[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht ‘Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D07837, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 16:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z00904:

Preview document (🔗 origineel)


Datum 21 februari 2025

Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Tielen (VVD) over het bericht ‘Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’’ (2025Z00904).

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

Fleur Agema

Antwoorden op Kamervragen van het lid Tielen (VVD) over het bericht ‘Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’ (2025Z00904, ingezonden d.d. 22 januari 2025).

Vraag 1.

Bent u bekend met het bericht ‘Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’?[1]

Antwoord vraag 1.

Ja.

Vraag 2.

Herkent u het beeld dat diplomafraude vaak gepaard gaat met financieel misbruik van zorggeld, met onveiligheid voor patiënten en cliënten én gerelateerd is aan criminelen? Herkent u ook dat deze vormen van zorgfraude toenemen? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer uw aanpak hiertegen verwachten? 

Antwoord vraag 2.

Ik herken het beeld dat diplomafraude vaak gepaard gaat met misbruik van zorggeld, dat het raakt aan veiligheid en kwaliteit van zorg en een mate van verwevenheid heeft met criminaliteit. Dit is verschrikkelijk. Zorggeld moet gaan naar de zorg, en uiteindelijk naar de mensen voor wie er gezorgd moet worden.

Uw Kamer is op 27 juni 2024 geïnformeerd over de verkenning van de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) naar mogelijke misstanden in het opleiden in de zorgsector en de eventuele verbanden tussen deze mogelijke misstanden en de risico’s voor de zorg.1 Uit de verkenning blijkt dat de Inspecties een toenemende verwevenheid zien van zorg met criminaliteit en fraudenetwerken. In navolging van de verkenning van de Inspecties wordt gewerkt aan vervolgacties. Dit is in samenwerking met onder andere de betrokken ministeries, gemeenten, toezichthouders, opsporingsdiensten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en opleiders.

Het doel van de aanpak is om het zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen om in het zorgdomein actief te zijn en om de zorgsector weerbaarder te maken tegen criminelen. Er wordt op drie speerpunten ingezet om dit doel te bereiken. Het gaat om (1) het opwerpen van barrières, (2) het vergroten van de weerbaarheid en (3) het verstevigen van toezicht, handhaving en opsporing. Uw Kamer wordt op korte termijn per brief over deze aanpak geïnformeerd.

Vraag 3.

Wat verwacht u van de verplichting (vanaf 1 januari jl.) om signalen van fraude bij het Informatieknooppunt Zorgfraude te melden? Op welke wijze gaat deze verplichting leiden tot meer signalen en wat gaat u hiermee doen? Bent u bereid om voor de zomer een eerste meldingenoverzicht met de Kamer te delen?

Antwoord vraag 3.

De Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) is per 1 januari 2025 in werking getreden. De mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens tussen de in de wet genoemde instanties in het zorgdomein zijn door deze wet vereenvoudigd, verbeterd en uitgebreid. Deze instanties worden beter in staat gesteld fraude te voorkomen en aan te pakken.

Stichting IKZ levert jaarlijks een rapportage op met daarin een overzicht van de signalen die het afgelopen jaar zijn ontvangen. De jaarrapportage wordt voor de zomer gepubliceerd en gedeeld met uw Kamer. Stichting IKZ is sinds 1 januari 2025 een zelfstandige juridische entiteit met een wettelijke taak en vervangt het samenwerkingsverband. Stichting IKZ bevindt zich momenteel in de overgangsfase van samenwerkingsverband naar stichting. Voor wat betreft het delen van een eerste meldingenoverzicht kan ik toezeggen dat ik in gesprek ga met Stichting IKZ om te kijken in hoeverre dit al mogelijk is voor de zomer, en anders later dit jaar zodra de stichting geheel zelfstandig operationeel is.

Vraag 4.

Op welke wijze verwacht u dat het Informatieknooppunt Zorgfraude met meer effectiviteit aan de slag kan om fraudesignalen op te volgen, fraude op te sporen en te sanctioneren? Is dit wat u betreft voldoende en zo nee, wat gaat u daaraan doen? 

Antwoord vraag 4.

De inwerkingtreding van de Wbsrz zorgt ervoor dat problemen rondom het uitwisselen van gegevens bij het bestrijden van zorgfraude worden opgelost. Stichting IKZ kan een door instanties verstrekt signaal verrijken en vervolgens verstrekken aan de meest geëigende instantie(s). Instanties kunnen zo effectiever aan de slag om binnen hun taken en bevoegdheden opvolging te geven aan een signaal van zorgfraude. Deze instantie of instanties kunnen met het door Stichting IKZ verrijkte signaal fraude voorkomen, opsporen of sanctioneren. Stichting IKZ doet geen eigenstandig opsporingsonderzoek en heeft geen handhavende, toezichthoudende of opsporende functie, taken of bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden zijn belegd bij de controle-, toezicht-, en opsporingsinstanties.

Vraag 5.

Deelt u de mening dat het niet mogelijk zou moeten zijn voor zorgfraudeurs om opnieuw in de zorg aan de slag te gaan? Op welke manier gaat u een dergelijk beroepsverbod voor zorgfraudeurs mogelijk maken?

Antwoord vraag 5.

Samen met uw Kamer deel ik het standpunt dat het onwenselijk is dat zorgfraudeurs zomaar weer actief kunnen worden in de zorg. In aanvulling op de bestuurs- en beroepsverboden die al mogelijk zijn, zijn gerichte maatregelen getroffen om te voorkomen dat zorgfraudeurs (opnieuw) aan de slag kunnen gaan. Ik noem een aantal voorbeelden. In het kader van de vergunningplicht op grond van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) kan naar het verleden van de dagelijkse leiding of de interne toezichthouders worden gekeken door een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen of door een integriteitsonderzoek op grond van de Wet Bibob. De doelgroep voor de vergunningplicht is per 1 januari 2025 uitgebreid. Alle zorginstellingen moeten nu beschikken over een toelatingsvergunning, ook de kleinere zorginstellingen met 10 of minder zorgverleners.

Een andere belangrijke maatregel is de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) die per 1 januari 2025 in werking is getreden. Deze wet regelt onder meer een zogenoemd Waarschuwingsregister zorgfraude, waarin gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren zorgfraudeurs kunnen registreren. Het Waarschuwingsregister kan hiermee voorkomen dat fraudeurs in een andere gemeente of in een ander zorgdomein een doorstart maken.

Tot slot noem ik de Proeftuinen aanpak zorgfraude, waarvoor ik subsidie heb verleend. In de regio’s Twente en Hart van Brabant worden beproefde werkwijzen ontwikkeld, zoals een structurele inzet van de Wet Bibob bij de contractering van aanbieders. De VNG zorgt ervoor dat de resultaten van de proeftuinen met alle gemeenten worden gedeeld.

Vraag 6.

Heeft inmiddels uw eerdere toegezegde[2] gesprek met de minister van Justitie en Veiligheid over uitbreiding van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) tegen zorgfraude, plaatsgehad? Zo ja, wat heeft u afgesproken gezamenlijk te gaan doen tegen zorgfraude?

Antwoord vraag 6.

Er heeft ambtelijk een eerste verkennend gesprek plaatsgevonden met het ministerie van J&V. Aan dit gesprek wordt op korte termijn vervolg gegeven door gezamenlijk te kijken, ook met het CIBG, zorgkantoren en gemeenten, hoe de Wet Bibob nog beter kan worden ingezet.

Vraag 7.

Bent u bereid om een overzicht te maken van uw beleid, uw beoogde wetsvoorstellen en handhavingsaanpak tegen zorgfraude en deze met de Kamer te delen, inclusief beoogde resultaten? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer die verwachten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 7.

Zoals aangegeven bij vraag 2 wordt uw Kamer op korte termijn geïnformeerd over de aanpak om zorgfraude en zorgcriminaliteit zorg tegen te gaan. Ook ontvangt uw Kamer dit voorjaar een reactie op de signaleringsparagraaf uit de jaarbrief van de Taskforce Integriteit Zorgsector (TIZ).2

 

[1] De Volkskrant, 8 januari 2025, Hoe zorginstellingen diplomafraude bestrijden: ‘Kwaadwillenden gaan ingenieus te werk’, Alarmen in zorgsector door diplomafraude: 'Kwaadwillenden worden ingenieuzer' | de Volkskrant

[2] Vragenuur 10 december 2024 - 2024D48984


  1. Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 28 828, nr. 137↩︎

  2. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 28 828, nr. 140↩︎