[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van het lid Ceder over voor het zomerreces van 2025 het probleem oplossen dat wettelijke vertegenwoordigers soms noodgedwongen in overtreding zijn bij DigiD-machtigingen (Kamerstuk 36600-VII-61) en op de Motie van de leden Van der Werf en Six Dijkstra over onderzoeken of en hoe er wettelijke minimumeisen kunnen worden gesteld aan personele capaciteit voor contentmoderatie bij grote socialemediaplatforms (Kamerstuk 36600-VII-73)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2025D08702, datum: 2025-03-04, bijgewerkt: 2025-03-05 15:48, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-131).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-131 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2025Z03780:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2025

Naar aanleiding van het aangepaste beoordelingskader rondom moties, d.d. 7 november 2024, informeer ik u hierbij over twee door mij ontraden moties die tijdens de stemmingen van dinsdag 3 december door uw Kamer wel zijn aangenomen1.

Motie Ceder

De motie van het lid Ceder vraagt de regering om voor het zomerreces van 2025 met een wettelijk geborgde oplossing te komen om het probleem op te lossen dat wettelijke vertegenwoordigers soms noodgedwongen in overtreding zijn als zij de DigiD gebruiken van hun cliënt, en de Kamer in het eerste kwartaal van 2025 over de voortgang te informeren2.

Reactie

De publieke dienstverlening van de (semi)-overheid digitaliseert. Burgers die (deels) handelingsonbekwaam zijn en niet zelfstandig mogen handelen, hebben een door de wet of door de rechter aangestelde wettelijk vertegenwoordiger (bewindvoerder, curator, mentor of een persoon met gezag over een minderjarige).

Uw Kamer heeft de door mij ontraden motie van het lid Ceder (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 61) aangenomen.

Het is niet toegestaan dat een DigiD door een ander wordt gebruikt. Dit geldt voor iedereen en de aard van de vertegenwoordigingsrelatie, bloedverwant of niet, is hiervoor niet relevant. Tegelijkertijd weet ik ook dat de meeste mantelzorgers, met de beste bedoelingen, digitaal zaken doen met de DigiD van de handelingsonbekwame die zij vertegenwoordigen. In het verlengde hiervan begrijp ik daarom ook dat als de mogelijkheid om andermans DigiD te gebruiken morgen abrupt zou stoppen, een groot deel van de vertegenwoordigers en dus uiteindelijk de hulpbehoevenden een probleem zou ondervinden met het afnemen van dienstverlening die zij juist zo hard nodig hebben. Dit is uiteraard niet gewenst en vormt een dilemma. Daarom zal ik totdat alle overheidsdienstverleners zijn aangesloten op digitale voorzieningen voor wettelijk vertegenwoordigen, zoals in de eerdere beantwoording van Kamervragen (lid Inge van Dijk (CDA) (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 878) de SGP-leden Bisschop en Van der Staaij (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2939) en GroenLinks-leden Westerveld en Bouchallikh (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3348) hierover aangegeven, niets doen dat de hulp aan handelingsonbekwame hulpbehoevenden die een wettelijk vertegenwoordiger hebben in de weg staat.

Digitale toegang voor wettelijk vertegenwoordigers is nu alleen mogelijk bij de Belastingdienst, WIL Lekstroom en via een pilot bij de gemeente Rotterdam en Den Haag. Bij het MUMC+ (academisch ziekenhuis Maastricht) is het momenteel in een pilot nog mogelijk voor ouders van kinderen tot en met 11 jaar digitale toegang te krijgen (ouderlijk gezag). Bij de overige dienstverleners kunnen vertegenwoordigers via de eigen daarvoor ingerichte processen van de publieke dienstverleners zaken doen.

Hierbij informeer ik uw Kamer over de structurele mogelijkheden en hoe ik aan oplossingen werk. Momenteel werk ik aan een bevoegdheidsverklaringsdienst (BVD) om de bronnen Wettelijk Vertegenwoordigingsregister (WVR) en Ouderlijk Gezag te kunnen ontsluiten. Via de uitrol van het Stelsel Toegang zal ik stapsgewijs de voorzieningen die zijn gerealiseerd voor wettelijke vertegenwoordigen van handelingsonbekwame burgers beschikbaar maken. Te beginnen met ouderlijk gezag (kinderen jonger dan 12 jaar) in de zorgsector. Het bouwen van de voorzieningen vraagt tijd en wetgeving moet worden aangepast. Daarnaast moeten dienstverleners aansluiten op alle voorzieningen en hun systemen aanpassen voor implementatie hiervan. Het gaat om een hele keten die goed en vooral zorgvuldig ingericht moet worden, en dat vergt (doorloop-)tijd. Ik zal u hier in de Verzamelbrief Digitalisering van juni verder over informeren, inclusief het tijdspad voor ouderlijk gezag (kinderen jonger dan 12 jaar) voor de zorgsector.

Motie Van der Werf / Six Dijkstra

De motie van de leden Van der Werf en Six Dijkstra (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 73) vraagt de regering om te verkennen of kan worden gekomen tot een richtgetal voor de (relatieve) minimum moderatiecapaciteit op Nederlands niveau van grote online platforms3.

Reactie

Het kabinet erkent het belang van goede (menselijke) controle bij contentmoderatie. Kwalitatieve contentmoderatie draagt bij aan een gezondere en veiligere online omgeving. Minstens zo belangrijk als minimale moderatiecapaciteit is het kwaliteitsniveau en de effectiviteit van zowel moderatoren als (AI-) systemen. BZK gaat zich in Europees verband inzetten voor het verhogen van het kwaliteitsniveau van contentmoderatie. De Kamer zal verder over deze inzet voor hogere kwaliteitseisen voor contentmoderatie in de Verzamelbrief Digitalisering van juni worden geïnformeerd.

De motie was ontraden omdat er maximumharmonisatie geldt door de Digitale dienstenverordening (DSA) en omdat in de DSA geen verplichtingen staan om voldoende personeel aan te nemen voor contentmoderatie. Hierdoor wordt de mogelijkheid uitgesloten om nieuwe wettelijke verplichtingen in te voeren door lidstaten. Eventuele wijzigingen in de DSA volgen na de evaluatie in 2027. Wel kunnen relatief open normen uit de DSA over adequate contentmoderatie om risico’s te beperken verder worden uitgewerkt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Zsabó


  1. Stemmingslijst 2024D47431↩︎

  2. Kamerstukken 36 600 VII, nr. 61↩︎

  3. Kamerstukken 36 600 VII, nr. 73↩︎