[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Emiel van Dijk over het bericht ‘Klap in het gezicht van winkelier Mia: dief gaat na greep uit kluis vrijuit, want al eerder gestraft’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D09102, datum: 2025-03-05, bijgewerkt: 2025-03-10 12:49, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1549).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z02585:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1549

Vragen van het lid Emiel vanDijk (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Klap in het gezicht van winkelier Mia: dief gaat na greep uit kluis vrijuit, «want al eerder gestraft»» (ingezonden 12 februari 2025)

Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 maart 2025)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Klap in het gezicht van winkelier Mia: dief gaat na greep uit kluis vrijuit, «want al eerder gestraft»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat vindt u ervan dat een veelpleger van diefstal, na het stelen van 4.200 euro uit de kluis van een Etos-winkel, niet vervolgd wordt, omdat hij al voor een ander vergrijp is gestraft?

Kunt u uitleggen hoe en waarom het Openbaar Ministerie (OM) tot deze beslissing is gekomen?

Antwoord 2 en 3

Het is verschrikkelijk wanneer je als winkelier bestolen wordt. Als de zaak vervolgens wordt geseponeerd, dan kan ik het mij goed voorstellen dat dit bij het slachtoffer, in dit geval de winkelier uit Deurne, tot een gevoel van teleurstelling leidt. Het is echter niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid, maar aan het Openbaar Ministerie (OM) om vervolgingsbeslissingen te nemen en aldus te bepalen welke strafbare feiten het voor de strafrechter wil brengen. Het OM weegt daarbij verschillende belangen af. Ik kan mij daar niet in mengen.

Het OM heeft mij in algemene zin als volgt geïnformeerd. De situatie kan zich voordoen dat een verdachte wordt veroordeeld en bestraft voor strafbare feiten en dat daarna een verdenking blijkt van een strafbaar feit dat is gepleegd vóór de genoemde veroordeling. Gelijktijdige berechting was dan mogelijk geweest, maar heeft niet plaatsgevonden. Indien het strafbare feit van eerdere datum alsnog voor de strafrechter wordt gebracht, moet de strafrechter daar in de strafoplegging rekening mee houden. Dit staat in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Deze omstandigheid kan door het OM worden meegewogen bij het nemen van een vervolgingsbeslissing voor het eerdere feit. Indien het OM in een dergelijke situatie tot de conclusie komt dat de strafoplegging door de strafrechter waarschijnlijk niet wezenlijk anders zou zijn geweest indien dit strafbare feit wel was meegenomen bij de eerdere berechting, wordt een nieuwe strafvervolging niet kansrijk geacht.

Vraag 4 en 5

Deelt u de mening dat een veelpleger, in plaats van coulance te krijgen van het OM, juist harder bestraft moet worden?

Kunt u aangeven of het vaker voorkomt dat het OM een zaak seponeert omdat een verdachte een veelpleger is of al vervolgd wordt voor andere misdrijven? Kunt u daarbij cijfers geven van dit jaar en de afgelopen vijf jaar?

Antwoord 4 en 5

Het is aan het OM om vervolgingsbeslissingen te nemen en aldus te bepalen welke strafbare feiten het voor de strafrechter brengt. Indien een zaak voor de strafrechter wordt gebracht, is het aan de strafrechter om eventueel een straf op te leggen. Het is niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid om een oordeel te geven over (vervolgingsbeslissingen in) individuele zaken. Ik beschik daarnaast niet over dergelijke cijfers.

Vraag 6

Deelt u de mening dat het vertrouwen in de rechtsstaat juist door dit soort beslissingen van het OM afbrokkelt en tegelijkertijd de aangiftebereidheid ernstig aantast?

Antwoord 6

Het is aan het OM om vervolgingsbeslissingen te nemen en deze te motiveren. Een gedegen motivering kan het begrip voor een beslissing om al dan niet te vervolgen vergroten. Het kan zijn dat de officier van justitie besluit om de zaak niet te vervolgen, terwijl belanghebbenden vinden dat de zaak voor de rechter moet worden gebracht. In dat geval kunnen direct belanghebbenden een bijzondere klachtprocedure starten op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering en de zaak rechtstreeks aan een gerechtshof voorleggen.

Vraag 7 en 8

Kunt u aangeven hoe de eigenaar van de Etos-winkel haar gestolen 4.200 euro nu kan terugkrijgen?

Deelt u de mening dat de geleden schade te allen tijde op de daders moet kunnen worden verhaald? Zo ja, wat moet er gebeuren om dit in de toekomst mogelijk te maken?

Antwoord 7 en 8

In algemene zin kan ik zeggen dat de mogelijkheid bestaat een procedure op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering te starten, waarmee de mogelijkheid tot voeging in het strafproces als benadeelde partij kan ontstaan. Daarnaast kunnen er bijvoorbeeld mogelijkheden bestaan om schade te verhalen bij een verzekeringsmaatschappij of via een civiele procedure. Er bestaan naar mijn oordeel op dit moment voldoende mogelijkheden om geleden schade te kunnen verhalen op plegers van strafbare feiten.

Vraag 9

Kunt u deze vragen voor het eind van volgende week beantwoorden?

Antwoord 9

De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.


  1. Eindhovens Dagblad, 10 februari 2025, Klap in het gezicht van winkelier Mia: dief gaat na greep uit kluis vrijuit, «want al eerder gestraft» (https://www.ed.nl/deurne/klap-in-het-gezicht-van-winkelier-mia-dief-gaat-na-greep-uit-kluis-vrijuit-want-al-eerder-gestraft~a30699f1/).↩︎