Antwoord op vragen van het lid Diederik van Dijk over het bericht ‘Agent kan voortaan ook eed zweren op Allah of andere god’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D08521, datum: 2025-03-03, bijgewerkt: 2025-03-03 14:26, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede namens: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z00060:
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: D.J.H. (Diederik) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 1469
2025Z00060
Antwoord van minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 3 maart 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 1145
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Agent kan voortaan ook eed zweren op Allah of andere god’?1
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer heeft u de Kamer geïnformeerd dat in aanvulling op het onderhandelingsakkoord ook de eedsaflegging bij de politie aangepast zou gaan worden? Vindt u ook dat dergelijke keuzes, gelet op het feit dat het blijkens de nota van toelichting een principiële wijziging betreft en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties recent andere verwachtingen heeft gewekt, voorafgaand expliciet aan de Kamer voorgelegd zouden moeten worden?2
Vraag 3
Wat is uw reactie op het feit dat bovengenoemde wijziging in strijd is met hetgeen uitdrukkelijk door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is benoemd, namelijk dat op het punt van religie geen wijzigingen beoogd worden in de bekrachtingsformulieren?3 Onderkent u dat het alleen al daarom discutabel is om deze wijziging op deze manier toch door te voeren?
Antwoord op vragen 2 en 3
Mijn ambtsvoorganger en de korpschef, als werkgever van de politie, en de politievakbonden sloten op 19 december 2023 het arbeidsvoorwaardenakkoord met een looptijd van 1 juli 2024 tot en met 30 november 2025. In dit arbeidsvoorwaardenakkoord maakten partijen, binnen de kaders van het mandaat, afspraken over de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie van politiemedewerkers. Onderdeel hiervan is de afspraak om de tekst van de eed en belofte te moderniseren en meer inclusief te maken. Zodat de tekst van de eed en belofte meer herkenbaar en aansprekend is voor alle politiemedewerkers en zij uiting kunnen geven aan hun eigen geloofs- of levensovertuiging. Voor het moderniseren en meer inclusief maken van de eed en belofte van de politie is het model van de eed of belofte voor rijksambtenaren van 2023 ter inspiratie genomen. Deze tekst heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties in 2023 per brief aan uw Kamer doen toekomen.4 De wijziging van de eed en belofte betreft een rechtspositionele wijziging tussen werkgever van politie en de politievakbonden binnen mandaat van het kabinet.
De minister van BZK is enkel politiek verantwoordelijk voor het werkgeverschap Rijk. Bij de wijziging van de eed en belofte van de sector Rijk heeft de minister van BZK op geen enkele wijze beoogd verwachtingen te wekken met betrekking tot ambtseden van andere sectoren dan voor de sector Rijk.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de opstelling van de politie opvallend is ten opzichte van andere overheidswerkgevers en dat het onwenselijk is dat iedere overheidsorganisatie op nationaal niveau er een eigen formule op nahoudt? Waarom zou de positie van de politie op dit punt zo uniek zijn dat afwijking van andere nationale instanties en de Rijksoverheid noodzakelijk zou zijn?
Vraag 5
Waarom heeft u gekozen voor een dergelijke verstrekkende aanpassing, gelet op het feit dat u in de nota van toelichting onderkent dat de eed van de politie moet aansluiten bij de formulieren van de Rijksoverheid en Defensie? Waarom heeft u er niet voor gekozen om de constructie van artikel 7 van de Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie over te nemen in plaats van de onbepaalde, risicovolle wijziging dat ieder zelf een invulling kan kiezen?
Antwoord op vragen 4 en 5
Voor het moderniseren en meer inclusief maken van de eed en belofte van de politie is onder meer aangesloten bij artikel 7 van de Regeling ambtseed burgerambtenaren Defensie, waarin ook open wordt gelaten hoe de formulering van de ‘andere wijze van afleggen’ wordt ingevuld. Ook is het model van de eed of belofte voor rijksambtenaren van 2023 ter inspiratie genomen. De aanpassingen in de tekst van de eed en belofte van politie, ten opzichte van die voor rijksambtenaren, zijn vervolgens verder toegespitst op de werkzaamheden van de politiemedewerkers. Het werk van de politie is immers niet identiek aan de werkzaamheden van rijksambtenaren of defensieambtenaren en behoeft daarom nadere vormgeving.
In de tekst van de nieuwe eed en belofte van politie is bijvoorbeeld specifiek opgenomen dat politiemedewerkers in het algemeen belang voor onze samenleving werken en zij zich volledig inzetten voor de taken die aan de politieorganisatie zijn toebedeeld. Een ander verschil is dat de politie, in de nieuwe tekst van de eed en belofte, zich beroept op het gedragen volgens de beroepscodes, naast de wetten en het recht. Bij de politie gelden andere beroepscodes dan de gedragsregels voor rijksambtenaren en defensieambtenaren.
Vraag 6
Waarom heeft u zich niet veel uitvoeriger rekenschap gegeven van de achtergronden en dilemma’s bij de eedsaflegging, waarbij tot op heden bewust sprake is van een zekere terughoudendheid om eedsformules aan te passen teneinde de eed herkenbaar te houden?
Antwoord op vraag 6
De samenleving, arbeidsmarkt en de politie zijn meer divers geworden in culturele achtergrond, leefstijlen, geloofs- en levensovertuiging. De politie wil er voor iedereen zijn en elke collega doet ertoe. Daarom is het van belang om meer ruimte te bieden aan verschillende identiteiten binnen de politie. De politie wil dit ook tot uiting brengen door gelijkwaardigheid en inclusie na te streven in de arbeidsvoorwaarden en de rechtspositie van de politie, waaronder met de nieuwe eed en belofte.
Het afleggen van de eed of belofte is een belangrijk ritueel waarbij politiemedewerkers trouw zweren of beloven aan de Koning en de Grondwet en zich verbinden aan de missie en kernwaarden van de politie. Met de aanpassing van de eed en belofte van politie is het voor politiemedewerkers mogelijk om bij het afleggen van de eed, voor de uitvoering van de taak, expliciet de hulp van diens ‘god’ te vragen om de kracht en wijsheid te vinden het goede te doen ter bescherming tegen misstappen.
Vraag 7
Welke kaders hanteert u voor de uitwerking die betrokkenen zelf geven aan de religieuze eedsaflegging, onder andere met het oog op de waardigheid en geldigheid van de eed? Gaat de politie uit van een lijst van overtuigingen, zoals bijvoorbeeld uit de formulieren van de provincies te distilleren valt? Hoe voorkomt u dat straks situaties ontstaan waarbij de politie bijvoorbeeld moet gaan beoordelen of een beroep op het pastafarisme geldig is, zoals in de jurisprudentie reeds aan de orde is geweest?5
Antwoord op vraag 7
Voor de uitvoering van de nieuwe eed en belofte heeft de werkgever, samen met de politievakbonden, een werkinstructie opgesteld, waarmee een eenduidige lijn in de uitvoering wordt bewerkstelligd. In deze werkinstructie zijn de antwoordteksten en gebaren, behorende bij de eed, voor de meest voorkomende denominaties uitgewerkt, namelijk het christendom, hindoeïsme, Islam en Jodendom. Deze uitwerking is gebaseerd op de instructie die Defensie gebruikt voor het militaire personeel. De verwachting is dat deze werkinstructie het overgrote deel van de mogelijkheden afdekt. Bij de beoordeling of iets als godsdienst kan worden aangemerkt, neemt de politie de jurisprudentie hierover als uitgangspunt, zoals de uitspraak van de Raad van State over pastafarisme. Bij de beëdiging zijn religieuze kledingstukken of uitingen toegestaan, zoals een keppel of hoofddoek, behalve in combinatie met het politie-uniform.
Reformatorisch Dagblad, 4 januari 2025, ‘Agent kan voortaan ook eed zweren op Allah of andere god’↩︎
Staatsblad 2024, 340; Kamerstuk 29 362, nr. 331↩︎
Kamerstuk 29 362, nr. 331↩︎
Kamerstukken II 2022-2023, 29362, nr. 320↩︎
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 9 november 2021,
ECLI:CE:ECHR:2021:1109DEC000947619↩︎