Amendement van het lid Koops over het verlengen van de termijn voor het instellen van verzet tegen een strafbeschikking naar zes weken
Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2025D09117, datum: 2025-03-05, bijgewerkt: 2025-03-05 17:04, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J. Koops, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -48 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2025Z03943:
- Indiener: W.J. Koops, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-03-25 15:10: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 327 | Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering) | |
Nr. 48 | AMENDEMENT VAN HET LID Koops | |
Ontvangen 5 maart 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
In artikel 5.3.1, eerste lid, wordt “twee weken” vervangen door “zes weken”.
Toelichting
Met dit amendement beoogt indiener de termijn voor het instellen van verzet tegen een strafbeschikking te wijzigen van twee weken naar zes weken. De praktijk laat zien dat de termijn van twee weken vaak een te korte termijn is om een weloverwogen keuze te maken over het al dan niet instellen van verzet.
Deze termijn geeft niet voldoende ruimte om geschikte rechtsbijstand te vinden en gedegen juridisch advies in te winnen van bijvoorbeeld een advocaat. Indiener vindt het van groot belang dat mensen die een strafbeschikking krijgen een zorgvuldige keuze kunnen maken over het wel of niet hiertegen opkomen. Een strafbeschikking en het daaraan ten grondslag liggende dossier kan juridisch en feitelijk complex zijn. De gevolgen van het aanvaarden van een strafbeschikking kunnen bovendien zeer groot zijn. Indien een strafbeschikking wordt geaccepteerd, betekent dat dat in rechte vaststaat dat de betrokkene het strafbare feit heeft gepleegd, wat leidt tot een aantekening in de justitiële documentatie, in de volksmond het ‘strafblad’. Dit kan grote negatieve gevolgen hebben voor het al dan niet krijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag en daarmee een baan.
Het is des te meer van belang dat burgers een zorgvuldige afweging kunnen maken, nu er steeds meer strafbeschikkingen worden uitgevaardigd en ook geldt dat dat niet (meer) alleen het geval is bij lichte vergrijpen. In het kader van het kunnen maken van een zorgvuldige afweging, merkt indiener bovendien op dat, los van wat dit amendement bewerkstelligt, duidelijker aan de ontvanger van de strafbeschikking moet worden gecommuniceerd wat zijn rechten zijn en wat de gevolgen zijn van het accepteren van de strafbeschikking.
Een verlenging van de termijn zou de rechtsgang bovendien niet wezenlijk vertragen. In veel gevallen wordt een strafbeschikking pas na langere tijd uitgevoerd dan na zes weken en voor gevallen waarin verzet is ingesteld geldt ook dat dat doorgaans niet binnen de termijn van zes weken wordt behandeld. Deze voorgestelde verlenging hoeft volgens indiener dan ook geen ingrijpende gevolgen te hebben voor de doorlooptijden.
Om betere rechtsbescherming te bieden in het kader van strafbeschikkingen, stelt indiener voor om dezelfde termijn aan te houden als in het bestuursrecht geldt om bezwaar te maken tegen een besluit, namelijk zes weken.
Koops