Opvolging toezeggingen betreffende ekv-mandaat, internationale benchmark, beleidsdoorlichting, OESO-regels en herbeoordeling Mozambique project; en opvolging motie Aukje de Vries en Van der Lee (Kamerstuk 26485-446)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D08864, datum: 2025-03-04, bijgewerkt: 2025-03-20 14:06, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-IX-39).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota (deel 2) bij Kamerbrief Opvolging toezeggingen betreffende ekv-mandaat, internationale benchmark, beleidsdoorlichting, OESO-regels en herbeoordeling Mozambique project; en opvolging motie Aukje de Vries en Van der Lee (Kamerstuk 26485-446)
- Internationale benchmark
- Bijlage bij Beslisnota (deel 2) bij Kamerbrief Opvolging toezeggingen betreffende ekv-mandaat, internationale benchmark, beleidsdoorlichting, OESO-regels en herbeoordeling Mozambique project; en opvolging motie Aukje de Vries en Van der Lee (Kamerstuk 26485-446)
- Beslisnota (deel 1) bij Kamerbrief Opvolging toezeggingen betreffende ekv-mandaat, internationale benchmark, beleidsdoorlichting, OESO-regels en herbeoordeling Mozambique project; en opvolging motie Aukje de Vries en Van der Lee (Kamerstuk 26485-446)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 IX-39 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z03849:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- : Exportkredietverzekeringen (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2025-03-06 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-20 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2025
Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van onderstaande toezeggingen en de motie Aukje de Vries/Van der Lee1 met betrekking tot de exportkredietverzekering (ekv).
1. De toezegging uit het Commissiedebat van 27 november 2024 om uw Kamer te informeren over de voortgang van het toekomstbestendig maken van het ekv-mandaat, alsmede de uitkomst te delen van de internationale benchmark die is uitgevoerd door een externe partij. Het ekv-mandaattraject loopt sinds publicatie van de beleidsdoorlichting.
2. De toezegging uit de aanbiedingsbrief van de beleidsdoorlichting van de ekv-faciliteit over 2016 t/m 2021 om uw Kamer te informeren over de opvolging van de aanbevelingen en waar mogelijk de resultaten te delen.2
3. De toezegging uit het Commissiedebat van 27 november 2024 om nader in te gaan op de standaardregels die in OESO-verband gelden op het gebied van de ekv, wat de Nederlandse inzet is in de ontwikkeling hiervan en welke nationale koppen Nederland hierop heeft.
4. De toezegging uit het Tweeminutendebat van 19 december 2024 om een onafhankelijke partij om extra advies te vragen inzake de herbeoordeling van het LNG-project in Mozambique.
1. Ontwikkelingen ekv-mandaat en uitkomsten internationale benchmark
Een belangrijke aanbeveling uit de beleidsdoorlichting is het toetsen van het juridisch kader en het ekv-instrumentatrium op samenhang en toekomstbestendigheid en het beoordelen of aanpassingen nodig zijn.3 Het afgelopen jaar is onderzocht of het ekv-mandaat nog toekomstbestendig is. Daartoe is een internationale benchmarkstudie verricht, zijn bedrijven en ngo’s geraadpleegd en is onderzocht welke rol de ekv kan spelen bij prioritaire thema’s zoals kritieke grondstoffen en innovatie. Dit sluit aan bij de motie Aukje de Vries/Van der Lee die de regering verzoekt om het voor de uitvoerder van de ekv Atradius Dutch State Business (ADSB) mogelijk te maken om Nederlandse bedrijven te ondersteunen in sleuteltechnologieën en strategische grondstoffen, zonder dat dit ten koste gaat van de inzet van de reguliere ekv.
Internationale benchmarkstudie
Uit de benchmarkstudie blijkt dat Nederland een concurrerend ekv-instrumentarium heeft, maar dat internationaal een trend zichtbaar is naar bredere, meer proactieve handelsondersteuning. Andere landen zetten de ekv steeds strategischer in voor vergroening, innovatie en strategische autonomie. Zo bieden landen ook mogelijkheden aan voor dekkingen in eigen land die pas later tot export leiden. Daarnaast hebben landen zoals Duitsland, Frankrijk en Finland een strategische ekv-dekking beschikbaar om buitenlandse projecten van de grond te krijgen die de toegang tot de import van kritieke grondstoffen verbeteren. Conform de aanbevelingen van de benchmark zal dit kabinet de ekv ook breder gaan inzetten.
Nederland loopt deels mee in deze ontwikkelingen, maar een gelijk speelveld vereist blijvende inspanning. Het internationale benchmarkonderzoek is conform toezegging tijdens het Commissiedebat exportkredietverzekeringen van 27 november 2024 (Kamerstuk 26 485, nr. 448) bijgevoegd bij deze Kamerbrief.
Ekv en strategische autonomie
In lijn met de Nationale Grondstoffenstrategie – waarvoor de coördinatie ligt bij de Minister van Economische Zaken – en het Nederlandse energiediplomatie beleid is begin 2024 een pilot gestart voor de financiering van projecten rond kritieke grondstoffen en duurzame brandstoffen, zoals groene waterstof en biobrandstoffen. Doel is om strategische import te borgen en de Nederlandse industrie te ondersteunen, bijvoorbeeld via lange termijn afnamecontracten met Nederlandse bedrijven.
Tijdens de pilot kwamen veertien leads binnen (acht voor kritieke grondstoffen en zes voor duurzame brandstoffen), wat duidt op duidelijke interesse. Tegelijkertijd bevinden deze leads zich nog in een vroeg stadium en hebben deze nog niet geresulteerd in een concrete ekv-aanvraag. Vanwege de lange doorlooptijd van dergelijke projecten wordt de pilot voortgezet. Over drie jaar zal ik de pilot evalueren.
Het kabinet borgt dat de verbrede ekv-inzet op strategische import niet ten koste gaat van reguliere exportondersteuning, conform de motie Aukje de Vries/Van der Lee. Binnen het jaarlijkse garantieplafond van 10 miljard euro is ruimte beschikbaar en daarnaast wordt extra capaciteit bij ADSB gecreëerd binnen de bestaande kostendekkende begrotingssystematiek. Bovendien zal het kabinet ervoor waken dat de ekv-ondersteuning op import niet te breed wordt ingezet en beperkt blijft tot hetgeen als strategisch wordt aangemerkt. Hierbij zal zo nodig expertise van EZ en TNO worden ingeschakeld en voor wat betreft kritieke grondstoffen zal worden aangesloten bij de definities uit de EU Critical Raw Materials Act. Halffabricaten komen in aanmerking als zij kritieke grondstoffen bevatten.
Ekv en innovatie
In lijn met kabinetsbeleid en voorstellen van het bedrijfsleven wordt de ekv gerichter ingezet op innovatie, specifiek bij de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Het IBO-bedrijfsfinanciering concludeert dat innovatieve bedrijven met een grote kapitaalbehoefte (scale-ups) en het mkb moeilijkheden ondervinden om aan financiering te komen.
De ekv kan hierbij helpen. Voor sleuteltechnologieën is de ekv vooral van toegevoegde waarde (en complementair aan bestaande overheidsregelingen4) in de opschalingsfase richting export. Daarom wordt een pilot «innovatiedekking» geïntroduceerd, vergelijkbaar met de bestaande groendekking. Dit houdt in dat straks, naast dekking op financiering voor investeringen in groene technologieën met exportpotentieel, ook dekking op financiering voor investeringen in sleuteltechnologieën met exportpotentieel mogelijk is. Hiermee geef ik opvolging aan de motie Aukje de Vries/Van der Lee. Technologieën komen in aanmerking voor dekking als het een van de tien prioritaire sleuteltechnologieën uit de Nationale Technologie Strategie (NTS) betreft. De ekv dekt maximaal 80% van de lening, conform EU-staatsteunregels, waardoor banken een eigen risico houden en dus belang bij een solide businesscase. Projecten worden individueel beoordeeld, waarbij zo nodig expertise van EZ en TNO wordt betrokken. Over drie jaar zal ik de «innovatiedekking» evalueren.
Consultatie bedrijven en ngo’s
Bedrijven en ngo’s zijn het afgelopen jaar betrokken om mee na te denken over het toekomstig ekv-mandaat en -productaanbod. De bedrijven pleiten voor een breder ekv-mandaat en verruiming van het instrumentarium, in lijn met de internationale benchmark. Het kabinet ziet ruimte onder het juridisch kader voor een breed ekv-mandaat waarmee ingespeeld kan worden op nieuwe internationale ontwikkelingen. Ten aanzien van het ekv-productaanbod hebben de bedrijven verscheidene aanbevelingen gedaan. Een deel volgt het kabinet nu op door uitbreiding van de groendekking naar sleuteltechnologieën en door inzet van de ekv voor toegang tot kritieke grondstoffen. Voor de overige aanbevelingen onderzoek ik de komende periode wat binnen de bestaande risicokaders de mogelijkheden zijn. Hierover zal ik in gesprek blijven met het bedrijfsleven.
Geraadpleegde ngo’s benadrukken dat de ekv zowel negatieve effecten op mens en milieu dient te voorkomen, maar ook oog te hebben voor het hebben van positieve impact in projectlanden, onder meer door het creëren van lokale waarde en door bij te dragen aan een rechtvaardige klimaattransitie. Het kabinet zal voor de ekv-inzet bij kritieke grondstoffen nauw aansluiten bij breder overheidsbeleid zoals de Nationale grondstoffenstrategie. Samenwerking op basis van gelijkwaardigheid is daarbij het uitgangspunt. Ook zijn EU-handelsverdragen van toepassing, die uitgaan van samenwerking en reciprociteit. Daarnaast borgt het kabinet dat de ekv wordt ingezet binnen kaders van maatschappelijk verantwoord ondernemen en internationale handelsverdragen. Projecten worden getoetst op milieu-, sociale en governance-risico’s, en verzekeringen worden alleen verstrekt als deze risico’s acceptabel zijn. Over bovenstaande aandachtspunten blijven we in gesprek met ngo’s.
Wettelijk kader en implementatie
Het huidige juridische kader biedt voldoende ruimte voor een toekomstbestendig ekv-mandaat, die ook gericht is op innovatie en strategische nationale belangen. De basis voor het ekv-mandaat ligt in de Kaderwet Financiële verstrekkingen Financiën. Daaruit volgt dat de Minister van Financiën, in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, «verzekeringen en garanties» kan aanbieden «ter dekking van risico’s verbonden aan het handels- en dienstenverkeer van ondernemers met landen buiten Nederland» en «ter dekking van niet-commerciële risico’s verbonden aan investeringen ... in een land buiten Nederland».
De Kaderwet bevat open normen en biedt daarmee interpretatieruimte, waardoor een inhoudelijke wetswijziging op dit moment niet nodig is. Zo is bijvoorbeeld een indirect verband met het handelsverkeer mogelijk, maar moet dat verband enige mate van concreetheid hebben. Dit is relevant voor verzekeringen op transacties in Nederland die naar verwachting pas later tot export leiden, zoals bij de «groendekking» en de nieuw op te zetten «innovatiedekking». Daarnaast valt onder «handel» naast export ook import, wat van belang is voor het veiligstellen van strategische grondstoffen. Deze interpretatie van de wet zal worden verduidelijkt in de toelichting bij het EKI-begrotingsartikel (IX-5).
Voor alle toekomstige uitbreidingen van het ekv-instrumentarium gelden altijd duidelijke randvoorwaarden die volgen uit verschillende nationale en juridische kaders. Dit zijn onder andere additionaliteit (aan de markt en andere overheidsinstrumenten), kostendekkendheid, acceptabele risico’s (op financieel, MVO- en compliance-vlak) en een link met het Nederlands bedrijfsleven (ten aanzien van export, import of investeringen).
De pilots voor kritieke grondstoffen en duurzame brandstoffen en voor sleuteltechnologieën (de «innovatiedekking») zullen dit jaar worden toegevoegd aan het productaanbod van ADSB. Hier wordt extra capaciteit voor gecreëerd die gefinancierd zal worden vanuit de bestaande kostendekkende systematiek van de ekv. Een stijging van de uitvoeringkosten en eventuele schades gaat echter hand in hand met extra polissen en met bijbehorende extra premie-inkomsten. Per saldo verwacht ik dat het geheel cumulatief en ook op de lange termijn geen effect zal hebben op het EMU-saldo.
2. Opvolging aanbevelingen beleidsdoorlichting
De beleidsdoorlichting van de ekv-faciliteit over 2016 t/m 2021 concludeert dat het aannemelijk is dat de ekv-faciliteit grotendeels doeltreffend en doelmatig werkt. Tegelijkertijd worden verschillende aanbevelingen gedaan, die onderverdeeld kunnen worden in zeven onderwerpen. In het bovenstaande onderdeel ben ik reeds ingegaan op de aanbeveling over het mandaat van de ekv.
Additionaliteit en toegevoegde waarde ekv
De beleidsdoorlichting constateert dat de Staat tot voor kort weinig zicht had op de private verzekeringsmarkt. Hieruit kwam de aanbeveling naar voren om de kennis over de private verzekeringsmarkt te verdiepen, het productenaanbod van ADSB beter af te bakenen en waar mogelijk de additionaliteit van de ekv beter te onderzoeken. Naar aanleiding hiervan is de afbakening van de verzekeringsactiviteiten van ADSB online gepubliceerd.5 De afbakening wordt begin dit jaar onder de aandacht gebracht bij private verzekeraars, met wie tevens gesprekken worden gevoerd om de kennis over de private verzekeringsmarkt te vergroten.
Daarnaast wordt momenteel met het CPB gekeken naar de mogelijkheden voor een wetenschappelijk onderzoek naar de additionaliteit van de ekv. De OESO beschikt over internationale transactiedata die hiervoor mogelijk geschikt zijn, hoewel deze vertrouwelijk zijn. Indien de gegevens geschikt blijken, zal Nederland binnen OESO-verband toestemming vragen om de gegevens te gebruiken.
Internationaal gelijkwaardig speelveld
De beleidsdoorlichting beveelt aan om in te blijven zetten op een gelijk internationaal speelveld. Nederland is hierin succesvol geweest. Zo heeft de modernisering van de financiële OESO-regels in 2023 geleid tot verruimde voorwaarden voor ekv-steun, zoals langere maximum looptijden en meer flexibiliteit ten aanzien van terugbetalingsschema’s, met extra voordelen voor groene transacties. Dit heeft gezorgd voor een gelijker speelveld met landen als China en India.
Verder is opvolging gegeven aan de aanbeveling om de internationale benchmarkanalyse uit 2019 te actualiseren en inzicht te verkrijgen over hoe het Nederlandse ekv-aanbod zich verhoudt tot dat van andere landen. In 2024 is daarom een nieuwe benchmarkstudie uitgevoerd, bijgevoegd bij deze brief. Het kabinet is voornemens dergelijke internationale benchmarkstudies om de zoveel jaar uit te voeren, om zo goed zich te houden op het internationale speelveld. Daarnaast is een systematisch beoordelingskader ontwikkeld waarmee ADSB bestaande en nieuwe producten kan evalueren aan de hand van duidelijke criteria, waaronder het internationale speelveld.
Ondersteuning vraag exporteurs
De beleidsdoorlichting beveelt aan om de producten en dienstverlening van de ekv te verbeteren via de Rijkscommissie, via een één-loket benadering en via betere internationale afspraken over voorwaarden aan groene transacties. In dit kader is onder meer onderzocht of de samenstelling, vormgeving en expertise van de Rijkscommissie voldoende aansluiten bij de marktbehoeften. Naar aanleiding hiervan zijn twee exporteurs uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) toegevoegd aan de Rijkscommissie, waarmee een betere balans is ontstaan tussen het mkb en grootbedrijf. De samenstelling en expertise van de Rijkscommissie worden periodiek geëvalueerd om de aansluiting bij de marktbehoefte te waarborgen.
Verder is de samenwerking tussen ADSB, Invest International, RVO en de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën versterkt. Hierdoor worden ondernemers sneller doorverwezen naar passende ondersteuning en zijn instrumenten op elkaar afgestemd. Op deze manier is ingezet om de ekv-faciliteit effectief en toekomstbestendig te maken, want groene projecten worden hiermee aantrekkelijker en kunnen met een ekv-dekking sneller van de grond komen. Dit draagt bij aan een «whole-of-government» benadering, waar ook in bijgevoegde internationale benchmark studie naar verwezen wordt. In deze studie wordt de Nederlandse aanpak positief beoordeeld, en wordt tegelijkertijd aanbevolen om de samenwerking tussen de verschillende instelling te blijven versterken. Dit wordt ook door het bedrijfsleven genoemd als aandachtspunt.
Daarnaast zijn binnen de OESO-regels ruimere financiële voorwaarden ingebouwd voor groene transacties, in lijn met de aanbeveling.
Kostendekkendheid
OESO-regels vereisen dat de ekv-faciliteit op de lange termijn kostendekkend is. Dit wordt voor de Nederlandse ekv-faciliteit jaarlijks berekend via het zogenaamde Bedrijfseconomische resultaatbepaling (BerB)-model, gebaseerd op een OESO-breed gehanteerd model. Uit het BerB-model blijkt dat de Nederlandse ekv-faciliteit kostendekkend is. De beleidsdoorlichting adviseert om het model te evalueren per landenklasse zodra hiervoor voldoende data beschikbaar zijn. Op deze manier kan het model worden verfijnd. Aan deze aanbeveling heb ik nog geen opvolging kunnen geven, omdat momenteel onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om de validatie uit te kunnen voeren. Hierdoor zijn harde conclusies over de voorzieningsmethodiek per landenklasse vooralsnog niet mogelijk. Dit zal de komende jaren ook nog het geval zijn. Deze aanbeveling wordt opgevolgd zodra voldoende data beschikbaar zijn om de aanvullende validatie uit te voeren.
Doelmatige uitvoering
In de beleidsdoorlichting konden geen harde conclusies gemaakt worden over de doelmatigheid waarmee ADSB de ekv uitvoert. Daarom werd aanbevolen om te verkennen of de internationale benchmark kon worden uitgebreid op het terrein van een doelmatige uitvoering. Een dergelijke analyse is uitgevoerd en te vinden in de bijgaande benchmarkstudie. Hierin wordt naar de efficiëntie van ADSB gekeken door te kijken naar verschillende indicatoren, namelijk het aantal fte bij ADSB en de twee verantwoordelijke ministeries ten opzichte van het aantal verzekerde transacties en het obligo, de administratieve kosten ten opzichte van het aantal verzekerde transacties en het obligo, en de netto operationele cash flows. Hieruit blijkt dat de Nederlandse ekv gemiddeld efficiënt functioneert.
Voorkomen ongewenste neveneffecten
Voor de ekv-faciliteit geldt als uitgangspunt dat de Nederlandse Staat geen exporttransacties in verzekering neemt met onaanvaardbare effecten op milieu, sociaal en governance gebied, met te grote risico’s op omkoping en met te grote risico’s voor de schuldhoudbaarheid van een land. De doorlichting concludeert dat het ekv-beleid effectief is in het voorkomen van ongewenste neveneffecten. Wel zijn aanbevelingen gedaan op het gebied van het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en het anti-omkopingsbeleid, de klachtenprocedure en het schuldhoudbaarheidsbeleid van de ekv-faciliteit.
Het mvo-beleid en het anti-omkopingsbeleid zijn beide recent geëvalueerd en de aanbevelingen zijn opgevolgd. Hierover heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd.6, 7, 8, 9 De eerstvolgende evaluaties van het anti-omkopingsbeleid en het mvo-beleid en staan gepland voor respectievelijk 2026 en 2030. De Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten en eventuele verdere aanpassingen.
Verder wordt dit jaar gestart met de beoordeling en herziening van de klachtenprocedure van ADSB. De evaluatie van de klachtenprocedure zal zich richten op verbeterpunten en het formuleren van concrete aanbevelingen. Het doel is om de herziening eind dit jaar af te ronden.
Nederland blijft zich verder, conform de aanbeveling uit de beleidsdoorlichting, internationaal inzetten voor het verbeteren van de schuldensituatie van kwetsbare landen. Het schuldhoudbaarheidsbeleid van de ekv-faciliteit heeft volgens de doorlichting onder de streep een positieve impact op het leenbeleid van debiteurenlanden. Als actief lid van de Club van Parijs speelt Nederland dan ook een constructieve rol bij het herstructureren van onhoudbare overheidsschulden. Recent zijn bijvoorbeeld akkoorden bereikt over de schulden van Zambia, Sri Lanka en Ghana. In internationaal verband pleit Nederland verder voor versterking van het raamwerk waaronder de schulden van lage inkomenslanden die onhoudbaar zijn worden geherstructureerd, waardoor schuldherstructureringen sneller en voorspelbaarder kunnen verlopen.
Bezuinigingsopties ekv
In de beleidsdoorlichting wordt aanbevolen om vast te stellen wat de gewenste streefwaarde is van de begrotingsreserve van de ekv en waar mogelijk een eventueel overschot af te romen. Conform deze aanbeveling is een methodiek ontwikkeld en de gewenste streefwaarde vastgesteld. De Studiegroep Begrotingsruimte zal worden gevraagd advies uit te brengen over hoe om te gaan met een eventueel overschot van de begrotingsreserve van de ekv.
In de beleidsdoorlichting is tot slot aanbevolen om te verkennen of het toegevoegde waarde heeft om lopende niet-definitieve schadezaken zonder uitzicht op recuperatie definitief af te sluiten. Afgelopen jaar zijn in dit kader 34 lopende niet-definitieve schadezaken zonder uitzicht op recuperatie afgesloten voor een totaalbedrag van 169 miljoen euro. Dit heeft geleid tot een mutatie van de ekv-reserve van 2,9 miljoen euro.10 Hierdoor zijn de uitvoeringslasten verminderd en is een realistischer beeld ontstaan van de omvang van de begrotingsreserve van de ekv.
3. Standaardregels ekv-faciliteit in OESO-verband
De OESO-regels gaan over de voorwaarden waaronder ekv-dekking aangeboden mag worden. Deze regels zijn opgesteld om het gelijke speelveld tussen landen te waarborgen. Het betreft een viertal regelgevende kaders:
• Arrangement: financiële voorwaarden;
• Common Approaches: milieu- en sociale voorwaarden;
• OESO Anti-Bribery Recommendation: ontmoediging van omkoping;
• OESO Sustainable Lending richtlijnen: voor houdbare overheidsschulden.
Hieronder wordt per onderdeel ingegaan op deze internationale regels, de Nederlandse inzet en hoe deze regels in Nederland worden toegepast inclusief eventueel aanvullend beleid. Daarnaast wordt ingegaan op de lopende onderhandelingen in de OESO over ekv-steun aan de fossiele energiesector.
Arrangement
Via de Arrangement on officially supported export credits heeft Nederland zich met andere OESO-landen gecommitteerd aan afspraken over de financiële voorwaarden waaronder ekv-instrumenten aan bedrijven aangeboden mogen worden. De voorwaarden gaan bijvoorbeeld over minimumpremies, looptijden van een lening of aflossingsprofielen. De Arrangement zorgt zo voor een gelijkwaardig speelveld tussen OESO-landen.
Nederland is niet strenger dan de financiële regels uit de Arrangement en probeert de financiële ruimte die de Arrangement biedt juist zoveel mogelijk te benutten. Wel hebben EU-lidstaten hebben soms met aanvullende regels te maken, zoals de EU-staatssteunregels. De Arrangement is opgenomen in EU-regelgeving en is daardoor voor EU-lidstaten juridisch bindend. De EU-lidstaten worden via de Europese Commissie vertegenwoordigd in onderhandelingen. Momenteel lopen onderhandelingen over mogelijke herziening van de financiële regels voor schepen.
Common Approaches
De Common Approaches zijn vanuit de OESO het kader voor milieu- en sociale beoordeling van ekv-aanvragen en zijn bedoeld om het internationaal gelijk speelveld te waarborgen.11 De Common Approaches zijn enkel van toepassing op transacties met een kredietduur van langer dan twee jaar en met een contractbedrag dat boven de drempelwaarde van SDR 10 miljoen uitkomt.12
Om te voorkomen dat risicovolle aanvragen die buiten de reikwijdte van de Common Approaches vallen niet worden beoordeeld, hanteert Nederland een bredere reikwijdte. Zo voert Nederland ook een milieu- en sociale beoordeling uit voor aanvragen onder de SDR 10 miljoen, voor transacties met een kredietduur korter dan twee jaar indien de projecten in of nabij een gevoelig (natuur)gebied liggen of als er een verhoogd risico op mensenrechtenschendingen is. Aanvullend heeft Nederland een «gevoelige sectoren beleid». Dit betekent dat transacties in sectoren zoals de bagger- of chemische industrie altijd een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling vereisen, ongeacht krediettermijn of transactiebedrag.13 Nederland beoordeelt daarnaast ook transacties zonder dat de projectlocatie duidelijk is (zoals de levering van schepen), terwijl dit volgens de Common Approaches niet vereist is. Nederland monitort de hoogste risicoprojecten na afgifte van een ekv-polis. Verder heeft Nederland sinds 2019 een aanvullend dierenwelzijnsbeleid waarmee het een aantal veehouderijsystemen en -praktijken uitsluit van de ekv.14 Bij het opstellen van beleid worden altijd belanghebbenden geconsulteerd, zoals exporteurs en ngo’s.
In de praktijk gaan veel OESO-landen net als Nederland verder dan de reikwijdte van de Common Approaches.15 Nederland zet zich daarom samen met gelijkgestemde landen in voor een uitbreiding van de reikwijdte van de Common Approaches. De herziene versie wordt naar verwachting in 2025 opgeleverd. In deze versie wordt een aanmoediging opgenomen voor een risico-gebaseerde aanpak voor transacties die buiten de reikwijdte vallen. Nederland voldoet hier met bovenstaand beleid al aan.
OESO Anti-Bribery Recommendation
De OESO Anti-Bribery Recommendation uit 2019 omvat een internationale standaard ter ontmoediging van omkoping bij ekv-transacties.16 Deze standaard schrijft geen specifiek beleid voor, maar geeft duiding aan welke norm gehanteerd moet worden bij acceptatie van transacties. In 2022 is het Nederlandse anti-omkopingsbeleid voor de ekv geëvalueerd door een externe partij aan de hand van de OESO-richtlijn. Hieruit zijn concrete aanbevelingen gekomen die met de beleidsherziening in 2024 zijn geïmplementeerd.17 Op dit moment wordt in OESO-verband gewerkt aan een Guidance Note voor de implementatie van de Anti-Bribery Recommendation uit 2019.18 Nederland zet zich in voor het waarborgen van een internationaal gelijkwaardig speelveld en draagt actief bij aan de ontwikkeling van deze Guidance Note. Naar verwachting wordt het document dit jaar opgeleverd.
OESO Sustainable Lending richtlijnen
De OESO Sustainable Lending richtlijnen zijn bedoeld om onverantwoord leengedrag en daarmee onhoudbare overheidsschulden te voorkomen.19 De richtlijnen verwijzen naar de leenvoorschriften van het IMF en de Wereldbank voor lage inkomenslanden met een risico op een onhoudbare schuld.20 Nederland onderschrijft de richtlijnen en heeft deze geïmplementeerd in het landenbeleid voor de ekv.21 Dit betekent dat overheidskopers in deze landen vaak slechts onder beperkende voorwaarden nieuwe schulden mogen aangaan. Er is geen sprake van aanvullend beleid.
OESO-onderhandelingen over steun aan fossiele transacties
Binnen OESO-verband is afgesproken om ekv-steun aan kolentransacties te beëindigen. Nederland handelt in lijn met deze OESO-afspraak, net als de andere OESO-landen. Daarnaast vinden momenteel in OESO-verband onderhandelingen plaats om de Arrangement verder in lijn te brengen met de 1,5-gradendoelstelling. Nederland zet zich actief in om deze afspraken te bestendigen met het oog op het internationaal speelveld.
Naar aanleiding van het ondertekenen van de COP26-verklaring heeft Nederland per 1 januari 2023 ekv-steun aan de fossiele energiesector beëindigd die niet in lijn is met een opwarmingslimiet van 1,5 graad. Daarnaast hebben alle EU-lidstaten zich in de EU Council Conclusions gecommitteerd aan het beëindigen van ekv-steun aan de fossiele energiesector die niet in lijn is met een opwarmingslimiet van 1,5 graad. Dit draagt bij aan een gelijkwaardig speelveld tussen EU-landen, al verschillen landen wel in het tempo van uitfasering van ekv-steun aan de fossiele energiesector. In de jaarlijkse review van de Europese Commissie is een overzicht weergegeven van het uitfaseerbeleid van elke EU-lidstaat die een publieke ekv-faciliteit aanbiedt.22 Hieruit blijkt dat alleen Oostenrijk, Roemenië, Slowakije en Slovenië in hun beleid ruimte hebben opgenomen om ekv-steun aan de olie- en gasttransacties tussen nu en 2030 te beëindigen. Overigens gaven deze landen in 2023 geen ekv-steun af aan fossiele transacties. Verder hebben drie OESO-landen de COP26-verklaring niet ondertekend en dit is ongunstig voor het internationale speelveld. Het gaat om Turkije, Japan en Korea. Daarnaast hebben de Verenigde Staten de COP26-verklaring getekend, maar zij hebben vooralsnog geen concreet plan ter uitwerking ervan gepresenteerd. De OESO-onderhandelingen hebben vooralsnog niet tot een akkoord geleid en worden dit jaar voortgezet. Nederland blijft zich hiervoor inzetten.
Uit een recente evaluatie23 door een externe partij blijkt dat het Nederlandse COP26-beleid grotendeels overeenkomt met dat van andere landen die de COP26-verklaring hebben ondertekend en onderdeel uitmaken van de Export Finance for Future (E3F) coalitie.24 E3F-Landen verschillen in de uitzonderingen die ze hebben opgesteld, deze sluiten aan bij belangrijke exportsectoren in betreffende landen. Voor een gedetailleerde vergelijking van het beleid van verschillende exportkredietverzekeraars verwijs ik u graag naar de recente evaluatie.
4. Toezegging met betrekking tot het LNG-project in Mozambique
Zoals eerder aan uw Kamer gecommuniceerd, werkt het kabinet op dit moment aan een herbeoordeling van het LNG-project in Mozambique. Naar aanleiding van recente berichtgeving over vermeende mensenrechtenschendingen van het Mozambikaanse leger en om recht te doen aan de complexiteit van de veiligheidssituatie heb ik uw Kamer tijdens het Tweeminutendebat van 19 december 2024 toegezegd om een onafhankelijke partij om extra advies te vragen. Ik heb daarom een externe partij gevraagd om een analyse naar vermeende mensenrechtenschendingen door Mozambikaanse veiligheidsdiensten in de context van het Mozambique LNG-project. De rollen van de verschillende veiligheidsactoren in de regio en hun relatie tot projecteigenaar Total worden hierin meegenomen. De externe partij zal onafhankelijk van het project opereren en beschikt over relevante lokale expertise. Het advies van de onafhankelijke partij zal ik, behoudens eventuele vertrouwelijke elementen, voorafgaand aan de besluitvorming met uw Kamer delen.
5. Slotwoord
Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van het mandaattraject van de ekv, de opvolging van de aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting van de ekv, de standaard OESO-regels die gelden voor de ekv en extra advies door een onafhankelijke partij inzake de herbeoordeling van het LNG-project in Mozambique. Hiermee heb ik opvolging gegeven aan diverse toezeggingen en de motie Aukje de Vries/Van der Lee. Ik zal uw Kamer op termijn informeren over de opvolging van de toezeggingen uit de verschillende onderdelen van deze brief.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Kamerstuknummer 26 485, nr. 446.↩︎
Kamerstuknummer 31 935, nr. 82.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 26 485, nr. 438↩︎
Het instrumentarium van EZ en andere instanties (zoals Invest NL, Invest International, RVO en ROM’s) richten zich vooral op de start-up fase, veelal met eigenvermogen zoals durfkapitaal en soms met subsidies.↩︎
De afbakening is gepubliceerd op de website van ADSB, te bereiken via https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/artikel/atradius-dutch-state-business-en-de-staat.html. Dit is een levend document. M.a.w. de afbakening zal aangepast worden in het geval dat het productenaanbod van ADSB verandert.↩︎
Kamerstuknummers II 2021/22, 26 485, nr. 380.↩︎
Mvo beleidsdocument voor exportkredietverzekeringen, Atradius Dutch State Business, te raadplegen via de website van ADSB https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/.↩︎
Kamerstuknummer 2022–2023, 36 200 IX, nr. 11 d.d. 17 november 2022.↩︎
Monitor exportkredietverzekeringen 2023↩︎
Vanwege aanpassing van begrotingsregels in 2019, is in 2023 niet het totaalbedrag van afgesloten schadezaken uit de ekv-reserve onttrokken. Het grootste deel van de definitieve schades was namelijk al eerder uit de ekv-reserve onttrokken, dus een dubbele onttrekking moest voorkomen worden.↩︎
Recommendation of the Council on Common Approaches for Officially Supported Export Credits and Environmental and Social Due diligence (The «Common Approaches»). Te raadplegen via https://www.oecd.org/. Het inhoudelijk referentiekader waarnaar de Common Approaches verwijzen, wordt gevormd door de IFC Performance Standards en de Environmental, Health, and Safety Guidelines van de Wereldbank. Deze richtlijnen zijn de standaard voor multilaterale financiële instellingen en zijn in grote mate vergelijkbaar met de Equator Principles die door internationale banken worden gehanteerd.↩︎
SDR 10 miljoen is ongeveer 12,61 miljoen euro.↩︎
Voor de volledige lijst, zie het milieu en sociale beleidsdocument voor exportkredietverzekeringen, Atradius Dutch State Business, te raadplegen via: https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/artikel/beleid-atradius-dsb.html.↩︎
Beleidsverklaring dierenwelzijn, Atradius Dutch State Business, te raadplegen via: https://atradiusdutchstatebusiness.nl/.↩︎
Landen die verder gaan dan de Common Approaches voorschrijven zijn o.a. Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Nederland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.↩︎
Recommendation of the Council on Bribery and Officially Supported Export Credits, te raadplegen via: https://legalinstruments.oecd.org/↩︎
Kamerstuknummer 26 485, nr. 438.↩︎
Recommendation of the Council on Bribery and Officially Supported Export Credits, te raadplegen via: https://legalinstruments.oecd.org/↩︎
Recommendation of the Council on Sustainable Lending Practices and Officially Supported Export Credits, te raadplegen via https://www.oecd.org/.↩︎
De Sustainable Development Finance Policy van de Wereldbank↩︎
Het landenbeleid wordt gepubliceerd op de website van ADSB, te raadplegen via
https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/dekking-per-land/.↩︎
ANNUAL REVIEW BY THE COMMISSION of Member States’ Annual Activity Reports on Export Credits in the sense of Regulation (EU) No 1233/2011, te raadplegen via https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/HTML/?uri=CELEX:52024DC0556.↩︎
Kamerstuknummer 26 485, nr. 438.↩︎
De Export Finance for Future (E3F) coalitie is een coalitie van tien gelijkgestemde landen, waaronder Nederland, die gezamenlijk inzetten op het stimuleren van groene ekv-transacties, transparantie over ekv-transacties en inzet in internationale fora.↩︎