Vierde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting
Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Brief regering
Nummer: 2025D09155, datum: 2025-03-06, bijgewerkt: 2025-03-12 10:07, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29911-465).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29911 -465 Bestrijding georganiseerde criminaliteit.
Onderdeel van zaak 2025Z03972:
- Indiener: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-11 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-12 10:00: Gevangeniswezen (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-13 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-03-13 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
24 587 Justitiële Inrichtingen
Nr. 465 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2025
De ondermijnende criminaliteit vormt een groot gevaar voor onze samenleving en onze democratische rechtsstaat, de bestrijding daarvan is een topprioriteit van het kabinet. Een (levens)lange gevangenisstraf stopt de zogenaamde «criminele kopstukken» echter niet. Ook vanuit detentie proberen deze hoogrisicogedetineerden door te gaan met hun ondermijnende activiteiten en de instandhouding van hun criminele netwerk buiten de gevangenis. Het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie is dan ook één van de speerpunten van dit kabinet.
De afgelopen vier jaar is de aanpak van georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting geïntensiveerd. Het kabinet gaat deze aanpak verder versterken en investeert structureel 16 mln. euro in het tegengaan van voortgezet crimineel handelen in detentie. Het kabinet wil het voor hoogrisicogedetineerden, zoveel als kan, onmogelijk maken om hun criminele activiteiten vanuit detentie voort te zetten. Dit draagt bij aan zowel de veiligheid van de maatschappij, als dat van personeel en gedetineerden binnen de penitentiaire inrichtingen.
Hierbij stuur ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris Rechtsbescherming, de vierde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting. In deze brief presenteer ik allereerst de wijze waarop ik uitvoering geef aan het regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96), rapporteer ik over overige nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen ten aanzien van eerder aangekondigde maatregelen, geef ik een update over de voortgang van verschillende moties en volgt mijn reactie op het WODC onderzoek «Grip of in de Greep?».
Uitwerking Regeerprogramma
Het kabinet wil het contact van hoogrisicogedetineerden met de buitenwereld beperken. Om dreiging van buiten de gevangenis te weren wil het kabinet ook verstevigende fysieke, organisatorische en elektronische maatregelen treffen. De internationale samenwerking zal worden versterkt om voortgezet crimineel handelen in detentie (VCHD) tegen te gaan. Daarnaast wil het kabinet dat onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronische monitoring strafbaar wordt. Het regeerprogramma wordt daarom uitgewerkt langs vijf lijnen:
1. Beperken contactmomenten hoogrisicogedetineerden
2. Inzet op dreiging van buiten de Penitentiaire Inrichting (PI)
3. Versterking internationale samenwerking
4. Herijking detentielandschap
5. Strafbaarstelling Onttrekking
1. Beperking contactmomenten hoogrisicogedetineerden
Om VCHD tegen te gaan wil het kabinet de nieuwe maatregelen uit het voorstel van wet tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) zo snel mogelijk implementeren, indien dit voorstel tot wet wordt verheven. Op 4 februari jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met bovengenoemd wetsvoorstel.1 Door de maatregelen in dit wetsvoorstel worden de contactmomenten van hoogrisicogedetineerden vergaand beperkt. Het aantal contactmomenten met (vooraf) gescreende contacten wordt wettelijk vastgelegd en beperkt, het aantal rechtsbijstandverleners wordt beperkt tot twee en er komt visueel toezicht op het contact tussen gedetineerde en rechtsbijstandverlener. Indien nodig kan ik als Staatssecretaris met het inzetten van de in dit wetsvoorstel opgenomen bevelsbevoegdheid de contacten van een hoogrisicogedetineerden tot nul beperken.2 De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bereidt zich op dit moment voor op de implementatie van deze voorgestelde maatregelen.
Het kabinet vindt het, net als uw Kamer, van groot belang dat deze maatregelen zo snel mogelijk worden gerealiseerd. Ik hoop daarom op een spoedige behandeling in de Eerste Kamer.
2. Inzet op dreigingen van buiten de Penitentiaire Inrichting
DJI treft extra maatregelen om dreigingen van buiten de PI tegen te gaan. Zo wordt er flink geïnvesteerd in apparatuur om contrabande en drones te detecteren en onschadelijk te maken. Ik licht enkele maatregelen hieronder toe.
Drones
De dronetechnologie is sterk in ontwikkeling en stelt DJI voor uitdagingen. Een belangrijk deel van de regeerprogrammamiddelen wordt daarom ingezet voor het tegengaan van drones en ongewenste dronevluchten in de nabijheid van de PI.
DJI beschikt onder andere over een landelijk dekkend dronedetectiesysteem. Dit systeem wordt met aanvullende technologie versterkt. Ook investeer ik in meer innovatiekracht bij DJI. Hiervoor wordt, naast apparatuur, extra gekwalificeerd personeel geworven zodat de drone detectiesystemen zowel huidige maar ook toekomstige drones zoveel mogelijk kan blijven detecteren. In aanvulling op het dronedetectiesysteem wordt nauw samengewerkt met veiligheidspartners in de regio’s om eventuele drones zo snel mogelijk te signaleren en daarop te acteren.
Ik vind het belangrijk dat DJI ook zelf drones uit de lucht kan halen. Hiervoor zijn
middelen gereserveerd. DJI heeft geen eigen bevoegdheid om drones te verstoren of uit de lucht te halen. Hiervoor moet DJI een bijstandsverzoek doen bij de Politie. De (juridische) mogelijkheden om DJI zelf te laten beschikken over deze bevoegdheden worden momenteel verkend. De Kamer wordt na de zomer geïnformeerd over deze uitkomsten. In de tussentijd bestaat er – waar nodig – via andere wegen de mogelijkheid om drones te verstoren. Uit veiligheidsoverwegingen kan ik hier verder niet op ingaan.
De inzet van drones biedt ook kansen. Zo zal DJI beschikken over meer en geavanceerdere eigen drones. Deze drones zet DJI zelf in om de veiligheidssituatie rondom een PI vanuit de lucht beter te monitoren om afwijkingen te signaleren en daarop te acteren.
Detectie contrabande
Om contrabande verder tegen te gaan wordt er geïnvesteerd in technologische maatregelen. Te denken valt aan overgooidetectie, GSM-detectie en de inzet van bodyscanners. Daarbij worden er nog meer veiligheidsmaatregelen getroffen. Vanuit veiligheidsoverwegingen kan ik niet al deze maatregelen beschrijven, anders worden criminelen wijzer en verliezen deze maatregelen hun effectiviteit.
Personele versterking
Om de vertaalslag te maken van de technologische ontwikkelingen buiten DJI, naar kansen en innovaties binnen DJI wordt er extra specialistisch personeel geworven. De werving daarvoor is gestart. De extra personele inzet wordt bijvoorbeeld ingezet op drone-innovaties, onderzoek naar GSM-detectie en telefoon-jamming.
3. Versterking internationale samenwerking
Ondermijnende criminaliteit stopt niet bij de grenzen. Ik vind het daarom belangrijk dat DJI ook ten aanzien van VCHD over de grenzen heen kan samenwerken. Ik zet daarom in op een versterking van de internationale samenwerking. De internationale samenwerking tussen gevangenissen wordt versterkt om meer gegevensdeling over gedetineerden mogelijk te maken. Hiervoor wordt ingezet op extra personele capaciteit bij het Landelijke Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) en ICT-aanpassingen om de vertrouwelijke informatie over hoogrisicogedetineerden op een veilige manier te kunnen delen. DJI werft hiervoor op dit moment extra personeel, ook om bij te dragen aan de strategische samenwerking voor meer internationale kennisdeling.
Verder wordt vanuit mijn departement, in samenwerking met Europris, de tweede internationale conferentie naar Voortgezet Crimineel Handelen in Detentie georganiseerd.3 Deze conferentie zal naar verwachting dit najaar plaatsvinden in Italië.
4. Herijking detentielandschap
In de derde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting is het nieuwe detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden gepresenteerd.4
DJI heeft het toetsingskader Uitgebreid Beveiligd – Afdelingen Intensief Toezicht aangescherpt, met daarbij een nieuw programma van eisen. Voor de meest urgente «mitigerende maatregelen» zijn er in 2024 reeds middelen toegekend. Met de middelen uit het regeerprogramma worden er aanvullende veiligheidsmaatregelen genomen om de vier bestaande AIT’s in Leeuwarden, Arnhem, Krimpen aan den IJssel en Alphen aan den Rijn te laten voldoen aan het nieuwe toetsingskader. Dit ziet op organisatorische, bouwkundige en elektronische aanpassingen. Deze maatregelen worden gefaseerd geïmplementeerd. De nieuwe AIT’s voldoen bij oplevering aan het nieuwe programma van eisen.
Elke AIT beschikt uiterlijk in 2030 over een videoconferentie ruimte. Dit draagt bij aan een beperking van risicovolle vervoersbewegingen omdat verhoren door de Rechter-commissaris en zittingen plaats kunnen vinden via een hoogwaardige videoverbinding.
Verder verwijs ik naar de paragraaf over de fysieke maatregelen waarin ik nader inga op de fysieke maatregelen rondom gedetineerden op de EBI en de AIT.
5. Strafbaarstelling onttrekking
In het regeerprogramma staat dat de onttrekking aan vrijheidsbeneming en elektronische monitoring strafbaar wordt. Deze toezegging uit het regeerprogramma wordt momenteel uitgewerkt en het wetsvoorstel zal naar verwachting in het voorjaar van 2025 in consultatie worden gegeven.
Voortgang maatregelen: ontwikkelingen en mijlpalen
In deze paragraaf informeer ik uw Kamer over de nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen binnen de reeks (andere) maatregelen die getroffen worden om georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting tegen te gaan. Daarbij ga ik ook in op enkele algemene veiligheidsmaatregelen in detentie. Het betreft de fysieke maatregelen, advocatuur, lopende ontwikkelingen, moties en toezeggingen.
Fysieke maatregelen
Vught
De uitbreiding van de 12 extra EBI-plaatsen in PI Vught, conform de motie Ellian/Wilders, loopt volgens planning.5 Deze extra EBI-plekken worden in 2026 gerealiseerd. Voor de uitbreiding in Vught geldt dat de EBI in gebruik kan blijven terwijl de nieuwbouw plaatsvindt.
De EBI in Vught beschikt over twee videoruimtes, waar hoogwaardige videoverhoren plaats kunnen vinden tijdens hoogrisicozittingen en verhoren door de rechter-commissaris. De voorbereidingen voor de realisatie van een zittingszaal in de PI Vught ligt op schema. Dit voorjaar wordt de zittingszaal in PI Vught geopend en in gebruik genomen. Hierdoor wordt het aantal vervoerbewegingen met EBI-gedetineerden beperkt.
Lelystad
In Lelystad wordt de bouw van een extra beveiligde rechtbank voorbereid, ter vervanging van de Bunker in Amsterdam-Osdorp. Medio 2024 heeft het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) in opdracht van de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) het bouwproject Extra Beveiligde Zittingszaal (EBZ) Lelystad opgestart. Een projectteam is aan de slag met de verdere planuitwerking van de EBZ. De geplande ingebruikname van de EBZ is nu medio 2031.
De aanbestedingsprocedure voor de AIT in Lelystad heeft langer geduurd dan is voorzien. Om deze reden is oplevering met enkele maanden vertraagd. Oplevering staat nu gepland voor het voorjaar van 2029.
Vlissingen
Conform het verzoek om periodieke updates uit de motie Kuik/Van den Berg meld ik dat de ontwikkeling van het Justitieel Complex Vlissingen volgens planning verloopt. Het Europese Aanbestedingsproces is doorlopen en de realisatie van het Justitieel Complex Vlissingen is op 11 september 2024 gegund. Hiermee is een belangrijke mijlpaal bereikt in dit bouwproject. De periode van september 2024 tot en met 2026 staat in het teken van het ontwerpen van het Justitieel Complex Vlissingen, waarna de bouw start. Het complex zal in 2030 in gebruik worden genomen. Hiermee wordt zo goed als mogelijk uitvoering gegeven aan de genoemde motie Kuik/Van den Berg6 en de motie Eerdmans,7 die beide de urgentie benadrukken en oproepen tot snelheid.
De realisatie van de EBZ Lelystad en Justitieel Complex Vlissingen (JCV), alsmede de realisatie van de EBZ in de PI Vught heeft gevolgen voor de taken van de politie ter beveiliging van de openbare ruimte. In augustus 2024 is een projectteam van start gegaan, bestaande uit vertegenwoordigers van de rechtspraak, DJI-DV&O, Politie en JenV om deze gevolgen in kaart te brengen.8 De oplevering van impactanalyse is naar verwachting in het tweede kwartaal 2025 gereed. De realisatie van de EBZ draagt bij aan een betere beheersing van veiligheidsrisico’s, met name in combinatie met de mogelijkheden om in de PI Lelystad, net als in het Justitieel Complex Schiphol, cellen voor tijdelijke overnachting van gedetineerden met een hoog vlucht- of maatschappelijk risico te realiseren.
Totaal aantal capaciteitsplaatsen EBI en AIT
We werken toe naar 60 EBI-plaatsen in 2030, tegenover 24 nu. Zowel in Vught als in Vlissingen wordt zo gebouwd dat compartimentering tot blokken van 3 cellen mogelijk is. Op die manier wordt kleinschaligheid gerealiseerd.
Op dit moment zijn er 49 AIT-plaatsen verspreid over vier locaties: Krimpen aan den IJssel, Alphen aan den Rijn, Leeuwarden en Arnhem. Medio 20259 worden daar 17 plaatsen in Sittard aan toegevoegd en in 2029 12 plaatsen in Lelystad. Voor Vlissingen geldt dat er vier paviljoens met 48 plaatsen per paviljoen zullen worden gebouwd met het beveiligingsniveau uitgebreid beveiligd. In beginsel is één van die paviljoens bedoeld voor het AIT-regime. Binnen dit paviljoen wordt weer kleinschaligheid georganiseerd.10
Met deze capaciteitsuitbreidingen tot 60 EBI-plaatsen op twee locaties en circa 126 AIT-plaatsen op zeven locaties kunnen we de hoogrisicogedetineerden met een relatie tot de georganiseerde criminaliteit ook in de toekomst kleinschalig, veilig en voldoende gespreid detineren.
Advocatuur
Toezicht advocatuur
Op 17 februari jl. heeft de Staatssecretaris Rechtsbescherming uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van het toezicht op de advocatuur. De Nederlandse orde van Advocaten heeft opdracht gegeven aan prof. dr. H Winter (RUG) van onderzoeksbureau Pro Facto om onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek te doen naar de kaders en inrichtingsmodaliteiten voor het klacht- en tuchtrecht en toezicht op de advocatuur. Het rapport van Pro Facto, dat voor de zomer verwacht wordt, wordt met interesse tegemoet gezien. Uw Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over de vervolgstappen.
Taskforce bescherming tegen ondermijning
De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) heeft de Taskforce Bescherming tegen ondermijning opgericht. In de vorige voortgangsbrief is mijn ambtsvoorganger uitvoerig ingegaan op de diverse initiatieven die de NOvA vanuit deze taskforce organiseert.11 Met subsidie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zal de NOvA de diverse initiatieven voortzetten om de weerbaarheid en veiligheid van advocaten verder te vergroten, zoals het organiseren van weerbaarheidstrainingen, de vertrouwensadvocaat, de noodtelefoon en noodknop.
Weerbaarheidscampagne
In december 2023 is er door de NOvA een weerbaarheidscampagne gelanceerd ter vergroting van bewustwording en stimulering van de discussie over het onderwerp weerbaarheid/dreiging binnen de advocatuur. Daarnaast is de NOvA begin 2025 een voorlichtingscampagne gestart die zich richt op het onderwerp contante betalingen binnen de advocatuur om de bekendheid over de regels met betrekking tot betalingen te vergroten.
Onderzoek Ipsos I&O naar druk en dreiging bij advocaten
In 2024 heeft Ipsos I&O in opdracht van de NOvA onderzoek gedaan waaruit is gebleken dat steeds meer advocaten te maken krijgen met agressie, bedreiging en/of intimidatie tijdens het uitoefenen van hun vak. In 2022 kreeg nog 50 procent van de advocaten die deelnamen aan het onderzoek te maken met agressie, bedreiging en/of intimidatie. In 2024 is dat percentage gestegen naar 55 procent. Bij 43,6 procent van de advocaten ging het zelfs om meerdere incidenten in het afgelopen jaar.
Dit onderzoek maakt zichtbaar dat de huidige inzet op de weerbaarheid van advocaten van grote waarde is. De Taskforce bescherming tegen ondermijning van de NOvA blijft onverminderd inzetten op versterking van de weerbaarheid. Met de NOvA wordt er goed contact gehouden over ontwikkelingen op dit vlak.
Lopende ontwikkelingen, moties en toezeggingen
De Detentie Intelligence Unit
De Detentie Intelligence Unit (DIU) is met ingang van 2025 operationeel. In de DIU werkt het Openbaar Ministerie (OM), het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) en DJI samen aan analyses en aan het opmaken van informatieproducten over gedetineerden. Deze informatieproducten kunnen vervolgens worden gebruikt bij plaatsingsbeslissingen en het treffen van gepaste maatregelen in de verschillende fasen van detentie, maar eveneens om strafbare feiten, ook in de buitenwereld, op te sporen. Het delen van intelligence levert een belangrijke bijdrage aan de kennispositie van DJI, politie en het OM over hoogrisicogedetineerden. De eerste resultaten zijn positief en hebben bijgedragen aan het versterkte veiligheidsbeeld over hoogrisicogedetineerden.
Motie voorkomen van lekken
De motie van de heer Eerdmans (JA21) stelt dat de regering alles in het werk moet stellen om het lekken van geheime informatie aangaande de EBI te voorkomen.12 Helaas kunnen we nooit honderd procent voorkomen dat er gelekt wordt. Wel heb ik DJI dringend verzocht om geheimhouding binnen de EBI zo goed als mogelijk te waarborgen. Dit is in het belang van de samenleving. Hiermee geef ik invulling aan deze motie.
Motie geen voorwaardelijke invrijheidsstelling bij gedetineerde met hoge veiligheidsrisico’s
In de motie van het lid Ellian (VVD) wordt verzocht om bij het OM onder de aandacht te brengen dat een voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) niet gepast is bij veroordeelden van wie onaanvaardbare veiligheidsrisico’s uitgaan en de Aanwijzing Voorwaardelijke Invrijheidsstelling tegen deze achtergrond opnieuw te bezien. Dit heeft de Minister van Justitie en Veiligheid gedaan op 29 november 2024. Het OM verleent geen v.i. als er veiligheidsrisico’s zijn die niet beheersbaar zijn. Het OM maakt daarbij voor iedere gedetineerden een individuele afweging. Sinds de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen in juli 2021 gaat de v.i. niet langer automatisch in. Het OM kijkt voor elke gedetineerde naar drie criteria om te bepalen of iemand v.i. krijgt: het gedrag gedurende de detentie, risico’s die van de gedetineerden uitgaan en de belangen van slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen. Risico’s voor de samenleving zijn voor het verlenen van v.i. dus medebepalend. Dit volgt ook uit het nieuwe Wetboek van Strafvordering, waar in art. 7.3.7 lid 4 sub b is opgenomen dat bij de beslissing over het verlenen van v.i. in ieder geval de mogelijkheden voor het beperken en beheersen van risico’s die gepaard gaan met een eventuele invrijheidstelling worden betrokken. Indien potentiële risico’s niet kunnen worden ondervangen door het stellen van algemene en bijzondere voorwaarden, kan dat reden zijn om geen v.i. te verlenen. Ten behoeve van de beoordeling of er aan iemand v.i. verleend kan worden, ontvangt het OM onder andere advies van de reclassering en DJI. Bij zware en complexe zaken kan bovendien het Adviescollege Voorwaardelijke Invrijheidstelling (AVI) worden ingeschakeld. Bij de beoordeling van de verlening van v.i. worden eventuele risico’s terdege meegenomen. De huidige Aanwijzing Voorwaardelijke Invrijheidstelling biedt hier voldoende ruimte toe, het is niet nodig om dit te herzien. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie van het lid Ellian.13
Motie algemeen verbod De Vrije Zielen
Op 2 april 2024 heeft de Tweede Kamer de motie van het lid Ellian (VVD) inzake De Vrije Zielen aangenomen.14 Met de motie wordt de regering verzocht om het blad De Vrije Zielen niet langer toe te staan in penitentiaire inrichtingen, justitiële jeugdinrichtingen en forensisch psychiatrische klinieken. Ik heb besloten dit te regelen via een wijziging van de huisregels van de inrichtingen en klinieken. In de Regelingen model huisregels wordt bepaald dat het bezit van De Vrije Zielen, en eventuele opvolgers van dat blad met een gewijzigde titel, verboden is. De Regelingen model huisregels zullen op 1 april 2025 worden gepubliceerd en in werking treden.
Moties om contrabande tegen te gaan
Het Kamerlid Ellian (VVD) verzoekt in zijn motie om verscherpte controles in te stellen bij de PI’s waar de meeste telefoons worden gevonden en om aanvullende maatregelen om het binnen brengen van onder andere telefoons tegen te gaan, met name bij de PI’s met de meeste voorvallen.15 De genoemde (aanvullende) maatregelen bij de uitwerking van het regeerprogramma dragen bij om het binnen brengen van contrabande tegen te gaan. Daarbij wordt door de inzet van onaangekondigde acties van de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid (LBB) van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) in de PI’s (risicogestuurd) gecontroleerd op de aanwezigheid van contrabande.16 Eerder aangetroffen contrabande zijn signalen op basis waarvan (risicogestuurde) inzet plaatsvindt.17 Op deze wijze worden er verscherpte controles verricht waar nodig. Deze controles zijn aanvullend op de maatregelen die de Penitentiaire Inrichtingen treffen om contrabande tegen te gaan.18
Naar aanleiding van de motie van Kamerlid van Dijk (PVV) is geïnventariseerd op welke wijze structureel en regelmatig gecontroleerd kan worden op contrabande door de inzet van speurhonden.19 Voor met name de inzet van een telefoonhond is het van belang dat op basis van goede voorinformatie gericht naar telefoons wordt gezocht. Hierbij is dan ook sprake van risicogestuurd zoeken. De inzet van een speurhond in combinaties met de onaangekondigde acties van het LBB levert veelal het meeste resultaat op.20 De onaangekondigde acties worden indien nodig met de inzet van een speurhond geïntensiveerd. Naar aanleiding van deze motie streef ik in elk geval naar een verdubbeling van de inzet van speurhonden in 2025. Hiermee beschouw ik de motie van het lid van Dijk afgedaan.
Onderzoekmoties
Verder informeer ik u dat ik bezig ben met de uitvoering van de motie van Kamerleden Ellian en Wilders21 om te onderzoeken hoe het aantal criminele kopstukken dat door dezelfde advocaat wordt bijgestaan, beperkt kan worden. Dit geldt ook voor de motie van de leden Ellian en Eerdmans inhoudende een onderzoek naar de vraag hoe auditief toezicht op gesprekken tussen gedetineerden en advocaten op de Afdelingen Intensief Toezicht en in de extra beveiligde inrichting vormgegeven kan worden.22 Ik streef ernaar uw Kamer binnen termijn die gesteld is in de motie van de leden Ellian en Wilders te informeren over de uitvoering van de moties.
Beleidsreactie «Grip of in de Greep»
Het WODC onderzoeksrapport «Grip of in de greep? is op 12 december aan uw Kamer aangeboden. Op verzoek van DJI heeft het WODC onderzoek gedaan naar de gevolgen van de aanpak van georganiseerde criminaliteit voor DJI. Ik ga hierna in op belangrijkste conclusies en aanbevelingen, gevolgd door mijn reactie.
In de bredere context van het Nederlandse gevangeniswezen is volgens de gesproken respondenten sprake van verharding. Volgens de onderzoekers is er echter geen cijfermatige onderbouwing voor de aanname dat er sprake is van zwaardere gedetineerden die betrokken zijn bij ondermijnende criminaliteit, ook wordt de toename van deze doelgroep betwist. Dit is deels te verklaren doordat er geen eenduidige definitie zou zijn van ondermijning. Volgens de onderzoekers moet er meer duidelijkheid komen over de vragen wanneer er sprake is van een hoogrisicogedetineerden; wanneer plaatsing op een AIT of EBI volgt en wanneer afschaling mogelijk is. Ook is er behoefte aan meer uniformiteit tussen de AIT’s.
Ik ben de onderzoekers erkentelijk voor het onderzoek. Dit onderzoek onderstreept het belang van diverse reeds ingezette trajecten. Hieronder mijn beleidsreactie:
DJI spreekt over hoogrisicogedetineerden als plaatsing in een specifiek regime noodzakelijk is vanwege de aard en omvang van de risico’s. De risico’s en plaatsingscriteria worden in de wijziging van regelgeving nader uitgewerkt.23 Te denken valt aan plaatsing op een EBI, een AIT, een Terroristenafdeling (TA), een Beheers Problematische Gedetineerden (BPG) afdeling en (delen van) het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). Het risicoprofiel is daarvoor leidend.24 De cijfers uit het WODC onderzoek gaan tot en met 2022. Ten aanzien van de verwachte toename van het aantal hoogrisicogedetineerden baseer ik mij op actuele cijfers van DJI. Deze laten zien dat het aantal hoogrisicogedetineerden stijgt. De stijging van het aantal gedetineerden is onder meer gelegen in de verbeterde informatiepositie van DJI, de nauwe samenwerking met ketenpartners binnen het veiligheidsdomein en nieuw binnengekomen gedetineerden. Dit rechtvaardigt dan ook de getroffen maatregelen zoals de opening van extra AIT’s.
Ik herken de behoefte tot meer duidelijkheid omtrent de plaatsing op een AIT. Met de wijziging van de Penitentiaire Beginselenwet wordt de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog) aangepast. De plaatsingscriteria voor de AIT worden hierin opgenomen. Mede naar aanleiding van het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, volgt daarbij meer duidelijkheid omtrent plaatsing op een AIT.25 Deze wijziging van de ministeriele regeling hangt direct samen met de wetswijziging en zal gelijk met de voorgenomen wijziging in werking treden. In de aanpassing van de Rspog worden ook twee moties betrokken: de motie Sneller c.s., die verzoekt om verduidelijking van de plaatsingscriteria van de AIT in de Rspog, en de motie Lahlah c.s., die verzoekt om de mogelijkheden tot het afschalen van de beveiligingsniveaus te beschrijven in de toelichting op de Rspog.26
DJI hanteert een exit-strategie waarbij de plaatsing van een gedetineerde de hoogte van het risico volgt. Elke twaalf maanden wordt beoordeeld of het verblijf van een gedetineerde in de EBI of AIT moet worden verlengd voor wederom twaalf maanden. DJI beoordeelt dat op basis van concrete, betrouwbare en actuele informatie afkomstig van de inrichting waar de betrokken gedetineerde verblijft, het meldpunt-GRIP en het OM. Wanneer niet wordt voldaan aan de plaatsingscriteria van de EBI of AIT zal het verblijf niet worden verlengd en vindt afschaling naar een lager beveiligingsniveau plaats. Een gedetineerde die verblijft op de EBI of AIT speelt daarmee zelf een cruciale rol in de afschaling van maatregelen en daarmee in de overplaatsing naar een lichter regime. Gedetineerden hebben immers zelf de keuze om de banden met het criminele milieu te verbreken en te stoppen met voortgezet crimineel handelen vanuit detentie.
Ik volg de onderzoekers in hun conclusie tot meer sturing op uniformiteit binnen de AIT’s. Dit is mede aanleiding geweest voor de ontwikkeling van productspecificatie voor de AIT. Met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel tot wijziging van de Pbw en de daaronder hangende regelgeving waaronder de model huisregels, volgt een verdere uniformiteit op de AITs Dit betekent bijvoorbeeld dat in alle zeven AIT’s dezelfde regels gaan gelden ten aanzien van het aantal contactmomenten. Ook volg ik de onderzoekers in de noodzaak tot het versterken en het stroomlijnen van de informatiepositie over hoogrisicogedetineerden. De reeds beschreven ontwikkelingen van de DIU dragen hier in hoge mate aan bij.
Tot slot
In deze brief ben ik ingegaan op de aanvullende maatregelen die vanuit het regeerakkoord worden getroffen. Door deze maatregelen wordt voortgezet crimineel handelen vanuit detentie nog verder tegen gegaan. Met deze maatregelen kunnen we een betere bescherming bieden aan de maatschappij, aan medewerkers in de PI’s en de advocatuur tegen de risico’s die uitgaan van hoogrisicogedetineerden.
Uw Kamer wordt op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Eveneens is ingestemd met het Wijzigingswetsvoorstel. Dit wetsvoorstel ziet op een wijziging van een deel van de aangenomen amendementen van 12 maart 2024. Met dit wijzigingswetvoorstel worden de verschillende vormen van auditief toezicht teruggedraaid en (een uit uitzonderingsgrond voor) de contactmomenten met gescreende contacten wettelijk vastgelegd en beperkt.↩︎
Geprivilegieerd contact is uitgezonderd.↩︎
Europris is een netwerk van nationale gevangenisorganisaties in heel Europa, die samenwerken om de professionele gevangenispraktijk te bevorderen.↩︎
Kamerstukken II, 2024–25, 24 587, nr. 438.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 956.↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 24 587, nr. 888.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 23.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 24 587, nr. 929.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, beantwoording feitelijke vragen begrotingsbehandeling, antwoord vraag 488.↩︎
Binnen dit paviljoen wordt weer kleinschaligheid georganiseerd. In Vlissingen kan vanwege de modulaire bouw echter flexibeler worden omgegaan met het gebruik van de paviljoens, waardoor ik geen hard cijfer kan geven van de landelijke AIT-capaciteit waar we naartoe werken.↩︎
Kamerstukken II, 2024–25, 24 587, nr. 438.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 24 587, nr. 970.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 29 279, nr. 881.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 24 587, nr. 932.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 24 587, nr. 989.↩︎
Bijvoorbeeld op basis van signalen die volgen uit analyses van het Landelijk Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) of de risicoanalisten van de DV&O. Zowel onaangekondigde acties als aangekondigde acties zijn voor gedetineerden altijd onaangekondigd.↩︎
Zowel onaangekondigd als aangekondigde acties zijn voor de gedetineerde onaangekondigd. Bij onaangekondigde acties zijn maar een beperkt aantal medewerkers vanuit de PI geïnformeerd.↩︎
Denk aan de dagelijkse en speciale cel inspecties.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 24 587, nr. 992.↩︎
Zie ook de uitgebreide toelichting in de vorige voortgangsbrief, Kamerstukken II, 2024–25, 24 587, nr. 438.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 36 583, nr. 14.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 36 583, nr. 15.↩︎
Het gaat om de circulaire voor gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico en de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog).↩︎
Zie ook de uitgebreide toelichting in de vorige voortgangsbrief en de bijlage met een stroomschema rondom het plaatsingsproces, Kamerstukken II, 2024–25, 24 587, nr. 438.↩︎
Zie ook Kamerstukken II, 2023/24, 244587, nr. 938. Het advies van de RSJ is raadpleegbaar via: https://www.rsj.nl/documenten/rapporten/2024/02/28/advies-wijziging-rspog-in-verbandmet-toevoeging-ai.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 17 en Kamerstukken II 2023–2024, 36 372, nr. 18.↩︎