Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken Subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 2025
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D09015, datum: 2025-03-05, bijgewerkt: 2025-03-11 11:01, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D09015).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M. Heller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z00927:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-01-28 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-29 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-03-05 14:00: Stand van zaken Subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-04-23 10:45: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-07-01 17:00: Sportbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
2025D09015 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Karremans) over de stand van zaken met betrekking tot het aanvragen van de Subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) in 20251.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I. | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie | |
II. | Reactie van de Staatssecretaris |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij willen hem hierover een aantal vragen stellen.
De Staatssecretaris meldt in zijn Kamerbrief dat per 13 januari 2025 97,8 miljoen euro subsidie aangevraagd is. Dat betekent dat er al snel meer is aangevraagd dan het beschikbare budget. De regeling wordt dus goed gevonden en benut door de sportsector. Heeft de Staatssecretaris hierbij een helder overzicht van wat voor sportverenigingen gebruikmaken van de BOSA? Oftewel, zijn er bepaalde sporten oververtegenwoordigd en zo ja, welke en waarom? Ook zijn de leden van de PVV-fractie benieuwd of bepaalde gebieden, denk aan steden, gemeenten, wijken etc. meer gebruikmaken van de BOSA dan andere gebieden. Zo ja, in hoeverre weet de Staatssecretaris waar en waarom dit het geval is?
De Staatssecretaris stelt in de laatste alinea van zijn Kamerbrief dat in de najaarsbrief Sport en Bewegen 2024 voor de langere termijn aan een plan van aanpak gewerkt wordt, gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur, om zo ook adequaat te kunnen ondersteunen bij de huidige en toekomstige opgave op het gebied van de bouw en het onderhoud van de sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris hierover al enige voortgang en inhoud melden? En zo ja, kan de Staatssecretaris dit zo snel mogelijk delen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen naar aanleiding van deze brief.
Allereerst betreuren de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het ten zeerste dat er zo fors op de BOSA bezuinigd wordt. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de brief dat de aanvragen op subsidiepot na zeven dagen al was overschreden met 23,8 miljoen euro en er dus al snel meer was aangevraagd dan dat er beschikbaar was. Dit betekent dat er een grote vraag naar verduurzamingssubsidies is vanuit de sportverenigingen en dat de regeling dus het dus goed doet. Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen het feit aan dat zoveel sportverenigingen een verduurzamingssubsidie mislopen? Heeft de Staatssecretaris inzichtelijk voor hoeveel sportverenigingen een BOSA-subsidie noodzakelijk is voor het voortbestaan voor de desbetreffende sportvereniging? Wat is de ratio achter het wegbezuinigen van zo’n effectieve en goede regeling?
Kan de Staatssecretaris in kaart brengen in hoeverre de bezuiniging op de BOSA de komende jaren gecompenseerd wordt door de subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA)? Hoeveel geld uit de subsidieregeling DUMAVA gaat er naar verwachting naar de verduurzaming van sportverenigingen? Wat is onder de streep de verwachte bijdrage van Rijksoverheid aan het verduurzamen sportverenigingen als gevolg van het bezuinigen op de BOSA en het openstellen van de DUMAVA? Wordt er ook geld uit de DUMAVA specifiek voor de verduurzaming van sportverenigingen geoormerkt?
In het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk2 lezen genoemde leden dat er bij de DUMAVA bijvoorbeeld een hoger minimaal subsidiebedrag vereist en een energieadvies nodig is. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich daarom zorgen dat de DUMAVA vooral voor kleinere sportverenigingen ontoegankelijk is. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat de DUMAVA ook toegankelijk is voor kleinere sportverenigingen? Daarnaast verschilt de DUMAVA ook van de BOSA, omdat het niet voorziet voor het onderhoud van accommodaties en de nieuwbouw van accommodaties. Hoe wil de Staatssecretaris borgen dat sportverenigingen de investeringen in materialen, onderhoud, verbouw, nieuwbouw en toegankelijkheid kunnen blijven maken?
Naast het positieve financiële effect voor sportverenigingen als gevolg van verduurzaming draag de BOSA ook bij aan de CO2 reductie en daarmee aan het behalen van de klimaatdoelen – overwegende dat de klimaatdoelen steeds verder uit zicht komen.3 Hoe kijkt de Staatssecretaris tegen de bezuiniging op de BOSA in het licht van het niet halen van de klimaatdoelen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
Ten eerste zijn de leden benieuwd wat op het moment van beantwoording de stand van zaken is met betrekking tot het aangevraagde budget. Is de marge van 155 procent van het totale subsidieplafond al bereikt? Zo niet, wanneer wordt dit verwacht?
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd waarom ervoor is gekozen om aanvragen toe te laten totdat een totaal van 155 procent van het maximumbedrag is bereikt. Ligt hier een gedachte achter of is dit willekeurig? Verder vragen deze leden de Staatssecretaris hoe subsidies worden toegekend als de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen gezamenlijk boven het maximumbedrag uitkomen. Is dit op volgorde van indienen, of wordt hier een andere methode voor gehanteerd?
De leden vragen verder hoe de Staatssecretaris de bekendheid van de DUMAVA-regeling gaat vergroten onder sportverenigingen als de regeling open gaat in juni. Hoe is de Staatssecretaris van plan verenigingen te bereiken op dit gebied en obstakels weg te halen om aanvragen te doen? Verder zijn zij benieuwd wat de uitkomsten zijn van de webinar die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op 20 februari organiseerde om de aanvraagprocedure toe te lichten en welke vragen deelnemers daarbij hadden.
Tot slot zijn genoemde leden benieuwd of de Staatssecretaris een tijdlijn kan geven van het plan van aanpak voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Wanneer kan de Kamer dit plan van aanpak verwachten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij waarderen de inspanning van de Staatssecretaris bij het vormen van een lange termijn aanpak van de sportinfrastructuur en om de sportaccommodaties in eigendom van een amateursportorganisatie vanaf dit jaar onder de DUMAVA-regeling te laten vallen. Deze leden hebben nog de volgende vragen.
De leden van de NSC-fractie begrijpen de noodzaak om aanvragers geen schijnzekerheid te bieden of onnodig nieuwe aanvragen binnen te krijgen, maar hebben hun bedenkingen bij het relatief hoge percentage van 155% voor het stoppen van de aanmeldprocedure. Hoe is de berekening voor dit percentage tot stand gekomen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de BOSA-subsidie wordt uitgekeerd als een voorschot van tachtig procent van het bedrag, gevolgd door een nabetaling van maximaal de resterende twintig procent. Het gereserveerde budget voor de BOSA bevat ook de nabetalingen van maximaal twintig procent uit voorgaande aanvragen zoals vermeld op de website van de BOSA-subsidie. Wat is het bedrag aan nabetalingen dat nog uitgekeerd moet worden aan voorgaande aanvragen en welk bedrag blijft er daarna nog over voor daadwerkelijk nieuwe aanvragen in 2025?
De minimale subsidieaanvraag bedraagt 2.500 euro, wat betekent dat een vereniging minimaal 8.333 euro aan subsidiabele kosten moet maken. De leden van de NSC-fractie constateren dat voor kleinere verenigingen met beperkte financiële middelen het lastig kan zijn om zulke investeringen te doen. Welke ondersteuning bestaat er momenteel voor deze verenigingen om toch (duurzame) investeringen te kunnen maken? Overweegt de Staatssecretaris deze ondersteuning uit te breiden? Zo ja, welke initiatieven worden overwogen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat de lijst met subsidiabele kosten BOSA behoorlijk lang is en ook veel randzaken bevatten die niet direct de toegankelijkheid, duurzaamheid en energiezuinigheid van het sportaanbod verbeteren. Denk hierbij aan de schoonmaakmiddelen, bedrukking van sportkleding en de verbouwing van de parkeerplaats. Ziet de Staatssecretaris ruimte om de omschrijvingen voor de kostenposten die in aanmerking komen voor de BOSA-subsidie te herzien om de focus te verleggen van deze randzaken? Zo niet, waarom niet?
De leden van de NSC-fractie zien tevens een mogelijk probleem in het naast elkaar bestaan van de BOSA en DUMAVA voor aanvragen. Klopt het dat onder het huidige stelsel een vereniging tegelijkertijd beroep kan doen op de BOSA én de DUMAVA? Wordt er gecontroleerd of organisaties geen dubbele aanvraag doen en daarmee andere sportorganisaties de kans op subsidie ontnemen?
De leden van de NSC-fractie vragen de Staatssecretaris tevens hoe de huidige structuur van de BOSA het sportlandschap in Nederland verandert. Doordat (professionele) POS organisaties ook aanspraak kunnen maken op BOSA ontstaat er een ongelijk speelveld ten opzichte van sportverenigingen die vrijwel uitsluitend bestaan uit vrijwilligers. Tevens overstijgt de vraag naar subsidie momenteel het beschikbare bedrag. Zou het beschikbare budget mogelijk wel toereikend zijn als deze uitsluitend beschikbaar zou zijn voor verenigingen en stichtingen?
De leden van de NSC-fractie onderschrijven de noodzaak voor een lange termijn aanpak van de sportinfrastructuur. Kan een update gegeven worden over de stand van zaken van deze lange termijn aanpak? Wanneer kan de Kamer hierover worden geïnformeerd?
De leden van de NSC-fractie waarderen dat er een lange termijn aanpak komt voor een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Deze leden zijn echter van mening dat het onderwerp verduurzaming een domein overstijgende aanpak vereist. In welke mate zijn de andere ministeries die zich bezighouden met verduurzaming zoals de Ministeries van Klimaat van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) bij dit plan van aanpak betrokken?
Daarnaast erkennen de leden van de NSC-fractie de schaarste die er momenteel heerst voor beschikbare ruimte en dat een situatie waarin de sportinfrastructuur hiervoor moet concurreren met andere basisbehoeften, zoals wonen onwenselijk is. Hoe staat de Staatssecretaris tegenover de mogelijkheid om beschikbare ruimte voor meerdere doeleinden te combineren (zoals bijvoorbeeld een sportveld op een woontoren of meerdere verenigingen die gebruik maken van dezelfde faciliteiten etc.)? Welke stappen worden er gezet om deze ontwikkeling te bevorderen?
De leden van de NSC-fractie achten het van belang dat ook in de toekomst de omgeving uitnodigt om te sporten en te bewegen. In Nederland bestaan er al richtlijnen voor het beschikbaar stellen van speelruimte bij nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld de «3%-norm». Om ervoor te zorgen dat ook de recreatieve sporter of personen die simpelweg wat meer wil bewegen een omgeving hebben die daartoe uitnodigt stellen de leden de volgende vraag. Is de regering in de lange termijn aanpak bereid om ook een richtlijn te hanteren waarin een vergelijkbaar percentage van de nieuwbouw beschikbaar wordt gesteld voor sport- en beweegruimtes buiten het aanbod van sportverenigingen en sportaccommodaties? En is de Staatssecretaris bereid deze norm te betrekken bij de sport en beweegwet die op dit moment in voorbereiding is?
De leden van de NSC-fractie hebben bovendien een vraag over de financiering van de sportinfrastructuur van de toekomst. Welke mogelijkheden worden momenteel verkend in de financiering van de sportinfrastructuur?
De leden van de NSC-fractie hebben daarnaast een vraag over duurzame financiële ondersteuning op de lange termijn. Deze leden stellen vast dat er recentelijk circa 125 miljoen euro uit de reservering maatschappelijk vastgoed revolverend fonds is uitgekeerd waarvan 74,9 miljoen euro aan bestaande fondsen en 49,7 miljoen euro voor de programmatische aanpak. Waar wordt dit geld aan besteed en worden hiermee de amateursportverenigingen ook ondersteund?
De leden van de NSC-fractie merken op dat naar aanleiding van de aangenomen motie-Van Dijk over het onderzoeken van een revolverend fonds in het Plan van aanpak revolverend fonds voor sportclubs onderzocht is dat bij de keuze om alleen duurzame investeringen te ondersteunen een bedrag van 250 miljoen euro voldoende zou zijn voor het fonds om te revolveren. Door het uitkeren van circa 125 miljoen euro uit het klimaatfonds is van de oorspronkelijke reservering van 300 miljoen nog 175 miljoen euro over. Hoe wordt er op toegezien dat de lange termijn financiering van de sportinfrastructuur duurzaam is als door deze verdeling van middelen er onvoldoende ruimte overblijft om het revolverend fonds in werking te treden?
Tot slot merken de leden van de NSC-fractie op dat op de website van de RVO onder de pagina over de voorwaarde van de DUMAVA nog het volgende staat: «Valt uw maatschappelijk vastgoed binnen de sportsector? Sportorganisaties die gebruik kunnen maken van de subsidieregeling BOSA komen niet in aanmerking voor DUMAVA.» Dit terwijl sinds dit jaar amateursportorganisaties wel onder de DUMAVA vallen. Kan de Staatssecretaris in overleg met andere bewindspersonen onderzoeken waar de informatievoorziening over de aansprak van amateurverenigingen op de DUMAVA tussen de ministeries nog niet synchroon loopt en kan hij deze informatie stroomlijnen om verenigingen niet te verwarren bij de aanvraag?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Deze leden vinden het belangrijk om sportorganisaties te steunen in het toekomstbestendig en duurzaam maken van hun sportaccommodaties. Sporten is niet alleen gezond, maar heeft ook een verbindende functie in de samenleving. Daartoe hebben deze leden enkele vragen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de beschikbare middelen en de bijkomende rek bijna volledig is benut. Deze leden vragen welke impact dit heeft voor sportverenigingen die al hun plannen klaar hebben staan om te verduurzamen, maar nu geen aanspraak meer kunnen maken. Kan de Staatssecretaris aangeven op welke wijze vertraging in verduurzamingsplannen door deze sportorganisaties wordt voorkomen, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie lezen dat ook de subsidieregeling DUMAVA vanaf 2025 is opengesteld voor sportaccommodaties. Kan de Staatssecretaris aangeven of BOSA-subsidie-aanvragers de weg naar de DUMAVA evengoed weten te vinden? En kan de Staatssecretaris in tabelvorm aangeven hoeveel subsidieaanvragers uitgesplitst in DUMAVA en BOSA hun aanvraag toegekend krijgen? Kan de Staatssecretaris hierbij ook aangeven of beiden subsidies voldoende toereikend zijn, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij hebben geen vragen aan de Staatssecretaris.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Deze leden hebben hier nog enkele vragen bij.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris een beeld kan geven bij het belang van de BOSA voor sportverenigingen, daarbij kijkend naar:
− Bijdrage voor onderhoud totaal in 2024;
− Bijdrage voor materialen totaal in 2024;
− Bijdrage voor (vervangende) nieuwbouw totaal in 2024;
− Bijdrage voor toegankelijker maken sportaccommodaties totaal in 2024.
De leden van de CDA-fractie vragen hem wat het betekent voor sportverenigingen als bijdragen voor de BOSA (korting 2026–2027: 28 miljoen euro, 2028–2029: 54 miljoen euro) op bovenstaande onderdelen wegvalt. Kan de Staatssecretaris garanderen dat sportverenigingen voldoende ondersteuning krijgen voor de instandhouding van hun sportaccommodaties?
De leden van de CDA-fractie vragen wat de korting op de BOSA betekent voor de realisatie van de inhoudelijke ambities van de Staatssecretaris op het gebied van sport. Denk daarbij onder andere aan de ambitie dat iedereen moet kunnen sporten in Nederland ongeacht zijn fysieke beperkingen. De BOSA is immers juist ook bedoeld om sportaccommodaties toegankelijker te maken.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris uiteen te zetten welk deel (aantal en bedrag) van de tot nog toe aangevraagde subsidies bestemd zijn voor de (nieuw)bouw en onderhoud van accommodaties, welk deel (aantal en bedrag) voor de aanschaf van sportmaterialen en welk deel (aantal en bedrag) voor de verduurzaming van bestaande sportaccommodaties. Welk deel (aantal en bedrag) van alle tot nog toe ingediende aanvragen voor de BOSA zou vanaf 2 juni 2025 ook in aanmerking kunnen komen voor een aanvraag bij de subsidieregeling DUMAVA?
In antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van Dijk over sportcomplexen die zonder extra geld uit de BOSA snel verouderen, gaf de Staatssecretaris aan dat maatregelenlijst van de DUMAVA wordt aangepast zodat deze beter aansluiten bij de behoeften van verenigingen. De leden van de CDA-fractie vragen om welke aanpassingen het hier precies gaat. Deze leden vragen tevens of de Staatssecretaris inmiddels al met de sportsector in gesprek is geweest over de aanvraagprocedure en de inhoud van de DUMAVA-regeling zelf. Zo ja, wat is er uit deze gesprekken naar voren gekomen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris per jaar uiteen kan zetten wat sinds 2021 het totale budget voor de DUMAVA was en in hoeverre er per jaar sprake was van onderuitputting of dat er juist meer aangevraagd werd dan dat er beschikbaar was.
De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat binnen de DUMAVA specifiek 47 miljoen euro speciaal gereserveerd is voor gebouwen in het basis- en voortgezet onderwijs. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom het voor sportaccommodaties niet mogelijk zou zijn een specifieke reservering binnen de DUMAVA te maken, terwijl we weten dat het een risico is dat door de grote concurrentie in de DUMAVA juist sportverenigingen met vrijwillige bestuurders buiten de boot kunnen vallen?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om het gebruik van de DUMAVA voor sportaccommodaties eind 2025 te evalueren en op basis van deze evaluaties verbeteringen door te voeren voor de nieuwe openstelling in 2026. Dit met als doel om een zo goed mogelijk werkende regeling te krijgen voor sportclubaccommodaties.
Ten opzichte van de BOSA is de DUMAVA een complexere regeling om aan te vragen. Onder ander een energieadvies is verplicht. Ondersteuning is essentieel voor het goed laten functioneren van de DUMAVA. De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de regeling voor energiecoaches voor sportverenigingen in 2025 nog steeds niet is opengesteld ondanks de beschikbare budgetten. Zo ja, kan de Staatssecretaris aangeven waarom dit nog niet is gebeurd? En op welke termijn gaat dit wel gebeuren? Hoe verhoudt de stop op de inzet van energiecoaches zich tot de duurzaamheidsopgave van de overheid en de eerder aangekondigde versnellingsambities voor de sport? Wat gaat de Staatssecretaris eraan doen om clubs te ondersteunen? Heeft de Staatssecretaris ook de ambitie om de energiecoaches zo spoedig mogelijk weer in te zetten, aangezien zij als «sleutel» worden aangemerkt in de verduurzamingsopgave van de sport? Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat de energiecoaches voor de opening van de DUMAVA in juni weer inzetbaar worden voor sportclubs?
De DUMAVA is gericht op verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en is niet gericht op nieuwbouw. Veel sportverenigingen kampen met verouderde complexen. Om torenhoge bouwkosten en financiële problemen te voorkomen, ontwikkelt bijvoorbeeld de KNVB nu een mogelijke oplossing in de vorm van modulaire houtbouw. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om innovatiebudgetten beschikbaar te stellen om het initiatief van de KNVB – modulaire houtbouw pakketten voor clubs – verder te ontwikkelen en in de praktijk te brengen?
De voorgenomen afbouw van de BOSA maakt duidelijk dat een alternatief noodzakelijk is. Is de Staatssecretaris bereid om met de sportsector een nieuwe visie op een structurele financiering van sportaccommodaties in Nederland te maken en als Rijksoverheid hierin uw verantwoordelijk te nemen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Het Nationaal Klimaatplatform heeft in haar advies «Amateursport fit voor de toekomst» bijvoorbeeld een voorstel gedaan voor een revolverend fonds. Voldoende garantievermogen is noodzakelijk om institutionele beleggers voldoende zekerheid te bieden om te investeren in een dergelijk fonds. Bent u bereid om de komende jaren donaties te doen om voldoende garantievermogen te genereren?
De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is van het opstellen van het plan van aanpak gericht op het creëren van een toekomstbestendige sportinfrastructuur. Wordt er voor dit plan van aanpak budget ter beschikking gesteld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk budget zal beschikbaar gesteld worden? Met welke (maatschappelijke) organisaties wordt gesproken over dit plan van aanpak? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk geïnformeerd over het plan van aanpak?
Het Nationaal Klimaatplatform (NKF) heeft afgelopen najaar als optie genoemd een Waarborgfonds Maatschappelijk Vastgoed in te richten waarmee financiering toegankelijker gemaakt kan worden voor integrale renovaties, multifunctionele panden en meer gebiedsgerichte maatregelen binnen het maatschappelijk vastgoed. Dit waarborgfonds zou aanvullend zijn op het waarborgfonds sport. In de beleidsreactie schreef de Staatssecretaris dat de Minister van VRO aan het uitwerken is hoe een dergelijk waarborgfonds vorm zou kunnen krijgen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken is. Is er al iets te delen over deze uitwerking? Wanneer wordt de Kamer uiterlijk geïnformeerd hierover?
Het NKP heeft daarnaast een aantal (financiële) partijen geconsulteerd over het beschikbaar stellen van private financiering voor de amateursportclubs. Daaruit bleek dat er sprake is van grote belangstelling vanuit de private sector voor financiering van verduurzaming van sportaccommodaties, mits daarvoor goede randvoorwaarden worden gerealiseerd. Het kabinet gaf destijds aan dat men aan het bezien was hoe ze invulling kan geven op deze adviezen. De leden van de CDA-fractie vragen wat hiervan de stand van zaken is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris. Zij hebben hier nog een aantal kritische vragen over.
De leden van de SP-fractie benadrukken dat het geen verassing mag zijn dat het BOSA-budget al in januari is uitgeput, aangezien al vaak is gewaarschuwd dat het budget onvoldoende is. Waarom is daar niet op gehandeld, door bij voorbaat al meer budget beschikbaar te stellen?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris of hij het nog steeds verantwoord vindt om in 2026 28 miljoen euro te bezuinigen op de BOSA-regeling, oplopend tot 53 miljoen euro in 2028, terwijl het budget nu al zwaar tekortschiet. Moet er niet eerder geld bij dan dat er hier ruimte is om geld te besparen?
De leden van de SP-fractie wijzen erop dat er vanuit de Tweede Kamer nog is geprobeerd om het tekort aan BOSA-middelen te verkleinen, via het amendement-Van Dijk c.s. over middelen voor BOSA.4 Dit amendement werd echter ontraden door de Staatssecretaris. Hoe kijkt hij nu terug op dit oordeel, gezien het huidige tekort op het BOSA-budget?
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre de huidige inrichting met de BOSA-regeling zich verhoudt tot de motie Leijten/Van Nispen5, die de regering juist verzocht «om met een plan te komen om de verduurzaming van sportaccommodaties collectief te organiseren». Zijn verenigingen en andere beheerders van sportaccommodaties door het tekortschieten van de BOSA-regeling niet juist nog meer op zichzelf aangewezen dan eerst?
De leden van de SP-fractie wijzen er daarnaast op dat het tekortschietende BOSA-budget ook op een zeer slecht tijdstip komt, aangezien de onderhouds- en verduurzamingsopgave voor veel sportaccommodaties erg groot is, door hoge gasprijzen en verouderde gebouwen en velden. Bovendien is de algemene verduurzamingsopgave om de klimaatdoelen te halen ook enorm en wordt het op deze manier ook heel lastig voor sportaccommodaties om daar substantieel aan bij te dragen. Waarom wordt er dan zo nonchalant omgegaan met het huidige tekort?
De leden van de SP-fractie merken op dat er voor de problemen rondom de BOSA-regeling volledig naar de DUMAVA-regeling wordt gewezen, aangezien die wordt opengesteld voor de sport. Het is voor hen echter volstrekt onduidelijk in hoeverre dat de problemen gaat oplossen. Het budgettekort is immers al groot en wordt alleen maar groter door de geplande bezuinigingen. Hoeveel geld verwacht de Staatssecretaris dat beschikbaar zal komen voor de sport vanuit de DUMAVA? Hoe verhoudt zich dat tot het verwachte bedrag dat in totaal nodig zal zijn om te voorzien in de huidige vraag naar de BOSA?
De leden van de SP-fractie vragen daarnaast in hoeverre het überhaupt budgettair een oplossing is voor de regering om de sport door te verwijzen naar de DUMAVA in plaats van de BOSA. Kost verduurzaming en onderhoud van sportaccommodaties niet precies evenveel, ongeacht uit welke subsidiestroom het gefinancierd wordt? Hoe wordt het budget dat vanuit de DUMAVA naar de sport zal gaan gefinancierd? Wordt het totale budget van de DUMAVA hiervoor opgehoogd, of gaat dit ten koste van de verduurzaming van ander belangrijk maatschappelijk vastgoed, zoals ziekenhuizen?
De leden van de SP-fractie vragen bovendien hoe de Staatssecretaris reageert op kritiek vanuit de sportsector op de verwijzing naar de DUMAVA als alternatief voor de BOSA. Klopt het dat de DUMAVA niet beschikbaar is voor alle doelen waar de BOSA nu voor kan worden ingezet? Klopt het dat de DUMAVA niet zal kunnen worden gebruikt voor het dekken van de kosten voor het onderhoud van accommodaties en op nieuwbouw? Zo ja, waar kunnen sportverenigingen dan straks wel terecht om het noodzakelijke onderhoud en nieuwbouw te financieren als zij dat niet zelfstandig kunnen?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Kamerstuk 30 234-400↩︎
Antwoorden op Kamervragen over snel verouderende sportcomplexen en BOSA | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Planbureau voor de Leefomgeving, 24 oktober 2024, «Klimaatdoel 2023 raakt uit zicht; extra beleid met snel effect nodig (Klimaatdoel 2030 raakt uit zicht; extra beleid met snel effect nodig | Planbureau voor de Leefomgeving)↩︎
Kamerstuk 36 600 XVI, nr. 11↩︎
Kamerstuk 30 234, nr. 351↩︎