Antwoord op vragen van het lid Vermeer over de tijdsplanning van het wetsvoorstel overgang pensioenaanspraken politieke ambtsdragers naar het nieuwe pensioenstelsel
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D07829, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 16:26, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z01698:
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Vermeer (BBB) over de tijdsplanning van het wetsvoorstel overgang pensioenaanspraken politieke ambtsdragers naar het nieuwe pensioenstelsel (2025Z01698).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Antwoord op Kamervragen van het lid Vermeer (BBB) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de tijdsplanning van het wetsvoorstel overgang pensioenaanspraken politieke ambtsdragers naar het nieuwe pensioenstelsel (2025Z01698, ingezonden 31 januari 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met de tijdsplanning van het wetsvoorstel overgang pensioenaanspraken politieke ambtsdragers naar het nieuwe pensioenstelsel van uw ambtsvoorganger?
Antwoord
Ja, ik ben bekend met de tijdsplanning van het wetsvoorstel. De tijdsplanning is te vinden in bijlage 2 van de Kamerbrief van 3 juni 2024 (Kamerstukken II 2023/23 32043, nr. 651).
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom er nog geen concreet wetsvoorstel ter consultatie is voorgelegd om de pensioenen vanuit de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers (APPA) onder het nieuwe pensioenstelsel te laten vallen?
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom het tijdsplan van uw ambtsvoorganger vertraging heeft opgelopen?
Antwoord vraag 2 en 3
De reden dat de consultatie nog niet plaats heeft kunnen vinden is de kabinetswissel en de complexe juridische en technische vraagstukken die spelen bij de overgang van de APPA-regeling naar het nieuwe pensioenstelsel. Dit zal zo snel mogelijk gebeuren. Ik verwacht de Kamer het wetsvoorstel te kunnen aanbieden in de loop van 2025.
Vraag 4
Wat is de reden dat dit traject niet direct na het sluiten van het pensioenakkoord in gang is gezet?
Vraag 5
Hoe verklaart u dat politieke ambtsdragers op dit moment nog niet onder het nieuwe pensioenstelsel vallen, terwijl dit voor reguliere pensioendeelnemers al in gang is gezet?
Antwoord vraag 4 en 5
Het pensioenakkoord is een afspraak tussen het kabinet en werkgevers- en werknemersorganisaties over de herziening van ons pensioenstelsel. Hierin schetsten betrokken partijen de contouren van een nieuw pensioenstelsel en de maatregelen die nodig zijn voor de overstap op dat nieuwe stelsel.
Politieke ambtsdragers hebben echter een eigen wettelijke pensioenregeling. Nadat het pensioenakkoord was gesloten en de voorbereidingen voor de uitwerking van het Pensioenakkoord in de Wet toekomst pensioenen startten, is tegelijkertijd begonnen met het uitwerken van ideeën voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel voor politieke ambtsdragers.
Het kabinet heeft tegen deze achtergrond een ambtelijke interdepartementale
werkgroep van de vier betrokken ministeries (Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Financiën, BZK en Defensie) medio 2022 de opdracht gegeven om te komen tot
een oplossing voor de overdracht van de begrotingsgefinancierde pensioenen
(behalve de pensioenen van politieke ambtsdragers zijn ook de pensioenen van
militairen van voor 2001 begrotingsgefinancierde).
De werkgroep heeft affinancieren en invaren geadviseerd aangezien deze optie
volledig in lijn is met het uitgangspunt van de Wtp om bestaande en toekomstige
pensioenaanspraken over te dragen naar het nieuwe pensioencontract. Vervolgens heeft het kabinet in een brief de consequenties voor de Appa van deze oplossingsrichting beschreven. In de brief is het wetsvoorstel aangekondigd.
Deze overgang naar het nieuwe pensioenstelsel is een complex proces. Die overgang kan niet op dezelfde manier worden ingericht als voor reguliere pensioendeelnemers. Het streven blijft er op gericht om de Aanpassingswet Appa volledig in werking te laten treden per 1 januari 2028.
Vraag 6
Ligt er al een conceptwetsvoorstel en klopt het dat er informeel wordt gesproken over de overdrachtsproblematiek? Zo ja, wat houdt deze problematiek precies in?
Antwoord
Zoals gezegd is de overgang naar een nieuw pensioenstelsel een juridisch en technisch ingewikkeld proces met veel betrokken partijen. Dit vraagt de nodige afstemming in informeel overleg met betrokken partijen zoals de decentrale overheden, de Appa-uitvoeringsorganisaties en ABP. Een interbestuurlijke werkgroep van BZK en de bestuurlijke koepels geeft dit overgangsproces vorm.
De pensioenen van politieke ambtsdragers worden namelijk in het huidige stelsel achteraf uit de begrotingen van overheidsinstellingen betaald. Om de overstap naar fondsfinanciering, wat verplicht is in het nieuwe stelsel, mogelijk te maken is het noodzakelijk om eerder opgebouwde pensioenaanspraken af te financieren door middel van een eenmalige kapitaalstorting aan ABP. Om in kaart te brengen wat de financiële gevolgen voor het Rijk en de decentrale overheden voor deze overgang zijn, loopt er nu in opdracht van het ministerie van BZK en in samenwerking met VNG, IPO en de Unie van Waterschappen een onderzoek. Dat is van belang om de financiële implicaties van het wetsvoorstel te kunnen schetsen.
Vraag 7
Welke stappen moeten nog worden doorlopen voordat het wetsvoorstel voor de wijziging van de APPA-regeling kan worden ingediend bij de Tweede Kamer?
Vraag 8
Wat is de huidige concrete tijdsplanning voor dit wetsvoorstel, uitgedrukt in maanden?
Antwoord vragen 7 en 8
Voor het doorlopen van de stappen en een concrete tijdsplanning verwijs ik naar bijlage 2 van de Kamerbief van 3 juni 2024 (Kamerstukken II 2023/23 32043, nr. 651).
Vraag 9
Hoe verhoudt de voortgang van deze wetswijziging zich tot de invoering van het nieuwe pensioenstelsel voor andere groepen?
Zie antwoord vraag 4 en 5
Vraag 10
Deelt u de mening dat het uitstel van deze wijziging lastig uit te leggen is aan de ‘gewone’ pensioendeelnemers die al wel onder de nieuwe regels vallen?
Antwoord
Deze mening deel ik niet. Politieke ambtsdragers vallen vanwege hun bijzondere functie in een eigenstandige wettelijke pensioenregeling. De Wet toekomst pensioenen geldt in beginsel niet voor de pensioenregeling voor politieke ambtsdragers.
Maar de ingeslagen weg voor de pensioenen van politieke ambtsdragers heeft als consequentie dat op dezelfde wijze als voor alle werknemers die onder de Wtp vallen ook alle pensioenaanspraken van degenen die hebben besloten tot invoering van het nieuwe pensioenstelsel – bewindspersonen en Tweede Kamerleden – worden overgezet naar het nieuwe pensioenstelsel. Een uitzonderingspositie voor politieke ambtsdragers wordt op deze wijze juist voorkomen.
Dit is ook in lijn met het uitgangspunt uit de integrale visie rechtspositie politieke ambtsdragers uit 2015. Daarin wordt gesteld dat er geen aanleiding meer is om de pensioenaanspraken van politieke ambtsdragers en de financiering daarvan te laten verschillen van werknemers die onder de verplichtstelling vallen voor hun pensioenvoorziening.
Vraag 11
Wat doet uw ministerie om de voortgang van deze wetswijziging te bespoedigen?
Antwoord
Het wetsvoorstel is in voorbereiding. Op dit moment wordt er een gezamenlijk onderzoek uitgevoerd door BZK, VNG, IPO en de Unie van waterschappen, om de financiële implicaties van de kapitaaloverdracht in kaart te brengen voor decentrale overheden.
Vraag 12
Wanneer wordt het wetsvoorstel uiterlijk bij de Tweede Kamer ingediend?
Antwoord
Ik verwijs hierbij naar de aan de Tweede Kamer aangeboden planning. De bedoeling is dat in de loop van 2025 het wetsvoorstel zal worden aangeboden.