar het gaat over het uitbreiden van de operationele formatie ligt de nadruk daarom op versterkingen die kunnen worden gerealiseerd met specialistische zijinstromers. Daarnaast investeert het kabinet fors in (technologisch hoogwaardig) materieel en IV-middelen en in innovatieve concepten waaronder €22,5 mln. voor de ontwikkeling van innovatieve vormen van zichtbaarheid en bereikbaarheid in de wijk.
Visie en inzet zichtbare en bereikbare politie
In de context van het fundamentele gesprek in het LOVP over een toekomstbestendige en maatschappelijk verbonden politie en over de keuzes die dat vraagt, heb ik de zorgen van uw Kamer gedeeld met de korpschef van de politie, met de regioburgemeesters en met het Openbaar Ministerie. Voor ons staat buiten kijf dat de politie maatschappelijk verbonden moet zijn en zichtbaar en bereikbaar voor eenieder die dat nodig heeft. Ons gezamenlijke uitgangspunt is dat verschillende elementen een rol spelen bij het vormgeven van zichtbaarheid en bereikbaarheid en dat de doorontwikkeling ervan om integrale afwegingen vraagt. We zetten in op de juiste combinatie van fysiek contact op straat, contact vanuit permanente fysieke locaties, mobiele vormen van fysiek contact, innovatieve loketten, digitale kanalen en andere manieren om in contact te komen met de politie. Huisvesting speelt daarin een rol, maar het aantal politiebureaus is geen doel op zich.
De politie heeft huisvesting nodig die het politiewerk optimaal ondersteunt, nu en in de toekomst. De korpschef bepaalt het huisvestingsbeleid binnen het door de minister van Justitie en Veiligheid gestelde financiële kader.4 De uitgangspunten van het strategisch huisvestingsplan van de korpschef, dat overigens recent is herijkt tot huisvestingsvisie 2040, zijn vastgesteld na bespreking in het LOVP. Centraal uitgangspunt is om één teambureau te hebben voor ieder basisteam, waar nodig ondersteund met politieposten van verschillende aard en omvang. Andere belangrijke elementen zijn duurzaamheid, betaalbaarheid en steeds verdergaand gebruik van digitale en mobiele mogelijkheden in de dienstverlening. De deelhuisvestingsplannen per eenheid zijn opgesteld in afstemming met het lokale gezag en worden ook uitgevoerd in afstemming met het lokale gezag. Naast doelmatigheid en doeltreffendheid zijn overwegingen die daarbij worden betrokken bijvoorbeeld de veiligheidssituatie ter plaatse, de meest gewenste inzet van de beschikbare agenten, de mate waarin politielocaties door het publiek worden bezocht, de kwaliteit van de dienstverlening en het politiewerk en meer in algemene zin doeltreffendheid en doelmatigheid.
Zichtbaarheid en nabijheid van politie krijgen voor een belangrijk deel vorm op lokaal niveau, in overleg tussen politie en lokaal gezag. Landelijke ontwikkelingen en beleid bepalen daarbij mede de richting, zoals de inspanningen om zoveel mogelijk agenten en wijkagenten voor de politie te behouden en te werven (onder andere met het oog op het realiseren van de norm van 1 wijkagent per 5.000 inwoners) en het uitbreiden en verbeteren van kanalen om online met de politie in contact te treden. De uitvoering van het huisvestingsbeleid vindt in die context plaats, in goed overleg met het lokaal gezag. Ik was dan ook blij toen ik op 24 januari jl. vernam dat het gesprek over de sluiting van het bureau in Wolvega een positieve wending heeft genomen en dat de burgemeester van Weststellingwerf aangeeft dat hij de uitkomst van het overleg met politie met vertrouwen tegemoetziet. Onder andere zal bezien worden hoe en waar in Wolvega een plaats gecreëerd kan worden waar agenten hun dienst kunnen beginnen, waar burgers bij politie kunnen binnenlopen en hoe agenten hun werk anders kunnen organiseren zodat ze meer met inwoners in contact zijn.
De inzet is dat de zichtbaarheid en bereikbaarheid van politie op zijn minst op hetzelfde niveau worden gecontinueerd, terwijl zij deels op een andere en meer toekomstbestendige manier vorm krijgen. Ik steun en volg deze ontwikkeling, die ik in de praktijk ook vorm zie krijgen. Het aantal politielocaties verandert en ook de aard ervan. Op dit moment zijn er 225 teambureaus en 243 politieposten in gebruik. In de komende periode van ongeveer vijftien jaar vinden daar in afstemming met het lokaal gezag geleidelijke aanpassingen in plaats. Volgens plan zullen er uiteindelijk 178 teambureaus zijn. Daarmee blijven er iets meer teambureaus bestaan dan dat er basisteams zijn. Het aantal politieposten zal naar verwachting de komende jaren nog met circa 35 toenemen. Onderdeel van het huisvestingsbeleid is dat (tijdelijk) ondersteunende politieposten kunnen worden ingericht daar waar bureaus worden gesloten of samengevoegd. Dit kunnen grote of kleine posten zijn met verschillende faciliteiten en functionaliteiten, zoals opkomstlocatie en publieksfunctie (bijvoorbeeld om aangifte te komen doen). In alle eenheden wordt aanvullend daarop gebruik gemaakt van nieuwe en creatieve manieren om fysiek in contact te komen met burgers. Basisteams kennen de situatie in hun werkgebied het best en maken dan ook zelf de keuzes over inzet hiervan. Ze bestaan in vele soorten en maten, zoals pop-up bureaus, politie-wijkbussen, wiikagentspreekuren in gemeentehuizen, tafeltjes op markten of in winkelcentra en mobiele medialabs.
Parallel daaraan, en van groot belang voor het bereiken van grote doelgroepen, maakt de politie de noodzakelijke stappen om online en op straat bereikbaar te zijn voor burgers. Het aantal internetaangiften groeit, van ruim 300.000 in 2019 tot zo’n 400.000 in 2024. Mobiele faciliteiten maken het steeds meer mogelijk om aangiften thuis op te nemen of op straat. De politie geeft aan dat dit in 2024 naar schatting ongeveer 100.000 keer gebeurde.
In combinatie zijn deze ontwikkelingen gericht op het continueren van de zichtbaarheid en bereikbaarheid van politie, in deels nieuwe en op de toekomst gerichte vormen.
In wat volgt ga ik op een aantal aspecten van zichtbaarheid en bereikbaarheid nog wat nader in.
Aangifte
Zoals hierboven al benoemd vinden op dit moment substantiële aantallen aangiften online plaats en fysiek buiten politielocaties. In totaal betreft dat ruim 70% van alle aangiften. Bij woninginbraken of andere delicten waar de politie ter plaatse komt, zoals na een mishandeling, kan de politie bij de betrokkene thuis een aangifte opnemen. Uitgangspunt is dat van heterdaad-zaken zoveel als mogelijk direct ter plaatse (op straat, bij mensen thuis, op locatie etc.) aangifte wordt opgenomen. Daarnaast wordt soms maatwerk toegepast om voor bepaalde doelgroepen (bijvoorbeeld ouderen) op hun huisadres een aangifte op te nemen. Agenten kunnen het slachtoffer thuis bezoeken bij een melding van online criminaliteit, zoals bankhelpdeskfraude. Het slachtoffer kan dan bij de agenten aangifte doen, maar er kunnen ook direct eerste opsporingshandelingen worden verricht. Binnen de politie-eenheid Oost-Nederland werken alle basisteams inmiddels volgens deze werkwijze. Naar verwachting zullen steeds meer eenheden de keuze gaan maken om op deze manier te werken. Daarnaast kan uiteraard telefonisch aangifte worden gedaan of op een politiebureau of politiepost. Dat laatste gebeurt meestal op afspraak. Uit pilots is gebleken dat het aangifte doen middels videobellen door burgers hoog wordt gewaardeerd. De pilots zijn inmiddels uitgebreid naar de eenheden Den Haag, Rotterdam, Noord-Holland en Zeeland-West-Brabant.
Contact via online kanalen
Het behoeft geen toelichting dat online zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie in de wereld van vandaag en morgen van groot belang is. De politie werkt doorlopend aan het verbeteren en uitbreiden van de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om online in contact te treden met politie. Dat kan zijn om melding of aangifte te doen, maar ook om informatie te verkrijgen. Alle inspanningen zijn erop gericht om burgers via deze kanalen steeds beter en op hun behoefte toegespitst van dienst te zijn. Het aantal bezoekers op de website politie.nl vertoont een stijgende trend. In 2024 waren het er 27,4 miljoen, terwijl dat er in 2020 nog 4,3 miljoen waren. Hiervoor gaf ik al aan dat via politie.nl in 2024 ruim 400.000 keer online aangifte gedaan. Ook het aantal interactiesmet chatbot Wout blijft groeien. In 2024 waren het er ongeveer 440.000.
Ontwikkeling innovatieve loketten
Met de investeringen van dit kabinet ontwikkelt de politie innovatieve politieloketten die gericht zijn op zichtbaarheid en laagdrempelig contact met de politie, met gebruikmaking van moderne techniek en innovatie. Op Utrecht Centraal Station loopt een eerste pilot met een dergelijk politieloket. In dit smart police station kunnen mensen laagdrempelig in contact komen met de politie door bijvoorbeeld online aangifte te doen of een melding te doen via videobellen. In 2025 en 2026 zullen meerdere pilots worden gestart, waarin de lessen van de pilot in Utrecht zullen worden meegenomen. Ik noem een aantal voorbeelden van concepten die in de nieuwe pilots zullen worden beproefd. Het helpen van burgers die een drempel ervaren omdat zij de Nederlandse of Engelse taal niet machtig zijn. Hierbij wordt gekeken naar oplossingen als het meertalig aanbieden van services en mogelijke realtime vertaling bij het videobellen met een politiemedewerker. Toegankelijkheid voor mensen met een beperking, zoals rolstielvriendelijkheid, of het toepassen van een gebarentolk bij videobellen. Aansluiting bij de wensen en problemen van de doelgroep jeugd. Digitale toegankelijkheid en het creëren van vertrouwen in de politie zien hier belangrijke elementen. Zichtbare aanwezigheid en bereikbaarheid in ruraal gebied, door pilots in te richten op locaties waar burgers in hun dagelijks leven komen zoals: het gemeentekantoor, bibliotheken, winkelcentra, sportlocaties enz. Tot slot wordt gewerkt aan mobiele/verplaatsbare varianten. Deze kunnen worden ingezet bij bijvoorbeeld evenementen en festivals maar ook op plekken waar de lokale context (tijdelijk) vraagt om extra politie aanwezigheid.
De pilots zullen leiden tot gevalideerde concepten die in de jaren daarna op grotere schaal kunnen worden toegepast. De uitwerking vindt altijd plaats in samenwerking met de basisteams, het bevoegd gezag en lokale stakeholders.
Werken op straat
Agenten beschikken steeds meer over de (digitale) middelen om hun werk en de bijbehorende registratie via mobiele telefoon of laptop ter plekke te kunnen doen. En die ontwikkeling wordt de komende jaren verder voortgezet. Daardoor zitten agenten minder achter het bureau en zijn ze meer op straat. Het voorbeeld van het opnemen van aangiften is hierboven al genoemd. Met de mobiele telefoon kan de agent ook op straat informatie opvragen. Verder worden agenten steeds meer uitgerust met volwaardige mobiele middelen om op straat, ter plekke in plaats van op kantoor, identiteitscontroles uit te voeren door het ID-bewijs van een betrokkene te scannen. Ook kentekens van auto’s kunnen met de mobiele telefoon worden gecontroleerd en bekeuringen kunnen digitaal worden uitgeschreven.
Moderne techniek helpt de politie om het werk sneller en effectiever te doen. De politie zet steeds meer sensing in voor opsporing en handhaving. Hierbij kan worden gedacht aan ANPR-camera’s en cameratoezicht op plaatsen waar bijvoorbeeld sprake is van een opleving van geweld, overlast of vernieling. Elke politie-eenheid heeft inmiddels de beschikking over een droneteam. Met behulp van een drone kan de politie bijvoorbeeld in een kort tijdsbestek een overzichtsbeeld maken van een verkeersongeval. Het betreffende wegdeel kan weer snel kan worden vrijgegeven. Naar een vermist persoon kan door een drone met een warmtebeeldcamera gerichter worden gezocht. Bij een ordeverstoring kan de politie door de inzet van een drone snel een beeld krijgen van de mensenstromen en de gebeurtenissen op de grond, eventueel politieoptreden kan daardoor gerichter plaatsvinden. De politie doet momenteel onderzoek naar de inzet van drones die buiten het zicht van de bestuurder kunnen vliegen. In de toekomst kan zo bijvoorbeeld een surveillance op afstand worden uitgevoerd.
Vervolg
Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie van groot belang acht, zeker omdat de vraag naar veiligheid steeds groter wordt en de capaciteit schaars blijft. Ik heb daarom met de korpschef, de regioburgemeesters en het Openbaar Ministerie afgesproken om in de context van ons fundamentele gesprek in de komende maanden in het LOVP vanuit een integraal perspectief verder te spreken over de manier waarop zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie verder worden doorontwikkeld en toekomstig bestendig worden ingericht. De uitvoering van het huisvestingsbeleid is daar een onderdeel van. Over het verloop van dat gesprek en de uitkomsten ervan zal ik uw Kamer in het halfjaarbericht informeren. Ook bied ik uw Kamer graag een technische briefing aan om de leden nader te informeren over het huisvestingsbeleid van de politie.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel